hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel

 

Bekijken Bijbelteksten

Trefwoord 
Wijzigen
Oogsten

Categorie

Toelichting

Bijbelteksten
Leviticus  31  : 9
Wanneer je de graanoogst binnenhaalt, oogst dan niet tot aan de rand van de akker en raap wat blijft liggen niet bijeen. (NBV-vertaling)


Leviticus  31  : 10
En wanneer je bij de wijnoogst druiven plukt, loop dan niet alles nog eens na en raap niet bijeen wat op de grond is gevallen, maar laat het liggen voor de armen en de vreemdelingen. Ik ben de HEER, jullie God. (NBV-vertaling)
Spreuken  6  : 6  t/m 11
Ga tot de mier, gij luiaard, zie haar wegen en word wijs: hoewel zij geen aanvoerder heeft, noch leidsman, noch heerser, bereidt zij in de zomer haar brood, verzamelt zij in de oogst haar spijs. Hoelang, luiaard, zult gij neerliggen, wanneer zult gij opstaan uit uw slaap? Nog even slapen, nog even sluimeren, nog even liggen met gevouwen handen – daar komt uw armoede over u als een snelle loper en uw gebrek als een gewapend man. (NBG-vertaling)

Mieren zijn kleine diertjes zonder kracht. Maar samen vormen ze een volk, ze horen bij elkaar en werken met elkaar. En wat zijn ze wijs: in de zomer verzamelen ze voedsel voor de winter. Zo houden ze rekening met de toekomst. Die door elkaar krioelende mierenmassa (het gaat kriskras, maar toch doelgericht!) kan de luiaard beschamen. Mieren zijn ons ten voorbeeld: ze werken hard, maar ze over werken zich niet. Ze arbeiden in de zomer, maar rusten in de winter.

Ga tot de mier, gij luiaard! Zie haar doen en laten en word wijs. Dat betekent: verander je gedrag en word een man met inzicht, toon karakter en denk aan je toekomst. Mieren hebben geen aanvoerder, leidsman of heerser. Toch heerst binnen die vele duizenden leden tellende kolonies mieren een wonderbaarlijke eendracht door de vrijwillige arbeid en door hun instinctieve vlijt. En de luiaard krijgt het advies om zijn stoel bij een mierenhoop neer te zetten (hij zal er zeker wel bij willen zitten!). En daar zie je ze rusteloos bezig met het verslepen van graankorrels; anderen slepen materiaal aan voor hun nest. De luiaard moet goed uit zijn ogen kijken. Het is bekend dat mieren van een bepaalde soort hele voorraden graankorrels onder de grond brengen en ze daar bewaren. Ongeveer 16 uur per dag zijn deze mieren bezig met hun arbeid. En het lijkt net of de graankorrels pootjes gekregen hebben!

Wat een wijsheid Gods zit er in één zo'n mierekopje! Juist in de zomer, als de oogst op het land staat, zijn ze in touw. Straks, na de oogst, is er immers niets meer te vinden. Dus moeten ze er nu bij zijn. Op tijd. Dan is er straks, in de winter, volop voedsel. En in die winter worden weer nieuwe mieren geboren, die dan ook te eten hebben. Zo zorgt de ene generatie voor de volgende. Wat een wijsheid! Er is geen baas onder de mieren; er wordt vrijwillig gewerkt en gestaakt wordt er niet. En dan vraagt Salomo: hoe lang, luiaard, zul jij neerliggen, wanneer sta je nu eindelijk eens op?

En dan antwoordt de luiaard: nog éven slapen en sluimeren, nog even blijven liggen, nog even met de armen over elkaar... Het „liggen met gevouwen handen" (Spreuken 6:10) heeft geen betrekking op het gebéd van de luiaard! Het betekent: nog even liggen met je armen over elkaar zie Spreuken 6:10, vertaling GNB). En dan vinden we Salomo's reactie in vers 11: de armoede overvalt je als een „snelle loper". Dat woord kan ook betekenen: rover of aanrander. Het gebrek overrompelt je, zoals een gewapend man je overrompelt! De wegen in het oude Oosten werden dikwijls door dergelijke lieden (rovers, aanranders, gewapende mannen, zwervers) onveilig gemaakt En zo wordt ook deze luiaard overrompeld. En komt "uw armoede" over u. Dat betekent: de armoede die je verdiend hebt! Omdat je in je arbeid de HERE niet wilt vrezen, ontvang je als straf: armoede.

