hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel
Wie is de Heilige Geest?
Er is waarschijnlijk geen onderwerp in de Bijbel waarover zo veel op een verkeerde manier gesproken is en dat op een verkeerde manier uitgelegd wordt als over de Heilige Geest en Zijn werk.
In veel kerken wordt niet of bijna niet over de Heilige Geest gesproken of nagedacht. Het lijkt wel of men niet weet, met welk doel de Heilige Geest indertijd uitgestort is. Men kent de Heilige Geest niet en zwijgt daarom maar over Hem. Er lijkt een zekere verlegenheid te zijn, zodra het gaat over de Heilige Geest. In veel literatuur waarin je zou mogen verwachten, dat het ook over de Heilige Geest zou gaan, wordt over de Heilige Geest gezwegen.
In andere kringen lijkt het wel, of de Heilige Geest het centrale thema van de Bijbel is. Men spreekt bijna uitsluitend over de Heilige Geest, terwijl alles in het leven van die mensen en in hun gemeente en prediking op de Heilige Geest gericht is. Het lijkt wel of men de Vader en de Zoon en de rest van de Bijbel niet zo belangrijk vindt, maar uitsluitend de Heilige Geest belangrijk vindt. In hun lectuur wordt veelvuldig over de Heilige Geest gesproken, maar vaak op een niet-Bijbelse wijze. Er wordt over allerlei ervaringen van mensen gesproken, maar niet over wat God Zelf ons over de Heilige Geest bekend gemaakt heeft.
Hoe wordt de Heilige Geest in de Bijbel genoemd?
1.
De Geest Gods (Genesis 1:2; 41:38; Numeri 24:2; 1 Samuël. 11:6; 19:20, enz.). Hiervan afgeleid zijn: Gods Geest (Exodus 31:3). Mijn Geest (d.i. Gods Geest) (Genesis 6:3; Jesaja 30:1; 42:1; 44:3; 59:21, enz.). De Geest (Numeri 11:17; Ezechiël 3:12; Mattheüs 4:1, enz.). Uw Geest (d.i. Gods Geest) (Ps. 104:30; 139:7). Zijn Geest (d.i. Gods Geest) (Jes. 48:17).
2.
De Geest des HEREN (d.i. de Geest van Jahweh) (Richteren 3:10; 6:34; 11:29; 13:25; 14:6; 15:14; 1 Samuël 10:6; 16:13; 16:14, enz.).
3.
De Geest van Jezus (Handelingen 16:7).
4.
De Geest van Christus (d.i. de Geest van de Messias) (Romeinen 8:9).
5.
De Geest Zijns Zoons (d.i. de Geest van Gods Zoon) (Galaten 4:6).
6.
De Heilige Geest (Mattheüs 12:32; 28:19; Marcus 12:36; 13:11; Lucas 2:26; 10:21; 12:12; Johannes 14:26; Handelingen 1:8, enz.).
7.
De eeuwige Geest (Hebreeën 9:14).
8.
Uw (Gods) goede Geest (Nehemia. 9:20; Psalmen 143:10).
9.
De Geest der waarheid (Johannes 14:17; 15:26; 16:13) Dit betekent, dat de Heilige Geest ons in de waarheid leidt.
10.
De Geest uit de hoge (Jesaja 32:15). Dit vertelt ons waar de Heilige Geest vandaan komt.
11.
De Geest uws Vaders (d.i. de Vader van de discipelen) (Mattheüs 10:20).
12.
De Trooster (Johannes 14:16,25; 16:7). Dit vertelt ons wat de Heilige Geest voor ons wil doen, nl. helpen en troosten.
13.
De Geest der genade (Hebreeën 10:29). Dit vertelt ons, dat de Geest ons tot Gods genade wil brengen.
14.
De Geest der genade en der gebeden (Zacharia. 12:10). Naast het brengen tot Gods genade, wil de Geest ons ook leiden in ons gebedsleven, terwijl Hij Zelf ook voor ons bidt.
15.
De Geest van wijsheid en verstand (Jesaja 11:2). De Geest wil ons verlichten in ons verstand en ons grote wijsheid schenken.
16.
De Geest van raad en sterkte (Jesaja 11:2). De Geest wil ons raad en advies geven en ons sterk maken in ons geestelijk leven.
17.
De Geest van kennis en vreze des HEREN (Jesaja 11:2). De Geest wil ons leiden, zodat wij meer kennis van God en vreze van de Here krijgen.
18.
