De zondvloed is echt
gebeurd!
Toen de Here zag, dat de
boosheid des mensen groot was op de aarde en al wat de overleggingen van zijn
hart voortbrachten te allen tijde slechts boos was, berouwde het de Here, dat
Hij de mens op de aarde gemaakt had, en het smartte Hem in zijn hart. En de
Here zeide: Ik zal de mensen die Ik geschapen heb, van de aardbodem uitroeien,
de mensen zowel als het vee en het kruipend gedierte en het gevogelte des
hemels, want het berouwt Mij, dat Ik hen gemaakt heb. Maar Noach vond genade in
de ogen des Heren. (Genesis
6:5-6-7)
Steeds meer twijfels over
evolutieleer
Steeds meer wetenschappers erkennen dat er
in het verleden een enorme waterramp de aarde moet hebben geteisterd. Lange
tijd heerste de gedachte dat de verschillende aardlagen heel traag sedert
miljoenen jaren moeten zijn gevormd. Maar er bestaan steeds meer twijfels ten
aanzien van deze visie.
Uitbarsting St Helena 18 mei
1980
De enorme uitbarsting van de vulkaan St. Helena in de
staat Washington in de Verenigde Staten, op 18 mei 1980, zorgde voor
vierhonderd miljoen ton hete as die 30 kilometer omhoog
werd gespuwd. De onmetelijke lavastroom
vernietigde alles op zijn weg en gigantische modderstromen sleurden onderweg
slijk, stenen, bomen, zand en dieren mee. Volgens diverse geleerden was deze
uitbarsting te vergelijken met een kracht van ruim 20.000 atoombommen. In de
nabij gelegen vallei vormde zich in circa vijf jaar een nieuwe laag gesteente tot wel 200 meter dik.
Toen wetenschappers in 1996 met de meest
moderne technieken en dateringsmethoden probeerden vast te stellen hoe oud dit
gesteente was, kwam men op ouderdommen van 350.000 tot 3 miljoen jaar. In
werkelijkheid was het gesteente pas 16 jaar oud. De betrouwbaarheid van de
gehanteerde dateringsmethodes wordt daarom terecht, steeds meer in twijfel
getrokken.
Wanneer heeft de zondvloed
plaats gevonden?
Wanneer de zondvloed precies heeft
plaatsgevonden, is niet met zekerheid bekend. Aangenomen dat de
geslachtsregisters in Genesis hoofdstuk 5 en 11 compleet zijn en dat er een
“vader-zoon” relatie is bij hen die in de geslachtsregisters genoemd worden,
dan zou de vloed plaatsgevonden hebben in 2459 v.Chr., 1656 jaar na de
schepping en Adam zou geschapen zijn in 4115 v.Chr. De vraag is echter of de
geslachtsregisters in Genesis 5 en 11 compleet zijn. Met andere woorden, moeten
ze strikt chronologisch geïnterpreteerd worden? Redenen om aan te nemen dat ze
niet compleet zijn en dat ze niet als strikte chronologie geïnterpreteerd
moeten worden zijn gegeven door dr. Henry Morris en prof. J.C. Whitcomb in hun
welbekende boek “The Genesis
Flood” (pag.474 en volgende).
Hoeveel mensen leefden bij de
zondvloed op de aarde?
Er is weinig bekend over het aantal mensen
dat op aarde leefde ten tijde van de vloed. Op deze site probeert Tom
Pickett een antwoord op die vraag te geven. Zijn berekeningen zijn gebaseerd op
wat uit de Bijbel kan worden opgemaakt. Diverse onderzoekers menen dat de
totale populatie enkele tientallen miljoenen moet zijn geweest tot maximaal
enkele honderden miljoenen. Gebaseerd op de leeftijden van de oudvaders zoals
beschreven in Genesis, komt Pickett vanaf de schepping van Adam tot aan de
vloed, in totaal 1656 jaar, uit op circa 8 miljard inwoners. De door Pickett
gehanteerde tijdsduur wordt ook door andere onderzoekers gehanteerd.
