hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel

 

Bekijken Bijbelteksten

Trefwoord 
Wijzigen
Handelingen (Bijbelboek)

Categorie
Bijbelboeken

Toelichting

Bijbelteksten
Handelingen  3  : 12
Op een dag gingen Petrus en Johannes zoals gewoonlijk omstreeks het negende uur naar de tempel voor het namiddaggebed. Men had ook een man die al sinds zijn geboorte verlamd was naar de tempel gebracht; hij werd daar elke dag neergelegd bij de poort die de Schone heet, om te bedelen bij de bezoekers van de tempel. Toen hij zag dat Petrus en Johannes de tempel wilden binnengaan, vroeg hij om een aalmoes. Petrus richtte zijn blik op hem, evenals Johannes, en zei: ?Kijk ons aan.? De bedelaar keek naar hen op, in de verwachting iets van hen te krijgen. Maar Petrus zei: ?Geld (SV/NBG: goud en zilver) heb ik niet, maar wat ik wel heb, geef ik u: in de naam van Jezus Christus van Nazaret, sta op en loop.? Hij pakte hem bij zijn rechterhand om hem overeind te helpen. Onmiddellijk kwam er kracht in zijn voeten en enkels. Hij sprong op, ging staan en begon te lopen. Daarna ging hij samen met hen de tempel binnen, lopend en springend en God lovend. Alle tempelbezoekers zagen hem lopen en hoorden hem God loven. Ze herkenden hem als de bedelaar die altijd bij de tempelpoort had gezeten en waren buiten zichzelf van verbazing over wat er met hem was gebeurd. De bedelaar klampte zich aan Petrus en Johannes vast, terwijl de hele menigte stomverbaasd rond hen samenstroomde in de zuilengang van Salomo. Toen Petrus dat zag, richtte hij het woord tot het volk: ?Isra?lieten, waarom bent u zo verbaasd en waarom staart u ons aan alsof het aan onze eigen kracht of vroomheid te danken is dat deze man weer kan lopen? (NBV-vertaling)

Satan geeft ieder die dit wil, zijn kracht, zodat zij afhankelijk van hem worden en zij in zijn macht komen. Hij geeft mensen zijn kracht om hen uiteindelijk van hem afhankelijk te maken en hen van God weg te trekken en te vernietigen. En zoals de kinderen van God niet uit eigen kracht wonderen en tekenen kunnen doen, kunnen ook zij, die occultisme bedrijven, dit niet uit eigen kracht (Openbaring 16:14).

Bron : "De geheime wereld achter occultisme" van Wilkin van de Kamp, blz. 9
Handelingen  4  : 24  t/m 25  (C)

En nadat zij (= Petrus en Johannes)  losgelaten waren, gingen zij naar hun eigen mensen en berichtten alles wat de overpriesters en de oudsten tegen hen gezegd hadden. En toen zij dat gehoord hadden, verhieven zij eensgezind hun stem tot God en zeiden: Heere! U bent de God Die de hemel en de aarde en de zee gemaakt hebt, en alle dingen die erin zijn,  en Die bij monde van David, Uw knecht, gezegd hebt:  "Waarom woeden de heidenvolken en bedenken de volken wat inhoudsloos is?"  (HSV-Statenvertaling)

Psalm 2 : 1
Waarom woeden de heidenvolken en bedenken de volken wat zonder inhoud is? (HSV-vertaling)

De apostelen citeren uit Psalm 2:1, geschreven door David, maar ze veronderstellen terecht dat het God was die het heeft gezegd bij monde van David. Het Nieuwe Testament maakt geen onderscheid tussen wat God zegt en wat het Oude Testament zegt. Als het Oude Testament iets beweert, veronderstellen de schrijvers in het Nieuwe Testament dat het een bewering van God is, zelfs als het niet direct aan Hem is toe te schrijven.

