hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel

 

Bekijken Bijbelteksten

Trefwoord 
Wijzigen
Wetenschap (De Bijbel bevat veel wetenschappelijk verantwoorde beweringen)

Categorie
Moderne wetenschap in de Bijbel
Apologetiek (Verdediging van het christelijk geloof)

Toelichting

De bijbel bevat veel wetenschappelijk verantwoorde beweringen

 

In zijn voorwoord stelt Ben Hobrink,  auteur van het boek “Moderne wetenschap in de Bijbel” dat de Bijbel geen handboek is voor moderne natuurwetenschappen en ook niet is geschreven om ons natuurkunde, biologie of sterrenkunde te leren. Het is een boek dat ons vertelt over de relatie tussen God en mensen. Toch is er geen enkel ander boek uit de oudheid waar zoveel wetenschappelijk verantwoorde beweringen in staan als in de Bijbel. Het joodse en christelijke geloof zijn verweven met een overvloed aan objectieve controleerbare feiten. Dat kan van geen enkele andere godsdienst gezegd worden.

 

Pas in de twintigste eeuw zijn we er achter gekomen hoe wetenschappelijk verantwoord al die feiten zijn. Als christen hoef je je niet in allerlei bochten te wringen om de geloofwaardigheid van de Bijbel te verdedigen: je staat niet ‘met de rug tegen de muur’. Integendeel, het enige wat je moet doen is de details in de wetenschap en in de Bijbel nauwkeurig te bestuderen.

 

Dan blijkt keer op keer dat je op feiten stuit die de mensen uit de oudheid absoluut niet konden weten. Dan wordt des te meer duidelijk dat de Bijbel ‘door God zelf moet zijn geschreven’.

 

Hoofdstuk 1 t/m 4 Over ziekten, hygiëne en voeding

De auteur heeft biologie gestudeerd met voedingsleer als zwaartepunt. Dit vormde een prima basis voor de hoofdstukken 1 t/m 4, waarin hij uiteenzet waarom allerlei geboden uit de wet van Mozes zo gunstig waren voor een gezonde ontwikkeling van het volk Israël.

 

Zo wordt er uitgebreid verteld hoe opmerkelijk het gebod is om precies op de achtste dag te besnijden ook al is het op de Sabbat. Gebleken is dat juist op de achtste dag na de geboorte de bloedstollende stoffen van een baby een maximale omvang hebben. Ook blijkt dat mannen die zijn besneden op de achtste dag aanzienlijk minder last hebben van peniskanker en hun vrouwen negen keer zo weinig kans op baarmoederhalskanker.

 

Het verbod om bloed te eten (Leviticus 7: 26 en 27) zal zeker ook verband houden met het feit dat bloed van dieren werkelijk vergeven kan zijn met ziektekiemen. In een warm (sub)tropisch klimaat en onder onhygiënische omstandigheden ontwikkelen de ziektekiemen zich razendsnel tot hoeveelheden die bij consumptie levensgevaarlijk zijn.

 

In de oudheid waren mensen er van overtuigd dat het vet van dieren gezond is. Het is een teken van overvloed. Toch heeft God het eten van het vet van runderen, schapen en geiten verboden (Leviticus 7: 23 en 24). Tegenwoordig weet iedereen dat het eten van dierlijk vet de kans op de ontwikkeling van hart- en vaatziekten, maar ook van kanker en zwaarlijvigheid sterk vergroot. Terloops wordt ook stelling genomen tegen vermeende onjuistheden in de Bijbel als de herkauwende haas en een wereldbeeld waarin de aarde plat zou zijn.

 

Als in Exodus 20:4 staat dat de Israëlieten geen afgodsbeelden mochten maken van dieren die leefden in de ‘wateren onder de aarde’, dan wordt daar niet bedoeld dat die wateren onder de grond zitten, maar dat de waterspiegel lager is dan het aardoppervlak. Op dezelfde manier zeggen wij “Hij woont onder de toren”. Ieder weldenkend mens weet dat we niet bedoelen dat iemand onder de vloer van de toren woont, maar vlakbij de voet.

 

Hoofdstuk 5 Natuurwetenschappen

De schrijver toont aan dat de afmetingen van de ark van Noach perfect overeenstemmen met de hedendaagse inzichten op het gebied van scheepsbouw. Ook maakt hij aannemelijk dat de Ark groot genoeg was om alle diersoorten, die met verdrinking bedreigd werden, te laten overleven. Verder wordt heel boeiend geschreven over het grote aantal zondvloed verhalen dat er over de hele wereld in omloop is. Een heel overtuigend bewijs dat alle volken afstammen van Noach.

