hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel

 

Bekijken Bijbelteksten

Trefwoord 
Wijzigen
Psalmen (Bijbelboek)

Categorie
Bijbelboeken

Toelichting

Bijbelteksten
Psalmen  7  : 16
Hij delft een kuil en graaft die uit, maar valt zelf in de groeve die hij maakte. (NBG-vertaling)

Hij valt zelf in de kuil die hij voor een ander groef. Door dit bijbelvers is ook het bekende spreekwoord ontstaan: Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in.
Psalmen  8  : 7  t/m 9
Gij doet hem (= de mens) heersen over de werken uwer handen, alles hebt Gij onder zijn voeten gelegd: schapen en runderen altegader en ook de dieren des velds, de vogelen des hemels en de vissen der zee, hetgeen de paden der zeeën doorkruist. (NBG-vertaling)
Psalmen  11  : 3
“Wanneer de grondslagen zijn vernield, wat kan dan de rechtvaardige doen?”
Psalmen  28  : 3

Ruk mij niet weg met de goddelozen en met allen die onrecht bedrijven, die van vrede spreken met hun naaste, terwijl er kwaad is in hun hart.  (HSV-vertaling)


Psalmen  32  : 8
Ik zal u onderwijzen, en u leren van den weg, dien gij gaan zult; Ik zal raad geven, Mijn oog zal op u zijn. (Statenvertaling)

God zal je leren en onderwijzen met betrekking tot de weg die je gaan moet; God zal je raad geven, Zijn oog is op jou.
Psalmen  32  : 10
Talrijk zijn de smarten van de goddeloze, maar wie op de HERE vertrouwt, die omringt Hij met goedertierenheid.(NBG-vertaling)

Iemand die zonder God leeft, krijgt veel zorgen en moeite te verduren. Maar wie op de Here vertrouwt, wordt door Zijn liefde en goedheid omringt. (Het Boek)
Psalmen  33  : 6  t/m 9
Door het woord van de HEER is de hemel gemaakt, door de adem van zijn mond het leger der sterren. Hij verzamelt het zeewater en sluit het in, hij bergt de oceanen in schatkamers weg. Laat heel de aarde vrezen voor de HEER, en wie de wereld bewonen hem duchten, want hij sprak en het was er, hij gebood en daar stond het. (NBV-vertaling)


Psalmen  83  : 1  t/m 19

1Een psalm van Asaf.
2 Laat iets van U horen, o God. Spreek toch en blijf niet werkeloos toezien.
3 Uw tegenstanders gaan tekeer. De mensen die U haten, krijgen de overhand.
4 Zij beramen aanslagen tegen Uw volk en overleggen hoe zij Uw volgelingen kunnen aanvallen.
5 Zij zeggen tegen elkaar: "We gaan dat hele volk uitroeien. Niemand kent dan nog het volk van Israël."
6 Zij waren het al snel eens en hebben een verdrag gesloten om gezamenlijk tegen U op te staan.
7 De Edomieten en Ismaëlieten; de Moabieten en de Hagarenen.
8 De Gebalieten, Ammonieten en Amalekieten; en ook de Filistijnen, samen met de inwoners van de stad Tyrus.
9 Ook Assur kwam erbij; het helpt de nakomelingen van Lot.
10 Doe met hen maar hetzelfde als U met de Midianieten deed en als met Sisera. Of zoals met Jabin bij de rivier de Kison.
11 Zij werden bij Endor verslagen en gedood; hun lijken dienden als mest voor het land.
12 Behandel hun voorname mannen maar net als de koningen Oreb en Zeëb, die U beiden doodde. Doe met hun koningen maar net als U deed met de Midianitische koningen Zebah en Zalmuna, die U doodde.
13 Want zij wilden Uw land in bezit nemen.
14 Mijn God, laat hen zweven als de zaadjes van een distel; blaas hen weg als kaf dat door de wind wordt verdreven.
15 Zoals het vuur een bos verbrandt en de vlammen de bergen roodgloeiend maken,
16 achtervolg hen zo met Uw storm; jaag hun schrik aan met Uw wervelwind.
17 Maak hen te schande; misschien zullen zij dan ooit nog eens naar U zoeken, HERE.
18 Laten zij zich schamen en door schrik overmand worden; laat hen door de grond gaan van berouw.
19 Dan zullen zij eindelijk beseffen dat U de HERE bent. Dat U de Allerhoogste bent op de aarde. (Het Boek)

