hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel

 

Bekijken Bijbelteksten

Trefwoord 
Wijzigen
Huis

Categorie

Toelichting

Bijbelteksten
Leviticus  13  : 46
Al de dagen, in welke deze plaag (= de pest) aan hem zal zijn, zal hij onrein zijn; onrein is hij, hij zal alleen wonen; buiten het leger zal zijn woning wezen.(Statenvertaling)
Nehemia  5  : 1  t/m 13
De bevolking, en vooral de vrouwen, beklaagde zich luid over een aantal van hun Joodse volksgenoten. Sommigen zeiden: "We hebben veel zonen en dochters, en daarom willen we graan! We moeten eten, anders gaan we dood!" Anderen zeiden: "We hebben onze akkers, wijngaarden en huizen in onderpand gegeven om graan te kunnen kopen nu er honger heerst." Weer anderen zeiden: "We hebben onze akkers en wijngaarden moeten belenen om de belasting aan de koning te kunnen betalen. En nu onze akkers en wijngaarden in het bezit van anderen zijn, moeten we onze zonen en dochters als slaaf verkopen. Sommige van onze dochters zijn al slavin. Wij staan machteloos! Maar we zijn toch van hetzelfde vlees en bloed als onze volksgenoten, onze kinderen zijn toch niet minder dan die van hen!" Ik werd woedend toen ik hun klachten en de aangedragen feiten hoorde. Ik ging bij mezelf te rade en besloot de vooraanstaande burgers en de bestuurders ter verantwoording te roepen. Ik verweet hun dat zij rente van hun volksgenoten verlangden. In een grote vergadering die ik met het oog op hun gedrag bijeen had geroepen, zei ik tegen hen: "Voor zover het ons mogelijk was hebben wij de Joodse volksgenoten die zich aan vreemden hadden moeten verkopen, teruggekocht. En nu moeten we zelfs volksgenoten vrijkopen die door u worden verkocht!" Ze zwegen, ze wisten niet wat ze moesten zeggen. Ik vervolgde: "Wat u doet, is niet goed. Heb toch, bij alles wat u doet, ontzag voor onze God, anders haalt u zich de hoon van de vijandelijke volken op de hals! Ook ik, mijn broers en mijn mannen hebben geld en graan uitgeleend. Laten we nu deze schuld kwijtschelden! Geef hun daarom vandaag nog hun akkers terug, hun wijngaarden, olijfbomen en huizen, en scheld de rente kwijt van het geld en het graan, de wijn en de olie die u aan hen hebt geleend.? Toen zeiden ze: ?We zullen alles teruggeven en niets vorderen. We zullen doen wat u zegt," en in aanwezigheid van de priesters die ik had laten komen, liet ik hen zweren dat ze woord zouden houden. Vervolgens schudde ik de plooi van mijn mantel uit en zei: "Zo zal God iedereen uitschudden die zich niet aan deze afspraak houdt. Uitgeschud en berooid zal hij zijn, zonder huis of have." Alle aanwezigen riepen "Amen," en ze loofden de HEER. Iedereen kwam zijn belofte na.(NBV-vertaling)

Nehemia zag zich genoodzaakt om zijn bestuurders een eed te laten zweren om hen zich te laten gedragen. Ze hadden zich aan grootgrondbezit schuldig gemaakt. De arme Isra?lieten moesten zelfs hun kinderen als slaaf verkopen om rond te kunnen komen.