Bron : "Wortels van ons geloof" van Chuck en Karen Cohen


Handelingen  6  : 2  t/m 6
En de twaalven riepen de menigte der discipelen bijeen en zeiden: Het bevredigt niet, dat wij met veronachtzaming van het woord Gods de tafels bedienen. Ziet dan uit, broeders, naar zeven mannen onder u, die goed bekend staan, vol van Geest en wijsheid, opdat wij hen voor deze taak aanstellen; maar wij zullen ons houden aan het gebed en de bediening van het woord. En dit voorstel vond bijval bij de gehele menigte, en zij kozen Stefanus, een man vol van geloof en heilige Geest, Filippus, Prochorus, Nikanor, Timon, Parmenas en Nikolas, een Jodengenoot uit Antiochi; (NBG-vertaling)


Handelingen  7  : 54  t/m 60  Hoofdstuk 8 : 1 t/m 3
Toen ze dit hoorden, ontstaken ze in woede en begonnen te knarsetanden. Maar vervuld van de heilige Geest sloeg Stefanus zijn blik op naar de hemel en zag de luister van God, en Jezus, die aan Gods rechterhand stond, en hij zei: Ik zie de hemel geopend en de Mensenzoon, die aan Gods rechterhand staat. Maar ze schreeuwden en tierden, hielden hun handen voor hun oren en stormden met zijn allen op hem af. Ze dreven hem de stad uit om hem te stenigen. De getuigen gaven hun mantel in bewaring bij een jongeman die Saulus heette. Terwijl Stefanus gestenigd werd, riep hij uit: Heer Jezus, ontvang mijn geest. Hij viel op zijn knien en riep luidkeels: Heer, reken hun deze zonde niet aan! En na deze woorden stierf hij. (NBV-vertaling)

Dit bijbelgedeelte gaat over de steniging van Stefanus. Stefanus, een van de zeven aangestelde Griekse leiders in de megagemeenten van Jeruzalem, bleek een vurig en welsprekend redenaar. Hij durfde ook de Joodse Raad aan te vallen. Vanuit de geschiedenis van het Joodse volk toont hij aan dat de gevestigde orde de eeuwen door weer het zich op God was kwijt geraakt. Het zijn keer op keer enkelingen die ervoor zorgen dat God zijn weg kan blijven vervolgen. Denk aan Abraham, Jozef en Mozes. Zij hadden het bij het rechte eind. De geestelijke leiders dwaalden keer op keer. De enkelingen, die bereid waren met gevaar voor lijf en leden het volk tot God te doen terugkeren, zij waren het door wie Gods zegen Isral bleef bereiken. De geestelijke leiders van het Sanhedrin ontstaken in woede en begonnen te knarsetanden. Ze willen niets meer horen van wat Stefanus zegt. Ze werden heel erg kwaad. Stefanus moet dood. De leiders stormen op Stefanus af en drijven hem de stad uit om hem te stenigen.

De steniging bestond uit drie fasen:
- Eerst werd de veroordeelde door de eerste getuige een afgrond in gestort.
- Daarna hief de tweede getuige een grote steen boven zijn hoofd en liet die op de borstkas van de veroordeelde vallen.
- Als de veroordeelde dan nog leefde, mochten alle omstanders stenen rapen en net zo lang gooien tot de persoon overleden was.
Twee rechters moesten de steniging bijwonen. En volgens het "Tractaat Sanhedrin" moesten de getuigen hun mantels aan de voeten van de rechters leggen, om aan te geven dat de executie onder de verantwoordelijkheid van de rechters plaatsvond. Paulus was een van de rechters. Paulus zou bij de executie van Stefanus ongeveer 40 jaar geweest zijn.

