hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel

 

Bekijken Bijbelteksten

Trefwoord 
Wijzigen
Dopen (Is de kinderdoop echt nodig?)

Categorie
Verschillen in bijbeluitleg

Toelichting

De kinderdoop echt nodig

Twee achtergronden
Als we de kerkgeschiedenis overzien, is er geen tijd waarin de kinderdoop onder christenen zo aangevochten is als in deze en de vorige eeuw. Als we naar de geschiedenis kijken was het aantal mensen dat niet van de kinderdoop wilde weten altijd klein. Dat is vandaag anders. Wij maken dat ook in toenemende mate in onze kerken mee. De zuigkracht om de doop gelijk te stellen met jouw keuze voor Christus, jouw keuze voor God is heel erg groot. Wij kunnen dat vanuit de geschiedenis ook wel verklaren.

Het is opvallend dat het moderne baptisme opkomt na wat de Verlichting genoemd word. Dat zijn de ideeën die tot de Franse Revolutie aan het einde van de 19e eeuw geleid hebben en daarna heel grote doorwerking in de Westerse wereld gekregen hebben. Een van de belangrijke punten die vanuit de Verlichting naar ons toekwamen is dat het leven een zaak van eigen keuze is. De individualisering die we in onze samenleving meemaken is o.a. daarvan een uitloper. Wij moeten daarbij er wel rekening mee houden dat de Verlichting op dit punt vanuit het humanisme voortkomt. Het is dan ook opvallend dat in de tijd van de Reformatie toen de beweging van het humanisme ook sterk was naast de Reformatie de stroming van de Wederdopers ontstaat. In een samenleving waar het om je eigen keuze gaat, staat het samen verantwoordelijk zijn, staat het samen verbonden zijn onder druk. Dat zie je dan ook in de kerk. Het is dan ook opvallend dat het volledig op eigen verantwoordelijkheid je laten dopen juist in onze tijd zo populair raakt.

Een andere oorzaak waardoor de kinderdoop onder druk gekomen is, is de afval in de kerk. Wij moeten daar heel eerlijk in zijn. We vinden in de Hervormde kerk van de 19e en 20e eeuw dat ieder kind dat gebracht wordt ook gedoopt wordt, ook als de ouders niet vanuit een levend geloof leven. De tucht verdwijnt al meer uit de kerk. Mensen die oprecht en ernstig Christus willen volgen, zien dat. Het is voor hen onbegrijpelijk dat mensen die niet met de HERE leven hun kinderen kunnen laten dopen. Dan lijkt het alsof de kinderdoop eigenlijk niet veel meer als een ceremonie is. Dan worden mensen die in liefde voor de HERE willen leven heel vatbaar voor de leer dat alleen mensen die hun geloof belijden gedoopt kunnen worden. Het is ook steeds weer een beroep op Markus 16:16 dat mensen er van moet overtuigen dat de kinderdoop niet goed is. Laten we eerste naar deze kroongetuigen van het alleen willen dopen van mensen die bewust hun geloof kunnen belijden, kijken.

Markus 16:16 en de kinderdoop
Het beroep op deze tekst zie je steeds weer. Velen van ons hebben het er vaak moeilijk mee om daarop te antwoorden. Wat lezen we nu in Markus 16:16? Dit: “Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden.” NBV: “Wie gelooft en gedoopt is zal worden gered, maar wie niet gelooft zal worden veroordeeld.”
De Here Jezus spreekt deze woorden na Zijn opstanding. Hoe gebruiken tegenstanders van de kinderdoop deze tekst?

Zij zeggen dat Jezus hier leert dat elke dopeling zich eerst moet bekeren en daarna pas gedoopt mag worden. Vaak word Handelingen 2:38 ook hierbij betrokken. Wij horen in die tekst Petrus op de pinksterdag zeggen: “Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen.” Als mensen deze dingen zeggen en met deze teksten komen, kan het er op lijken dat ze gelijk hebben. Jezus zegt het toch maar dat je eerst moet geloven en dan gedoopt kunt worden. Geloof en doop worden toch heel duidelijk aan elkaar verbonden. Je kan toch niet zeggen dat een baby’tje al gelooft? Dan is het toch onmogelijk om kinderen, om baby’s te dopen? Wij kunnen ons niet zomaar van het beroep op Markus 16:16 losmaken.

