hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel

 

Bekijken Bijbelteksten

Trefwoord 
Wijzigen
Kind(eren) van God

Categorie

Toelichting

Geloofszekerheid

Niets is triester dan wanneer een mens niet zeker weet dat hij een wedergeboren mens, een kind van God is (Johannes 1:12,13). Geloofsonzekerheid maakt een mens ongelukkig en doelloos.

Daarom een paar persoonlijke vragen:

Ben jij er zeker van dat je een - opnieuw geboren - gelovige bent?

Is er vrede en blijdschap in je hart?

Ben je ervan verzekerd dat de Heilige Geest in je woont?

Weet je zeker dat je zonden dankzij het offer van de Heere Jezus vergeven zijn?

Weet je zeker dat je, als je vandaag sterft, naar de hemel gaat?

 

Er is zekerheid door het werk van de Heilige Geest

Een mens kan er absoluut zeker van zijn dat hij opnieuw geboren is! Lees de volgende zinnen grondig. Ze zijn zeer belangrijk. De zekerheid dat je een gelovige bent, berust niet op iets wat jij gedaan hebt, maar alleen op geloof. Geloof rust op:

a. Het Woord van God.

b. Het werk van Christus aan het kruis.

c. De opstanding van Christus.

Het geloof heeft dus in zichzelf niets verdienstelijks. Het verkrijgt zijn waarde door dat wat wordt gelooft. Dat betekent dat de zekerheid dat je opnieuw geboren bent ook niet berust op de kracht van jouw geloof. Dit klinkt heel eenvoudig en ten diepste is dat het ook. Het geloof wordt namelijk door de Heilige Geest in je hart gewerkt. Je hoeft daar zelfs niets voor te presteren. Het is een genadegave van God (Efeziërs 2:8).

Misschien roept dat werk van de Heilige Geest vragen bij je op. ‘Hoe werkt de Heilige Geest dit nu in mijn hart?’ En: ‘Ja, maar hoe weet ik nu of Hij het in mijn hart gewerkt heeft?’ Er is onderscheid te maken tussen oorzaken en gronden van de zekerheid. Het werk van de Heilige Geest in jou is een oorzaak van de zekerheid van het geloof. De Heilige Geest werkt op een verborgen wijze deze zekerheid in je hart (Joh. 3:1-8; Rom. 8:14-16). Zonder deze werking van de Heilige Geest kun jij niet tot echte zekerheid komen.

Maar dat is iets anders dan een grond voor de zekerheid. De gronden voor de zekerheid van je geloof staan in het kader hierboven: Gods beloften, Christus' werk aan het kruis en Zijn opstanding. Problemen ontstaan waar het werk van de Heilige Geest wordt beschouwd als een grond voor de zekerheid. Dan moet ik eerst weten, voelen en waarnemen dat de Heilige Geest in mij werkt om op grond daarvan te komen tot de zekerheid van het geloof. Dan moet ik in mijzelf naar zekerheid gaan zoeken, en eerst met zekerheid (!) vaststellen dat de Heilige Geest in mij werkt, voordat ik tot de zekerheid van het geloof mag komen. Maar op die manier loop ik onherroepelijk vast.

 

Wat Gods Woord zegt

Laten we daarom eens kijken wat de Bijbel hiervan zegt.

“Deze dingen heb ik geschreven aan u die gelooft in de Naam van de Zoon van God, opdat u weet dat u het eeuwige leven hebt en opdat u gelooft in de Naam van de Zoon van God.” (1 Johannes 5:13)

 

Let op het woordje ‘weet’. Dit betekent niet misschien of straks. Nee, ‘weten’ is definitief, beslist, zonder twijfel, absoluut. Volgens deze Bijbeltekst kun je absoluut zeker weten dat je Gods eigendom bent. Wie werkelijk aan de voet van het kruis zijn zonden beleden heeft en heeft gevraagd of Jezus Christus zijn zonden wil vergeven, mag weten en vertrouwen dat Hij dat zál doen. Vervolgens mag hij ook weten dat hij gered is. Waarom? Omdat Gods Woord dat zegt.

