hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel

 

Bekijken Bijbelteksten

Trefwoord 
Wijzigen
Aarde (grond)

Categorie
Natuur

Toelichting

Bijbelteksten
Genesis  3  : 17  t/m 19
En tot de mens (= Adam) zeide Hij: Omdat gij naar uw vrouw hebt geluisterd en van de boom gegeten, waarvan Ik u geboden had: Gij zult daarvan niet eten, is de aardbodem om uwentwil vervloekt; al zwoegende zult gij daarvan eten zolang gij leeft. In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aardbodem wederkeert, omdat gij daaruit genomen zijt; want stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren. (NBG-vertaling)

Tot de dag van uw dood zult u zwetend het land bewerken om te kunnen leven. Dan zal uw lichaam vergaan tot het stof der aarde. Want uit stof bent u gemaakt en tot stof zult u weer worden. Eén van de gevolgen van de zondeval is hard werken voor je brood en dat de mens zal sterven.
Genesis  3  : 19
In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aardbodem wederkeert, omdat gij daaruit genomen zijt; want stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren. (NBG-vertaling)

De HERE heeft ons geschapen om te werken. Maar niet alleen om te werken: ook om van tijd tot tijd te rusten! Maar zo'n rustperiode bereidt je toch weer voor op je werk. Die opdracht gaf de HERE aan Adam en Eva in het paradijs: de aarde bebouwen ?n bewaren! En ondanks de zondeval bleef die opdracht. Sinds de val van Genesis 3 is het wel een werken "in het zweet uws aanschijns". Arbeid mag je, in gemeenschap met Christus, zien als een zegen en niet als een vloek. En door je arbeid kun je voorzien in je levensonderhoud en ook meedelen aan behoeftigen.
Leviticus  31  : 10
En wanneer je bij de wijnoogst druiven plukt, loop dan niet alles nog eens na en raap niet bijeen wat op de grond is gevallen, maar laat het liggen voor de armen en de vreemdelingen. Ik ben de HEER, jullie God. (NBV-vertaling)
2 Kronieken  7  : 11  t/m 14
Toen Salomo het werk aan de tempel van de HEER en het koninklijk paleis voltooid had, en alles wat hij zich omtrent de bouw van de tempel en het paleis had voorgenomen geheel volgens plan was uitgevoerd, verscheen de HEER hem in de nacht. Hij zei tegen hem: Ik heb je gebed gehoord. Ik heb deze tempel aanvaard als de plaats waar men mij offers mag brengen. Wanneer ik de hemel gesloten houd zodat er geen regen valt, of de sprinkhanen beveel het land kaal te vreten, of pest onder mijn volk laat uitbreken, en wanneer dan mijn volk, het volk dat mij toebehoort, het hoofd buigt, al biddend mijn aanwezigheid zoekt en terugkeert van zijn dwaalwegen, dan zal ik het aanhoren vanuit de hemel, zijn zonden vergeven en het land genezen. (NBV-vertaling)


Psalmen  139  : 13  t/m 16
U was het die mijn nieren vormde, die mij weefde in de buik van mijn moeder. Ik loof u voor het ontzaglijke wonder van mijn bestaan, wonderbaarlijk is wat u gemaakt hebt. Ik weet het, tot in het diepst van mijn ziel. Toen ik in het verborgene gemaakt werd, kunstig geweven in de schoot van de aarde, was mijn wezen voor u geen geheim. Uw ogen zagen mijn vormeloos begin, alles werd in uw boekrol opgetekend, aan de dagen van mijn bestaan ontbrak er niet één. (NBV-vertaling)
Markus  4  : 8
Maar er waren ook zaadjes die in goede grond vielen en wel vrucht voortbrachten: ze schoten op en groeiden en droegen vrucht. Sommige leverden het dertigvoudige op, andere het zestigvoudige en weer andere het honderdvoudige. (NBV-vertaling)
Johannes  12  : 24  t/m 25
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, indien de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft zij op zichzelf; maar indien zij sterft, brengt zij veel vrucht voort. Wie zijn leven liefheeft, maakt dat het verloren gaat, maar wie zijn leven haat in deze wereld, zal het bewaren ten eeuwigen leven. (NBG-vertaling)

Een tarwekorrel moet in de aarde vallen en sterven; anders blijft het één tarwekorrel. Als zij sterft, brengt zij veel vrucht voort. Zo is het ook met ons leven. Wie zijn leven liefheeft verliest het, maar wie in deze wereld zijn leven haat, behoudt het voor het eeuwige leven.
Handelingen  10  : 25  t/m 26  (C)
Toen Petrus het huis wilde binnengaan, kwam Cornelius hem tegemoet, en hij wierp zich eerbiedig voor zijn voeten ter aarde. Maar Petrus hielp hem overeind en zei: Sta op. Ik ben ook maar een mens. (NBV-vertaling)

Mensen mogen wij niet aanbidden. Petrus stond niet toe dat mensen voor hem zouden knielen. Petrus heeft zich niet verhoogd. Hij zat niet op een verheven troon als plaatsvervanger van Christus om eer te ontvangen die alleen God toekomt. Dit bewijst dat de paus geen opvolger van Petrus is. Het vereren van 'heiligen' is ook een vorm van mensenaanbidding. Godsdienstige leiders, politieke leiders, sportsmensen en popsterren worden ook door sommigen aanbeden.

Bron : Roy Davison

   Bijbeltekst toevoegen

 


  Terug


Versie december 2009