Andere zondvloedverhalen
Naast het bekende bijbelse zondvloedverhaal
zijn er bij een groot aantal oude volken op aarde overeenkomstige verhalen
aangetroffen. Zo had aan het einde van de 19e eeuw de Etnograaf R.
Andree al meer als zestig zondvloedoverleveringen verzameld uit alle delen van
de wereld. Volgens een groot aantal onderzoekers is het bijbelse verhaal over
de grote watervloed er één is uit een hele reeks en zijn Noach en zijn familie
beslist niet de enigen die deze ramp hebben overleefd.
Maar het lijkt erop dat alle bekende
zondvloedoverleveringen niets anders zijn dan verminkte flarden van het
Bijbelse verhaal dat na de Babylonische spraakverwarring de wereld is
overgegaan. Genesis 11:7 vertelt dat de Here God eerst de spraak van de mens
verwarde en hen daarna over de aarde verstrooide. Vanzelfsprekend namen deze
‘verstrooiden’ ook de geschiedenis van hun voorvaderen in hun herinnering mee.
Door de spraakverwarring veranderde de naam van Noach en werd de historische
kern van het verhaal aangetast. Ook de naam van God veranderde in die van
plaatselijke godheden zoals uit de vele verhalen blijkt.
Buitenbijbelse zondvloedverhalen
Een overlevering die nog het meest
overeenkomt met het Bijbelse verhaal over de grote vloed staat vermeld in het Soemerische
Gilgamesj Epos dat is gevonden in de ruïnes van de grote
kleitablettenbibliotheek van koning Assoerbanipal in Ninevé aan de oever van de
rivier de Tigris in het huidige Irak, het vroegere Mesopotamië. Nader onderzoek
heeft uitgewezen dat Gilgamesj een historische figuur is geweest die volgens de
Soemerische koningslijsten heerste over Erech (Oeroek) tijdens de eerste
dynastie na de zondvloed. Zijn koningschap duurde 126 jaar. Het Epos vertelt
dat Gilgamesj een man ontmoet, genaamd Oetnapisjtim die de "vader der
mensen werd genoemd". Deze vertelt hem dat hij door zijn god Ea
(Babylonische godheid) was gewaarschuwd voor een op handen zijnde watervloed.
Net als Noach kreeg ook Oetnapisjtim de opdracht een schip te bouwen.
O, gij man van Sjuruppak,
bouw een schip, doe afstand van uw rijkdom en red uw leven, want ik zal weldra
een grote vloed over de aarde brengen. Breng zaad van al wat leeft naar het
schip dat u zult bouwen.
Evenals in Genesis wordt deze opdracht
gevolgd door een aantal bijzonderheden over de afmetingen van het schip en
andere aanwijzingen voor de bouw. Deze wijken af van wat de Bijbel leert. Zo
had het schip van Oetnapisjtim zes verdiepingen terwijl de ark van Noach drie
verdiepingen telde. Oetnapisjtim nam niet alleen zijn gezin mee aan boord, maar
ook al zijn bloedverwanten en een aantal ambachtslieden. Het schip werd net als
dat van Noach, waterdicht gemaakt met dikke lagen aardpek. Hij beschreef het
losbarsten van de zondvloed op de volgende wijze;
De zuidenwind huilde en de
wateren bereikten grote hoogten en regen viel onafgebroken in grote stromen uit
de hemel op alle volkeren der aarde. En de regen stortte neer gelijk een
waterval.
De buitensporige
weersomstandigheden duurden zes dagen. Nadat het water begon te zakken strandde
het schip op de berg "Nisir". Oetnapisjtim liet eerst een duif los,
maar die kwam terug. Toen liet hij een zwaluw los en ook die keerde terug.
Tenslotte stuurde hij er een raaf op uit en die keerde niet terug.