“Maar deze zijn beschreven, opdat u gelooft dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat u, gelovend, het leven hebt in Zijn Naam.’” (Johannes 20:31)

“Die in den Zoon gelooft, heeft het eeuwige leven; maar die den Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem.” (Johannes 3:36)

 

Het gaat dus om geloof. De kern of het wezen van geloof is vertrouwen. Vertrouw je voor je redding op je eigen ´verdienste´, of vertrouw je geheel en al op het werk en de Persoon van Jezus Christus? Als je werkelijk alleen op Hem vertrouwt, ben je behouden. Dat is wat God Zelf zegt in Zijn Woord. (Zie ook Psalmen 2:12; 17:7; 18:31; 31:20,25; 32:10; 33:18; 34:9,23; 36:8; 37:5,40; 40:5.)

 

Kan God leugens vertellen? Nee, nooit!

“‘God is geen man, dat Hij liegen zou, of een mensenkind, dat Hem iets berouwen zou. Zou Híj iets zeggen en het dan niet doen? Zou Híj spreken en het niet gestand doen?” (Numeri 23:19)

 

God zegt nergens dat ik moet voelen dat Hij mij gered heeft. Geloven is dus op Gods feiten vertrouwen. God is betrouwbaar. Wanneer Hij iets zegt in Zijn Woord, dan bedoelt Hij dat ook echt zo. Neem Hem op Zijn Woord. ‘Op Uw woord heb ik gehoopt.’ (Psalmen 119:114) Je moet niet afgaan op je gevoel of je emoties. Stel je vertrouwen op de betrouwbaarheid van God en de beloften van Zijn Woord. Het geloof berust op de feiten van het Woord! Het gevoel is een gevolg van geloofsvertrouwen!

 

Een ander belangrijk tekstgedeelte is Johannes 10:28:

“En Ik geef hun het eeuwige leven; en zij zullen niet verloren gaan in der eeuwigheid, en niemand zal dezelve uit Mijn hand rukken.’

 

Wat een troost om te weten dat je als je gelooft in de handen van God ligt. God zegt hier dat niets of niemand jou uit Zijn hand zal rukken. Neem Hem wat dat betreft dus ook op Zijn Woord. Als er iemand is die de waarheid spreekt, dan is het God. Je hoeft nu ook niet bang meer te zijn voor de dood. Want als je sterft, ga je naar de hemel, waar je altijd bij God mag zijn. Heel veel gelovige christenen leven na hun bekering met de angst dat ze straks toch nog verloren zullen gaan.

Wanneer je een gelovige wordt, word je deel van de Gemeente van de Heere Jezus hier op aarde. (1 Korinthiërs 12:12-31) De Bijbel beschrijft de Christelijke Gemeente als het Lichaam van Christus. Onthoud verder dat je niet moet proberen je verlossing te verdienen. (Efeziërs 2:9) God heeft jou die uit genade (gratis) gegeven. Jij kunt jezelf niet loskopen; zelfs dit heeft God voor jou gedaan. Niets wat je gedaan hebt of zal doen, kan je zonden wegpoetsen. Daar staat tegenover dat het plaatsvervangende offer (of de betaling) van Christus aan het kruis voldoende is om voor jouw zonden te betalen. Als je daarop vertrouwt, ben je gered – en dat kan dan nooit meer ongedaan worden gemaakt.

 

Het kruis en de opstanding van de Heere Jezus

Zoals eerder geschreven berust de zekerheid van het geloof op (1) het Woord van God, (2) het sterven van de Christus aan het kruis en (3) de opstanding van Christus. De Schrift zegt dat je op het moment dat je tot waarachtig geloof komt, door God wordt gerechtvaardigd. Voortaan ben je in Zijn ogen rechtvaardig, vanwege het werk en de Persoon van de Heere Jezus! (Rechtvaardiging is dus een eenmalige gebeurtenis, die plaatsvindt op het moment dat je opnieuw geboren wordt.)