Toelichting op deze psalm:
Voor hen, die de profetieën bestuderen, is deze Psalm van zeer grote betekenis. Zelden hebben wij zulk een directe bevestiging gezien van het Profetische Woord, geschreven bijna 3000 jaar geleden. Het is vandaag de moeite waard, om uw Bijbel te nemen en uw krant er naast te leggen. Het is zeker, dat deze profetie alleen van toepassing is op de tijd van het einde.

Vers 19
Het laatste vers, dat onmiddellijk aansluit op de verzen 1 t/m 6, maakt dat duidelijk; "Op dat zij weten, dat alleen Uw Naam is Here, de Allerhoogste over de ganse aarde." De mensheid denkt alles, maar dan ook alles, in de hand te hebben en met één machtswoord van de Here God gooit Hij alle plannen van de hoogmoedigen in de prullenmand.

Vers 2
De Psalm begint met een vurige bede tot God om snelle interventie: “O God, houd U niet stil, zwijg niet en blijf niet werkeloos, o God.” Dit is het gebed van het gelovig overblijfsel van Israël in de eindtijd. De onmiddellijke aanleiding tot dit gebed zijn de samenzweringen van de heidense naties tegen het volk van God. Israëls vijanden zijn in topconferentie bijeen, om een listige aanslag te smeden. Het is een gericht ‘tegen Israel’ en daarom ’tegen God ’. Want als Israëls vijanden zullen slagen in de uitvoering van hun voornemens, dan betekent dat niets minder dan de liquidatie van Gods verbond met Abraham en David, en dat is ondenkbaar. Inderdaad is het ondenkbaar dat de mensheid, onder aanvoering van satan, Gods’ plannen in honderd zou kunnen sturen, wat er geschreven staat, staat vast, zo vast en betrouwbaar als het Woord altijd is gebleken.

Israël wordt van alle kanten belaagd, zogenaamde intellectuele mensen beredeneren en streven naar vrede uit het Midden-Oosten. Israël wordt verketterd en de vredesduif Arafat wordt geknuffeld en gezoend door de machthebbers der aarde. Natuurlijk weten ze heel goed dat Arafat een verleden heeft van moord en doodslag van de Palestijnen, het volk dat door Israël verdrukt zou worden.

Vers 4
In vers 4 lezen wij, dat deze "aanslag gericht is tegen Gods beschermelingen. Zij beraadslagen tegen Uw beschermelingen”. De moderne naties hebben blijkbaar de les uit de geschiedenis nog steeds niet geleerd: Israël is Gods beschermeling. God Zelf staat Borg voor het voortbestaan van Zijn volk, dat immers de drager is van talrijke heilsbeloften, die een eeuwigdurende strekking hebben. Niet alleen de moderne naties vergissen zich schromelijk. Ook de kerken hebben God onderschat. Ze dachten een theologie te kunnen bedenken waarin Israël uitgerangeerd zou worden. Maar is het niet zo dat 'Gods wegen hoger zijn dan onze wegen.' (Jesaja 55:8-9). De naties, een ook de kerken, kunnen bedenken wat ze willen, maar uiteindelijk is het onze Here die bepaalt wat er zal gebeuren in de (nabije) toekomst.