Bron : "Maar één keer jong" van ds. M.J.C. Blok (gereformeerd vrijgemaakt predikant te Apeldoorn)
Spreuken  28  : 23
Wie een ander vermaant, zal later meer dank oogsten dan wie vleit met gladde tong. (NBG-vertaling)

Wie een ander terechtwijst, zal uiteindelijk waardering krijgen, meer dan iemand die een ander vleit. (NBV-vertaling)

Wie wordt berispt, zal merken dat hem dat goed doet, en dat het beter is dan wanneer hij naar de mond wordt gepraat.
Hosea  8  : 7
Want wie wind zaait zal storm oogsten. Het zaad brengt geen koren voort, en als het al vrucht draagt dan geeft het geen meel, en als het al meel geeft dan wordt het door vreemden verslonden. (NBV-vertaling)


Mattheus  13  : 24  t/m 30
Hij hield hun een andere gelijkenis voor: "Het is met het koninkrijk van de hemel als met een mens die goed zaad op zijn akker uitzaaide. Terwijl de mensen sliepen, kwam zijn vijand onkruid tussen het graan zaaien en vertrok weer. Toen het jonge gewas opschoot en vrucht begon te dragen, kwam ook het onkruid tevoorschijn. De knechten kwamen de heer des huizes vragen: "Heer, hebt u soms geen goed zaad op uw akker gezaaid? Waar komt dat onkruid dan vandaan?" Hij antwoordde: "Dat is het werk van een vijand." De knechten zeiden tegen hem: "Wilt u dat wij er het onkruid tussenuit wieden?" Hij antwoordde: "Nee, want dan zouden jullie met het onkruid ook het graan lostrekken. Laat beide samen opgroeien tot aan de oogst, dan zal Ik, wanneer het oogsttijd is, tegen de maaiers zeggen: "Wied eerst het onkruid, bind het in bundels bij elkaar en verbrand het. Breng dan het graan bijeen in mijn schuur.?" (NBV-vertaling)

Goed en kwaad. De wereld is er vol van. Aan God ligt het niet. Hij heeft goed zaad gezaaid. Het evangelie van Jezus Christus is ontkiemd: overal op aarde zijn ze te vinden, de kinderen van het licht. Maar er is een ander in het spel, een tegenstander: hij zaait kinderen van de duisternis, mensen die het onrecht verkiezen, met alle geweld. Kunnen wij daar geen eind aan maken? Zullen wij ze er uit halen, hen verdelgen, die boosdoeners, die goddelozen? Nee, zegt God. Pas op! Jullie zouden de goeden met de kwaden vernietigen. Laat dat maar aan mij over. Jullie zijn geen maaiers. De maaiers, dat zijn de engelen! Straks op Mijn dag, als de tijd van de oogst is gekomen, zullen de engelen scheiding maken tussen goed en kwaad.

Bron : "Gaandeweg Hem tegemoet" (bijbels dagboek) van A.F. Troost, 21 juli
Galaten  6  : 7  t/m 8
Dwaalt niet; God laat Zich niet bespotten; want zo wat de mens zaait, dat zal hij ook maaien. Want die in zijn eigen vlees zaait, zal uit het vlees verderfenis maaien; maar die in den Geest zaait, zal uit den Geest het eeuwige leven maaien. (HSV-vertaling)

Dit is een zeer belangrijke principe en een nieuwe wet van God: je oogst wat je zaait. Jij bent een akker, verdeeld in twee stukken: de akker vlees en de akker geest, je oude en je nieuwe mens. Het is de vraag waar jij in investeert. Welke vrienden kies je, welke boeken lees je, naar welke films kijk je, waar interesseer jij je voor en hoe besteed jij je vrije tijd. Investeer je in je eigen verlangens en begeertes of voed je de Geest en investeer je in je band met God? Investeren in de band met God is de middelen die Hij geeft: gebed, bijbelstudie, gesprekken met andere gelovigen, diensten, aanbiddingsbijeenkomsten enzovoort.

De Geest kan de middelen gebruiken om de vrucht in je te laten groeien en om je hongeriger te maken, zodat God je kan verzadigen. De vervulling met de Geest zorgt ervoor dat ons leven vrucht gaat dragen. Je wordt een ander mens, van binnenuit veranderd. De Geest maakt van jou eerst een ander mens voordat Hij je actief gaat inzetten.

Bron : "Verrast door de Geest" van ds. Gert Hutten (Gereformeerd Vrijgemaakt predikant te Franeker)
Galaten  6  : 7
Dwaalt niet, God laat niet met Zich spotten. Want wat een mens zaait, zal hij ook oogsten. (NBG-vertaling)


   Bijbeltekst toevoegen

 


  Terug


Versie december 2009