 

Wat betekent het nu dat je rechtvaardig bent in de ogen van God?

a. Je zonden zijn je vergeven op grond van het lijden en sterven van Christus.

b. Je bent één (verenigd) met de opgewekte Christus. Voortaan ben je in Christus. Je deelt in Zijn dood en opstanding. Je mag zeggen: ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij. (Galaten 2:20) Dus: de opgewekte Christus leeft in mij; Hij is mijn gerechtigheid – de (of: mijn) goede Boom, die ook goede vruchten zal voortbrengen. Omdat je nu in Christus rechtvaardig bent, begint de Heilige Geest (die bij de wedergeboorte in je is komen wonen) meer en meer in je te werken, zodat je hoe langer hoe meer rechtvaardig en heilig leeft. Dat noemen we de heiligmaking.

 

Iedere gelovige zal ten diepste heilig willen leven en willen jagen naar heiligmaking en volmaaktheid. Je gaat echter niet naar de hemel op grond van jouw heilige leven, maar omdat Christus voor jouw zonden is gestorven en omdat je in Hem rechtvaardigt bent. “‘Maar uit Hem zijt gij in Christus Jezus, Die ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid, en heiligmaking, en verlossing, opdat het zij, gelijk geschreven is: Die roemt, roeme in den Heere.” (1 Korinthiërs 1:30,31)

Geloven is vertrouwen in en een overgave aan Christus. Het is niet geloven dat je gelooft, maar rusten in wat Hij gedaan heeft en in wie Hij is, om van daaruit nieuw en anders te leven. Een mens kan niet zeggen dat hij in de Heere Jezus gelooft als hij niet in overgave voor Hem leeft. Overgave vloeit voort uit het geloof en bewijst de echtheid van het geloof.

 

Leef als een nieuw mens

Soms is het voor jonge christenen moeilijk te begrijpen dat ze nu voor God aangenaam zijn. Heel veel christenen proberen jaren na hun bekering nog steeds om voor God aangenaam te worden. Realiseer jezelf echter dat je een nieuwe mens geworden bent. Van buiten kun je er nog hetzelfde uitzien, maar van binnen ben je een totaal nieuwe mens, een geestelijk mens, een opnieuw geboren mens. Nogmaals, het gaat er niet in de eerste plaats om dat je dit voelt. Het is zo, en het geloof zegt er ‘amen’ op.

“‘Ik ben met Christus gekruist; en ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij.’”(Galaten 2: 20)

Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden.” ’(2 Korinthiërs 5:17)

 

Kijk naar het woordje ‘nieuw’. God zegt dat je een nieuw schepsel bent. God heeft jou niet verbeterd. God heeft niet een paar dingen aan en in jou veranderd. Nee, je bent nieuw gemaakt door God, en je wordt daarom opgeroepen als een nieuw mens te leven. Maar let wel, ook als je opnieuw geboren bent, heb je de kracht niet in jezelf om heilig te leven. Die kracht komt van de Heilige Geest. Dat betekent dat je alles voortdurend alleen van Hem moet verwachten! Omdat je een nieuw mens bent, vraagt dit van jou een nieuwe levenswijze. Voortaan ga je de nieuwe en goede dingen doen. Je gaat je leven inrichten op een manier waar God behagen in schept. Je gaat opnieuw beantwoorden aan het doel waarvoor Hij je gemaakt heeft:

a) Om Hem te eren en lief te hebben. (Matheüs 22:37)

b) Om Hem te dienen volgens Zijn wil. (Kolossenzen 1:9,10)

c) Om je naaste te dienen en lief te hebben. (Matheüs 22:39)

d) Om je naaste het Evangelie door te geven. (Markus 5:19)

Wat een voorrecht dat je dit nieuwe leven mag leven! Je leeft onder de heerschappij en invloed van de Heere Jezus. Toen je nog niet gered was, leefde je onder de beheersing en invloed van de satan. Je wilde je eigen leven bepalen en alles draaide om je eigen wereldje, verlangens en behoeften. Je was vanuit je oude verdorven natuur zelfs een kind waarop Gods toorn rustte. (Efeziërs 2:3) Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, heeft jou door Zijn grote liefde waarmee Hij jou liefgehad heeft, ook toen je dood was door de misdaden, met Christus levend gemaakt. Uit enkel genade ben je behouden. En vanaf het uur dat je opnieuw geboren bent, leef je onder het beheer van de Heere Jezus. Nu mag je weten dat God je Vader is geworden en dat Hij voor je zorgt, zoals een aardse vader voor zijn kind. (Matheüs 7:11; Romeinen 8:15)