 

Een hoofdstukje over de waterhuishouding van de aarde en een vergelijking van allerlei Bijbelteksten maakt duidelijk dat het bestaan van de hydrologische watercyclus gewoon terug te vinden is in de Bijbel. Nog eens uitgebreider wordt nu aandacht gegeven aan de mythe dat de Bijbel een beeld zou schetsen van een platte aarde. Het hoofdstukje over sterrenkunde maakt duidelijk dat de auteur van de Bijbel heel goed op de hoogte moet zijn geweest van astronomische feiten die wij pas in de afgelopen eeuw hebben ontdekt.

 

Heel verrassend is dat er onder het hoofdje ‘kansberekeningen’ een verhandeling is opgenomen over het grote aantal Messiaanse profetieën in het Oude Testament die door de komst van Jezus van Nazareth in vervulling zijn gegaan. De conclusie is dat de kans dat ze door toeval in vervulling zijn gegaan onmogelijk klein is: een 1 gedeeld door een 1 met 157 nullen erachter. Bijzonder nuttig is een lijstje met 21 teksten in het OT en de corresponderende teksten in het NT die hun vervulling beschrijven.

 

Hoofdstuk 6 Schepping of evolutie

De inhoud van dit hoofdstuk is een actualisering van zijn boek “Evolutie een ei zonder kip”, dat nog steeds verkrijgbaar is voor de prijs van slechts vijf Euro. De auteur draagt een keur van argumenten aan die pleiten tegen de evolutietheorie. Samengevat komt het op het volgende neer. Er zijn onoverkomelijke grenzen tussen basistypen, zowel in de huidige natuur als in de fossiele wereld. Daarom vinden we geen levende en fossiele overgangsvormen tussen basistypen, niet op moleculair niveau en niet op het uiterlijke niveau.

 

Levende organismen bestaan uit onherleidbaar complexe structuren waarbij er niet één onderdeel gemist kan worden, en waarbij alles in een ondeelbaar ogenblik feilloos moet samenwerken. Ook de cellen, de bouwstenen, van een levend organisme zijn zo buitensporig in- gewikkeld en tellen zoveel mechanismen dat ook die vanaf het prille begin tegelijkertijd werkzaam moeten zijn geweest.

 

Dit spoort met het feit dat in de fossiele wereld alle grote diergroepen plotseling, volkomen ontwikkeld en gelijktijdig in de aardlagen verschijnen. Een geleidelijke ontwikkeling is daarom absoluut onmogelijk. Bovendien wijzen alle processen in de natuur in de richting van degeneratie en niet in de richting van evolutie. In de geologie worden honderden vondsten gedaan die beter verklaard kunnen worden met de zondvloedtheorie dan met de evolutietheorie. Daarbij komt nog dat er steeds meer aanwijzingen worden gevonden die er op duiden dat de gangbare radiometrische ouderdomsbepalingen leiden tot veel te hoge leeftijden. Er zijn al alternatieve meetmethoden ontwikkeld die aangeven dat de aarde net zo jong is als de bijbel aangeeft. Dit betekent ook dat er dus helemaal geen tijd beschikbaar is geweest voor de veronderstelde super trage evolutieprocessen.

 

Steeds meer ontdekkingen tonen aan dat de natuur en het hele heelal het product zijn van een Intelligente Ontwerper. Een conclusie die een prima start zou kunnen vormen voor een getuigend gesprek over de oorsprong van alle dingen.

 

Hoofdstuk 7 De betrouwbaarheid van de Bijbel

Dit hoofdstuk is uiteraard van het grootste belang bij evangeliserende gesprekken. Je kunt

wel tegen een zoekende zeggen dat er in de Bijbel staat dat Jezus de weg de waarheid en het leven is, maar als je niet kunt bewijzen dat het waar is dat er een God bestaat en dat de Bijbel van God komt, dan wordt je getuigenis ernstig verzwakt. Het hoofdstuk kent drie onderverdelingen.