Geen bewijzen voor Soemeriche tekst over de
zondvloed
Deskundigen die de Soemerische tekst aan
een nauwkeurig onderzoek onderwierpen kwamen tot de conclusie dat de
Soemerische overlevering ouder moest zijn dan het verhaal uit Genesis. Maar
hiervoor ontbreekt ieder bewijsmateriaal, in tegenstelling tot wat de bijbel
vertelt. Vondsten van grote aantallen kleitabletten hebben namelijk een
duidelijk beeld gegeven van de tijd die uit de eerste hoofdstukken van Genesis
bekend is. De verhalen in Genesis blijken te zijn geschreven door de
aartsvaders die rechtstreeks bij de vermelde gebeurtenissen betrokken waren en
wier namen duidelijk op de tabletten vermeld staan waaronder die van Noach.
Deze verhalen stammen dus uit de eerste hand en zijn niet beïnvloed door een
mengelmoes van mythologische voorstellingen zoals men die aantreft in het
Soemerische Gilgamesj Epos waarin een drietal oppergoden -Ea, Anoe en Enlil- tezamen
een pantheon van honderden met naam en toenaam bekende lagere goden en godinnen
bestuurden. Vanuit Babel is de geschiedenis van de zondvloed de wereld
overgegaan waar het al naar gelang de verschillende religieuze aanschouwingen
is aangepast en misvormd.
Verhaal van Lucianus van Samosata
Zo legde de Syriër Lucianus van Samosata
(120-180 n.C.) vast dat er in zijn land een oude overlevering bestond die
vertelde dat de goden de mensheid hadden bestraft met een enorme watervloed.
Slechts één man genaamd Deucalion, zoon van Prometheus en zijn gezin
overleefden de ramp in een boot waarin zich ook vee bevond. Het verslag van
Lucianus is waarschijnlijk afkomstig uit Griekse bronnen want de naam Deucalion
komt ook in de Griekse mythen voor. Hierin besloot Zeus, die in woede was
ontstoken nadat Prometheus, vuur uit de hemel had gestolen, het menselijk
geslacht te vernietigen met een overstroming. Prometheus waarschuwde zijn zoon
Deucalion voor het plan van Zeus. Hij gaf hem de opdracht een boot te bouwen om
de golven te weerstaan en zijn vrouw Pyrrha mee te nemen. Deucalion deed dat en
na verloop van tijd kwam de vloed, die negen dagen duurde en de hele wereld
onder water dompelde. Op de tiende dag begon het water te zakken en strandde de
boot van Deucalion op de berg Parnassus.
Indiase mythologie
In de Indiase mythologie is het verhaal
bekend van Manu, de vader van het menselijk ras, die bezoek kreeg van Visjnoe.
Deze verscheen in de gedaante van een vis en waarschuwde Manu, dat de wereld in
zeven dagen tijd overstroomd zou worden om de verdorvenheid van het menselijk
ras te straffen. Manu kreeg te horen dat hij samen met zeven heilige mannen en
hun vrouwen gered zou worden, als ze aan boord zouden gaan van een schip dat ze
moesten bevoorraden met voldoende voedsel. Bovendien moesten ze één paar van
iedere diersoort mee aan boord nemen. Eerst kwam de vloed en toen die weer
afnam liep Manu’s schip halverwege een berg in de Himalaya aan de grond. In het
oorspronkelijke Genesis-verhaal blijft Noachs ark vastzitten op de berg Ararat
maar bij een groot deel van de andere verhalen wordt de naam van de berg prompt
aangepast aan de nieuwe leefomgeving. Het verhaal van Deucalion is een
overlevering uit Griekenland en prompt strand ook de boot op een berg in dit
land. Het verhaal van Manu wordt in India verteld en daar strand het schip op
een berg in de Himalaya. Er zijn meer van dit soort voorbeelden bekend.
Verhalen van idianenstammen
De meeste indianenstammen van Noord-,
Midden- en Zuid-Amerika bezitten ook overleveringen over een wereldwijde
watervloed. De Azteken vertellen dat hun hoogste god Tezcatlopica het
mensenpaar Nata en Nena waarschuwde voor een op handen zijnde watervloed. Hij
droeg hen op een schip te bouwen. Ze waren uiteindelijk de enige overlevenden
van de ramp. In het British museum in Londen ligt een oud Maya-geschrift
genaamd het "Troano-manuscript".