Bron : "Onderweg met Paulus" van Henk Stoorvogel, Uitgeverij Voorhoeve, blz. 8 en 9.
Handelingen  8  : 14
Als nu de apostelen, die te Jeruzalem waren, hoorden,dat Samaria het Woord Gods aangenomen had, zonden zij tot hen Petrus en Johannes; (Statenvertaling)
Handelingen  9  : 1  t/m 19
Intussen bedreigde Saulus de leerlingen van de Heer nog steeds met de dood. Hij ging naar de hogepriester met het verzoek hem aanbevelingsbrieven mee te geven voor de synagogen in Damascus, opdat hij de aanhangers van de Weg die hij daar zou aantreffen, mannen zowel als vrouwen, gevangen kon nemen en kon meevoeren naar Jeruzalem. Toen hij onderweg was en Damascus naderde, werd hij plotseling omstraald door een licht uit de hemel. Hij viel op de grond en hoorde een stem tegen hem zeggen: Saul, Saul, waarom vervolg je mij? Hij vroeg: Wie bent u, Heer? Het antwoord was: Ik ben Jezus, die jij vervolgt. Maar sta nu op en ga de stad in, daar zal je gezegd worden wat je moet doen. De mannen die met Saulus meereisden, stonden sprakeloos; ze hoorden de stem wel, maar zagen niemand. Saulus kwam overeind, en hoewel hij zijn ogen open had, kon hij niets zien. Zijn metgezellen pakten hem bij de hand en brachten hem naar Damascus. Drie dagen lang bleef hij blind en at en dronk hij niet. In Damascus woonde een leerling die Ananias heette. In een visioen zei de Heer tegen hem: Ananias! Hij antwoordde: Ik luister, Heer. Daarop zei de Heer: Ga naar de Rechte Straat en vraag daar in het huis van Judas naar iemand uit Tarsus die Saulus heet. Hij is aan het bidden, en hij heeft in een visioen gezien hoe een man die Ananias heet, binnenkomt en hem de handen oplegt om hem weer te laten zien. Ananias antwoordde: Heer, van veel kanten heb ik gehoord over deze man en over al het kwaad dat hij uw heiligen in Jeruzalem heeft aangedaan. Bovendien heeft hij toestemming van de hogepriesters om hier iedereen die uw naam aanroept in de boeien te slaan. Maar de Heer zei: Ga, want hij is het instrument dat ik gekozen heb om mijn naam uit te dragen onder alle volken en heersers en onder al de Isralieten. Ik zal hem tonen hoezeer hij moet lijden omwille van mijn naam. Ananias vertrok en ging naar het huis, waar hij Saulus de handen oplegde, terwijl hij zei: Saul, broeder, ik ben gezonden door de Heer, door Jezus, die aan u verschenen is op de weg hierheen, om ervoor te zorgen dat u weer kunt zien en vervuld wordt van de heilige Geest. Meteen was het alsof er schellen van Saulus ogen vielen; hij kon weer zien, stond op en liet zich dopen, en nadat hij gegeten had, kwam hij weer op krachten. (NBV-vertaling)

De strafexpeditie naar Damascus was niet de eerste vervolgingsreis voor Paulus. Hij was stad en land al doorgereisd om de in paniek gevluchte christenen alsnog te pakken te krijgen. De gelovigen werden gedwongen een zwervend bestaan te leiden en steeds verder van Isral weg te trekken. Wat Paulus niet had kunnen bevroeden is dat hij er op die manier indirect voor verantwoordelijk is dat het zaad van het evangelie steeds verder wordt uitgestrooid. Onderweg naar Damascus grijpt Jezus in. Zijn plan was om ook daar de stad binnen te gaan, gelovigen te overvallen, ze als vee aan elkaar vast te binden en in de brandende zon achter zijn karavaan terug naar Jeruzalem te slepen, om hen daar te berechten. Nog voor hij Damascus bereikt wordt Paulus echter door een stralend licht bevangen. Het blijkt niemand minder dan Jezus te zijn. De Jezus die hij vervolgt Want in al het opjagen, oppakken, martelen en doden van gelovige mensen is het uiteindelijk Jezus die hij rkt. Jezus vereenzelvigt zich met zijn geliefde discipelen. Hij laat Paulus zien dat datgene dat hij zo haat in die mensen direct afkomstig is van Jezus zelf. Paulus werd blind, hij bad en kon drie dagen lang niet zien en hij at of dronk niet. De mannen die bij Paulus waren brachten hem naar Damascus. In Damascus was een discipel genaamd Ananias. God zei tegen Ananias dat hij naar Saulus moest gaan, hem de handen opleggen, opdat hij weer zien kon. Ananias wist ook dat Saulus een christenvervolger was en hij was bang om te gaan. Maar Ananias luisterde naar de Here en ging naar Saulus. Ananias legde Saulus de handen op en Saulus kon weer zien. [2]
Handelingen  9  : 19  t/m 26
En het geschiedde, toen Saulus enige dagen bij de discipelen te Damascus was, dat hij terstond in de synagogen verkondigde, dat Jezus de Zoon van God is. En allen, die het hoorden, stonden verbaasd en zeiden: Is dit niet de man, die te Jeruzalem uitroeide, wie deze naam aanriepen, en die hier gekomen is met het doel hen gevankelijk voor de overpriesters te brengen? Doch Saulus trad steeds krachtiger op en bracht de Joden, die te Damascus woonden, in verwarring door te bewijzen, dat deze de Christus is. En toen er verscheidene dagen verlopen waren, beraamden de Joden het plan hem te vermoorden, maar hun toeleg kwam ter kennis van Saulus. En zij hielden dag en nacht de wacht bij de poorten om hem te vermoorden; doch zijn discipelen namen hem en lieten hem des nachts in een mand over de muur zakken. En te Jeruzalem aangekomen, trachtte hij zich bij de discipelen te voegen, maar allen schuwden hem, daar zij niet konden geloven, dat hij een discipel was. Maar Barnabas trok zich zijner aan en bracht hem bij de apostelen en verhaalde hun, hoe hij onderweg de Here had gezien, en dat deze tot hem gesproken had, en hoe hij te Damascus vrijmoedig was opgetreden in de naam van Jezus. En hij bleef met hen ingaan en uitgaan te Jeruzalem, en vrijmoedig optreden in de naam des Heren, en hij sprak en redetwistte met de Grieks-sprekende Joden; maar dezen trachtten hem om te brengen. (NBG-vertaling)