Vers 5
In deze conferentie van Israëls vijanden, komt men, ondanks alle onderlinge geschillen, tot een eenstemmig besluit: Israël moet vernietigd worden. "Zij zeggen: Komt laten wij hen als volk verdelgen, zodat aan de naam van Israël niet meer gedacht wordt!” Hoe de huidige topconferenties ook verder mogen aflopen, over één ding zijn (bijna) alle deelnemers het eens: Israël moet vernietigd worden. Israël moet van de kaart geveegd of in de zee gedreven worden. De naam van Israël moet voorgoed verdwijnen. We behoeven ons in dat opzicht geen enkele illusie te maken. De politiek van alle Arabische naties is de vernietiging van de staat Israël.

In de media roepen de Arabische leiders om het hardst dat ze vrede willen, maar steeds weer opnieuw bewijzen de ze mensen dat ze maar één doel hebben, een Islamitisch Midden-Oosten zonder het Joodse volk! Het Joodse volk is hen, en de kerken, een steen des aanstoots waar ze het liefst maar zo snel mogelijk van af willen. Maar zij vergeten daarbij, dat Israëls God niet sluimert. In hun angst en benauwdheid zullen de gelovigen onder dat volk, Israël, tot God roepen en pleiten op Zijn genadig verbond met Abraham "Zij hebben tegen U een verbond gesloten" (vers 6). Het verbond van Israëls vijanden is lijnrecht in strijd met Gods verbond met Abraham, dat vergezeld door het bloed van Christus nimmer falen kan (Romeinen 15:8; Genesis 15:18).

Vers 6
In vers 6 lezen wij: “Zij hebben eensgezind beraadslaagd". Israëls vijanden, bestaande uit de hen omringende Arabische naties, zijn in hun beraadslagingen eensgezind. Dat wil zeggen: wat Israël betreft. En het is te merkwaardiger, als wij denken, dat zij grote onderlinge geschillen hebben, en zeker niet onverdeeld sympathiek staan tegenover de ’Assyriër’ (d.i. Rusland), die met zijn enorme macht de achtergrond vormt van deze verenigde Arabische naties. Daarom behoeft het ons ook niet te verwonderen, dat deze naties uiteindelijk elkaar zullen bekampen (Zacharia 14:13), als de strijd zich plotseling tegen hen keert door de even plotselinge terugkeer van Israëls Koning.

De Arabische volken kennen geen echte onderlinge eensgezindheid, als we denken aan de oorlog tussen Irak en Iran en de Golfoorlog die veroorzaakt werd vanwege de oliediefstal van Koeweit zien we dat alleen de gezamenlijke vijand, Israël, de drijfveer is van die eensgezindheid. Door alle eeuwen heen hebben de Arabische stammen elkaar zwaar bevochten, die onderlinge strijd was zelfs de drijfveer van Mohammed om een gezamenlijke godsdienst op te zetten waardoor men meer eensgezindheid zou krijgen!

Vers 7, 8 en 9
Vervolgens noemt de Psalmschrijver de verschillende naties op die zich tegen Israël verbonden hebben. De namen zijn zeer interessant, een wonderbare voorspelling van meer dan 3000 jaar oud, die thans in vervulling gaat. Zij zijn:

Edom
Het oude gebied ten zuidoosten en oosten van de Dode Zee, nu gedeeltelijk behorend tot Jordanië en Saoedi-Arabië.

Ismaëlieten
Deel van het oude Arabië met inbegrip van Petra, en waarschijnlijk een deel van het gebied rondom Sinaï.

Moab
Vandaag het bekende deel van Jordanië, liggend recht tegenover de Dode Zee.

Ammon en een gedeelte van Edom behoren eveneens tot Jordanië.

Hagarenen
De afstammelingen van Hagar bewoonden destijds het land, bekend als de woestijn van Paran, oostelijk van Ezion-Geber. Volgens Genesis 21:21 ontstond er later een nauwe verwantschap met Egypte. Het land der Hagarenen lag dus op het Sinaïtisch Schiereiland: thans voor een groot deel bezet door Israël.