Troano manuscript
In dit manuscript wordt verteld dat op een
dag de poorten van de hemel en de aarde werden opengezet en dat het water
bouwwerken verwoestend en de gehele bevolking uitroeiend over het land was
heengegaan. Het land was voor lange tijd onbewoonbaar geweest. Toen waren er
nieuwe bewoners gekomen met schepen over de zee.
De Hopi-indianen
die heden ten dage nog leven in het Zuidwesten van de Verenigde Staten
vertellen dat de wereld toentertijd werd vernietigd omdat de mens niet meer
gehoorzaamde aan de opdrachten van de Schepper. Alleen zij die het streven van
de Schepper in hun hart bewaarden, werden gered om de "vierde wereld"
-de tegenwoordige wereld- te bevolken. De wereld die door het
zondvloed-cataclysme werd vernietigd, noemen zij de "derde wereld".
Zij vertellen het volgende over de zondvloed:
Er was een overstroming. De wateren werden
over de aarde uitgestort. Golven die hoger waren dan bergen, rolden aan op het
land. De continenten scheurden en verzonken in de golven. Na de overstroming
bevonden de overlevenden zich op de top van één der hoogste bergen. Al het
overige lag onder water. Op de zeebodem lagen alle trotse steden en alle andere
wereldse schatten, verdorven door het kwaad. Er werd een nieuwe wereld
geschapen en de mensen werden door de afgezant van de Schepper vermaand om het
plan van de schepping uit te voeren, anders zal ook de "vierde
wereld" aan haar einde komen.
Verzonken steden
Er bestaan talloze bewijzen dat er
inderdaad een zondvloedachtige gebeurtenis op aarde heeft plaatsgevonden. Op de
bodem van o.a. de Atlantische Oceaan, Grote Oceaan, Middellandse Zee, Egeïsche
Zee en Zwarte Zee liggen ruïnes van door het water verzwolgen steden. Zo deed
prof: Manson
Valentine, een vermaard archeoloog, voor de kust van de
Bimini-eilanden bij Florida een sensationele ontdekking. Hij vond een muur
onder water van verscheidene honderden meters lengte, opgetrokken uit enorme
blokken steen van vijf meter doorsnee. Bij latere onderzoekingen kwam een
structuur aan het licht die deed denken aan een oude verzonken haven met kaden.
Met behulp van een cartografische methode die ook in het moderne
ruimteonderzoek wordt gebruikt, is de vindplaats geheel in kaart gebracht.
Canadese wetenschappers hebben voor de
westkust van Cuba resten gevonden van een mogelijk duizenden jaren oude stad.
De restanten werden met behulp van moderne sonarinstallaties aangetroffen op
een diepte van 650 meter,
aldus de BBC. De eerste aanwijzingen voor het bestaan van een verzonken stad
ter plekke kwamen vorig jaar aan het licht. Nader onderzoek wees op restanten
van granieten bouwwerken in onder meer de vorm van piramides. Deze piramides
zijn ca. 125 meter
hoog en wat bouwstijl betreft te vergelijken met de bouwwerken van de Maya’s in
Midden-Amerika.
Er bestaat een groot aantal aanwijzingen
dat de eilanden in de Grote Oceaan, overblijfselen zijn van een groot continent
dat door een buitensporig cataclysme onder water is verdwenen. Op het kleine
eiland Malden in de eilandketen Line, lopen wegen van basaltblokken
rechtstreeks de oceaan in. Als men een denkbeeldige lijn trekt van 1900 kilometer
vanuit Malden in zuidelijke richting, komt men uit op Rarotonga in de
Cook-eilandengroep. Ook hier rijst een oude weg van basaltblokken uit de oceaan
op. Alle vondsten in het gebied van de Grote Oceaan wijzen erop dat hier voor
de zondvloed een groot continent heeft gelegen waarvan veel bewaard is
gebleven.
Op het eiland Temuen in Micronesië, liggen
de ruïnes van Nan Madol. Deze ruïnes beslaan bijna het hele eiland.