De Geest van wijsheid en van openbaring (Efeziërs 1:17). De Geest wil ons grote wijsheid schenken en helpen, zodat God Zichzelf aan ons kan openbaren.
19.
De Geest des levens (Romeinen 8:2). De Geest wil ons het leven schenken.
20.
De Geest van het zoonschap (Romeinen 8:15). De Geest wil ons brengen tot God, die ons als Zijn kinderen aanneemt en Hij wil ons overtuigen, dat wij Gods kinderen zijn.
21.
De Geest des geloofs (2 Corinthiërs 4:13). De Geest wil ons leiden in ons geloof.
22.
De Geest der heerlijkheid (1 Petrus 4:14). De Geest wil de heerlijkheid van de Here Jezus aan ons schenken en ons ook leiden in Zijn heerlijkheid. Deze namen tonen ons, wat de Heilige Geest voor ons wil betekenen. Zo is de Heilige Geest als een stroom van levend water aan ons gegeven om ons te leiden tot een verfrissend en Gode welgevallig leven (vgl. Johannes 7:37-39).
De Heilige Geest is een Persoon
De Heilige Geest is niet slechts een invloed of een kracht, die van God uitgaat. De Heilige Geest is duidelijk een Persoon.
De Heilige Geest spreekt (2 Samuël 23:2; Johannes 16:13,15; Handelingen 8:29; 10:19; 1 Timotheüs 4:1). In 2 Samuël 23:2 horen wij David zeggen: "De Geest des HEREN spreekt door mij, Zijn woord is op mijn tong. Israëls God spreekt, Israëls Rots zegt tot mij." Twee dingen blijken hier: a. De Heilige Geest spreekt. b. De Heilige Geest en Israëls God zijn één. Johannes 16:13,15 vertelt van de Heilige Geest, dat Hij niet uit Zichzelf zal spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij verkondigen. De Here Jezus zei van Hem: "Hij neemt het uit het Mijne en zal het u verkondigen."
a. De Heilige Geest spreekt dus namens de Here Jezus; daarom wordt Hij ook de Geest van Jezus genoemd.
b. De Heilige Geest zal een verkondiger, d.i. een Prediker, zijn. Dat zal Hij zo zullen wij later zien zowel voor de ongelovigen als voor de gelovigen doen. Bij de apostel Petrus zien wij het spreken van de Heilige Geest heel treffend. Er staat: "Terwijl Petrus nog steeds over het gezicht nadacht, zei de Geest: Zie, twee mannen zoeken naar u; sta dan op, ga naar beneden en reis, zonder bezwaar te maken, men hen mee, want Ik heb hen gezonden." (Handelingen 10:19,20)
De Heilige Geest leidt Gods kinderen (Psalm 143:10; Mattheüs 4:1 (de Here Jezus) Romeinen 8:14; Galaten 5:18). Psalm 143:10 zegt: "Leer mij Uw wil te doen, want Gij zijt mijn God, Uw goede Geest geleide mij in een effen land." De leiding door de Heilige Geest heeft te maken met het feit, dat wij, als Gods kinderen, Gods wil moeten doen. Dit wil de Heilige Geest ons leren. Van de Here Jezus staat er ook, dat Hij door de Geest geleid werd. Zo bepaalde de Heilige Geest waar de Here Jezus naar toe moest gaan en wat Hij moest doen.. In Romeinen 8:14 schrijft de apostel Paulus, dat de Heilige Geest zo ook Gods kinderen leidt. Zo is de Heilige Geest als een Gids en een Leidsman voor de gelovigen.
Hij kan gelasterd en bedroefd worden (Jesaja 63:10; Mattheüs 12:31; Efeziërs 4:30). Al in het Oude Testament, in Jesaja 63:10, lezen wij over de Israëlieten, dat zij wederspannig waren en de Heilige Geest van God bedroefden. Ook de christenen lopen het gevaar zich hieraan te bezondigen. Daarom krijgen ook wij de waarschuwing de Heilige Geest niet te bedroeven (Efeziërs 4:30).
Hij kan getuigen (Johannes 15:26; Romeinen 8:16) en overtuigen van zonde (Johannes 16:8). Terwijl de Here Jezus Zijn discipelen de opdracht gaf om van Hem te getuigen, deelde Hij hen mee, dat ook de Heilige Geest van Hem zou getuigen (Johannes 15:26). Dit is een getuigen, dat gericht is op de wereld. Er is ook een getuigen, dat gericht is op de gelovigen. Hiervan schrijft de apostel Paulus, dat de Heilige Geest met onze geest getuigt, dat wij kinderen Gods zijn (Romeinen 8:16).