Wat is het verband waarin Markus 16:16 staat?
De Here Jezus spreekt de woorden van Mark 16:16 uit als Hij na Zijn opstanding aan Zijn leerlingen het bevel geeft om aan alle volken het evangelie te verkondigen. Ze moeten andere volken opzoeken en hen tot geloof in Christus oproepen. Wij moeten goed onthouden dat zij het evangelie moeten verkondigen aan mensen die Christus nog niet kennen of aan mensen die Jezus nog niet als de Christus aanvaard hebben.

Het zou heel vreemd zijn als de leerlingen van Christus mensen zouden gaan dopen die het evangelie niet gehoord en aangenomen hebben. Zo vreemd als dat zendelingen mensen uitnodigen om naar hen te komen luisteren en de mensen die komen dan eerste dopen voordat ze het evangelie horen en daarop gereageerd hebben. Wanneer Christus Zijn leerlingen de opdracht geeft om over de hele wereld het evangelie te verkondigen, is het geen wens dat mensen gedoopt worden, maar dat ze werkelijk in Hem zullen geloven. De doop mag geen godsdienstig ritueel worden waarvan de inhoud en betekenis eigenlijk niet of nauwelijks bekend is.

De HERE heeft in Genesis 17 de besnijdenis ingesteld. Hij doet dat waar geloof aanwezig is. Hij geeft de gelovige Abraham het bevel om zich te laten besnijden en na hem dat te doen met elke mannelijke nakomeling op de achtste dag na zijn geboorte. Ook in Abrahams leven was
de besnijdenis een zegel op de gerechtigheid van zijn geloof. Kijk Romeinen 4:11. Abraham was al een gelovige toen hij besneden is. Het nageslacht van Abraham ontvangt als kinderen van acht dagen het teken van Gods verbond. Geloof en besnijdenis zijn net zo aan elkaar verbonden als doop en geloof. Bij de doop gebeurt hetzelfde als bij de besnijdenis. Er moeten eerst volwassenen zijn die geloven en hun kinderen daarin kunnen en willen onderwijzen.

De Here Jezus zegt in Marcus 16:16 niets meer en ook niets minder dan dat de apostelen mensen die Christus nog niet als hun Verlosser kennen of aannemen niet moeten dopen. Alleen zij die vanuit ongeloof tot geloof komen, mogen gedoopt worden. De Here Jezus praat hier over een zendingssituatie waarin hele gezinnen zonder Christus en Zijn liefde leven. Als dat zo is mag niemand in dat gezin gedoopt worden. Is de betekenis hiervan dat wij ook moeten zeggen dat een baby in de kerk niet gedoopt mag worden? Om op die vraag een goed antwoord te krijgen is het nodig om er op te letten in welk groter verband de Here Jezus deze woorden uitgesproken heeft.

Gods verbond met Zijn volk
Het grotere verband van Jezus’ woorden in Markus 16:16 is het verbond dat de HERE met Zijn volk gesloten heeft. De leerlingen van de Here Jezus zijn in die werkelijkheid opgegroeid en leven daarin. Deze werkelijkheid moeten we ook in de gaten houden als mensen zeggen dat je nergens in het Nieuwe Testament leest dat kinderen gedoopt moeten worden. Wij komen daarop nog verder terug als we de zogenaamde “huisteksten” en Handelingen 2:38 e.v. bespreken.
Is het vreemd dat we geen bevel tot het dopen van de kinderen in het Nieuwe Testament lezen? Is het een bewijs dat we de kleine kinderen in de kerk niet moeten dopen? Het zou een heel vreemde redenering zijn! De HERE is en blijft namelijk altijd dezelfde. De manier waarop Hij met Zijn volk, met Zijn kinderen wil omgaan is de manier van het verbond. Wat betekent dat? Dat iedereen die bij Gods volk hoort Hem zijn of haar Vader mag noemen en zo met Hem mag omgaan. Het betekent dat iedereen die binnen de kring van Zijn verbond geboren word vanaf het begin van zijn of haar leven Gods belofte ontvangt. In en door die belofte belooft de HERE dat Hij jouw God en Redder wil zijn. Het teken van deze belofte was in Israel de besnijdenis. Elke zoon in Israël moest op de achtste dag besneden worden. Dat was het bevel van God. Genesis 17:12-14. Juist de besnijdenis heeft als teken van het verbond duidelijk gemaakt dat de HERE ieder die bij Zijn volk, bij Christus’ kerk hoort als Zijn kind wil behandelen. Zo was het in de tijd van het Oude Testament.