Bron : spel "De Nationale Bijbelquiz"
Spreuken  19  : 14
Huis en goed is een erve van de vaderen; maar een verstandige vrouw is van den HEERE. (Statenvertaling)

Je huis en rijkdom erf je van je voorouders, maar een vrouw met inzicht krijg je van de HEER. (NBV-vertaling)
Mattheus  5  : 15
Noch steekt men een kaars aan, en zet die onder een koornmaat, maar op een kandelaar, en zij schijnt allen, die in het huis zijn; (Statenvertaling)

Men steekt ook geen lamp aan om hem vervolgens onder een korenmaat weg te zetten, nee, men zet hem op een standaard, zodat hij licht geeft voor ieder die in huis is.
Mattheus  12  : 43  t/m 45
Wanneer een onreine geest iemand verlaat, trekt hij door dorre oorden op zoek naar een rustplaats. Maar als hij die niet vindt, zegt hij: “Ik zal terugkeren naar mijn huis, dat ik verlaten heb.” En wanneer hij terugkeert, merkt hij dat het leegstaat, schoongemaakt is en op orde gebracht. Dan gaat hij weg en haalt er zeven andere demonen bij, die slechter zijn dan hijzelf, en zij allen nemen daar blijvend hun intrek. En zo is de mens bij wie de demon intrekt er ten slotte veel slechter aan toe dan voorheen. Zo zal het ook gaan met deze verdorven generatie.’ (NBV-vertaling)

De binding die is ontstaan moet verbroken worden en dat kan alleen in de naam van Jezus. Of het nu om jezelf of een ander gaat, het is in alle gevallen aan te bevelen hulp te zoeken bij christenen met ervaring en expertise op het gebied van pastoraat en bevrijding. Het proces van bevrijding gaat gepaard met intensief gebed, het openlijk belijden van je zonden, het binden en wegzenden van demonische machten en overgave aan Jezus. Iemand die zich niet aan Jezus wil toewijden moet je niet bevrijden, omdat de kwade machten anders versterkt zullen terugkeren in zijn leven.
Lukas  1  : 28  t/m 37
Gabriël ging haar huis binnen en zei: ‘Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je.’ Ze schrok hevig bij het horen van zijn woorden en vroeg zich af wat die begroeting te betekenen had. Maar de engel zei tegen haar: ‘Wees niet bang, Maria, God heeft je zijn gunst geschonken. Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet hem Jezus noemen. Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God, de Heer, zal hem de troon van zijn vader David geven. Tot in eeuwigheid zal hij koning zijn over het volk van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.’ Maria vroeg aan de engel: ‘Hoe zal dat gebeuren? Ik heb immers nog nooit gemeenschap met een man gehad.’ De engel antwoordde: ‘De heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw bedekken. Daarom zal het kind dat geboren wordt, heilig worden genoemd en Zoon van God. Luister, ook je familielid Elisabet is zwanger van een zoon, ondanks haar hoge leeftijd. Ze is nu, ook al hield men haar voor onvruchtbaar, in de zesde maand van haar zwangerschap, want voor God is niets onmogelijk.’ (NBV-vertaling)

Gods plan met Maria uit Nazaret was bijzonder. Eigenlijk was zij een meisje van geen betekenis. Waarschijnlijk hadden anderen haar leven al helemaal voor haar uitgestippeld. In die tijd was het niet ongewoon als je als meisje op jonge leeftijd door je ouders werd uitgehuwelijkt. In ieder geval lezen we in de Bijbel dat de ongeveer 16-jarige Maria ondertrouwd was met Jozef de timmerman en dus nog niet bij hem woonde. Volgens Joodse traditie was Jozef bezig een huis voor hen te bouwen. Als het huis klaar was, zou hij haar roepen en zouden ze gaan trouwen. Midden in de huwelijksvoorbereidingen verscheen plotseling de engel Gabriël aan Maria om haar te vertellen, dat zij zwanger zal worden en een zoon zal baren en dat ze Hem Jezus moet noemen (Lukas 1 : 28-37).