Gebal
Dat was een stad aan de kust van Palestina, op Syrisch grondgebied. Soms bekend als het domein der Foeniciërs. Het was een havenstad, genoemd in Ezechiël 27:9. Vandaag zou het tot Libanon behoren.

Ammon
Dat is thans Jordaans grondgebied; en Ammon is de hoofdstad van Jordanië.

Amelek
Een ander deel van het Sinaïtisch schiereiland, dat thans behoort tot Egypte.

Filistijnen
Deze vermelding is bijzonder interessant. Het gebied der vroegere Filistijnen (eigenlijk: Palestijnen) lag in het zuiden van Israël. Ook de bekende Gaza-strook, thans bezet door Israël, behoorde tot het land der Filistijnen. Tienduizenden Palestijnen zijn uit deze streken weggetrokken na de oorlog tussen Israël en de Arabische naties in 1948 en leven thans in vluchtelingenkampen. Het feit, dat het Palestijnse bevrijdingsfront, de El Fatah, vandaag als volwaardig lid van de verenigde Arabische naties is aanvaard, en officieel aan de topconferentie te Rabat deelnam, is een vervulling van de Profetie in Psalm 83. Zie ook Jesaja 11:14.

Tyrus
Een andere haven aan de noordkust van Palestina. Onze Here heeft tijdens Zijn wandeling op aarde deze stad bezocht (Mattheüs 15:21). Het behoorde tot Assyrië en later tot Babylonië. Vandaag ligt het binnen de grenzen van de staat Libanon.

Assur-of Assyrië
Het machtige rijk der Assyriërs, wiens hulp vaak werd ingeroepen door verschillende naties tegen hun vijanden. Zelfs Israël deed eens een beroep op hun steun (2 Koningen 15: 20). Vandaag is dat machtige rijk in het noorden teruggekeerd; ongeveer in dezelfde streek, die eens door het oude Assyrië beheerst werd. Dit rijk is Rusland, dat zich langzamerhand gereed maakt om de belangrijke rol te gaan spelen, zoals God die in Zijn Woord tevoren heeft aangegeven. Rusland is in zekere zin de Assyriër van de eindtijd. In Micha 5:5, waar gesproken wordt over de Here Jezus, lezen wij van Hem: “Hij zal ons bevrijden van Assur, wanneer die in ons land komt en wanneer hij ons gebied betreedt.” De Bijbelse Encyclopedie, uitgave Kok Kampen, situeert Assyrië in het Midden-Oosten met als hoofdstad Ninevé. Hoe groot Assyrië in grondoppervlak was weten we niet exact maar dát o.a Assyrië in de invloedsfeer ligt van Rusland is aannemelijk, vooral omdat Rusland in het Midden-Oosten wapens en dergelijke levert aan nagenoeg alle Arabische landen. Het is dus heel goed mogelijk, en op grond van de Bijbel te verdedigen, dat Assyrië en Rusland één zijn, of één worden in de nabije toekomst.

Zo zien wij deze eeuwenoude profetie in onze dagen tot leven komen. Want de moderne Assyriër, Rusland, vormt ongetwijfeld de werkelijke achtergrond van het topoverleg der verenigde Arabische naties. Wij lezen namelijk in dezelfde krant: Niet alleen wordt de samenwerking tussen Moskou en Caïro bevestigd, maar er wordt ook duidelijk gestreefd naar een hechtere samenwerking tussen Moskou en het gehele revolutionaire Arabische blok. Een andere commentator verklaart daarbij: Rusland is bezig om onder de neus van het westen zijn macht en invloed in het Midden-Oosten uit te breiden. Het uiteindelijk resultaat daarvan wordt ons voorspeld in de Profetie van Ezechiël 38.

