hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel

 

Bekijken Bijbelteksten

Trefwoord 
Wijzigen
Gelijkenis(sen)

Categorie

Toelichting

Waarom sprak Jezus in gelijkenissen?

Waarom volgen mensen Jezus? Dat is een heel belangrijke vraag! Als je kijkt naar de mensen die in Kapernaüm op Jezus afkomen, kun je zeggen dat zij Jezus volgen om beter van Hem te worden, om dingen te zien en te horen die ze mooi vinden,  omdat ze vol verwachting zijn van de dingen die Hij gaat doen:

-       de vijanden, de Romeinen het land uit jagen.

-       een blinde man die ook nog eens niet kan praten wordt genezen

-       Jezus die de confrontatie aangaat met de strenge wetgeleerden en hun godsdienstleraren openbaar de les leest.

Hier willen ze geen woord van missen. Dit willen ze meemaken, met eigen ogen zien.

 

Waarom loop jij achter Jezus aan?

Menigeen zou er jaloers op wezen: als je zoveel volk trekt. Zoveel toehoorders en sympathisanten. Wat wil je nog meer?  Maar onze Heer is dat duidelijk niet. Hij weet dat er maar dit hoeft te gebeuren of de publieke opinie slaat om. Hij weet dat ze de ene week zullen roepen ´Hosanna´, en nog geen week later ´Kruisig Hem´. Hij is verontrust, omdat de mensen Hem slechts volgen om het teken, het spektakel, het vermaak. De Here Jezus is verontrust omdat de mensen wel kijken maar niet zien, omdat ze wel horen maar niet luisteren. Ze beseffen niet Wie hier voor hen staat. Omdat de Here Jezus merkt dat horen en kijken mensen niet echt dichter bij Hem brengt (fysiek misschien wel, maar geestelijk niet), verlaat Hij het pad van de heldere, duidelijke taal, en gaat in gelijkenissen spreken.

 

Dat is opvallend. In de eerste plaats omdat wij vaak zoiets hebben van dat als iemand iets niet snapt, dat je dan probeert iets nog duidelijker uit te leggen. Zeg maar in Jip en Janneke taal. In onze hoog ontwikkelde cultuur kunnen mensen niet meer dan kleine boodschapjes tot zich nemen, het liefst in makkelijk te snappen oneliners, lekker voorgekauwd zodat je zelf niet al te veel meer hoeft na te denken. Jezus vertelt daarentegen gelijkenissen.

 

Dat is in de tweede plaats opvallend, omdat wij het idee hebben dat gelijkenissen verhaaltjes zijn die juist gemakkelijk te begrijpen zijn, zelfs voor de kinderen! Eigenlijk alleen voor de kinderen, want voor grote mensen zijn ze toch wel wat te simpel. Die willen toch liever wat meer diepgang. Die komen niet in de kerk om verhaaltjes te horen.

 

Als Jezus de eerste gelijkenis heeft verteld, komen in de pauze zijn leerlingen naar Hem toe en vragen: “Waarom spreekt U in gelijkenissen?”  Ze begrijpen deze strategie van hun Meester niet. Is dit nu wel zo´n gelukkig moment om in beeldverhalen te gaan spreken? En wat is dan het antwoord van hun Heer? Mijn boodschap is klip en klaar? Duidelijke taal? Ik beloof je een geolied bestaan vol geluk en blijheid? Helemaal niet. Jezus heeft het over geheimen. Geheimen van het Koninkrijk van de hemel. Om die te snappen komt je niet aanwaaien, daar moet je echt moeite voor doen. Het lijken misschien simpele verhaaltjes, maar er zit een diepe boodschap in! In God geloven, Jezus aannemen als Wie Hij Is, Hem Koning laten zijn in je leven, maakt het niet makkelijker maar moeilijker. Een groot raadsel. Een mysterie. Je snapt er soms niks van. Het is niet hink-stap-sprong naar de hemel, maar sterven, bekeren, schuldbelijden, dienen, de minste willen wezen, lijden, jezelf beheersen, geduldig zijn, zelfverloochening. Zeg maar: allemaal dingen waar je niet mee scoort, die niet publieksvriendelijk zijn, die je niet vanuit je luie stoel kunt bedienen, die eerder afstoten dan aantrekken.  

