hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel

 

Bekijken Bijbelteksten

Trefwoord 
Wijzigen
Zaad

Categorie

Toelichting

Bijbelteksten
Spreuken  6  : 6  t/m 11
Ga tot de mier, gij luiaard, zie haar wegen en word wijs: hoewel zij geen aanvoerder heeft, noch leidsman, noch heerser, bereidt zij in de zomer haar brood, verzamelt zij in de oogst haar spijs. Hoelang, luiaard, zult gij neerliggen, wanneer zult gij opstaan uit uw slaap? Nog even slapen, nog even sluimeren, nog even liggen met gevouwen handen – daar komt uw armoede over u als een snelle loper en uw gebrek als een gewapend man. (NBG-vertaling)

Mieren zijn kleine diertjes zonder kracht. Maar samen vormen ze een volk, ze horen bij elkaar en werken met elkaar. En wat zijn ze wijs: in de zomer verzamelen ze voedsel voor de winter. Zo houden ze rekening met de toekomst. Die door elkaar krioelende mierenmassa (het gaat kriskras, maar toch doelgericht!) kan de luiaard beschamen. Mieren zijn ons ten voorbeeld: ze werken hard, maar ze over werken zich niet. Ze arbeiden in de zomer, maar rusten in de winter.

Ga tot de mier, gij luiaard! Zie haar doen en laten en word wijs. Dat betekent: verander je gedrag en word een man met inzicht, toon karakter en denk aan je toekomst. Mieren hebben geen aanvoerder, leidsman of heerser. Toch heerst binnen die vele duizenden leden tellende kolonies mieren een wonderbaarlijke eendracht door de vrijwillige arbeid en door hun instinctieve vlijt. En de luiaard krijgt het advies om zijn stoel bij een mierenhoop neer te zetten (hij zal er zeker wel bij willen zitten!). En daar zie je ze rusteloos bezig met het verslepen van graankorrels; anderen slepen materiaal aan voor hun nest. De luiaard moet goed uit zijn ogen kijken. Het is bekend dat mieren van een bepaalde soort hele voorraden graankorrels onder de grond brengen en ze daar bewaren. Ongeveer 16 uur per dag zijn deze mieren bezig met hun arbeid. En het lijkt net of de graankorrels pootjes gekregen hebben!

Wat een wijsheid Gods zit er in één zo'n mierekopje! Juist in de zomer, als de oogst op het land staat, zijn ze in touw. Straks, na de oogst, is er immers niets meer te vinden. Dus moeten ze er nu bij zijn. Op tijd. Dan is er straks, in de winter, volop voedsel. En in die winter worden weer nieuwe mieren geboren, die dan ook te eten hebben. Zo zorgt de ene generatie voor de volgende. Wat een wijsheid! Er is geen baas onder de mieren; er wordt vrijwillig gewerkt en gestaakt wordt er niet. En dan vraagt Salomo: hoe lang, luiaard, zul jij neerliggen, wanneer sta je nu eindelijk eens op?

En dan antwoordt de luiaard: nog éven slapen en sluimeren, nog even blijven liggen, nog even met de armen over elkaar... Het „liggen met gevouwen handen" (Spreuken 6:10) heeft geen betrekking op het gebéd van de luiaard! Het betekent: nog even liggen met je armen over elkaar zie Spreuken 6:10, vertaling GNB). En dan vinden we Salomo's reactie in vers 11: de armoede overvalt je als een „snelle loper". Dat woord kan ook betekenen: rover of aanrander. Het gebrek overrompelt je, zoals een gewapend man je overrompelt! De wegen in het oude Oosten werden dikwijls door dergelijke lieden (rovers, aanranders, gewapende mannen, zwervers) onveilig gemaakt En zo wordt ook deze luiaard overrompeld. En komt "uw armoede" over u. Dat betekent: de armoede die je verdiend hebt! Omdat je in je arbeid de HERE niet wilt vrezen, ontvang je als straf: armoede.

Bron : "Maar één keer jong" van ds. M.J.C. Blok (gereformeerd vrijgemaakt predikant te Apeldoorn)
Jeremia  4  : 3
"Want dit zegt de HEER tegen Juda en Jeruzalem: Ontgin nieuw land, en zaai niet tussen de dorens." (NBV-vertaling)

Doorploeg de hardheid van uw harten, zodat het zaad niet tussen de doornen valt.
Hosea  8  : 7
Want wie wind zaait zal storm oogsten. Het zaad brengt geen koren voort, en als het al vrucht draagt dan geeft het geen meel, en als het al meel geeft dan wordt het door vreemden verslonden. (NBV-vertaling)


Markus  4  : 8
Maar er waren ook zaadjes die in goede grond vielen en wel vrucht voortbrachten: ze schoten op en groeiden en droegen vrucht. Sommige leverden het dertigvoudige op, andere het zestigvoudige en weer andere het honderdvoudige. (NBV-vertaling)

   Bijbeltekst toevoegen

 


  Terug


Versie december 2009