Paulus zou zijn hele leven lang mensen op zijn eigen, kenmerkende manier blijven oproepen om hun leven over te geven aan Jezus. Hij kn niet zwijgen. Zijn zendingsbediening begon al meteen in Damascus. In dezelfde synagoge waar hij eerst gelovigen wilde arresteren begon hij nu te preken. En hoe! De mensen waren stomverbaasd, verbijsterd en ontzet! Hoe kon het nu in hemelsnaam toch zo zijn dat degene die de volgelingen van Jezus wilde doden nu over Jezus preekt?! Van vervolger werd Paulus opvolger. Zijn prediking was zo vurig en radicaal dat Paulus al snel zelf het slachtoffer van vervolging werd. Paulus moest als een kat in een mandje over de muur gelaten worden om zo aan zijn vervolgers te ontsnappen. Van Damascus gaat Paulus terug naar Jeruzalem en verbaast vriend en vijand door ook daar openlijk over Jezus te spreken. [2]
Handelingen  10  : 25  t/m 26  (C)
Toen Petrus het huis wilde binnengaan, kwam Cornelius hem tegemoet, en hij wierp zich eerbiedig voor zijn voeten ter aarde. Maar Petrus hielp hem overeind en zei: Sta op. Ik ben ook maar een mens. (NBV-vertaling)

Mensen mogen wij niet aanbidden. Petrus stond niet toe dat mensen voor hem zouden knielen. Petrus heeft zich niet verhoogd. Hij zat niet op een verheven troon als plaatsvervanger van Christus om eer te ontvangen die alleen God toekomt. Dit bewijst dat de paus geen opvolger van Petrus is. Het vereren van 'heiligen' is ook een vorm van mensenaanbidding. Godsdienstige leiders, politieke leiders, sportsmensen en popsterren worden ook door sommigen aanbeden.

Bron : Roy Davison
Handelingen  11  : 1
De apostelen nu, en de broeders, die in Judea waren, hebben gehoord, dat ook de heidenen het Woord Gods aangenomen hadden. (Statenvertaling)
Handelingen  11  : 19  t/m 26
Zij dan, die verstrooid werden door de verdrukking, welke in verband met Stefanus plaats vond, trokken verder tot Fenici, Cyprus en Antiochi toe, zonder tot iemand het woord te spreken dan alleen tot de Joden. Doch er waren onder hen enige Cyprische en Cyreense mannen, die, te Antiochi gekomen, ook tot de Grieken spraken en hun de Here Jezus predikten. 21 En de hand des Heren was met hen, en een groot aantal kwam tot het geloof en bekeerde zich tot de Here. En het bericht daarvan kwam de gemeente van Jeruzalem ter ore en zij vaardigden Barnabas af naar Antiochi. Toen deze aankwam en de genade Gods zag, verheugde hij zich en wekte allen op om naar het voornemen van hun hart de Here trouw te blijven; want hij was een goed man, vol van de heilige Geest en van geloof. En een brede schare werd de Here toegevoegd. En hij vertrok naar Tarsus om Saulus te zoeken; en toen hij hem gevonden had, bracht hij hem naar Antiochi. En het geschiedde, dat zij een vol jaar in de gemeente gastvrij ontvangen werden en een brede schare leerden en dat de discipelen het eerst te Antiochi Christenen genoemd werden. (NBG-vertaling))