Hij kan onderwijs geven (Lucas 12:12; Johannes 14:26). De Here Jezus zei: "Wanneer zij u brengen voor de synagogen en voor de overheden en de machthebbers, maakt u niet bezorgd, hoe of wat gij ter verdediging moet spreken. Want de Heilige Geest zal u op het eigen ogenblik leren, wat gij zeggen moet.” (Lucas 12:11,12)
Hij kan horen (Johannes 16:13). Over het spreken van de Heilige Geest, zei de Here Jezus, dat de Geest zou spreken, wat Hij eerst Zelf hoorde.
Hij kan de weg wijzen (Johannes 16:13). "De Geest der waarheid zal u de weg wijzen tot de volle waarheid." zei de Here Jezus.
Mensen kunnen tegen Hem liegen, proberen Hem te bedriegen en te verzoeken (Handelingen 5:3,9). Toen Ananias gezondigd had, zei Petrus: "Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld om de Heilige Geest te bedriegen en iets achter te houden van de opbrengst van het stuk land?"
a. Hier had een gelovige, Ananias, zijn hart opengesteld voor de satan.
b. De satan gebruikte Ananias om de Heilige Geest te bedriegen. Toen Saffira enige tijd later binnen kwam, zei Petrus tegen haar: "Hoe hebt gij kunnen overeen komen om de Geest des Here te verzoeken?"
Hij kan roepen (Galaten 4:6). God heeft de Geest van Zijn Zoon uitgezonden in onze harten, die roept: Abba, Vader. De Geest brengt ons tot aanbidding van God, de Vader.
Hij kan pleiten, d.i. bidden (Romeinen 8:26). "De Geest komt onze zwakheid te hulp; want wij weten niet wat wij bidden zullen naar behoren, maar de Geest Zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen."
De Heilige Geest is ook God
De Heilige Geest is net als God eeuwig (Hebreeën 9:14). Hij wordt de eeuwige Geest genoemd.
De Heilige Geest is net als God alwetend (1 Corinthiërs 2:10,11). "De Geest doorzoekt alle dingen, zelfs de diepten Gods... Zo weet ook niemand, wat in God is, dan de Geest Gods."
De Heilige Geest is ook alomtegenwoordig (Psalm 139:7,8). "Waarheen zou ik gaan voor Uw Geest, waarheen vlieden voor Uw aangezicht? Steeg ik ten hemel Gij zijt daar, of maakte ik het dodenrijk tot mijn sponde Gij zijt er."
De Heilige Geest is ook heilig, zoals Zijn Naam zegt. Hij is de HEILIGE Geest.
Hij maakt levend (Johannes 6:63; Romeinen 8:11; 2 Corinthiërs. 3:6 zie ook 1 Petrus 3:18). Alleen God kan leven schenken. Dit werk van de Heilige Geest geschiedt op twee manieren:
1. Zodra iemand tot geloof komt, maakt de Heilige Geest zijn ziel en geest levend.
2. Zodra de Here Jezus wederkomt, maakt de Heilige Geest ook ons lichaam levend.
Romeinen 8:11 zegt: "Indien de Geest van Hem, die Jezus uit de doden opgewekt heeft, in u woont, dan zal Hij, die Christus Jezus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken door Zijn Geest, die in u woont."
Zoals de Here Jezus eens uit de dood is opgewekt, zo zal ook het lichaam van de gestorven gelovigen eens uit de dood worden opgewekt. Dit zal de Heilige Geest doen. Hier hebben wij dus niet een werk van de Heilige Geest in het verleden of in het heden, maar in de toekomst. Dit zal geschieden als de Here Jezus wederkomt. Dit te mogen weten, geeft ons altijd weer troost, als wij staan aan het graf van één van onze dierbaren. De dood heeft niet het laatste woord. Het laatste woord is aan de Heilige Geest, die allen, die van de Here Jezus zijn, zal opwekken en hen zal plaatsen voor God de Vader.
Het spreken van de Heilige Geest wordt in 2 Samuël 23:2 ook een spreken van God genoemd. Duidelijk blijkt uit dit vers, dat God en de Heilige Geest één zijn. De leugen van Ananias en Safira wordt zowel een zonde tegen God als tegen de Heilige Geest genoemd (Handelingen 5:3,4). De Heilige Geest is dus één met de Vader.