Vers 9
Terugkerend tot Psalm 83 lezen wij in vers 9: “Zij (Assur-Assyrië- Rusland) zijn de zonen van Lot tot steun.” Is het niet opmerkelijk, dat de huidige Russische steun aan Syrië, Jordanië en de andere Arabische naties geheel in overeenstemming is met deze profetie? Zo begint het oude gebied van de kinderen van Lot in onze tijd zijn plaats in te nemen in het grote einddrama der volkeren.

Let vervolgens op de vergelijking, die Psalm 83:9 en 10 trekt met de vernietiging van Sisera, de bevelhebber van de Syrische legers (Richteren 4:4). De Syriërs hadden voor die tijd een machtige bewapening: 900 IJzeren strijdwagens. We zouden ze vandaag het best kunnen vergelijken met de vele honderden Russische tanks van het allerlaatste type, waarover Israëls vijanden thans beschikken. Ongetwijfeld vinden we in Joel 2:10 een zinspeling op deze militaire macht en op de komende strijd.

Vers 10
Het 10e vers van Psalm 83 toont ons de bekende Profetische scène van de laatste dagen, met aardbevingen, tekenen in de hemel, verduistering van maan en sterren, enz. Deze verschrikkelijke tijd, die over de aarde zal komen, wordt door de profeet genoemd ‘de dag des Heren: groot en zeer geducht’ (vergelijk Mattheüs 24 : 29 en 30).

Vers 12
In Psalm 83 wordt nog een andere vergelijking gemaakt, namelijk die van Oreb, Zeëb, Zebah en Zalmuna. Dat waren de bevelhebbers van een noordelijk leger, waartegen Gideon gevochten heeft (Zie Richteren 7 en 8). De vergelijking is hier weer hetzelfde. Ook hier was duidelijk sprake van een rechtstreekse Goddelijke interventie. Zo zal het straks ook zijn in de eindtijd, als de Arabische naties een laatste verwoede poging zullen doen, om Israël te vernietigen. God Zelf zal voor Zijn volk tussenbeide komen. De Here zal voor hen strijden en zij zullen stil zijn. Gideon had 32.000 mannen tot zijn beschikking, maar de Here gebood hem het aantal te reduceren tot 10.000. Maar zelfs dat was nog te veel. Andermaal moest Gideon een schifting toepassen, zodat hij er tenslotte nog slechts 300 overhield. En wat was de reden? Anders zou Israël zich tegen Mij beroemen, zeggende: "mijn eigen hand heeft mij verlost" (vers 2). Deze laatste paar woorden dienen vandaag herhaald te worden; want het is niet door de tegenwoordige militaire macht van Israël, dat zij van hun vijanden verlost zullen worden, maar door dezelfde God van het verleden.

Hier wordt duidelijk gemaakt dat de vredesonderhandelingen uiteindelijk niets zullen opleveren, waarschijnlijk zullen de onderhandelingen wel de aanleiding zijn van de schijnvrede waarvan de Bijbel spreekt maar uiteindelijk zal Israël ontdekken dat ze bedrogen zijn in de persoon van de antichrist.

Let andermaal op de merkwaardige overeenstemming tussen de profetie van Psalm 83 en de huidige situatie in het Midden-Oosten. Zebah en Zalmuna hadden gezegd: “Wij zullen in bezit nemen de schone woonsteden Gods.” De prachtige, moderne woningen, die Israël gebouwd heeft, wekken de jaloezie op van de Arabische buurstaten. De Arabieren wonen immers voor het merendeel nog in krotten en leven vaak in grote armoede. Zij willen de Joden uit hun prachtige huizen, in hun ogen woonsteden Gods, verdrijven, om er zelf in te kunnen wonen. De overeenkomst tussen Richteren 7 en de komende strijd in het Midden-Oosten, zoals die in Psalm 83 geprofeteerd wordt, is hoogst opmerkelijk.