In Antiochi ontstaat een gemeente uit nota bene Griekse bekeerlingen! Een aantal vluchtelingen uit de Jeruzalemse vervolging waagde het om in Antiochi niet alleen voor de Joodse gemeenschap te preken, maar ook rechtstreeks tot de Griekse gemeenschap. En het werkte! Er komt een groot aantal mensen tot geloof. Barnabas wordt er door de gemeente te Jeruzalem op uitgestuurd om de echtheid van de nieuwe gemeente vast te stellen en de gemeente verder op te bouwen in het geloof. Aangezien Paulus al enige faam heeft verworven als evangelist onder de heidenen zoekt Barnabas hem in Tarsus op en vraagt hem om mee te gaan naar Antiochi. De daarop volgende maanden (totaal 1 jaar) wijden de broeders zich met volle inzet aan de opbouw van de gemeente in Antiochi. Het is in deze stad dat de volgelingen van Jezus voor het eerst christenen worden genoemd.
Handelingen  13  : 1
Nu waren er te Antiochië in de gemeente aldaar profeten en leraars, namelijk: Barnabas, Simeon, genaamd Niger, Lucius van Cyrene, Manan, de zoogbroeder van Herodes, de viervorst, en Saulus. (NBG-vertaling)

In de christengemeente van Antiochi waren verschillende profeten en leraren:
1. Barnabas
2. Simeon, die Zwarte genoemd werd. Simeon was blijkbaar een echte donkerbruine Afrikaan.
3. Lucius van Cyrene
3. Manan, die samen met Herodes Antipas was opgevoed, iemand van stand.
4. Saulus

Bron : "Onderweg met Paulus" van Henk Stoorvogel, Uitgeverij Voorhoeve, blz.26
Handelingen  13  : 2  t/m 12
En terwijl zij vastten bij de dienst des Heren, zeide de heilige Geest: Zondert Mij nu Barnabas en Saulus af voor het werk, waartoe Ik hen geroepen heb. Toen vastten en baden zij, en legden hun de handen op en lieten hen gaan. Dezen dan, door de heilige Geest uitgezonden, trokken naar Seleuci en voeren vandaar naar Cyprus; en te Salamis gekomen, verkondigden zij het woord Gods in de synagogen der Joden; en zij hadden ook Johannes tot helper. En na het gehele eiland doorgetrokken te zijn tot aan Pafos, troffen zij een zekere tovenaar aan, een valse profeet, een Jood, wiens naam was Barjezus; hij hield zich op bij de landvoogd Sergius Paulus, een verstandig man. Deze begeerde het woord Gods te horen en liet Barnabas en Saulus tot zich roepen. Maar Elymas, de tovenaar, want zo wordt zijn naam vertaald, verzette zich tegen hen en trachtte de landvoogd van het geloof afkerig te maken. Doch Saulus, anders gezegd Paulus, vervuld met de heilige Geest, zag hem scherp aan, en zeide: Zoon des duivels, vol van allerlei list en streken, vijand van alle gerechtigheid, zult gij niet ophouden de rechte wegen des Heren te verdraaien? En nu, zie, de hand des Heren keert zich tegen u, en gij zult een tijd lang blind zijn en de zon niet zien. En terstond viel op hem donkerheid en duisternis, en rondtastende zocht hij iemand om hem bij de hand te leiden. Toen de landvoogd zag, wat er gebeurd was, kwam hij tot geloof, zeer getroffen door de leer des Heren. (NBG-vertaling)