7. Hij wordt een andere Trooster genoemd. De Here Jezus wordt hier gezien als de "ene" Trooster en de Heilige Geest als de "andere" Trooster. Het woord "ander" dat hier in het Grieks gebruikt wordt, betekent "ander, maar van dezelfde soort". Hieruit volgt, dat de Heilige Geest één is met de Here Jezus.
-De Heilige Geest is dan ook door de Vader gezonden (Lucas 11:13; Johannes 14:26; Handelingen 5:32; 15:8).
-Hij gaat van de Vader uit (Johannes 14:26), maar wordt ook door de Zoon gezonden (Johannes 15:26; 16:7). Hij wordt dus zowel door de Vader als door de Zoon gezonden.
-1 Johannes. 5:7 zegt, dat de Vader, het Woord (d.i. de Here Jezus) en de Heilige Geest één zijn! Zoals de Vader en de Zoon één zijn, zo is ook de Heilige geest één met de Vader en de Zoon. -Terwijl er één God is, openbaart Hij Zich in drie Personen (Jesaja 61:1 "De Geest van de heer Jahweh is op Mij (de Messias)"; Mattheüs 28:19 en 2 Corinthiërs 13:14). Wij zagen immers ook al, dat ook al is er slechts één God, Hij Zich openbaart in een meervoudsvorm: Elohim en Adonai. De Vader is God boven ons. De Zoon is God met ons. De Heilige Geest is God in ons!
De Here Jezus en de Heilige Geest
- De profeet Jesaja had aangekondigd, dat de Heilige Geest op de Here Jezus zou rusten (Jesaja 11:2; 42:1).
-Wat van Hem in Maria verwekt was, was van de Heilige Geest (Mattheüs 1:18,20).
-Bij Zijn doop daalde de Heilige Geest op Hem neer (Mattheüs 3:16).
-Hier werd de Here Jezus met de Heilige Geest gezalfd en werd Hij de Messias, d.i. de Gezalfde (Handelingen 10:38 zie ook Lucas 4:18).
-De Here Jezus werd door de Heilige Geest geleid (Mattheüs 4:1).
-De Here Jezus bezat de kracht van de Heilige Geest (Lucas 4:14).
-De Here Jezus was vol van de Heilige Geest (Lucas 4:1).
-De Here Jezus beleefde blijdschap door de Heilige Geest (Lucas 10:21).
-De Here Jezus zal dopen met de Heilige Geest (Mattheüs 3:11; Johannes 1:33). Hij is echter niet Zelf in de Geest gedoopt. Dat had Hij niet nodig, wij wel, zoals wij later zullen zien. Zelfs bij het verlossingswerk was de Heilige Geest betrokken (Hebreeën 9:14).
Op welke wijze kunnen wij zondigen tegen de Heilige Geest?
Wij kunnen tegen de Heilige Geest lasteren. Dit is de "zonde tegen de Heilige Geest". Deze zonde zal de mens nooit vergeven worden (Mattheüs 12:31; Marcus 3:29). Hier gaat het niet om zo maar een zonde. Hier gaat het over mensen, die beweren, dat de Here Jezus de duivel is. Zij willen dan ook niet in Hem geloven. Wij kunnen (het vuur van) de Heilige Geest doven (1 Thessalonicenzen 5:19). Als hier gesproken wordt over het doven van de Heilige Geest, betekent dit niet, dat de gelovige toch de doop in vuur zal meemaken.
Wij kunnen de Heilige Geest bedroeven (Jesaja 63:10; Efeziërs 4:30). Als wij zondigen, bedroeven wij de Heilige Geest. Wij moeten daarom zorgvuldig leven en voorzichtig met de Heilige Geest omgaan.
De Heilige Geest en de ongelovige
De wereld kent de Heilige Geest niet en kan Hem niet ontvangen (Johannes 14:17) Hier tegenover staat, dat de gelovigen Hem kennen. De Heilige Geest woont in de gelovigen en zal altijd in hen blijven.
De Heilige Geest overtuigt de zondaar van zonde, gerechtigheid en oordeel (Johannes 16:8-11). Je geweten kan je ook overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel. Het gevolg is, dat je bang wordt. Je wordt er echter geen christen door. Het werk van de Heilige Geest is echter anders dan dat van je geweten. Nu wordt de zonde vergeven. Gerechtigheid valt je ten deel en het oordeel behoort tot het verleden. Het gevolg is, dat er nu vrede en vreugde in je hart komen.
a.