"Ik vertrouw erop dat Hij Die in u een goed werk begonnen is, dat voltooien zal tot op de dag van Jezus Christus.’" (Filipenzen 1:6)

 

Mogelijke oorzaken van geloofsonzekerheid

 

Je komt niet tot de zekerheid van het geloof omdat je Christus niet door het geloof hebt aangenomen, en dus niet opnieuw geboren bent.

‘Jezus antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Tenzij dat iemand wederom geboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien.’ (Joh. 3:3) ‘Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven.’ (Johannnes 1:12)

 

Je hebt onvoldoende kennis van de weg tot de redding. Het is door het geloof in Jezus Christus

alleen.

‘Totdat wij allen zullen komen tot de enigheid des geloofs en der kennis van den Zoon Gods, tot een volkomen man, tot de mate van de grootte der volheid van Christus.’ (Efeziërs 4:13)

 

Je verstaat niet dat de Heere op verschillende manieren werkt.

De Heere is soeverein. Bij de één werkt hij snel en bij een ander langzamer. In de kern is de bevinding en geloofservaring gelijk, maar in de uitwerking verschillend. Je moet jezelf niet te veel spiegelen aan anderen.

 

Je hebt een onjuist inzicht in de rechtvaardigmaking.

Je verstaat niet dat alleen het werk van Christus – en niet je eigen werk en inspanningen – de grond is om door God aangenomen te worden. God rechtvaardigt de zondaar die in Christus gelooft. Je ziet niet in dat de zwakste gelovige net zo volkomen gerechtvaardigd is als de

sterkste.

 

Je hoort vaak een onbijbelse en/of onevenwichtige prediking.

‘Daarom danken wij ook God zonder ophouden, dat, als gij het Woord der prediking van God van ons ontvangen hebt, gij dat aangenomen hebt, niet als der mensen woord, maar (gelijk het waarlijk is) als Gods Woord, dat ook werkt in u, die gelooft.’ (1 Thessalonicenzen 2:13)

 

Je let op verkeerde kenmerken om te weten of je een gelovige bent.

‘En hieraan kennen wij, dat wij Hem gekend hebben, zo wij Zijn geboden bewaren.’ (1 Johannes 2:3) Juist kenmerk: geloofsgehoorzaamheid!

 

Je leeft meer op je gevoel dan door het geloof (eenvoudig vertrouwen op de Heere).

Een mooi boekje over geloof en gevoel is ”De zekerheid van het geloof” van E. Erskine. (o.a. Hoofdstuk 2, stelling 2)

 

Je hebt onvoldoende verlangen naar ‘groei in de genade” en ‘heiligmaking”.

‘Voorts dan, broeders, wij bidden en vermanen u in den Heere Jezus, gelijk gij van ons ontvangen hebt, hoe gij moet wandelen en Gode behagen, dat gij daarin meer overvloedig wordt.’ (1 Thessalonicenzen 4:1). Zie ook 2 Petrus 1:10; Hebreeën 6:11.

 

Je hebt een slecht geweten.

Bepaalde gebeurtenissen blijven aan je geweten knagen, omdat je dit met mensen niet in orde hebt gemaakt. ‘Zo laat ons toegaan met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, onze harten gereinigd zijnde van het kwaad geweten.’ (Hebreeën. 10:22)

 

Je koestert een boezemzonde of hebt een verborgen agenda.

‘Gij bidt, en gij ontvangt niet, omdat gij kwalijk bidt, opdat gij het in uw wellusten doorbrengen zoudt.’ (Jakobus 4:3) Een toepasselijk gebed: ‘Doorgrond mij, o God! en ken mijn hart;

beproef mij, en ken mijn gedachten.’ (Psalmen 139:23)

 

Je komt niet tot geloofszekerheid vanwege je slordige levenswandel en/of je wereldgelijkvormigheid.

