hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel
Ruk mij niet weg met de goddelozen en met allen die onrecht bedrijven, die van vrede spreken met hun naaste, terwijl er kwaad is in hun hart. (HSV-vertaling)
1Een psalm van Asaf. 2 Laat iets van U horen, o God. Spreek toch en blijf niet werkeloos toezien. 3 Uw tegenstanders gaan tekeer. De mensen die U haten, krijgen de overhand. 4 Zij beramen aanslagen tegen Uw volk en overleggen hoe zij Uw volgelingen kunnen aanvallen. 5 Zij zeggen tegen elkaar: "We gaan dat hele volk uitroeien. Niemand kent dan nog het volk van Israël." 6 Zij waren het al snel eens en hebben een verdrag gesloten om gezamenlijk tegen U op te staan. 7 De Edomieten en Ismaëlieten; de Moabieten en de Hagarenen. 8 De Gebalieten, Ammonieten en Amalekieten; en ook de Filistijnen, samen met de inwoners van de stad Tyrus. 9 Ook Assur kwam erbij; het helpt de nakomelingen van Lot. 10 Doe met hen maar hetzelfde als U met de Midianieten deed en als met Sisera. Of zoals met Jabin bij de rivier de Kison. 11 Zij werden bij Endor verslagen en gedood; hun lijken dienden als mest voor het land. 12 Behandel hun voorname mannen maar net als de koningen Oreb en Zeëb, die U beiden doodde. Doe met hun koningen maar net als U deed met de Midianitische koningen Zebah en Zalmuna, die U doodde. 13 Want zij wilden Uw land in bezit nemen. 14 Mijn God, laat hen zweven als de zaadjes van een distel; blaas hen weg als kaf dat door de wind wordt verdreven. 15 Zoals het vuur een bos verbrandt en de vlammen de bergen roodgloeiend maken, 16 achtervolg hen zo met Uw storm; jaag hun schrik aan met Uw wervelwind. 17 Maak hen te schande; misschien zullen zij dan ooit nog eens naar U zoeken, HERE. 18 Laten zij zich schamen en door schrik overmand worden; laat hen door de grond gaan van berouw. 19 Dan zullen zij eindelijk beseffen dat U de HERE bent. Dat U de Allerhoogste bent op de aarde. (Het Boek)Toelichting op deze psalm:Voor hen, die de profetieën bestuderen, is deze Psalm van zeer grote betekenis. Zelden hebben wij zulk een directe bevestiging gezien van het Profetische Woord, geschreven bijna 3000 jaar geleden. Het is vandaag de moeite waard, om uw Bijbel te nemen en uw krant er naast te leggen. Het is zeker, dat deze profetie alleen van toepassing is op de tijd van het einde.Vers 19 Het laatste vers, dat onmiddellijk aansluit op de verzen 1 t/m 6, maakt dat duidelijk; "Op dat zij weten, dat alleen Uw Naam is Here, de Allerhoogste over de ganse aarde." De mensheid denkt alles, maar dan ook alles, in de hand te hebben en met één machtswoord van de Here God gooit Hij alle plannen van de hoogmoedigen in de prullenmand. Vers 2 De Psalm begint met een vurige bede tot God om snelle interventie: “O God, houd U niet stil, zwijg niet en blijf niet werkeloos, o God.” Dit is het gebed van het gelovig overblijfsel van Israël in de eindtijd. De onmiddellijke aanleiding tot dit gebed zijn de samenzweringen van de heidense naties tegen het volk van God. Israëls vijanden zijn in topconferentie bijeen, om een listige aanslag te smeden. Het is een gericht ‘tegen Israel’ en daarom ’tegen God ’. Want als Israëls vijanden zullen slagen in de uitvoering van hun voornemens, dan betekent dat niets minder dan de liquidatie van Gods verbond met Abraham en David, en dat is ondenkbaar. Inderdaad is het ondenkbaar dat de mensheid, onder aanvoering van satan, Gods’ plannen in honderd zou kunnen sturen, wat er geschreven staat, staat vast, zo vast en betrouwbaar als het Woord altijd is gebleken. Israël wordt van alle kanten belaagd, zogenaamde intellectuele mensen beredeneren en streven naar vrede uit het