Onderzoekers menen dat Nan Madol moet zijn gebouwd voordat het eiland Temuen
verscheen omdat de muren verder gaan dan de rand van het eiland en tot ver in
de oceaan doorlopen. Chinese en Japanse parelvissers zouden daar in de buurt op
de bodem van de oceaan, met mosselen en koralen begroeide straten hebben
ontdekt, benevens talloze stenen gewelven, zuilen, monolieten en resten van
huizen.
Bijbelse zondvloedverhaal is
betrouwbaar
Het bijbelse zondvloedverhaal is een
getrouwe weergave van wat er op aarde is gebeurd. Het is geen mythe -hoewel een
mythe meestal ook wel een kern van waarheid in zich heeft- of legende. Het
verhaal is evenmin ontstaan in het brein van een fantast zoals sommige
onderzoekers beweren. De hele tragedie voltrok zich voor de ogen van miljoenen
mensen en allen kwamen om, behalve Noach met zijn familie.
Grote menigten dieren vonden
de dood
In Noachs zeshonderdste
levensjaar, in de tweede maand, op de zeventiende dag der maand, op die dag
braken alle kolken der grote waterdiepte open en werden de sluizen des hemels
geopend. En de slagregen was veertig dagen en veertig nachten over de aarde. En
de wateren namen geweldig sterk toe over de aarde, en alle hoge bergen onder de
ganse hemel werden overdekt. Vijftien el daarboven stegen de wateren, en de
bergen werden overdekt. (Genesis
7:11-12-19-20)
Het Himalaya-gebergte, het hoogste ter
wereld, verheft zich als een 1600
km lange muur ten noorden van India. Deze bergrug reikt
van Kasjmir in het westen, tot voorbij Bhoetan in het oosten en heeft vele
toppen waarvan de Mount Everest een hoogte heeft van meer dan 8000 meter. Onderzoekers
waren onthutst, toen zij ontdekten dat zelfs op de hoogste rotsmassieven
skeletten lagen van zeedieren, oceaanvissen en weekdierschelpen. Hetzelfde
beeld trof men ook aan op de toppen van het Andes-gebergte in Zuid-Amerika en
op tal van andere plaatsen. De verbazing van de onderzoekers duurde echter niet
lang want al spoedig kwamen geologen met de oplossing van het raadsel. De
aanwezigheid van zeedierskeletten op de hoogste bergen op aarde had niets te
maken met een zondvloedachtige gebeurtenis maar met het omhoog komen van de
zeebodem over een periode van vele miljoenen jaren.
Maar Gods Woord is altijd waar en
betrouwbaar, want naast de vondsten op
de hoogste bergen op aarde zijn er nog veel meer verbazingwekkende ontdekkingen
gedaan die bevestigen dat er een zondvloed heeft plaatsgevonden in vrij recente
tijden. In het heuvelland aan de voet van het Himalayamassief, ten noorden van
New Delhi, bevinden zich de 1500 tot 2000 meter hoge Siwalikheuvels (of de
Subhimalaya) die zich over verscheidene honderden kilometers uitstrekken. Daar
vond men de restanten van een enorm aantal dieren die door een gigantische
vloedgolf op elkaar lijken te zijn gesmakt.
De positie van de aardas is
veranderd tijdens de zondvloed
Diverse wetenschappers die het verhaal van
de zondvloed serieus nemen zijn van mening dat er zich tijdens de ramp een
positieverandering van de aardas heeft voorgedaan. Dit is niet zomaar een
hypothese want men heeft ontdekt dat er plotseling grote
temperatuurverschillen zijn opgetreden overal op aarde. De dikke ijslaag,
die Scandinavië, de Britse eilanden en grote delen van Europa bedekten, zouden
in een razend tempo zijn verdwenen. Siberië, dat tot de zondvloed een
tropisch klimaat had gekend, kreeg plotseling te maken met hevige kou. Men
stelde vast dat de temperatuur van het ene op het andere moment tot minus
honderd graden moet zijn gedaald.