 

Waarom vertelt de Here Jezus van die lastige gelijkenissen? Om de mensen aan het denken te zetten. Zodat ze gaan zien en luisteren. Zodat ze in de spiegel gaan kijken. Dit gaat over mij! Dit heeft ook consequenties voor mij! Ik moet me hier ook wat van aantrekken!  Dat zie je heel goed in dat eerste verhaal, de gelijkenis van de zaaier. De zaaier zaait. Dat zie je, dat hoor je. Alleen: landt het ook? Of ben ik weg? Kunnen de vogels het gezaaide meteen weer oppikken? Of ben ik oppervlakkig? Gevoelsmatig enthousiast, geraakt voor een kort moment, maar is het ook zo weer vergeten? Of ben ik zorgelijk? Druk in de weer om geld te verdienen, om het hoofd zelf boven water houden?

 

Wat is mijn verhouding tot de Zaaier en het zaad?

Ben ik een akker waarin God zaad kan zaaien? Kan ik, wil ik, durf ik minstens een kwartier per dag akker te zijn, open voor het Woord van God? Zodat Hij ook echt tot mij kan spreken? Zodat ik kan zien en luisteren? Zodat God de heilige Geest zijn werk in mij kan doen? Zodat ik vrucht  voortbreng? Aan de vruchten kent men de akker.

 

Met een paar verzen uit de profetie van Jesaja laat Jezus zien dat de Schriften vervuld worden. Ziende zijn ze blind en horende doof. Het hart van het volk is afgestompt, vet geworden. Wat ze zien en horen dringt niet meer door. Daardoor wordt ook pijnlijk duidelijk: er zal scheiding komen. Scheiding tussen mensen die het gegeven is de geheimen van het Koninkrijk te kennen, en hen die dat niet gegeven is. Als je de ogen gesloten houdt,  zal je inderdaad niet zien. Als je de oren dichtstopt, zal je inderdaad niet horen. Als je geen open akker wilt zijn… De eerste breuklijnen trekken hun spoor, en het zal uitlopen en uiteindelijk breken op het kruis van Golgotha.

 

Bron : http://www.janhaveman.nl/data/pdf/Microsoft%20Word%20-%20Preek%20Matteus%2013.pdf


Bijbelteksten
Mattheus  13  : 10  t/m 17
En de discipelen kwamen naar Hem toe en zeiden tegen Hem: Waarom spreekt U tot hen door gelijkenissen? Hij antwoordde en zei tegen hen: Omdat het u gegeven is de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te kennen, maar aan hen is het niet gegeven. Want wie heeft, aan hem zal gegeven worden, en hij zal overvloedig hebben; maar wie niet heeft, van hem zal afgenomen worden, zelfs wat hij heeft. Daarom spreek Ik tot hen door gelijkenissen, omdat zij niet zien, ook al zien zij, en niet horen, ook al horen zij, en ook niet begrijpen. En in hen wordt de profetie van Jesaja vervuld die zegt: Met het gehoor zult u horen, maar beslist niet begrijpen; en ziende zult u zien, maar beslist niet opmerken. Want het hart van dit volk is vet geworden, en zij hebben met de oren slecht gehoord, en hun ogen hebben zij dichtgedaan, opdat zij niet op enig moment met de ogen zouden zien en met de oren horen en met het hart begrijpen, en zij zich zouden bekeren en Ik hen zou genezen. Maar uw ogen zijn zalig omdat zij zien, en uw oren omdat zij horen. Want voorwaar, Ik zeg u dat veel profeten en rechtvaardigen verlangd hebben te zien wat u ziet, en zij hebben het niet gezien; en te horen wat u hoort, en zij hebben het niet gehoord. (HSV-vertaling)

Als Jezus de eerste gelijkenis heeft verteld, komen in de pauze zijn leerlingen naar Hem toe en vragen: “Waarom spreekt U in gelijkenissen?” Ze begrijpen deze strategie van hun Meester niet. Is dit nu wel zo´n gelukkig moment om in beeldverhalen te gaan spreken? En wat is dan het antwoord van hun Heer? Mijn boodschap is klip en klaar? Duidelijke taal? Ik beloof je een geolied bestaan vol geluk en blijheid? Helemaal niet. Jezus heeft het over geheimen. Geheimen van het Koninkrijk van de hemel. Om die te snappen komt je niet aanwaaien, daar moet je echt moeite voor doen. Het lijken misschien simpele verhaaltjes, maar er zit een diepe boodschap in! In God geloven, Jezus aannemen als Wie Hij Is, Hem Koning laten zijn in je leven, maakt het niet makkelijker maar moeilijker. Een groot raadsel. Een mysterie. Je snapt er soms niks van. Het is niet hink-stap-sprong naar de hemel, maar sterven, bekeren, schuldbelijden, dienen, de minste willen wezen, lijden, jezelf beheersen, geduldig zijn, zelfverloochening. Zeg maar: allemaal dingen waar je niet mee scoort, die niet publieksvriendelijk zijn, die je niet vanuit je luie stoel kunt bedienen, die eerder afstoten dan aantrekken.