Midden-Oosten. Israël wordt verketterd en de vredesduif Arafat wordt geknuffeld en gezoend door de machthebbers der aarde. Natuurlijk weten ze heel goed dat Arafat een verleden heeft van moord en doodslag van de Palestijnen, het volk dat door Israël verdrukt zou worden.Vers 4In vers 4 lezen wij, dat deze "aanslag gericht is tegen Gods beschermelingen. Zij beraadslagen tegen Uw beschermelingen”. De moderne naties hebben blijkbaar de les uit de geschiedenis nog steeds niet geleerd: Israël is Gods beschermeling. God Zelf staat Borg voor het voortbestaan van Zijn volk, dat immers de drager is van talrijke heilsbeloften, die een eeuwigdurende strekking hebben. Niet alleen de moderne naties vergissen zich schromelijk. Ook de kerken hebben God onderschat. Ze dachten een theologie te kunnen bedenken waarin Israël uitgerangeerd zou worden. Maar is het niet zo dat 'Gods wegen hoger zijn dan onze wegen.' (Jesaja 55:8-9). De naties, een ook de kerken, kunnen bedenken wat ze willen, maar uiteindelijk is het onze Here die bepaalt wat er zal gebeuren in de (nabije) toekomst.Vers 5In deze conferentie van Israëls vijanden, komt men, ondanks alle onderlinge geschillen, tot een eenstemmig besluit: Israël moet vernietigd worden. "Zij zeggen: Komt laten wij hen als volk verdelgen, zodat aan de naam van Israël niet meer gedacht wordt!” Hoe de huidige topconferenties ook verder mogen aflopen, over één ding zijn (bijna) alle deelnemers het eens: Israël moet vernietigd worden. Israël moet van de kaart geveegd of in de zee gedreven worden. De naam van Israël moet voorgoed verdwijnen. We behoeven ons in dat opzicht geen enkele illusie te maken. De politiek van alle Arabische naties is de vernietiging van de staat Israël. In de media roepen de Arabische leiders om het hardst dat ze vrede willen, maar steeds weer opnieuw bewijzen de ze mensen dat ze maar één doel hebben, een Islamitisch Midden-Oosten zonder het Joodse volk! Het Joodse volk is hen, en de kerken, een steen des aanstoots waar ze het liefst maar zo snel mogelijk van af willen. Maar zij vergeten daarbij, dat Israëls God niet sluimert. In hun angst en benauwdheid zullen de gelovigen onder dat volk, Israël, tot God roepen en pleiten op Zijn genadig verbond met Abraham "Zij hebben tegen U een verbond gesloten" (vers 6). Het verbond van Israëls vijanden is lijnrecht in strijd met Gods verbond met Abraham, dat vergezeld door het bloed van Christus nimmer falen kan (Romeinen 15:8; Genesis 15:18). Vers 6 In vers 6 lezen wij: “Zij hebben eensgezind beraadslaagd". Israëls vijanden, bestaande uit de hen omringende Arabische naties, zijn in hun beraadslagingen eensgezind. Dat wil zeggen: wat Israël betreft. En het is te merkwaardiger, als wij denken, dat zij grote onderlinge geschillen hebben, en zeker niet onverdeeld sympathiek staan tegenover de ’Assyriër’ (d.i. Rusland), die met zijn enorme macht de achtergrond vormt van deze verenigde Arabische naties. Daarom behoeft het ons ook niet te verwonderen, dat deze naties uiteindelijk elkaar zullen bekampen (Zacharia 14:13), als de strijd zich plotseling tegen hen keert door de even plotselinge terugkeer van Israëls Koning. De Arabische volken kennen geen echte onderlinge eensgezindheid, als we denken aan de oorlog tussen Irak en Iran en de Golfoorlog die veroorzaakt werd vanwege de oliediefstal van Koeweit zien we dat alleen de gezamenlijke vijand, Israël, de drijfveer is van die eensgezindheid. Door alle eeuwen heen hebben de Arabische stammen elkaar zwaar bevochten, die onderlinge strijd was zelfs de drijfveer van Mohammed om een gezamenlijke godsdienst op te zetten waardoor men meer eensgezindheid zou krijgen!