 

A. Het gezag en de inspiratie van de Bijbel

De auteur zet meteen het mes in de bekende uitspraak van Kuitert, gedaan in 1974 “Alle spreken over Boven komt van beneden”.  Het is een gevleugelde uitdrukking geworden in bepaalde theologische kringen. Maar wie de voorgaande hoofdstukken heeft gelezen weet dat zo’n uitspraak onmogelijk waar kan zijn.

 

De auteur wijst erop dat onze Heer Jezus en de apostelen het Oude Testament altijd aanhaal-den als het absolute en letterlijke Woord van God. (Mattheüs 15: 4 en 22: 31). In het Oude Testament staan ruim 3800 claims van goddelijke inspiratie. In het Nieuwe Testament worden meer dan 300 aanhalingen gedaan uit het Oude Testament, met beroep op zijn absolute autoriteit, zoals in Mattheüs. 19:4 en in Johannes 10:35. Dat hierbij wel sprake moet zijn van woordelijke inspiratie en niet slechts het overbrengen van ideeën, blijkt volgens Hobrink uit verschillende feiten.

1. Wetenschappelijke feiten. Veel bijbelschrijvers vertellen over dingen die ze absoluut niet konden weten. In de voorgaande hoofdstukken zijn er tientallen voorbeelden van genoemd.

2. Details over het leven van Jezus. Tientallen teksten uit het OT geven een gedetailleerde beschrijving van het lijden van Jezus. Als de betreffende bijbel-schrijver niet exact woordelijk zou hebben opgeschreven wat God hem had opgedragen, dan zou de profetie niet in vervulling zijn gegaan.

3. De schrijvers begrepen hun eigen woorden niet. Vaak begrepen ze niet wat ze opschreven (Daniël 12: 8-10). David schreef in Psalm 22 over de smart van iemand die gekruisigd wordt, een vorm van straf die pas kort voor het begin van onze jaartelling door de Romeinen werd “uitgevonden”.

 

B. 50.000 fouten in de Bijbel?

 

1. De tekst van de Bijbel zelf

Hobrink geeft ook veel aandacht aan de veronderstelling dat er veel fouten in de Bijbel zelf zouden staan. Velen denken dat de oorspronkelijke Bijbeltekst zodanig is verminkt dat je niet meer van “Het Woord van God” kunt spreken. Sommige theologen beweren zelfs dat er 20.000 fouten in de Bijbel staan. De Islamiet Ahmed Deedat uit Zuid Afrika spant de kroon met zijn stelling dat het er wel 50.000 zouden zijn.

 

De auteur stelt dat in de praktijk bijna alle veronderstelde tegenstrijdigheden kunnen worden opgelost door rekening te houden met de volgende zes punten:

1. Vertaalproblemen. Deze kunnen ontstaan doordat een taal niet de juiste woorden bevat om een

    bepaalde gedachte weer te geven.

2. Doelbewuste tegenstellingen. Sommige teksten lijken elkaar tegen te spreken, maar worden opzettelijke gebruikt om de zaak van twee kanten te belichten.

3. Verschillende registratie methoden. In Marcus 15:25 staat dat Jezus op het derde uur werd gekruisigd en in Johannes 19:14 staat dat Jezus op het zesde uur nog in het paleis van Pilatus was. De verklaring is dat Marcus de Joodse tijdrekening aanhield en Johannes de Romeinse tijdrekening, die ook in klein Azië gold waar hij zijn boek schreef.

4. Oosters taalgevoel. De Bijbel is geschreven in een oosterse maatschappij, met typisch oosterse uitdrukkingen als ‘bomen klappen in hun handen’ (Jesaja 55:12) en ‘mensen varen op met vleugelen als arenden ‘ (Jesaja 40:31).

5. Moeilijk te verklaren is niet persé fout. Het is al vaak gebleken dat vrijzinnige exegeten te vroeg concludeerden dat een tekst fout moest zijn. Na verloop van tijd bleek dan toch uit buitenbijbelse gegevens dat de teksten wel betrouwbaar waren. Zo zijn er tussen de verhalen in de eerste drie Evangeliën, Mattheüs, Marcus en Lucas verschillen aan te wijzen. Ze staan in de theologie bekend als het synoptische probleem. Een verklaring kan zijn dat de schrijvers eenvoudigweg ooggetuigen-verslagen gaven van wat zij of anderen hadden meegemaakt in hun contact met Jezus. Soms belichtten ze een verschillend aspect van hetzelfde voorval.