Het eerste wat de Heilige Geest bij de ongelovige doet, is hem overtuigen van zonde. Er staat niet "van zonden", maar "van zonde" in het enkelvoud. Het gaat hier over de zonde van ongeloof, de zonde van het verwerpen van het offer van de Here Jezus. Wie zo door de Heilige Geest overtuigd wordt van het verwerpen van de Here Jezus en dit als een zonde ziet, zal nu onder belijdenis van deze zonde tot Christus komen.
b.
Vervolgens overtuigt de Heilige Geest van gerechtigheid. Het gaat hier over de mens, die, overtuigd van zijn zonde, de Here Jezus aanvaard heeft. Deze mens wordt nu overtuigd van het feit, dat de gerechtigheid van de Here Jezus aan hem geschonken wordt (Romeinen 5:1,19). De nieuwe gelovige ziet de Here Jezus nu als Overwinnaar, die teruggekeerd is naar de Vader.
c.
Tenslotte overtuigt de Heilige Geest deze mens van oordeel, dat is het oordeel, dat over de zonde en over de duivel geveld is (Hebreeën 2:14). Hierdoor kan deze mens niet meer onder het oordeel terecht komen (Johannes 5:24; Romeinen 8:1).
Wij worden door de Heilige Geest wederom geboren (Johannes 3:5,6,8; Titus 3:5).
Wat wil de Heilige Geest voor de gelovigen betekenen?
Hier zien wij twee feiten. Eerst zien wat de Heilige Geest voor ons wil doen, daarna zien wij hoe onze houding ten opzichte van de Heilige Geest moet zijn.
Wat de Heilige Geest voor ons, als gelovigen, zal doen.
Het eerste wat er van Godswege met de Heilige Geest zou gebeuren, was, dat Hij uitgestort of uitgegoten zou worden (Jesaja 32:15; 44:3; Ezechiël. 39:29; Joël 2:28; Handelingen 2:17,18). Dit is 50 dagen na de opstanding van de Here Jezus geschied. Dit is een eenmalige gebeurtenis geweest, die de Bijbel ook wel de doop met de Geest noemt. N.B. De Heilige Geest is Gods eerste geschenk aan de gelovigen (Romeinen 8:23). Hij is tot onderpand in onze harten gegeven (2 Corinthiërs 1:22; Efeziërs. 1:13 zie ook Galaten 4:6). Dat betekent, dat de Heilige Geest Gods garantie in ons hart is, dat wij Zijn kinderen zijn. Hij blijft bij ons en zal in ons zijn (Johannes 14:17). De Heilige Geest is dus aan iedere gelovige gegeven en wel op het moment, waarop hij tot geloof in de Here Jezus kwam (Johannes 7:37-39; Efeziërs. 1:13; 3:16,17). N.B. Door de Heilige Geest kunnen wij nu belijden, dat de Heiland onze Heer is (1 Corinthiërs 12:3).
Wij zijn gedoopt in de Heilige Geest (1 Corinthiërs 12:12,13). De doop in de Heilige Geest is o.a. aangekondigd in Mattheïs 3:11, waar staat, dat de Here Jezus het zal doen. (Let op, dat "het vuur" hier niet hetzelfde is als de doop in de Heilige Geest, maar dat het vuur hier spreekt van het oordeel, zie :12.) In Handelingen 1:5 wordt hij nogmaals aangekondigd, waarbij gezegd wordt, dat hij spoedig daarna zal geschieden, nl. op de Pinksterdag, die in Handelingen 2 beschreven is. Hand. 11:15-17 vertelt ook, dat toen de doop in de Geest plaats had. Let op, dat er in Handelingen 11:15-17 niet gezegd wordt, dat met Pinksteren ook de doop in vuur plaats had. Die was er toen niet. Het is dan ook onbijbels om in verband met gelovigen te spreken over de "vuurdoop". De vuurdoop is het oordeel!
De doop in de Geest is 50 dagen na de opstanding van de Here Jezus uit het graf geschied. "Pinksteren" betekent "50e dag". Het is de 50e dag na Pasen. Toen en toen alleen is de Heilige Geest door God uitgestort. Deze uitstorting is daarna nooit meer herhaald. De Bijbel noemt deze eenmalige uitstorting van de Heilige Geest "de doop in de Geest". Deze doop in de Geest is dus ook een eenmalige gebeurtenis. "Met terugwerkende kracht" worden mensen, die nu tot geloof komen, alsnog in de Geest gedoopt. Bij de doop in de Geest ontstond de Gemeente als lichaam van Christus. Als iemand vandaag tot geloof komt, hoeft het lichaam van Christus niet opnieuw gevormd te worden. Het is er al. De gelovige wordt echter in dat reeds bestaande lichaam van Christus opgenomen door de Heilige Geest. Dat is de doop in de Geest.