Vers 7, 8 en 9 Vervolgens noemt de Psalmschrijver de verschillende naties op die zich tegen Israël verbonden hebben. De namen zijn zeer interessant, een wonderbare voorspelling van meer dan 3000 jaar oud, die thans in vervulling gaat. Zij zijn: Edom Het oude gebied ten zuidoosten en oosten van de Dode Zee, nu gedeeltelijk behorend tot Jordanië en Saoedi-Arabië. Ismaëlieten Deel van het oude Arabië met inbegrip van Petra, en waarschijnlijk een deel van het gebied rondom Sinaï. Moab Vandaag het bekende deel van Jordanië, liggend recht tegenover de Dode Zee. Ammon en een gedeelte van Edom behoren eveneens tot Jordanië.Hagarenen De afstammelingen van Hagar bewoonden destijds het land, bekend als de woestijn van Paran, oostelijk van Ezion-Geber. Volgens Genesis 21:21 ontstond er later een nauwe verwantschap met Egypte. Het land der Hagarenen lag dus op het Sinaïtisch Schiereiland: thans voor een groot deel bezet door Israël. Gebal Dat was een stad aan de kust van Palestina, op Syrisch grondgebied. Soms bekend als het domein der Foeniciërs. Het was een havenstad, genoemd in Ezechiël 27:9. Vandaag zou het tot Libanon behoren. Ammon Dat is thans Jordaans grondgebied; en Ammon is de hoofdstad van Jordanië. Amelek Een ander deel van het Sinaïtisch schiereiland, dat thans behoort tot Egypte. Filistijnen Deze vermelding is bijzonder interessant. Het gebied der vroegere Filistijnen (eigenlijk: Palestijnen) lag in het zuiden van Israël. Ook de bekende Gaza-strook, thans bezet door Israël, behoorde tot het land der Filistijnen. Tienduizenden Palestijnen zijn uit deze streken weggetrokken na de oorlog tussen Israël en de Arabische naties in 1948 en leven thans in vluchtelingenkampen. Het feit, dat het Palestijnse bevrijdingsfront, de El Fatah, vandaag als volwaardig lid van de verenigde Arabische naties is aanvaard, en officieel aan de topconferentie te Rabat deelnam, is een vervulling van de Profetie in Psalm 83. Zie ook Jesaja 11:14. Tyrus Een andere haven aan de noordkust van Palestina. Onze Here heeft tijdens Zijn wandeling op aarde deze stad bezocht (Mattheüs 15:21). Het behoorde tot Assyrië en later tot Babylonië. Vandaag ligt het binnen de grenzen van de staat Libanon. Assur-of Assyrië Het machtige rijk der Assyriërs, wiens hulp vaak werd ingeroepen door verschillende naties tegen hun vijanden. Zelfs Israël deed eens een beroep op hun steun (2 Koningen 15: 20). Vandaag is dat machtige rijk in het noorden teruggekeerd; ongeveer in dezelfde streek, die eens door het oude Assyrië beheerst werd. Dit rijk is Rusland, dat zich langzamerhand gereed maakt om de belangrijke rol te gaan spelen, zoals God die in Zijn Woord tevoren heeft aangegeven. Rusland is in zekere zin de Assyriër van de eindtijd. In Micha 5:5, waar gesproken wordt over de Here Jezus, lezen wij van Hem: “Hij zal ons bevrijden van Assur, wanneer die in ons land komt en wanneer hij ons gebied betreedt.” De Bijbelse Encyclopedie, uitgave Kok Kampen, situeert Assyrië in het Midden-Oosten met als hoofdstad Ninevé. Hoe groot Assyrië in grondoppervlak was weten we niet exact maar dát o.a Assyrië in de invloedsfeer ligt van Rusland is aannemelijk, vooral omdat Rusland in het Midden-Oosten wapens en dergelijke levert aan nagenoeg alle Arabische landen. Het is dus heel goed mogelijk, en op grond van de Bijbel te verdedigen, dat Assyrië en