Het verschijnsel van de snelle temperatuurwisseling
in Siberië kan niet anders worden verklaard dan dat er een verandering van de
aardas moet zijn opgetreden, zo zegt men. Onderzoekers hebben in Siberië onder
een ijslaag een complete ‘dierentuin’ aangetroffen van allerlei goed bewaard
gebleven soorten beesten, aldus een artikel in The Sunday Times. Grote
kudden mammoeten, neushoorns, sabeltandtijgers en vele andere diersoorten
stierven in een oogwenk. De regen viel dagen en nachten onafgebroken uit de
hemel. Het noorden van Siberië was door de verandering van de aardas plotseling
poolgebied geworden. De watermassa’s bevroren zo snel dat de mammoeten en de
andere diersoorten volkomen gaaf in het ijs verdwenen. Inmiddels zijn in dat
gebied duizenden mammoetresten waarvan sommige compleet met huid en haar in de
bevroren grond aangetroffen. Een aantal ervan zijn met de nodige moeite naar
boven gehaald. Het vlees zag er uit als pas bevroren rundvlees. De grond moet
vanaf de dag waarop ze bedolven werden, bevroren zijn geweest en zo bleven ze
duizenden jaren onbedorven.
In het hoge noorden van Siberië, 1000 km
binnen de poolcirkel in de Arctische oceaan vond men op de Liakhof-eilanden
zo’n enorme hoeveelheid mammoet-overblijfselen dat het erop leek alsof het hele
eiland bestond uit beenderen en slagtanden. Ook de Nieuw-Siberische eilanden,
ontdekt in 1805, bieden hetzelfde beeld. De grond van de verlaten eilanden zit
volkomen volgepakt met beenderen van mammoeten, olifanten en neushoorns in
verbazingwekkende hoeveelheden. In de magen en tussen de kiezen van de
Mammoeten werden planten en grassoorten gevonden die niet in Siberië groeien.
De inhoud van de magen is zorgvuldig onderzocht; ze vertoonden onverteerd
voedsel, bladeren van bomen die heden ten dage in het uiterste zuiden van
Siberië worden aangetroffen, duizenden kilometers verwijderd van de huidige
vindplaatsen. Microscopisch onderzoek van de huid toonde rode
bloedlichaampjes aan wat niet alleen op een plotselinge dood wees, maar ook
bewees dat de dood was veroorzaakt door verstikking, vermoedelijk ten gevolge
van water.
Enorme houtheuvels bestaande
uit drijfhout
Ook trof men op de Nieuw-Siberische
eilanden enorme houtheuvels aan, bestaande uit drijfhout. Sommige van deze
houtheuvels waren zelfs 90
meter hoog. Overal op de vlakte liggen boomstammen in
een woeste wanorde dooreen alsof ze daar met groot geweld vanuit het zuiden op
een hoop zijn gesmeten. Bergenhoge golven moeten de bomen hebben meegevoerd om
ze vervolgens duizenden kilometers verderop tot hoge heuvels op te stapelen.
Walvisskeletten aangetroffen op
onverklaarbare plaatsen
In Michigan, in de Verenigde Staten,
ontdekte men walvisskeletten in een laag veen. Walvissen trekken niet
over land maar toch trof men ze aan op een hoogte van tweehonderd meter boven
de zeespiegel.
Gefossiliseerde walvisskeletten werden
eveneens gevonden op 135 m
boven zeeniveau ten noorden van het Ontariomeer en 185 m boven zeeniveau nabij
Montreal.
Een walvisskelet werd gevonden op de top
van de 915 m
hoge Sanhornberg aan de Arctische kust en 490 m hoog op het kustgebergte van Californië.
Fossielen gevonden
De Groene Rivier Formatie van Wyoming,
Utah, en Colorado bevat fossielen van palmen, platanen, esdoorns, populieren,
krokodillen, vogels, schildpadden en vele andere planten en dieren, van land of zee. Nabij Florissant,
Colorado, zijn naast gefossiliseerde vissen, vogels, insecten en honderden
soorten planten, ook bloesems en fruit gevonden. In de Morrison Formatie, een
gebied van 1,5 miljoen vierkante km in
13 staten van de Verenigde Staten en drie Canadese provincies zijn op honderden
sites beenderen van dinosaurussen gevonden, samen met gefossiliseerde vissen,
schildpadden, krokodillen en zoogdieren.