1 Corinthiërs 12:12,13 zegt ook, dat wij allen door één Geest tot één lichaam gedoopt zijn. Het hoeft niet nogmaals te gebeuren; het is gebeurd! Op het moment dat wij tot geloof kwamen, werden wij door de Geest tot het lichaam van Christus gedoopt en werden wij in Zijn lichaam, de Gemeente, opgenomen. Wie nadenkt, ziet ook de logica hiervan in: Je kunt niet gelovig zijn en buiten het lichaam van Christus staan. Dat is onmogelijk!
Wij zien dus vier feiten: (1) Wie is Degene die in de Geest doopt? Wie doet het? Niet de Heilige Geest, maar de Here Jezus. (2) Waarin wordt de gelovige gedoopt? Hij wordt gedoopt in de Heilige Geest. (3) Wie zijn er gedoopt in de Geest? Alle gelovigen. (4) Wat is de betekenis van deze doop in de Geest? Hierdoor zijn wij toegevoegd aan de Gemeente, het lichaam van Christus.
De verzegeling met de Heilige Geest. Wij zijn verzegeld met de Heilige Geest (Efeziërs 1:13; 4:30 vgl. 2 Corinthiërs 1:22). De Heilige Geest is het eigendomsstempel, dat God op ons gedrukt heeft, waardoor blijkt, dat wij het eigendom zijn van onze Vader die in de hemelen is. De Heilige Geest is onze garantie, dat wij kinderen Gods zijn. Dit geldt alle gelovigen; wij zijn allen verzegeld met de Heilige Geest.
De zalving door de Heilige Geest (2 Corinthiërs 1:21 zie ook 1 Johannes. 2:20,27). Wij zijn gezalfd in de Gezalfde, d.w.z. Wij delen in Zijn bediening. Ook wij moeten openbaar worden als koningen, priesters (geen Hogepriester maar gewone priesters!) en profeten! (vgl. 1 Petrus 2:9)
De Heilige Geest woont in de gelovigen (Romeinen 8:9; 1 Corinthiërs 3:16). Hij woont in ons hart (Galaten 4:6). Er is verschil tussen de aanwezigheid van de Heilige Geest in het Oude Testament en in het Nieuwe Testament. In het Oude Testament kwam de Heilige Geest slechts tijdelijk over iemand om hem bij een bepaald werk te helpen. De Heilige Geest kon weer weggenomen worden van hem. In het Nieuwe Testament komt de Heilige Geest blijvend in de gelovige om hem steeds terzijde te staan (vgl. Numeri 24:2; Richteren 3:10; 11:29; 14:6; 15:14; 1 Samuël. 10:6; 11:6; 16:13,14 en Psalm 51:13).
De Heilige Geest maakt de gelovigen tot Zijn tempel (1 Corinthiërs 3:16; 6:19). Nu moeten wij onze lichamen als een Gode welgevallig offer beschikbaar stellen (Romeinen 12:1,2).
De Heilige Geest pleit (d.i. bidt) voor ons (Romeinen 8:26,27). Er zijn momenten waarop wij niet naar behoren kunnen bidden. De Heilige Geest komt ons dan helpen.
Door de Heilige Geest hebben wij toegang tot (de troon van) de Vader (Efeziërs 2:18). De Heilige Geest verleent ons in ons gebedsleven de toegang tot de Vader. Wij bidden niet tot engelen of "heiligen", maar tot God Zelf.
De Heilige Geest getuigt dat wij kinderen Gods zijn (Romeinen 8:15-17). Soms twijfelen wij misschien aan onze behoudenis. De Heilige Geest komt ons dan tegemoet en maakt ons duidelijk, dat wij echt kinderen Gods zijn. Het feit dat wij de Heilige Geest ontvangen hebben, bewijst, dat wij een kind van God zijn (Romeinen 8:9).