‘Had ik naar ongerechtigheid met mijn hart gezien, de Heere zou niet gehoord hebben. Maar zeker, God heeft gehoord; Hij heeft gemerkt op de stem van mijn gebed.” (Psalmen 66: 18-19)

Zie ook: 1 Johannes 2: 15-17.

 

Je bent nooit tot volledige overgave aan de Heere Jezus gekomen.

‘En zij deden niet alleen, gelijk wij gehoopt hadden, maar gaven zichzelven eerst aan den Heere en daarna aan ons, door den wil van God.’ (2 Korinthiërs 8:5) Zie ook Romeinen 12:1-2.

 

Je hebt psychische problemen.

‘Wat buigt gij u neder, o mijn ziel! en wat zijt gij onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven; Hij is de menigvuldige Verlossing van mijn aangezicht, en mijn God.’ (Psalmen 42:12)

 

Bron : http://www.heartcry.nl/geestelijke-groei-avonden

 

Tekenen van wedergeboorte (Kolossensen 1:3 t/m 11):
1. Geloofsgroei
2. Meer liefde voor God en de naasten
3. Wijsheid en inzicht door de Heilige Geest
4. Vrucht dragen
5. Het goede willen doen
6. Kennis van God groeit
7. Zondebesef wordt groter
8. Meer van God willen getuigen
9. Kracht van de Heilige Geest ontvangen om alles vol te houden en alles te verdragen


Bijbelteksten
Leviticus  19  : 18
Gij zult niet wraakzuchtig en haatdragend zijn tegenover de kinderen van uw volk, maar uw naaste liefhebben als uzelf: Ik ben de HERE. (NBG-vertaling)

Wees niet haatdragend. Als je iemand iets te verwijten hebt, roep hem dan ter verantwoording en laad niet omwille van een ander schuld op je door je te wreken of wrok te blijven koesteren. Heb je naaste lief als jezelf. Ik ben de HEER. (NBV-vertaling)
Psalmen  34  : 12  t/m 15
Kom, kinderen, luister naar mij, ik leer je ontzag voor de HEER. Hebben jullie het leven lief, wil je goede jaren genieten? Behoed dan je tong voor het kwaad, je lippen voor woorden van bedrog. Mijd het kwade, doe wat goed is, streef naar vrede, jaag die
Psalmen  103  : 7
Hij heeft Mozes Zijn wegen bekend gemaakt, den kinderen Israels Zijn daden. (Statenvertaling]

God maakte zijn wegen aan Mozes bekend en aan het volk Israël zijn grootse daden. Het is zeer verleidelijk om God vooral te vragen zijn macht en kracht aan ons te laten zien. Mozes wist echter dat het veel belangrijker was om te weten wat Gods plan met het volk Israël was. Daar kon hij zijn hele leven naar inrichten, wetende dat God, ongeacht de omstandigheden, de regie in handen zou hebben.

Bron : "God speelt geen enkele rol in mijn leven. Hij is de regisseur" van Wilkin van de Kamp, blz. 15
Johannes  1  : 12
Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, [namelijk] die in Zijn Naam geloven;(Statenvertaling)

Aannemen betekent hier meer dan alleen maar voor waar aannemen wat ons over Jezus verteld is. Het betekent ook meer dan Hem aannemen als je Heer en Meester. Echt de Heer of het woord van de Heer aannemen leidt ertoe dat je leeft vanuit de blijdschap van de Heilige Geest en dat je een navolger van de Heer wordt. En dat zal, als het echt is, voor iedereen zichtbaar worden. De Heer navolgen kun je niet in het verborgene doen.
Romeinen  8  : 15  t/m 16
Want gij hebt niet ontvangen een geest van slavernij om opnieuw te vrezen, maar gij hebt ontvangen de Geest van het zoonschap, door welke wij roepen: Abba, Vader. Die geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn. (NBG-vertaling