De gemeente in Antiochi was door Cypriotische christenen ontstaan. Nu de gemeente in Antiochi door het werk van Barnabas en Paulus zo mooi was gegroeid en zo'n stevige basis had gekregen leek het een passend liefdegebaar om de beste werkers nu uit te zenden naar het eiland dat zo'n belangrijke rol had gespeeld bij het ontstaan van de gemeente. Daar kwam bij dat Barnabas van Cyprus kwam. Hij kende daar dus de weg en de nodige mensen om onderdak en verzorging te regelen. Paulus, Barnabas en Johannes Marcus waren niet de eerste zendelingen op Cyprus. Een aantal door Paulus zelf opgejaagde christenen had het evangelie al eerder op Cyprus gebracht. Misschien was er ook een concrete hulpvraag vanaf het eiland naar de gemeente te Antiochi gestuurd.

De twee belangrijkste steden van Cyprus waren Salamis, de haven en het economisch centrum van het eiland en Pafos, de hoofdstad. Pafos stond bekend om haar grote Aphroditetempel en uitgebreide verering van deze godin. Een belangrijk onderdeel van de eredienst aan Aphrodite betrof de tempelprostitutie, waarbij plaatselijke meisjes hun lichaam voor een geitje of een bokje aan mannen verkochten om het dier vervolgens te kunnen offeren aan Aphrodite.

Paulus, Barnabas en Johannes Marcus richtten zich steevast eerst op de joodse populatie en vervolgens op de Griekse, heidense populatie. Het meest opzienbare feit op het eiland wordt de confrontatie met Barjesus, of Elymas, de magir. Deze magir werkt aan het hof van de Romeinse landvoogd, Sergius Paulus, 'een verstandig man', genteresseerd in het evangelie. Door Paulus effectieve vervloeking waardoor Barjesus tijdelijk zijn gezichtsvermogen verliest, aanvaardde de landvoogd het geloof. Dat is een monumentale stap in de voortgang van het evangelie. Jezus was op bevel van een Romeins landvoogd gekruisigd. Nu is hier een Romeins landvoogd die het evangelie van de gekruisigde Jezus aanneemt. Gods roeping op Paulus'leven dat hij het evangelie 'onder alle volken en heersers en onder al de Isralieten' zou verspreiden wordt hier op Cyprus al zichtbaar.

Wat zullen Paulus, Barnabas en Johannes Marcus op deze eerste zendingsreis veel hebben geleerd! Alles is nieuw. Het drietal heeft geen Nieuwe Testament om op terug te vallen. Alles wat ze hebben is het Oude Testament en hun persoonlijke ervaringen met God en het onderwijs dat ze overgeleverd hebben gekregen. Maar ondanks alle gevaar en onzekerheid gaan ze gewoon. Wij kunnen het zo gewoon vinden. Paulus, Barnabas en Johannes Marcus gingen naar Cyprus. Natuurlijk. Alsof het heel vanzelfsprekend was dat ze dat deden. Maar niets wat minder waar. Het was een sprong in het onbekende en elke zendingsreis kon hun laatste zijn. Het is niet voor niets dat Johannes Marcus er na een paar zendingsreizen de brui aan geeft. Het wordt hem te gortig.

Bron : "Onderweg met Paulus" van Henk Stoorvogel, Uitgeverij Voorhoeve
Handelingen  15  : 14  t/m 17
Simeon heeft verteld hoe God voorheen naar de heidenen omgezien heeft om voor Zijn Naam uit hen een volk aan te nemen. En hiermee stemmen de woorden van de profeten overeen, zoals geschreven staat: Hierna zal Ik terugkeren en de vervallen hut van David weer opbouwen, en wat daarvan is afgebroken, weer opbouwen en Ik zal hem weer oprichten, opdat de mensen die overgebleven zijn, de Heere zouden zoeken, en alle heidenen over wie Mijn Naam uitgeroepen is, spreekt de Heere, Die dit alles doet. (HSV-vertaling)

Evangelieverkondiging
Er wordt een volk voor God uit de heidenen vergaderd. Dat betekent dus zending, evangelieverkondiging, de belangrijkste taak van de kerk.

Herstel van Israël
Dan gaat de God van IsraÉl Zijn volk herstellen. Dat proces is nu volop gaande. De God van Israël is al meer dan 100 jaar bezig met het herstel van Zijn volk Israël. Met het herstel van het verwoeste land, terugkeer van Israël uit alle landen van de wereld en met een geestelijk herstel, waarvan de plotselinge opkomst en groei van de Messiaans belijdende Joodse beweging een belangrijk voorbeeld is.