De Heilige Geest geeft speciale gaven aan de gelovigen. In Romeinen 12:6-8, 1 Corinthiërs 12:1-11,28 en Efeziërs 4:11,12 schrijft de apostel Paulus over deze gaven. In 1 Corinthiërs 12:11 maakt hij duidelijk, dat de Geest Zelf uitmaakt welke gave een gelovige bij zijn bekering ontvangt. Zo'n gave moet je dan ook ontwikkelen, je moet er gebruik van maken. Wij hoeven niet te streven naar gaven, die wij nog niet bezitten. Het lijkt, alsof Paulus schrijft, dat wij mogen streven naar nieuwe gaven. Zie 1 Corinthiërs 14:1. Dit is echter een verkeerde vertaling. In het Grieks wordt het woordje "gaven" niet gebruikt. Er staat letterlijk: "Streeft naar het geestelijke." Dat wil zeggen: "Streeft naar de geestelijke levenswandel." Sommige van deze gaven waren gekoppeld aan het zogenaamde "koninkrijk der hemelen", dat is het Messiaanse rijk in Israël en hadden een aards karakter, net zoals de wonderen, die de Here Jezus Zelf deed en die ook te maken hadden met het aardse koninkrijk der hemelen. Andere gaven werden speciaal voor de Gemeente gegeven.
De Heilige Geest zal ons leren, d.w.z. Hij zal ons onderricht geven (Lucas 12:12; Johannes 14:26). Als er momenten zijn, waarop wij van onze Heer moeten getuigen, terwijl wij denken, dat wij het niet kunnen, zullen wij merken, dat de Heilige Geest ons er bij helpt. Ook zal de Heilige Geest ons steeds meer vertellen over de Vader en de Zoon.
De gelovigen zullen kracht ontvangen als de Heilige Geest over hen komt (Handelingen 1:8 zie ook Micha 3:8). Dit is hemelse kracht, die van boven komt (Lucas 24:49). Juist als wij getuigen moeten van de Here Jezus, voelen wij ons vaak zwak. In die momenten zal de Heilige Geest ons helpen en ons kracht geven. Alle gelovigen bezitten deze kracht.
Door de Heilige Geest is Gods liefde in onze harten uitgestort (Romeinen 5:5). Wij, als gelovigen, zijn bijzondere mensen. Wij hebben niet alleen onze eigen liefde, maar ook Gods liefde, waarmee Gods warmte tot ons komt en waarmee wij anderen kunnen omringen.
Door de Heilige Geest hebben wij heiliging, rechtvaardigheid, vrede en blijdschap ontvangen (Romeinen 14:17; 1 Corinthiërs 6:11; 2 Thessalonicenzen 2:13; 1 Petrus 1:2). De Heilige Geest wil een groot werk in ons doen. Hij wil de vrucht van Jezus' lijden en sterven toepassen in ons leven, zodat wij ook werkelijk beleven, wat de Here Jezus voor ons gedaan heeft.
Door de kracht van de Heilige Geest blijft de hoop (op Jezus' wederkomst) levend in ons (Romeinen 15:13). Ook al duurt het wachten op Jezus' wederkomst lang, de Heilige Geest zorgt er voor, dat wij de moed er in blijven houden. Wij blijven naar Jezus' komst uitzien en verlangen.
De Heilige Geest zal niet uit en over Zichzelf spreken, maar Hij zal ons steeds bij de Here Jezus bepalen (Johannes 14:26) en van de Here Jezus getuigen (Johannes 15:27; 16:13). In sommige gemeenten spreekt men veel meer over de Heilige Geest dan over de Here Jezus. Zij denken dan zelfs, dat zij zeer geestelijk zijn en dat de Heilige Geest hen hierin leidt. De Here Jezus heeft echter gezegd, dat de Heilige Geest dit juist niet zou doen. De Heilige Geest wil ons steeds de Here Jezus laten zien.
Hij zal de weg wijzen tot de volle waarheid (Johannes 16:13). Hier moeten wij denken aan de Here Jezus, die van Zichzelf zei: "Ik ben de Waarheid." (Johannes 14:6). Dit betekent, dat de Heilige Geest ons steeds dichter bij de Here Jezus zal brengen.
Hij zal de toekomst verkondigen (Johannes 16:15). Het profetisch woord is niet eenvoudig. De Heilige Geest wil ons echter duidelijk maken wat er in de toekomst gaat gebeuren. Inzicht geven in het profetisch woord is dus het werk van de Heilige Geest.
Wat wij, als gelovigen, i.v.m. de Heilige Geest moeten doen.