Vers 15 en 16
Maar laten wij verder gaan en zien, hoe de profetie in deze Psalm tot een climax komt. In de verzen 15 en 16 bidden de gelovige Joden tot God, om hun vijanden te bezoeken met vuur, met een storm en wervelwind. Hetzelfde vinden wij in de welbekende profetie van Ezechiël 38:20-23: aardbeving wereldwijd, pestilentie, storm, hagelstenen, vuur en zwavel zullen de legers van Gog (Rusland) en zijn (Arabische) bondgenoten vernietigen in het land van Israël. En de reden? Het wordt gegeven in vers 23 en de hele wereld zal erbij betrokken zijn: "Ik zal Mij groot en heilig betonen en Mij doen kennen ten aanschouwen van vele volken; en zlj zullen weten, dat Ik de Here ben." Psalm 83 eindigt met dezelfde vitale waarheid: "Opdat zij weten, dat alleen Uw Naam is: Here, de Allerhoogste over de ganse aarde." (vers 19)

De Bijbel wordt door de krant bevestigd
Zo wordt de Bijbel door de krant bevestigd en vinden wij in Psalm 83 reeds een profetisch verslag van de beraadslagingen van Israëls vijanden, die in onze tijd plaats hebben. Jordanië zal in de toekomst een leidende rol spelen en Koning Hoesseins troon en leven balanceren thans op een levende vulkaan. De eeuwenoude vijand van Israël, Egypte, zal er ook bij betrokken zijn, en Syrië eveneens. Maar als de verenigde legers zullen optrekken naar het land van Israël, dan zal de Here Zich andermaal openbaren ten aanschouwen van de volken. Dan zal Israëls verworpen Koning, onze Here Jezus Christus, wederkomen op aarde, om Zijn volk van zijn vijanden te verlossen. De oplossing van het Midden-Oosterse vraagstuk, dat zal uitlopen op een wereldconflict, wacht op de persoonlijke terugkeer van Israëls Messias.

De machtige Assyriër (Rusland) heeft zich reeds verbonden met Egypte. Israël vecht nu tegen Russische wapenen, maar zij vragen zich af, wanneer zij tegen Russische soldaten zullen moeten vechten! Maar wat er ook in de toekomst zal geschieden: Rusland, Egypte en alle andere vijanden van Israël zullen vernietigd worden. Jesaja 31: 1 en 8 en Micha 5:5 geven duidelijk het einde aan van deze heidense invasielegers. Als deze volken tenslotte hun les geleerd hebben, dan zal er nog een heerlijk Happy-end zijn, waarin Israël, Syrië en Egypte vrede zullen vinden en door God gezegend zullen worden. Dat zal geschieden in het koninkrijk van Christus, het duizendjarig vredesrijk. De Here der heerscharen heeft gezegend met de woorden: "Gezegend zij Mijn volk Egypte en het werk Mijner handen, Assur en Mijn erfdeel Israël." (Jesaja19: 25)

Bron : http://www.bijbelarchief.nl/default.asp?id=433


Psalmen  103  : 13
Gelijk zich een vader ontfermt over zijn kinderen, ontfermt Zich de HERE over wie Hem vrezen. (NBG-vertaling)

Zoals een vader van zijn kinderen houdt, zo houdt Hij van wie Hem vereren. (Groot Nieuws Bijbel)
Psalmen  111  : 1  t/m 10
Halleluja! Ik zal de HEERE loven met heel mijn hart in de kring van de oprechten en in hun gemeenschap. De werken van de HEERE zijn groot, zij worden onderzocht door allen die er vreugde in vinden. Zijn daden zijn vol majesteit en glorie, Zijn gerechtigheid houdt voor eeuwig stand. Hij heeft voor Zijn wonderen een gedachtenis gemaakt, de HEERE is genadig en barmhartig. (HSV-vertaling)