Want in ons diepste wezen overtuigt Gods Geest ons ervan, dat wij kinderen van God zijn. De Heilige Geest laat ons de Vader zien en leert ons Abba (lieve papa) zeggen tegen God.
1 Johannes  2  : 18  t/m 19
Kinderen, het laatste uur is aangebroken. U hebt gehoord dat de antichrist zal komen. Nu al treden er veel antichristen op, en daardoor weten we dat dit het laatste uur is. Ze zijn uit ons midden voortgekomen maar ze hoorden niet bij ons, want als ze werkelijk bij ons hadden gehoord, zouden ze bij ons gebleven zijn. Maar het moest aan het licht komen dat niemand van hen bij ons hoorde. (NBV-vertaling)

In de brieven van Johannes lezen we over antichristen. 'Anti' betekent 'tegen'. Een 'antichrist' is iemand die zich opstelt f tegen Christus (als Zijn vijand), f tegenover Christus (als Zijn plaatsvervanger).
1 Johannes  3  : 1
Bedenk toch hoe groot de liefde is die de Vader ons heeft geschonken! Wij worden kinderen van God genoemd, en dat zijn we ook. Dat de wereld ons niet kent, komt doordat de wereld Hem niet kent. (NBV-vertaling)

Wat heeft de Vader geweldig veel liefde voor ons! Wij h?ten niet alleen Zijn kinderen, wij zijn het ook.

God is overal. Hij is de God die de mensen heeft gemaakt met de bedoeling dat ze ??n grote familie zijn. Hijzelf is onze Vader en de wereld is ons thuis. God is jouw liefhebbende Vader. Misschien heb je een geweldige vader hier op aarde, maar blijf er aan denken dat God ook jouw Vader is.

Bron: "Dagboek voor jonge 10-ermeiden", blz. 10 en 11
1 Johannes  3  : 18
Kinderen, we moeten niet liefhebben met de mond, met woorden, maar waarachtig, met daden. (NBV-vertaling)

Wij moeten echt van elkaar houden en het uit onze daden laten blijken.
1 Johannes  4  : 1  t/m 6
Geliefden, vertrouwt niet iedere geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn in de wereld uitgegaan. Hieraan onderkent gij de Geest Gods: iedere geest, die belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is uit God; en iedere geest, die Jezus niet belijdt, is niet uit God. En dit is de geest van de antichrist, waarvan gij gehoord hebt, dat hij komen zal, en hij is nu reeds in de wereld. Gij zijt uit God, kinderkens, en gij hebt hen overwonnen; want Hij, die in u is, is meerder dan die in de wereld is. Zij zijn uit de wereld; daarom spreken zij uit de wereld en hoort de wereld naar hen. Wij zijn uit God; wie God kent, hoort naar ons; wie uit God niet is, hoort naar ons niet. Hieraan onderkennen wij de Geest der waarheid en de geest der dwaling. (NBG-vertaling)

Vertrouwt niet iedere geest. In deze tekst worden we gewaarschuwd om niet zomaar iedereen te vertrouwen en alles te geloven! Beproeft de geesten, of zij uit God zijn. Welke geesten mogen we wel geloven, en welke niet? Hoe kunnen we goede en slechte geesten herkennen? Wij moeten alles toetsen en het goede moeten we behouden. Wel dienen wij open te staan voor iedereen, steeds klaar om iets bij te leren. Maar we mogen niet zomaar alles geloven. We moeten alles toetsen. Het goede moeten we behouden en het overige verwerpen.

Waarom staat 'geesten' in deze waarschuwing? Hoe kunnen wij een geest op de proef stellen? Wij mogen niet uitsluitend naar uiterlijkheden kijken. We moeten de vraag stellen: Door welke geest wordt deze persoon bewogen? Door welke kracht gedreven? De Geest van God waarschuwt ons voor de dwaalgeesten.
Onbekend/Anders

   Bijbeltekst toevoegen

Website('s) of documenten
 Boek: Hoe word ik een kind van God?
 Leven door de Geest (Youtube)

 


  Terug


Versie december 2009