Bron : Bron : http://www.janhaveman.nl/data/pdf/Microsoft%20Word%20-%20Preek%20Matteus%2013.pdf
Mattheus  13  : 24  t/m 30
Hij hield hun een andere gelijkenis voor: "Het is met het koninkrijk van de hemel als met een mens die goed zaad op zijn akker uitzaaide. Terwijl de mensen sliepen, kwam zijn vijand onkruid tussen het graan zaaien en vertrok weer. Toen het jonge gewas opschoot en vrucht begon te dragen, kwam ook het onkruid tevoorschijn. De knechten kwamen de heer des huizes vragen: "Heer, hebt u soms geen goed zaad op uw akker gezaaid? Waar komt dat onkruid dan vandaan?" Hij antwoordde: "Dat is het werk van een vijand." De knechten zeiden tegen hem: "Wilt u dat wij er het onkruid tussenuit wieden?" Hij antwoordde: "Nee, want dan zouden jullie met het onkruid ook het graan lostrekken. Laat beide samen opgroeien tot aan de oogst, dan zal Ik, wanneer het oogsttijd is, tegen de maaiers zeggen: "Wied eerst het onkruid, bind het in bundels bij elkaar en verbrand het. Breng dan het graan bijeen in mijn schuur.?" (NBV-vertaling)

Goed en kwaad. De wereld is er vol van. Aan God ligt het niet. Hij heeft goed zaad gezaaid. Het evangelie van Jezus Christus is ontkiemd: overal op aarde zijn ze te vinden, de kinderen van het licht. Maar er is een ander in het spel, een tegenstander: hij zaait kinderen van de duisternis, mensen die het onrecht verkiezen, met alle geweld. Kunnen wij daar geen eind aan maken? Zullen wij ze er uit halen, hen verdelgen, die boosdoeners, die goddelozen? Nee, zegt God. Pas op! Jullie zouden de goeden met de kwaden vernietigen. Laat dat maar aan mij over. Jullie zijn geen maaiers. De maaiers, dat zijn de engelen! Straks op Mijn dag, als de tijd van de oogst is gekomen, zullen de engelen scheiding maken tussen goed en kwaad.

Bron : "Gaandeweg Hem tegemoet" (bijbels dagboek) van A.F. Troost, 21 juli
Mattheus  13  : 47  t/m 50
Het Koninkrijk der hemelen is ook gelijk aan een net, uitgeworpen in de zee, dat allerlei soorten vissen bijeenbrengt. Als het vol geworden is, trekken de vissers het op de oever. Ze gaan zitten en verzamelen de goede vissen in vaten, maar de slechte gooien zij weg. Zo zal het bij de voleinding van de wereld zijn: de engelen zullen uitgaan en de slechten uit het midden van de rechtvaardigen afzonderen, en zij zullen hen in de vurige oven werpen; daar zal gejammer zijn en tandengeknars. (HSV-vertaling)

Denk niet dat ieder die zegt bij Gods Koninkrijk te behoren, ook werkelijk aan Zijn maatstaf beantwoord. Denk aan het net met de vissen. Als het aan wal getrokken is, worden de vissen geselecteerd. De ondeugdelijke vissen worden weggeworpen. Onbruikbaar zijn ze, niet geschikt. Zo zal het zijn op de dag van de voleinding der wereld. Wie die visers zijn die scheiding maken tussen goede en slechte vissen? Dat zijn de engelen, die zullen het doen!

Bron : "Gaandweg Hem tegemoet" (Bijbels dagboek) van A.F. Troost, 23 juli
Lukas  6  : 39
Hij sprak ook een gelijkenis tot hen: Kan een blinde een blinde geleiden? Zullen zij niet beiden in een put vallen? (NBG-vertaling)
(In de Statenvertaling staat niet het woord "put" maar "gracht"!)

   Bijbeltekst toevoegen

 


  Terug


Versie december 2009