Doel en eindpunt van die ontwikkelingen
Dan gaat Jacobus verder en laat zien wat het doel en eindpunt van die ontwikkelingen is: "Opdat het overig deel van de mensen de Here gaat zoeken." (Handelingen 15:17) Dus een wereldwijde opwekking.

Bron : "Eindtijd, Israël en de Islam" van drs. Jan van Barneveld
Handelingen  15  : 16
Hierna zal Ik terugkeren en de vervallen hut van David weer opbouwen, en wat daarvan is afgebroken, weer opbouwen en Ik zal hem weer oprichten. (HSV-vertaling)

Om 12 uur in de nacht op 14 mei 1948 liep het Britse mandaat over Palestina af. Op dat historische moment riep David Ben-Goerion de staat Israël uit. Op 15 mei 1948 vielen de legers van Jordanië, Syrië, Libanon, Egypte, Irak en Saoedi-Arabië Israël van alle kanten aan. De Onafhankelijkheidsoorlog was begonnen. Tegelijk moest Israël honderdduizenden Joodse vluchtelingen die uit omliggende Arabische landen verjaagd werden, opvangen. Dat waren een paar ‘persweeën’ van de geboorte van Israël. Aan die ‘geboorte’ zijn heel wat decennia vol ‘weeën’, (maar ook wel’s) voorafgegaan.

Een geschiedenis waarin de machtige hand van de God van Israël herkenbaar is en die de 14e mei 1948 een profetisch hoogtepunt had. ‘Daarna zal Ik wederkeren en de vervallen hut van David weer opbouwen en wat daarvan is ingestort, zal Ik weer opbouwen en Ik zal haar weer oprichten’. De wereld was en is nog steeds getuige van het feit dat de HERE, de God van Israël toen een begin maakte met het herstel van de ‘vervallen hut van David’. Een feit dat ondanks de pogingen van Iran, Palestijnse terroristen en andere Arabische landen Israël van de kaart te vegen, onomkeerbaar zal blijken te zijn. Ook al worden die pogingen door bijna heel de wereld gesteund. Een herstel dat ondanks al die tegenstand zal doorgaan totdat de grote Zoon van David, de Messias, komt.

Bron : www.janvanbarneveld.nl
Handelingen  18  : 3
En omdat hij hetzelfde handwerk uitoefende, bleef hij bij hen, en zij werkten samen, want zij waren tentenmakers van hun handwerk. (NBG-vertaling)

Paulus zocht hen op, en omdat hij evenals Aquila het vak van tentenmaker uitoefende, bleef hij bij hen wonen en werken.

Ook in het Nieuwe Testament wordt de arbeid beslist niet ondergewaardeerd.
Handelingen  19  : 18  t/m 19
Veel nieuwe gelovigen kwamen in het openbaar hun praktijken opbiechten. Onder hen waren ook velen die magie hadden bedreven, maar die nu hun boekrollen verzamelden en publiekelijk verbrandden. Toen de waarde ervan werd berekend, kwam men uit op een bedrag van vijftigduizend zilverstukken. (NBV-vertaling)

Het is belangrijk om occulte voorwerpen, zoals boeken, tarotkaarten, symbolen of edelstenen, op te ruimen of zelfs te vernietigen.
Handelingen  20  : 34
U weet wel dat ik eigenhandig heb voorzien in mijn levensonderhoud en dat van mijn metgezellen. (NBV-vertaling)

Ook in het Nieuwe Testament wordt de arbeid beslist niet ondergewaardeerd.
Handelingen  20  : 35
Ik heb u in alles getoond, dat men, alzo arbeidende, de zwakken moet opnemen, en gedenken aan de woorden van den Heere Jezus, dat Hij gezegd heeft: Het is zaliger te geven, dan te ontvangen.(Statenvertaling)