Skeletten gevonden
In Sioux County, in de staat Nebraska, is
in de Agatespring-groeve over een oppervlakte van vele kilometers een halve
meter dikke laag van dierlijke beenderen gevonden waaronder dubbelgehoornde
neushoorns en beenderen van een dier met een op een paardenhoofd lijkende kop,
doch met zware poten en klauwen zoals vleesetende dieren hebben. Daarnaast
werden beenderen opgegraven van een reuzenzwijn met een schouderhoogte van 1,80 meter. Enkele
kilometers ten oosten van Sioux County trof men de skeletten aan van een
complete kudde gazelle-kamelen. Tienduizenden van deze dieren moeten door een
vloedgolf zijn meegesleurd en in een gemeenschappelijk graf zijn neergesmakt.
Op vele andere plaatsen in Amerika zijn dergelijke vondsten gedaan. In
Big-Lone-Lick, in Kentucky zijn beenderen aangetroffen van wel honderd
mastodonten (sauriërs) en in San Pedro Valley, in Californië werden skeletten
van Sauriërs aangetroffen die rechtop stonden, in de houding waarin ze waren
gestorven. Grote menigten dieren, die de hele aarde bevolkten vonden plotseling
de dood net als de mens.
Zoektocht naar Ark van Noach
De Bijbel meldt dat God het veertig dagen
en nachten heeft laten regenen om de mensen te straffen voor hun verdorvenheid.
Toen na de zondvloed het water zakte, strandde de ark berg Ararat.
En in de zevende maand, op de
zeventiende dag der maand, bleef de ark vastzitten op het gebergte van Ararat. (Genesis 8:4)
De hele geschiedenis door zijn er berichten
verschenen dat de “Ark van Noach” zich bevindt op de 5156 hoge berg Ararat in Turkije aan de grens met Armenië.
De Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus bericht
dat volgens de Chaldese priester, historicus en sterrenkundige, Berossus, overblijfselen
van de ark op de ‘berg van de Koerden’ te vinden waren, en dat in zijn dagen de
Armeniërs stukken ervan bezaten.
Marco Polo hoorde in 1271
tijdens zijn reis naar
China ook iets over het schip van Noach en citeerde in 1298 in de gevangenis in
Genua het relaas van zijn reizen aan Rustichello, die in die dagen een bekend
schrijver was. “In het hart van Groot-Armenië bevindt zich een zeer hoge
berg, geschapen als een kubus, waar naar verluidt de Ark van Noach zou liggen,
zodat men daar spreekt van de Berg van Noachs ark “
In 1299 was hij terug in Venetië, waar hij
een nieuw relaas van zijn reizen schreef in een boek dat hij “Het boek van Marco Polo” noemde. Sommige
historici beschuldigden hem ervan dat zijn boek voor een deel uit verzinsels
bestaat. Men denkt dat hij zijn informatie haalde uit Perzische en Arabische
geschriften, maar deze beschuldigingen zijn nooit met waterdichte bewijzen
geleverd.
Tijdens de Middeleeuwen en ook daarna
werden er al onderzoeken verricht. Zo bezocht de Nederlander Jan Janszoon
Struys in 1607 een kluizenaar op de berg, die hem een kruis gaf van hout van de
ark, en hem een geschreven verklaring meegaf dat hij het hout persoonlijk uit
de ark had gehaald. Ook bestaat er een verhaal dat in 1840 een aardbeving een
klooster zou hebben verwoest waarin restanten van de ark zouden zijn bewaard.
Een drietal Britse geleerden die in 1856 de berg bezochten, zouden de ark ook
hebben ontdekt, maar hebben besloten er
geen enkele ruchtbaarheid aan te geven. Eén van de gidsen heeft op zijn
sterfbed (1918) echter het verhaal verteld en het is opgetekend door een
predikant genaamd Harold H. Williams. Ook één van de Britse geleerden legde
kort voor zijn dood een dergelijke verklaring af. In 1902 beklom een Armeense
jongen en zijn oom de berg en ook zij vonden de ark.
