1 Korinthiers
6
: 1
t/m 8
Hoe durft u onderlinge rechtsgeschillen voor ongelovigen te brengen in plaats van voor de gelovigen! 2 Weet u dan niet dat Gods heiligen over de wereld zullen oordelen? En als u over de wereld zult oordelen, zou u dan niet in staat zijn om te oordelen over de meest onbeduidende rechtsgeschillen? 3 Weet u niet dat wij over engelen zullen oordelen? Dan kunnen we dat toch zeker ook over alledaagse zaken? 4 Wilt u werkelijk uw alledaagse geschillen aanhangig maken bij mensen die bij de gemeente geen aanzien genieten? 5 U moest u schamen. Is er dan niet één wijs mens onder u die tussen broeders en zusters uitspraak kan doen? 6 Is het werkelijk nodig dat de een de ander voor het gerecht sleept, en nog wel voor dat van ongelovigen? 7 Het is al treurig genoeg dat er rechtsgeschillen bij u voorkomen. Waarom lijdt u niet liever onrecht? Waarom laat u zich niet liever benadelen? 8 In plaats daarvan begaat u zelf onrecht en benadeelt u anderen, en dan nog wel broeders en zusters.
|