Iedereen die de Bijbel leest moet dat erkennen. De geschiedenis van Gods heil gaat verder. Hij heeft Zijn Zoon Jezus Christus naar de wereld gestuurd. Christus heeft met Zijn werk, met Zijn lijden de besnijdenis, waarbij bloed moest vloeien, vervuld. Daarom is het nu niet meer nodig dat bij het teken van het verbond nog bloed moet vloeien. Het teken van het verbond is veranderd. Wij zien na Christus’ werk geen bloed meer maar water. Het bloed moest naar Christus en Zijn lijden heenwijzen. Het water wijst op het resultaat dat Christus met Zijn werk behaald heeft: de afwassing van de zonden.

Het teken is veranderd maar de manier waarop de HERE met Zijn volk wil omgaan is hetzelfde gebleven. Als de HERE Zijn omgaan met Zijn volk veranderd zou hebben, zouden we verwachten dat Hij dit ook uitdrukkelijk zou zeggen. We moeten goed bedenken dat het evangelie van Jezus Christus eerst aan de Joden, aan het verbondsvolk verkondigd is. Het verbondsvolk weet hoe de HERE met hen omgaat. Zij kennen geen andere omgang van de HERE dan dat Hij omgang met een volk zoekt, met mensen van alle leeftijden. Het hele volk wordt als kinderen van God behandeld die Zijn belofte in hun leven ontvangen hebben. De HERE heeft nooit gezegd dat Hij na Christus’ werk anders met Zijn volk, met Zijn kerk omgaat. Dit maakt duidelijk dat de HERE op dezelfde manier met Zijn volk blijft omgaan en dat alleen het teken veranderd is.

De HERE wil ook na het werk van Christus nog altijd de God van Zijn hele volk zijn. Zijn volk dat Hij vanaf de Pinksterdag uit alle volken vergadert. De HERE wil nog altijd de God en Vader van de gelovigen en hun kinderen zijn. Dat word ook duidelijk als Petrus op de Pinksterdag tegen de mensen daar zegt: “Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen, die verre zijn, zovelen als de Here, onze God, ertoe roepen zal.” Handelingen 2:39. De woorden maken duidelijk dat je de woorden van het vorige vers niet kan gebruiken om de kinderdoop te verwerpen. Als Petrus in vers 38 over bekering en doop praat betekent dat niet dat de belofte van God niet tot de kinderen van de gelovigen komt. De Heilige Geest maakt dat heel duidelijk in vers 39.

Zijn wij na Christus armer dan voor Christus?
Het is duidelijk dat de kinderen van de gelovigen in de tijd voor Christus’ werk in Zijn verbond opgenomen waren. Wanneer je dan nu zegt dat kinderen nadat Christus Zijn werk gedaan heeft niet meer gedoopt mogen worden, betekend dat dat we nu als volk van God armer zijn als in de tijd van het Oude Testament. Gelukkig neemt de HERE in de tijd nadat de Here Jezus Zijn heerlijke werk gedaan heeft nog altijd de kinderen van de gelovigen in Zijn verbond van liefde en genade op. Het zou heel vreemd zijn als dat nu niet meer zou gebeuren. De komst en het werk van Christus laten Gods goedheid en liefde duidelijker als ooit tevoren zien. Wij zijn als gelovigen rijker dan de gelovigen in de tijd voor Christus omdat wij de liefde van de Verlosser gezien hebben. Wij kennen de grote vervulling van Gods beloften. Hoe is het dan mogelijk dat Gods volk nadat Christus Zijn werk gedaan heeft armer als Israël vroeger zou zijn?

