hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel
En nadat zij (= Petrus en Johannes) losgelaten waren, gingen zij naar hun eigen mensen en berichtten alles wat de overpriesters en de oudsten tegen hen gezegd hadden. En toen zij dat gehoord hadden, verhieven zij eensgezind hun stem tot God en zeiden: Heere! U bent de God Die de hemel en de aarde en de zee gemaakt hebt, en alle dingen die erin zijn, en Die bij monde van David, Uw knecht, gezegd hebt: "Waarom woeden de heidenvolken en bedenken de volken wat inhoudsloos is?" (HSV-Statenvertaling)
Psalm 2 : 1Waarom woeden de heidenvolken en bedenken de volken wat zonder inhoud is? (HSV-vertaling)
De apostelen citeren uit Psalm 2:1, geschreven door David, maar ze veronderstellen terecht dat het God was die het heeft gezegd bij monde van David. Het Nieuwe Testament maakt geen onderscheid tussen wat God zegt en wat het Oude Testament zegt. Als het Oude Testament iets beweert, veronderstellen de schrijvers in het Nieuwe Testament dat het een bewering van God is, zelfs als het niet direct aan Hem is toe te schrijven.
Bron : "Wortels van ons geloof" van Chuck en Karen Cohen
Bijbeltekst toevoegen
Terug
Versie december 2009