hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel

 

Bekijken Bijbelteksten

Trefwoord 
Wijzigen
Lichaam

Categorie
Lichaam

Toelichting

Bijbelteksten
Leviticus  19  : 28
Zij zullen op hun hoofd geen kale plek maken, noch de rand van hun baard wegscheren noch insnijdingen in hun lichaam maken. (NBG-vertaling)

Speciaal ook de priesters werd er op gewezen hun lichaam niet te beschadigen. Priesters moesten geheiligd (afgezonderd) leven. Aan hun levens moesten de mensen zien wie de heilige God is.
Spreuken  14  : 30

Een gezond hart is het leven voor het lichaam, maar afgunst is verrotting van de beenderen. (HSV-vertaling)


Spreuken  16  : 24
Vriendelijke woorden zijn als honigzeem, zoet voor de ziel en medicijn voor het gebeente. (NBG-vertaling)

Vriendelijke uitspraken zijn als als honingraat, zoet voor het verstand en medicijn voor het lichaam.
Ezechiel  11  : 19
Ik zal hun één hart geven en een nieuwe geest in hun binnenste, en Ik zal het hart van steen uit hun lichaam verwijderen en hun een hart van vlees geven. (NBG-vertaling)

De wet kwam op stenen tafelen. En de mensen vonden het zwaar om zich aan de tien geboden te houden. En wie het wel lukte om zich aan de meeste wetten te houden, zou hard van hart zijn. En dat is wat Ezechiël zegt over het nieuwe verbond. God wil ons een hart van vlees geven: een hart dat gevoelig en ontvankelijk is voor de aanraking van God. We horen niet hard van hart te zijn. Als je veel bezeerd bent, gebeurt dat soms. Je kunt naar de kerk gaan, maar niet echt tijd doorbrengen met God. Maar als je echt tijd gaat vrijmaken voor God, dan begin je met andere mensen te willen liefhebben. En God verzacht je harde hart. En één van de dingen die gebeurt, wanneer je hart zacht wordt, is dat je barmhartig wordt. Je bent bereid om mensen genade te verlenen. En je leert dat liefde altijd het beste gelooft. Liefde gelooft het allerbeste.

Bron : Joyce Meijer, aflevering 2, Family7
Romeinen  1  : 19  t/m 25  (C)
Want wat een mens over God kan weten is hun bekend omdat God het aan hen kenbaar heeft gemaakt. Zijn onzichtbare eigenschappen zijn vanaf de schepping van de wereld zichtbaar in zijn werken, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid zijn voor het verstand waarneembaar. Er is niets waardoor zij te verontschuldigen zijn, want hoewel ze God kennen, hebben ze hem niet de eer en de dank gebracht die hem toekomen. Hun overpeinzingen zijn volkomen zinloos en hun onverstandig hart is verduisterd. Terwijl ze beweren wijs te zijn, zijn ze dwaas en hebben ze de majesteit van de onvergankelijke God ingewisseld voor beelden van vergankelijke mensen, vogels, lopende en kruipende dieren. Daarom heeft God hen in hun lage begeerten uitgeleverd aan zedeloosheid, waarmee ze hun lichaam onteren. Ze hebben de waarheid over God ingewisseld voor de leugen; ze vereren en aanbidden het geschapene in plaats van de schepper, die moet worden geprezen tot in eeuwigheid. Amen. (NBV-vertaling)