6. Oog voor detail. Het is volgens Hobrink opvallend dat veel bijbelcritici weinig oog hebben voor details in een bijbelverhaal. Maar teksten die elkaar bij oppervlakkige beschouwing tegen lijken te spreken, blijken vaak perfect met elkaar in overeenstemming te zijn, als je op de details let.

 

2. Fouten in oude manuscripten

Hobrink stelt dat er van het Oude Testament in de afgelopen 200 jaar slechts enige duizenden manuscripten zijn overgebleven en van het Nieuwe Testament ongeveer 25.000. Het gaat dan om manuscripten waarop de hele Bijbel of een gedeelte van de Bijbel staat geschreven.

De manuscripten van het Oude Testament zijn uitermate betrouwbaar omdat de Joodse schriftgeleerden een uitermate nauwkeurige overschrijf methodiek hanteerden.

 

Het bewijs van de grote nauwkeurigheid bleek overduidelijk nadat men in 1947 bij het plaatsje Qumran aan de Dode Zee een groot aantal zorgvuldig verzegelde kruiken vond in een grot. Daarin zaten de overblijfselen van 870 boekrollen, waarvan 220 met teksten uit de Bijbel. De rollen omvatten onder andere het complete boek Jesaja en grote delen van de Psalmen, plus delen van alle andere boeken van het Oude Testament, behalve het boek Ester. De boeken waren geschreven tussen 225 vóór Christus en 68 na Christus, het jaar waarin de Romeinse soldaten een eind maakten aan de leefgemeenschap in Qumran.

 

Minder dan 1 procent van de tekst verschilde met ‘onze’ Bijbel. En de verschillen die er waren, betroffen vooral verschrijvingen en veranderingen in de spelling die in de loop der eeuwen waren opgetreden. Slechts vijf verschillen waren min of meer belangrijk.

Van het Nieuwe testament zijn veel meer handschriften overgebleven en daarin staan ook aanzienlijk meer fouten. Sommige geleerden spreken van tienduizenden fouten.

Hobrink spreekt liever van varianten omdat je immers niet weet welke variant de goede of de foute is. Daarbij komt dat de varianten niet in de algemeen aanvaarde Bijbeltekst voorkomen, maar in de circa 5700 Griekse handschriften bij elkaar. Als een woord in 3000 verschillende handschriften anders worden gespeld dan de rest, dan wordt dat geteld als 3000 varianten. Zo kom je nogal gemakkelijk aan een getal van 50.000. Maar om dan te concluderen dat er 50.000 fouten in de bijbel staan is volkomen misleidend.

 

Juist de overvloed aan oude handschriften maakt dat de algemene bijbeltekst uitermate betrouwbaar is. Door al die duizenden manuscripten tegen elkaar af te wegen, kun je concluderen wat de oorspronkelijke tekst moet zijn geweest. De meeste fouten betreffen het overschrijven van getallen en datums. Maximaal vierhonderd varianten hebben enige betekenis voor de tekst van het betreffende bijbelgedeelte. Maar nooit voor de Bijbel als geheel. Dit alles brengt met zich mee dat het Nieuwe Testament oneindig veel betrouwbaarder is dan welk ander boek uit de oudheid ook.

 

C. Archeologie en de boeken van Mozes

 

1. Archeologie bevestigt de Bijbel

Vrijzinnige geleerden beweren dat de boeken van Mozes pas tijdens de Babylonische ballingschap zijn geschreven. Ook beweerde men dat Mozes niet zou kunnen schrijven, dat de Hethieten nooit zouden hebben bestaan en het koninkrijk van David en Salomo evenmin. Ook zou er niets kloppen van de regeringstijden van de koningen van Israël etc.

Hobrink geeft bewijzen uit de archeologie die al die speculatieve stellingen weer onderuit hebben gehaald. Hij citeert de beroemdste archeoloog die ooit in Israël heeft gewerkt, W.F. Albright, die geschreven heeft dat nieuwe ontdekkingen steeds weer opnieuw de historische juistheid of letterkundige oudheid van de Pentateuch bevestigen.

 

2. Bewijzen dat Mozes de Tora heeft geschreven

Hoewel de vrijzinnige bijbeluitleg in de media de meeste aandacht krijgt, is er een overvloed aan bewijzen dat de Tora echt door Mozes is geschreven en niet 800 jaar later door een aantal priesters is verzonnen.