Halleluja! Ik wil de HEER loven met heel mijn hart in de grote kring van oprechten. Machtig zijn de werken van de HEER, wie ze liefheeft, onderzoekt ze. Zijn daden hebben glans en glorie, zijn rechtvaardigheid houdt stand, voor altijd. Hij stelde een gedenkdag (SV: gedachtenis) in voor zijn wonderen. Genadig en liefdevol is de HEER. (NBV-vertaling)

Aan de hand van het profetische Woord uit de Bijbel kunnen we de Hand van de Almachtige in onze tijd herkennen. Bijzonder van toepassing op onze tijd zijn in dit verband enkele regels uit Psalm 111. Er moet wel naar gespeurd worden. Want wat je niet weet, kun je ook niet zien. Om Gods wonderen te zien moet je lezen, speuren in de "gedachtenis" (het gedenkboek dat de Heilige Israël daarvoor heeft laten schrijven): de Bijbel. Tegelijk moet je "de krant lezen". Dus nagaan wat er in en rond Israël gebeurt.

Bron : "Eindtijd, Israël en Islam" van drs. Jan van Barneveld
Psalmen  118  : 24
Dit is de dag die de HERE gemaakt heeft; laten wij juichen en ons daarover verheugen. (NBG-vertaling)

Deze dag heeft de Here gemaakt; het is goed dat wij deze dag jubelen en grote blijdschap ervaren.
Psalmen  121  : 1
Ik hef mijn ogen op naar de bergen: vanwaar zal mijn hulp komen? (NBG-vertaling)

Ik kijk omhoog naar de bergen. Waar vandaan kan ik hulp verwachten?
Psalmen  139  : 13  t/m 16
U was het die mijn nieren vormde, die mij weefde in de buik van mijn moeder. Ik loof u voor het ontzaglijke wonder van mijn bestaan, wonderbaarlijk is wat u gemaakt hebt. Ik weet het, tot in het diepst van mijn ziel. Toen ik in het verborgene gemaakt werd, kunstig geweven in de schoot van de aarde, was mijn wezen voor u geen geheim. Uw ogen zagen mijn vormeloos begin, alles werd in uw boekrol opgetekend, aan de dagen van mijn bestaan ontbrak er niet één. (NBV-vertaling)
Psalmen  140  : 12
Een man van kwade tong zal op de aarde niet bevestigd worden; een boos man des gewelds, dien zal men jagen, totdat hij geheel verdreven is. (Statenvertaling)

De roddelaar heeft geen recht van leven in dit land en ik hoop dat het ongeluk de misdadiger inhaalt.
Psalmen  147  : 2
De HEERE bouwt Jeruzalem weer op, Hij verzamelt Isra?ls verdrevenen.(HSV-vertaling)

Deze en vele andere Bijbelteksten bevestigen dat Gods plan met Isra?l nooit is veranderd. Hij houdt trouw aan Zijn verbond die Hij sloot met Jacob. Hij zal Samaria en Judea niet weggeven, Hij zal Zijn volk beschermen en Hij zal hen met ontzag voor Hem vervullen. Hij is het, die bepaalt of er in Oost-Jeruzalem wordt gebouwd, niet de Verenigde Naties.

Bron : http://isreality.nl/2013/04/toeval-of-bijbelse-logica/

Psalmen  147  : 15  (C)
Hij zendt Zijn bevel naar de aarde: Zijn woord loopt zeer snel. (HSV-vertaling)

Er is geen tijd geweest waarin het Evangelie zo snel over de aarde gaat als in onze tijd. Niet alleen radio en TV dragen bij aan de snelle voortgang van het Woord van de Here Jezus. Niet alleen trekken de evangelisten menigten van honderdduizenden mensen. Het zijn vooral de zogenaamde "blote-voeten-evangelisten" die in India en in Afrikaanse landen dagelijks nieuwe gemeenten stichten en veel onbereikte volken en plaatsten met het Evangelie bereiken.

Bron : "Eindtijd, Isra?l en Islam" van Jan van Barneveld

   Bijbeltekst toevoegen

 


  Terug


Versie december 2009