In de zomer van 1916 voerde de Russische
luitenant Roskovitski een expeditie uit in het gebied om de Osmaans-Tukse
troepenbewegingen te observeren. Halverwege de Ararat ontdekte hij naar
verluid, de half vergane resten van een gigantisch schip, dat op miraculeuze
wijze op deze berg was gestrand. Een priester in het gezelschap concludeerde
dat het niets anders kon zijn dan de ark van Noach.
In 1959 fotografeerde een piloot van de
Turkse luchtmacht tijdens een Navo-missie in Oost Turkije een ongebruikelijk object
op de helling van de Ararat. De foto’s van deze vreemde formatie verschenen in
de wereldpers. Ook Life Magazine maakte in zijn uitgave van 5 september 1960
melding van de vondst van de ark. Vanuit het huidige Pamirköy vertrok een
expeditie van het Turkse leger. Om een toegang tot het binnenste van de ark te
forceren, plaatste men dynamiet. Tussen de restanten werd wat vergaan houd
ontdekt.
De Archaeological Research Foundation (ARF)
onderzocht met volle medewerking van de Turkse regering in de zomer van 1960
het terrein en concludeerde dat het hier slechts om een speling van de natuur
ging. Voorwerpen of versteend hout werden niet gevonden. Er werd niets meer
over de ark gehoord totdat de op 4 augustus 1999 gestorven Amerikaan Ron Wyatt uit
Memphis Tennessee, in 1984 een zak met zand en stenen van de ark naar New York
smokkelt om daar op grootse wijze ten toon te stellen. Wyatt reisde in 1977
voor het eerst naar de Ararat, een
expeditie op kosten van onder andere James Irwin, de astronaut van
Apollo-15, en met toestemming van de Turkse autoriteiten. Wyatt was ervan
overtuigd dat de conclusies van het onderzoek in 1960 te haastig waren
getrokken. Hij beweerde tal van zwervende onderdelen van de ark: een
ankersteen, versteende houten planken, het huis dat Noach zou hebben gebouwd,
en zijn graf, te hebben ontdekt. Bij koolstof-14-dateringsmethode leek hij door
de mand te vallen, want zijn vondsten bleken iets te jong om iets met de ark te
maken te hebben. Een met veel tamtam omgeven tv-documontaire van het
Amerikaanse CBS in 1994 over een vermeende vondst, bleek ook al niet te
kloppen.
In 2004 kwam het bericht dat een team van
Amerikaanse en Turkse archeologen denken in Oost-Turkije de ark van Noach te
hebben ontdekt. De archeologen zeggen op nieuwe satellietfoto’s van de berg Ararat, sporen van de ark te
hebben gezien. Het onderzoek met behulp van de satellietfoto’s naar het
bijbelse vaartuig is echter gestrand omdat de Turkse autoriteiten niemand toelaten
op de hellingen van de berg Ararat. De plek waar de restanten van Noach’s schip
te vinden zouden zijn ligt in militair gebied. Koerden uit de regio beweren dat
de streek in 1948 door een aardbeving getroffen werd en dat nadien een gedeelte
van de ark aan de oppervlakte is gekomen.
Wederkomst van Jezus verwijst naar zondvloed
Jezus brengt Zijn wederkomst op aarde in
verbinding met de tijd van voor de zondvloed.
Want zoals het was in de
dagen van Noach zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn. Want zoals zij in
(die) dagen vóór de zondvloed waren, etende en drinkende, huwende en ten
huwelijk gevende, tot op de dag, waarop Noach in de Ark ging, en zij niets
bemerkten, eer de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van
de Zoon des mensen zijn. Dan zullen er twee in het veld zijn, één zal
aangenomen worden en één achtergelaten worden; twee vrouwen zullen aan het
malen zijn met de molen, één zal aangenomen worden, en één achtergelaten
worden. Waakt dan, want gij weet niet, op welke dag de Here komt. (Mattheüs 24:37-38-39-41-42)
Kijk op trefwoord "Ark van Noach" voor meer informatie over
bewijzen vondst ark van Noach op de berg Ararat:
Bron : http://www.franklinterhorst.nl/De%20Zondvloed.htm