Hobrink geeft twaalf argumenten die pleiten voor Mozes als de enige echte auteur van de Tora.

a.. In de Tora komt een groot aantal woorden en uitdrukkingen voor die een letterlijke vertaling zijn van Egyptische woorden die in de rest van de Bijbel niet voorkomen, zoals het speciale woord ‘ark’.

b. In de eerste elf hoofdstukken van Genesis komen oude Babylonische woorden voor. Dit is te verklaren uit het feit dat Mozes oude kleitabletten uit de tijd van Abraham moet hebben gekend.

c. Archaïsche woorden. In Genesis en Exodus komen talloze verouderde woorden voor die elders in de Bijbel niet voorkomen en dus wijzen op een hoge ouderdom.

d. Geheime Egyptische gebruiken. In Genesis en Exodus worden tal van Egyptische gebruiken beschreven, die voor een buitenstaander absoluut onbekend zouden zijn.

e. Nauwkeurige beschrijving van Egyptische planten en dieren.

f. Het nauwkeurige gebruik van Egyptische plaatsnamen en persoonsnamen.

g. Gedetailleerde kennis van de woestijn-reis.

 

2. Het ontbreken van kennis van het land Kanaän

a. Kennis van het woestijnklimaat.

b. De Joodse en de Samaritaanse Pentateuch lijken erg veel op elkaar, hoewel de Joden en de Samaritanen elkaar haatten. De scheiding tussen Joden en Samaritanen was zo groot dat de Samaritanen nooit enig geschrift hebben erkend dat door Joodse priesters in Jeruzalem of in Babylon is geschreven. Het is dus ook ondenkbaar dat de Pentateuch in Babylon zou zijn geschreven.

c. Falasja’s. In Ethiopië woonden de Falasja’s, zwarte Joden die volgens de overleveringen daar woonden sinds de tijd van koning Salomo, rond 1000 voor Christus. Zij erkennen alleen de boeken van Mozes. Dat is opnieuw een bewijs dat de boeken van Mozes in de tijd van Salomo al compleet waren.

d. Verwijzingen vanuit andere bijbelboeken. In bijna alle bijbelboeken wordt verwezen naar de ‘boeken van Mozes’. Ook Jezus verwees naar Mozes als auteur van de Tora, in Johannes 5: 46 en 47. Het is toch ondenkbaar dat Jezus en al die andere schrijvers willens en wetens de gelovige massa zouden hebben misleid en dat zonder enige noodzaak of aanleiding?

 

Hoofdstuk 8 Nog enkele feiten

In het slothoofdstuk noemt Hobrink nog enkele opmerkelijke feiten op het gebied van landbouw en sociale regels. Op landbouwkundig gebied is het heel bijzonder dat God de Israëlieten gebood om de grond in het zevende jaar braak te laten liggen. Naderhand is gebleken dat braakliggen een belangrijk middel is om de oogst te beschermen tegen parasieten. De gemiddelde opbrengst is daardoor ook vele groter.

 

Op sociaal terrein is het gebod om de Sabbat te onderhouden natuurlijk heel bekend. Hobrink wijst erop dat er steeds meer indicaties komen dat het vasthouden aan het ritme van zes dagen werken en een dag rust nemen heel bevorderlijk is voor de geestelijke en lichamelijke gezondheid van de mens.

 

De conclusie van Hobrink is dat de Bijbel een uniek religieus boek in de wereldgeschiedenis is, omdat het boordevol staat met wetenschappelijk controleerbare feiten. De wetenschappelijk te controleren feiten in de Koran zijn in verhouding bijzonder gering en vaag.

 

Aan het slot van zijn boek, dat rijkelijk voorzien is van verwijzingen naar zeer recente literatuur, stelt Hobrink dat de kernboodschap niet gaat over wetenschappelijke juistheid of over historische betrouwbaarheid. Dat zijn dingen die erbij horen, maar het is slechts de verpakking. Als echter de verpakking al zo wetenschappelijk verantwoord is en zo belangrijk voor ons welzijn, hoe belangrijk moet dan wel de essentiële, geestelijke boodschap zijn!

 

Schrijver: Drs. Ben Hobrink

Uitgeverij Gideon, 2005.