In de bijbel heet occultisme vaak ‘afgoderij’. Dit bijbelgedeelte laat zien dat die afgoderij steeds voortkomt uit een door trots en misleiding verziekte geest; die geest verkiest duistere praktijken boven God, aanbidt de schepping in plaats van de Schepper, en vervalt in lichamelijke onreinheid in plaats van het ‘goddelijke’ te vinden. Deze vier zaken zijn nog steeds kenmerkend voor het occulte.
2 Korinthiers  4  : 1  t/m 10
Daarom, nu wij deze bediening hebben, die ons door barmhartigheid is toevertrouwd, verliezen wij de moed niet, maar hebben wij verworpen alle schandelijke praktijken, die het licht niet kunnen zien, daar wij niet met sluwheid omgaan of het woord Gods vervalsen, maar de waarheid aan het licht brengen en zo bij elk menselijk geweten onze eigen aanbeveling zijn voor het oog van God. Indien dan nog ons evangelie bedekt is, is het bedekt bij hen, die verloren gaan, ongelovigen, wier overleggingen de god dezer eeuw met blindheid heeft geslagen, zodat zij het schijnsel niet ontwaren van het evangelie der heerlijkheid van Christus, die het beeld Gods is. Want wij prediken niet onszelf, maar Christus Jezus als Here, en onszelf als uw dienaren om Jezus wil. Want de God, die gesproken heeft: Licht schijne uit het duister, heeft het doen schijnen in onze harten, om ons te verlichten met de kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Christus. Maar wij hebben deze schat in aarden vaten, zodat de kracht, die alles te boven gaat, van God is en niet van ons: in alles zijn wij in de druk, doch niet in het nauw; om raad verlegen, doch niet radeloos; vervolgd, doch niet verlaten; ter aarde geworpen, doch niet verloren; te allen tijde het sterven van Jezus in het lichaam omdragende, opdat ook het leven van Jezus zich in ons lichaam openbare. (NBG-vertaling)

Openllijke verkondiging van de waarheid
Daarom geven wij de moed niet op, nu wij door Gods ontferming met deze dienst zijn belast. Wij laten ons niet in met laffe heimelijkheid, wij gaan niet met sluwheid te werk en wij vervalsen Gods woord niet. Door de waarheid openlijk te verkondigen bevelen wij ons aan bij het geweten van alle mensen, ten overstaan van God. En als er nog een sluier ligt over het evangelie dat wij verkondigen, dan toch alleen voor hen die verloren gaan, voor de ongelovigen; hun denken is door de god van deze wereld zo verblind, dat zij de glans niet ontwaren van het evangelie van de heerlijkheid van Christus, die het beeld van God is. Wij verkondigen immers niet onszelf, maar wij verkondigen Jezus Christus als de Heer en onszelf als uw dienaren omwille van Jezus. Dezelfde God die gezegd heeft: "Uit de duisternis zal licht schijnen", heeft zijn licht laten schijnen in ons hart om de kennis te laten stralen van zijn heerlijkheid, die ligt over het gelaat van Jezus Christus.

Vol goede moed bij tegenslag
Maar wij dragen deze schat in aarden potten, en zo blijkt dat die overgrote kracht van God komt en niet van ons. Van alle kanten worden wij belaagd maar we zitten niet in het nauw; we zijn radeloos maar niet ten einde raad; we worden opgejaagd maar niet in de steek gelaten; neergeveld maar niet gedood. Altijd dragen wij het sterven van Jezus in ons lichaam mee, opdat ook het leven van Jezus zich in ons lichaam openbaart. (Willibrord-vertaling)

Er is bij een ongelovige altijd een spirituele dimensie in zijn weerstand tegen het evangelie en verstandelijke beschouwingen zijn nooit in en van zichzelf voldoende om een ongelovige hart te bekeren. Gebed en geestelijke oorlogvoering zijn daarbij altijd nodig.
Jakobus  3  : 3  t/m 5
Paarden doen we een bit in de mond om ze te laten gehoorzamen, en zo kunnen we hun hele lijf sturen. En kijk eens hoe reusachtige schepen, voortgestuwd door hevige wind, met een klein roer in de richting worden gestuurd die de stuurman bepaalt. Zo is ook de tong een klein orgaan, maar wat een grootspraak kan hij voortbrengen! (NBV-vertalng)

Net als het bit van een paard en het roer van een schip, is ook de tong een klein ding, maar wat kan het veel kwaad doen.

   Bijbeltekst toevoegen

 


  Terug


Versie december 2009