Rusland één zijn, of één worden in de nabije toekomst. Zo zien wij deze eeuwenoude profetie in onze dagen tot leven komen. Want de moderne Assyriër, Rusland, vormt ongetwijfeld de werkelijke achtergrond van het topoverleg der verenigde Arabische naties. Wij lezen namelijk in dezelfde krant: Niet alleen wordt de samenwerking tussen Moskou en Caïro bevestigd, maar er wordt ook duidelijk gestreefd naar een hechtere samenwerking tussen Moskou en het gehele revolutionaire Arabische blok. Een andere commentator verklaart daarbij: Rusland is bezig om onder de neus van het westen zijn macht en invloed in het Midden-Oosten uit te breiden. Het uiteindelijk resultaat daarvan wordt ons voorspeld in de Profetie van Ezechiël 38. Vers 9 Terugkerend tot Psalm 83 lezen wij in vers 9: “Zij (Assur-Assyrië- Rusland) zijn de zonen van Lot tot steun.” Is het niet opmerkelijk, dat de huidige Russische steun aan Syrië, Jordanië en de andere Arabische naties geheel in overeenstemming is met deze profetie? Zo begint het oude gebied van de kinderen van Lot in onze tijd zijn plaats in te nemen in het grote einddrama der volkeren. Let vervolgens op de vergelijking, die Psalm 83:9 en 10 trekt met de vernietiging van Sisera, de bevelhebber van de Syrische legers (Richteren 4:4). De Syriërs hadden voor die tijd een machtige bewapening: 900 IJzeren strijdwagens. We zouden ze vandaag het best kunnen vergelijken met de vele honderden Russische tanks van het allerlaatste type, waarover Israëls vijanden thans beschikken. Ongetwijfeld vinden we in Joel 2:10 een zinspeling op deze militaire macht en op de komende strijd. Vers 10 Het 10e vers van Psalm 83 toont ons de bekende Profetische scène van de laatste dagen, met aardbevingen, tekenen in de hemel, verduistering van maan en sterren, enz. Deze verschrikkelijke tijd, die over de aarde zal komen, wordt door de profeet genoemd ‘de dag des Heren: groot en zeer geducht’ (vergelijk Mattheüs 24 : 29 en 30). Vers 12 In Psalm 83 wordt nog een andere vergelijking gemaakt, namelijk die van Oreb, Zeëb, Zebah en Zalmuna. Dat waren de bevelhebbers van een noordelijk leger, waartegen Gideon gevochten heeft (Zie Richteren 7 en 8). De vergelijking is hier weer hetzelfde. Ook hier was duidelijk sprake van een rechtstreekse Goddelijke interventie. Zo zal het straks ook zijn in de eindtijd, als de Arabische naties een laatste verwoede poging zullen doen, om Israël te vernietigen. God Zelf zal voor Zijn volk tussenbeide komen. De Here zal voor hen strijden en zij zullen stil zijn. Gideon had 32.000 mannen tot zijn beschikking, maar de Here gebood hem het aantal te reduceren tot 10.000. Maar zelfs dat was nog te veel. Andermaal moest Gideon een schifting toepassen, zodat hij er tenslotte nog slechts 300 overhield. En wat was de reden? Anders zou Israël zich tegen Mij beroemen, zeggende: "mijn eigen hand heeft mij verlost" (vers 2). Deze laatste paar woorden dienen vandaag herhaald te worden; want het is niet door de tegenwoordige militaire macht van Israël, dat zij van hun vijanden verlost zullen worden, maar door dezelfde God van het verleden. Hier wordt duidelijk gemaakt dat de vredesonderhandelingen uiteindelijk niets zullen opleveren, waarschijnlijk zullen de onderhandelingen wel de aanleiding zijn van de schijnvrede waarvan de Bijbel spreekt maar uiteindelijk zal Israël ontdekken