Maria was begenadigd omdat God haar had uitgekozen de moeder van Jezus te worden. Dit was Gods plan voor haar leven. Ze zou niet op een natuurlijke manier zwanger worden. Het was voor God namelijk onmogelijk dat de Zoon van God geboren zou worden uit een vrouw en een man. Want dan zou Hij deel hebben gekregen aan hun zondige natuur. Daarom moest God een wonder doen. De kracht van de Heilige Geest zou over haar komen en een scheppingswonder in haar verrichten. Jezus zou niet het erfelijk materiaal van zijn adoptievader Jozef, maar van Zijn Vader in de hemel ontvangen. Hoe kon Maria dit geloven? Zou haar familie dit geloven? en Jozef? Hoe zouden zij op dit 'nieuws' reageren? Zoveel vragen zullen er door Maria's hoofd zijn gegaan. De belangrijkste vraag was of Maria de regie van haar leven aan God wilde overgeven. Durfde ze de plaats in te nemen die God voor haar had uitgedacht in zijn reddingsplan voor de wereld? Maria durfde het aan met God.
Lukas  1  : 39  t/m 45
Kort daarop reisde Maria in grote haast naar het bergland, naar een stad in Juda, waar ze het huis van Zacharias binnenging en Elisabet begroette. Toen Elisabet de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot; ze werd vervuld van de heilige Geest en riep luid: ‘De meest gezegende ben je van alle vrouwen, en gezegend is de vrucht van je schoot! Wie ben ik dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt? Toen ik je groet hoorde, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan.’ (NBV-vertaling)

De Bijbel zegt dat Maria kort daarop in grote haast op reis ging om Elisabeth te bezoeken. Op het moment dat Maria arriveerde, werden de woorden van de engel door Elisabeth bevestigd. Voordat Maria iets kon zeggen, riep Elisabeth luidt: "De meest gezegende ben je van alle vrouwen en gezegend is de vrucht van je schoot! Wie ben ik dat de moeder van Mijn Heer naar mij toe komt? Toen ik je groet hoorde, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan!(Lukas 1 : 42-45)

Toen wist Maria zeker dat wat de engel gezegd had ook werkelijk zou gebeuren. Zij was geroepen om de moeder van de Messias te worden. God had haar op een heel bijzondere manier bevestigd. Maria durfde "ja" te zeggen tegen Gods plan voor haar leven. Ongeacht hoe anderen hierop zouden reageren. Ongeacht wat komen zou, zij zou zich vasthouden aan de woorden van Elisabeth: "Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan."

Maria is een groot voorbeeld voor ons, omdat zij het aandurfde een rol te spelen in het plan dat God had bedacht, zonder dat ze wist wat er precies gebeuren zou. Dus ook voor ons geldt: "Gelukkig is degene die gelooft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan."

Bron : "God speelt geen enkele rol in mijn leven. Hij is de regisseur" van Wilkin van der Kamp, blz. 19 t/m 21
Lukas  18  : 14
Ik zeg jullie, hij ging naar huis als iemand die rechtvaardig is in de ogen van God, maar die ander niet. Want wie zichzelf verhoogt zal vernederd worden, maar wie zichzelf vernedert zal verhoogd worden. (NBV-vertaling)

Wie erop uit is meer eer te krijgen dan hem toekomt, zal worden vernederd. Maar wie nederig is, zal eer ontvangen.
Handelingen  10  : 25  t/m 26  (C)
Toen Petrus het huis wilde binnengaan, kwam Cornelius hem tegemoet, en hij wierp zich eerbiedig voor zijn voeten ter aarde. Maar Petrus hielp hem overeind en zei: Sta op. Ik ben ook maar een mens. (NBV-vertaling)

Mensen mogen wij niet aanbidden. Petrus stond niet toe dat mensen voor hem zouden knielen. Petrus heeft zich niet verhoogd. Hij zat niet op een verheven troon als plaatsvervanger van Christus om eer te ontvangen die alleen God toekomt. Dit bewijst dat de paus geen opvolger van Petrus is. Het vereren van 'heiligen' is ook een vorm van mensenaanbidding. Godsdienstige leiders, politieke leiders, sportsmensen en popsterren worden ook door sommigen aanbeden.

Bron : Roy Davison
1 Timotheus  6  : 8
Als wij echter onderhoud (SV: voedsel) en onderdak (SV: deksel) hebben, dan moet ons dat genoeg zijn. (NBG-vertaling)

   Bijbeltekst toevoegen

 


  Terug


Versie december 2009