In alles heb ik u getoond dat u de zwakken zo, door hard te werken, moet steunen, indachtig de woorden van de Heer Jezus, die immers gezegd heeft: Geven maakt gelukkiger dan ontvangen. (NBV-vertaling)
Handelingen  22  : 3
Ik ben een Jood, geboren in Tarsus in Cilici, maar opgegroeid in deze stad. Ik heb als leerling aan de voeten van Gamalil gezeten en ben strikt volgens de voorschriften van de wet van onze voorouders opgevoed. Ik ben een vurig dienaar van God, en u allen geeft vandaag blijk van hetzelfde. (NBV-vertaling)

Paulus werd omstreeks dezelfde tijd geboren als Jezus. In Tarsus in Cilici, dat een deel was van het Romeinse Rijk. Een gewone opleiding in zijn geboortestad was niet goed genoeg voor Saulus en daarom werd hij -als tiener- naar de tempel in Jeruzalem gezonden. Daar kreeg hij les van een beroemde leraar (Gamalil).
Handelingen  22  : 4  t/m 5
Ik heb de aanhangers van de Weg tot de dood toe vervolgd. Mannen en vrouwen heb ik gevangengenomen en laten opsluiten, iets dat de hogepriester en de hele raad van oudsten kunnen bevestigen. Ik heb van hen zelfs aanbevelingsbrieven gekregen voor onze broeders in Damascus, toen ik daarheen ging om de volgelingen van Jezus in die stad gevangen te nemen en hen naar Jeruzalem te brengen, waar ze hun straf moesten ondergaan. (NBV-vertaling)

Paulus is de belangrijkste schrijver van het Nieuwe Testament. Met zijn brieven en reizen zorgde hij ervoor dat de eerste gelovigen op de weg van Christus bleven. Maar zelf was hij niet altijd zo'n trouwe volgeling geweest. Sterker nog: lange tijd had hij zijn uiterste best gedaan om zoveel mogelijk christenen het zwijgen op te leggen! Paulus spreekt het Sanhedrin toe en zet zichzelf neer als verantwoordelijk rechter van doodvonnissen van christenen. Hij was één van degenen die de dood van Stefanus autoriseerde. Stefanus -een diepgelovig man, die vervuld was van de Heilige Geest- ging voor de jonge kerk van Jeruzalem verloren. Het Griekse deel van de gemeente uit Jeruzalem werd uiteen geslagen en de vervolging barstte los onder de bezielende leiding van Paulus.
Handelingen  22  : 20
En toen het bloed van Stefanus, Uw getuige, vergoten werd, [dat] ik daar ook bij stond, en mede een welbehagen had in zijn dood, en de klederen bewaarde dergenen, die hem doodden.(Statenvertaling)

Paulus spreekt het Sanhedrin toe en zet zichzelf neer als verantwoordelijk rechter van doodvonnissen van christenen. Hij was één van degenen die de dood van Stefanus autoriseerde. Stefanus -een diepgelovig man, die vervuld was van de Heilige Geest- ging voor de jonge kerk van Jeruzalem verloren. Het Griekse deel van de gemeente uit Jeruzalem werd uiteen geslagen en de vervolging barstte los onder de bezielende leiding van Paulus.
Handelingen  27  : 34
Daarom vermaan ik u spijze te nemen, want dat dient tot uw behouding; want niemand van u zal een haar van het hoofd vallen. (Statenvertaling)

Ik raad jullie aan om nu iets te eten, want dat zal bijdragen tot jullie redding; niemand van jullie zal een haar worden gekrenkt. (NBV-vertaling)
Handelingen  28  : 3  t/m 6
En toen Paulus een bos dor hout bijeengehaald had en op het vuur legde, kwam er door de hitte een adder uit en beet zich vast aan zijn hand. En toen de inlanders het dier aan zijn hand zagen hangen, zeiden zij tot elkaar: Deze man is zeker een moordenaar, die de wraakgodin niet wil laten leven, nu hij aan de zee ontkomen is. Maar hij schudde het dier af in het vuur, zonder enig letsel te ondervinden; zij echter verwachtten, dat hij zou opzwellen of plotseling dood neervallen. Doch toen zij na lang wachten zagen, dat zich niets ongewoons bij hem voordeed, sloeg hun mening om en zeiden zij, dat hij een god was. (NBG-vertaling)

   Bijbeltekst toevoegen

 


  Terug


Versie december 2009