ISBN 90 6067 794. € 18,50

 

Bron : www.gkvpn.nl/attachments/.../ModerneWetenschapInDeBijbel.pdf

Zie voor meer info categorie: “Moderne Wetenschap in de Bijbel”


Bijbelteksten
Jozua  10  : 12  t/m 14
Toen sprak Jozua tot YHWH ten dage, waarop YHWH de Amorieten aan de Israëlieten overleverde, en hij zeide in tegenwoordigheid van Israël: "Zon, sta stil te Gibeon en gij, maan, in het dal van Ajjalon! En de zon stond stil en de maan bleef staan, totdat het volk zich op zijn vijand gewroken had. Is dit niet geschreven in het Boek des Oprechten? De zon nu bleef staan midden aan de hemel en haastte zich niet onder te gaan omstreeks een volle dag. Een dag als deze is er noch vroeger, noch later ooit geweest, waarop YHWH zo iemands stem verhoorde, want YHWH streed voor Israël. (Statenvertaling) NASA computers faalden gedurende een terugrekening in de tijd en positie's van de zon, maan, planeten en andere hemellichamen. Na een diepgaand onderzoek kwamen ze tot de bevinding dat er een dag ontbrak in het verleden, alsof alles een dag had stilgestaan. Ze stonden voor een raadsel, tot één van de onderzoekers, een christen, zei dat er in de Bijbel sprake is van ergens bijna één dag stilstand (zie Jozua 10:12-14) http://www.nagalandpost.com/PostMortem/PostMortemDetails.aspx?p=UE0xMDA1ODIz
2 Koningen  20  : 5  t/m 11
Keer terug en zeg tot Hizkia, de vorst van mijn volk: "zo zegt YHWH, de God van uw vader David: 'Ik heb uw gebed gehoord. Ik heb uw tranen gezien; zie, Ik zal u gezond maken, op de derde dag zult gij opgaan naar het huis van YHWH. Ik zal aan uw levensdagen vijftien jaar toevoegen, en Ik zal u en deze stad uit de macht van de koning van Assur redden en deze stad beschutten, om Mijnentwil en ter wille van mijn knecht David.'" Jesaja nu zei: "Neem een vijgenkoek." Zij namen die en legden hem op de zweer. Toen genas hij. Hizkia had Jesaja gevraagd: "Wat is het teken, dat YHWH mij gezond zal maken en dat ik op de derde dag zal opgaan naar het huis van YHWH?" Daarop antwoordde Jesaja: "Dit zal u het teken zijn van YHWH's kant, dat YHWH ook doen zal wat Hij gesproken heeft: 'zal de schaduw tien treden vooruitgaan, of zal zij tien treden teruggaan?'" En Hizkia zei: "Het is gemakkelijk voor de schaduw tien treden omlaag te gaan. Neen, de schaduw moet weer tien treden teruggaan." Toen riep de profeet Jesaja tot YHWH, en Hij deed de schaduw op de treden waarlangs zij afgedaald was op de trap van Achaz, weer tien treden teruggaan. (Statenvertaling) NASA computers faalden gedurende een terugrekening in de tijd en positie's van de zon, maan, planeten en andere hemellichamen. Na een diepgaand onderzoek kwamen ze tot de bevinding dat er een dag ontbrak in het verleden, alsof alles een dag had stilgestaan. Ze stonden voor een raadsel, tot één van de onderzoekers, een christen, zei dat er in de Bijbel sprake is van ergens bijna één dag stilstand (zie Jozua 10:12-14) De berekeningen kwamen achteraf toch nog 40 minuten te kort, waarop de christelijke onderzoeker zei dat er ook nog ergens een gebeurtenis in de Bijbel staat beschreven dat de zon 10 graden terug keerde (2 Koningen 20:5-11). Die tien treden bleken precies overeen te komen met 40 minuten. Is dit niet wonderlijk? Onze God wrijft hen met hun neus in Zijn Waarheid! http://www.nagalandpost.com/PostMortem/PostMortemDetails.aspx?p=UE0xMDA1ODIz
1 Korinthiers  13  : 2
En al ware het dat ik de [gave] der profetie had, en wist al de verborgenheden en al de wetenschap; en al ware het, dat ik al het geloof had, zodat ik bergen verzette, en de liefde niet had, zo ware ik niets.(Statenvertaling)

Als ik Gods woord doorgeef, alle diepe dingen doorgrond en alles weet en al het geloof heb, zodat ik bergen kan verzetten, maar geen liefde heb, ben ik niets.

   Bijbeltekst toevoegen

 


  Terug


Versie december 2009