hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel
Ze zeggen niet in hun hart: Laten wij toch de HEERE, onze God, vrezen, Die de regen geeft, zowel vroege regen als late regen, op zijn tijd, Die de vastgestelde weken van de oogst voor ons bewaakt. (HSV-vertaling)
Jullie zeiden niet bij jezelf: We moeten ontzag hebben voor de Heer, onze God. Hij geeft ons regen, in de herfst en in de lente, op de vaste tijden, en hij bepaalt wanneer we kunnen oogsten. (Groot Nieuws Bijbel)
En nadat zij (= Petrus en Johannes) losgelaten waren, gingen zij naar hun eigen mensen en berichtten alles wat de overpriesters en de oudsten tegen hen gezegd hadden. En toen zij dat gehoord hadden, verhieven zij eensgezind hun stem tot God en zeiden: Heere! U bent de God Die de hemel en de aarde en de zee gemaakt hebt, en alle dingen die erin zijn, en Die bij monde van David, Uw knecht, gezegd hebt: "Waarom woeden de heidenvolken en bedenken de volken wat inhoudsloos is?" (HSV-Statenvertaling)
Psalm 2 : 1Waarom woeden de heidenvolken en bedenken de volken wat zonder inhoud is? (HSV-vertaling)
De apostelen citeren uit Psalm 2:1, geschreven door David, maar ze veronderstellen terecht dat het God was die het heeft gezegd bij monde van David. Het Nieuwe Testament maakt geen onderscheid tussen wat God zegt en wat het Oude Testament zegt. Als het Oude Testament iets beweert, veronderstellen de schrijvers in het Nieuwe Testament dat het een bewering van God is, zelfs als het niet direct aan Hem is toe te schrijven.
Bron : "Wortels van ons geloof" van Chuck en Karen Cohen
Door het geloof zien wij in dat de wereld tot stand gebracht is door het Woord van God, en wel zo dat de dingen die men ziet, niet ontstaan zijn uit wat zichtbaar is. (HSV-vertaling)
Door het geloof weten wij dat het heelal door een woord van God gemaakt is; dat het zichtbare uit het onzichtbare is voortgekomen. (Het Boek)
Bijbeltekst toevoegen
Terug
Versie december 2009