dat ze bedrogen zijn in de persoon van de antichrist. Let andermaal op de merkwaardige overeenstemming tussen de profetie van Psalm 83 en de huidige situatie in het Midden-Oosten. Zebah en Zalmuna hadden gezegd: “Wij zullen in bezit nemen de schone woonsteden Gods.” De prachtige, moderne woningen, die Israël gebouwd heeft, wekken de jaloezie op van de Arabische buurstaten. De Arabieren wonen immers voor het merendeel nog in krotten en leven vaak in grote armoede. Zij willen de Joden uit hun prachtige huizen, in hun ogen woonsteden Gods, verdrijven, om er zelf in te kunnen wonen. De overeenkomst tussen Richteren 7 en de komende strijd in het Midden-Oosten, zoals die in Psalm 83 geprofeteerd wordt, is hoogst opmerkelijk. Vers 15 en 16 Maar laten wij verder gaan en zien, hoe de profetie in deze Psalm tot een climax komt. In de verzen 15 en 16 bidden de gelovige Joden tot God, om hun vijanden te bezoeken met vuur, met een storm en wervelwind. Hetzelfde vinden wij in de welbekende profetie van Ezechiël 38:20-23: aardbeving wereldwijd, pestilentie, storm, hagelstenen, vuur en zwavel zullen de legers van Gog (Rusland) en zijn (Arabische) bondgenoten vernietigen in het land van Israël. En de reden? Het wordt gegeven in vers 23 en de hele wereld zal erbij betrokken zijn: "Ik zal Mij groot en heilig betonen en Mij doen kennen ten aanschouwen van vele volken; en zlj zullen weten, dat Ik de Here ben." Psalm 83 eindigt met dezelfde vitale waarheid: "Opdat zij weten, dat alleen Uw Naam is: Here, de Allerhoogste over de ganse aarde." (vers 19) De Bijbel wordt door de krant bevestigd Zo wordt de Bijbel door de krant bevestigd en vinden wij in Psalm 83 reeds een profetisch verslag van de beraadslagingen van Israëls vijanden, die in onze tijd plaats hebben. Jordanië zal in de toekomst een leidende rol spelen en Koning Hoesseins troon en leven balanceren thans op een levende vulkaan. De eeuwenoude vijand van Israël, Egypte, zal er ook bij betrokken zijn, en Syrië eveneens. Maar als de verenigde legers zullen optrekken naar het land van Israël, dan zal de Here Zich andermaal openbaren ten aanschouwen van de volken. Dan zal Israëls verworpen Koning, onze Here Jezus Christus, wederkomen op aarde, om Zijn volk van zijn vijanden te verlossen. De oplossing van het Midden-Oosterse vraagstuk, dat zal uitlopen op een wereldconflict, wacht op de persoonlijke terugkeer van Israëls Messias. De machtige Assyriër (Rusland) heeft zich reeds verbonden met Egypte. Israël vecht nu tegen Russische wapenen, maar zij vragen zich af, wanneer zij tegen Russische soldaten zullen moeten vechten! Maar wat er ook in de toekomst zal geschieden: Rusland, Egypte en alle andere vijanden van Israël zullen vernietigd worden. Jesaja 31: 1 en 8 en Micha 5:5 geven duidelijk het einde aan van deze heidense invasielegers. Als deze volken tenslotte hun les geleerd hebben, dan zal er nog een heerlijk Happy-end zijn, waarin Israël, Syrië en Egypte vrede zullen vinden en door God gezegend zullen worden. Dat zal geschieden in het koninkrijk van Christus, het duizendjarig vredesrijk. De Here der heerscharen heeft gezegend met de woorden: "Gezegend zij Mijn volk Egypte en het werk Mijner handen, Assur en Mijn erfdeel Israël." (Jesaja19: 25) Bron : http://www.bijbelarchief.nl/default.asp?id=433
Bijbeltekst toevoegen
Terug
Versie december 2009