Wij mogen, ja wij moeten de vervulling met de Heilige Geest hebben. Zie Exodus 31:3 en 35:31 voor Bezaleël, die de tabernakel bouwde. Het betekende wijsheid van Godswege voor hem. Zie Richteren 6:34; 2 Kronieken 24:20 en Handelingen 2:4; 4:8,31; 6:3; 9:17; 13:52. Zie vooral de opdracht in Efeziërs 5:18.
De vervulling met de Heilige Geest kan plaats hebben als wij tot geloof komen. Terwijl de doop in de Geest het werk van de Geest is, is dit niet het geval bij de vervulling met de Heilige Geest. Deze wordt als een opdracht aan ons gegeven. Hij zal dan ook steeds herhaald moeten worden. De vervulling met de Heilige Geest heeft te maken met het feit, dat de Heilige Geest ons, als gelovigen en als gemeente, als een Tempel voor Zichzelf heeft uitgekozen (1 Corinthiërs 3:16; 6:19). Helaas verontreinigen wij onze tempel regelmatig en beleven wij de vervulling met de Heilige Geest op dat moment niet meer. Dan is alles in ons leven niet meer aan God overgegeven. Dan voelen wij ons ongelukkig, hebben problemen met Bijbellezen en bidden, missen wij de vrede van God en zijn wij ontmoedigd en leven wij in de nederlaag i.p.v. in de geestelijke overwinning. Zodra wij echter onze zonden en tekortkomingen belijden, wordt onze tempel gereinigd en kan de Heilige Geest onze tempel weer volkomen in bezit nemen en zijn wij weer vol van de Heilige Geest. Dan beleven wij ook de vrucht van de Geest, die bestaat uit liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid en zelfbeheersing (Galaten 5:22).
Wij mogen de leiding door de Heilige Geest hebben en moeten wandelen door de Geest en moeten door de Geest het spoor houden (Zie Psalm 143:10; Romeinen 8:14; Galaten 5:16,18,25). Wij mogen niet alleen de leiding van de Heilige Geest hebben, wij behoren ons zelfs door de Heilige Geest te laten leiden. Wij behoren een bijzondere levenswandel te hebben, die gekenmerkt wordt door het feit, dat de Heilige Geest ons leidt. Realiseer u echter, dat de leiding van de Heilige Geest nooit buiten de Bijbel om gaat en dat de Geest dus ook geen leiding geeft, die tegen de boodschap van de Bijbel ingaat.
Door de Heilige Geest moeten wij het goede dat wij van Godswege ontvangen hebben, bewaren (2 Timotheüs 1:14). God heeft ons vele geestelijke zegeningen geschonken. "Wij hebben de Geest uit God, opdat wij zouden weten, wat ons door God in genade geschonken is. Hiervan spreken wij dan ook met woorden, die niet door menselijke wijsheid, maar door de Geest geleerd zijn." (1 Corinthërs 2:12,13) De Heilige Geest wil ons helpen, dat wij deze hemelse schatten niet verliezen. Bij de Heilige Geest zijn zij veilig.
Wij moeten de gezindheid van de Heilige Geest hebben (Romeinen 8:5). Deze gezindheid is eigenlijk de samenvatting van alles wat wij hiervoor over de Heilige Geest gezien hebben. Wij zijn niet geroepen om veel over de Heilige Geest te spreken, maar om te leven onder de leiding van de Heilige Geest.
Wij zagen: God de Vader vraagt onze liefde. De Here Jezus vraagt geloof. Wat vraagt de Heilige Geest? De Heilige Geest vraagt overgave, toewijding en gehoorzaamheid. De Heilige Geest vraagt, dat wij met lichaam en ziel (d.i. ons verstand en ons karakter) ons aan de Heer toewijden. Wij moeten andere mensen zijn dan de ongelovigen. Denk hierbij vooral aan Galaten. 5:22.
Bron : http://www.hetlichtdeslevens.nl/studies/studieslezen/fundamenten_4.html
Want David zelf heeft door de Heilige Geest gezegd: De Heere heeft gezegd tegen mijn Heere: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden neergelegd heb als een voetbank voor Uw voeten. (HSV-vertaling)
Jezus verklaart dat het Oude Testament nog steeds Gods Woord is.
Psalm 110 : 1
Een psalm van David. De HEERE heeft tot mijn Heere gesproken: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gemaakt zal hebben tot een voetbank voor Uw voeten.
Bron : "Wortels van ons geloof" van Chuck en Karen Cohen
Bijbeltekst toevoegen
Terug
Versie december 2009