Wanneer mensen de kinderdoop verwerpen, is de komst van Christus eigenlijk een ramp voor de kinderen. Dan zou het voor de kinderen beter geweest zijn om in de tijd voor Christus geleefd te hebben. Het is niet zo dat Jezus Christus kinderen bij God en bij zijn beloften weghoudt. Christus sluit de kinderen op geen enkele manier uit. De Here Jezus heeft dat heel duidelijk gemaakt toen Zijn leerlingen kinderen bij Hem probeerden weg te houden. We lezen over de reactie van de Here Jezus daarop in Marcus 10:14-16: “Toen Jezus dat zag, nam Hij het zeer kwalijk en zeide tot hen: Laat de kinderen tot Mij komen, verhindert ze niet; want voor zodanigen is het Koninkrijk van God. Voorwaar, Ik zeg u: Wie het Koninkrijk van God niet ontvangt als een kind, zal het voorzeker niet binnengaan. En Hij omarmde ze en hun de handen opleggende, zegende Hij ze.”

Wij zijn na de komst van Christus rijker dan Gods volk voor Zijn komst. Daarom is het onmogelijk om te denken dat de kinderen van de gelovigen nu niet meer in Gods verbond opgenomen zouden zijn.

Als je A zegt, moet je ook B zeggen
Wij komen nog even op de uitleg van Marcus 16:16 terug. Als je het eerste deel van Marcus16:16 niet vanuit de context en dus niet Schrift met Schrift vergelijkt, moet je dat ook met het tweede deel van deze tekst zo doen. Wat lezen we in het tweede deel van Marcus 16:16: “maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden.” Als het eerste deel van deze tekst betekent dat een baby niet gedoopt mag worden omdat die baby nog niet kan geloven betekent het tweede deel dat als een kind van een gelovige sterft dat kind voor eeuwig verloren gaat. Door God veroordeeld is. Het zou betekenen dat elk jong kind dat sterft dus aan het eeuwige oordeel overgegeven word. Dan was de komst van Christus voor de kinderen van de gelovigen die jong sterven werkelijk een ramp.

Gelukkig is het zo niet. Gelukkig zijn er ook mensen die de kinderdoop verwerpen maar toch niet deze conclusie trekken. We zien wel in de kringen waar de kinderdoop verworpen word, veel onzekerheid over wat met deze kinderen gebeurd.

Als we dus op een goede manier Marcus 16:16 lezen, is het duidelijk dat deze tekst niet gebruikt kan worden om de kinderdoop te verwerpen. Gelukkig is de belijdenis van Dordtse Leerregels I,17 helemaal met Gods Woord in overeenstemming. Wij belijden daar zo de grootheid, de trouw, genade en goedheid van de HERE: “Over de wil van God kunnen wij ons alleen uitspreken op grond van zijn eigen Woord. Dit verzekert ons ervan, dat de kinderen van de gelovigen heilig zijn, niet van nature, maar uit kracht van het genadeverbond, waartoe zij met hun ouders behoren. Daarom moeten godvrezende ouders niet twijfelen aan de uitverkiezing en het behoud van hun kinderen, die God zeer jong uit dit leven wegneemt.” Gedeelten uit Gods Woord die hier bij genoemd worden zijn: Genesis 17:7; Jesaja 59:21; Handelingen 2:39; 1 Korinthiërs 7:14.

Belangrijke gedeelten in de Belijdenisgeschriften:
Geloofsbelijdenis van Nicea : “Wij belijden één doop tot vergeving van zonden”
Nederlandse Geloofsbelijdenis: artikels 15,34
Heidelbergse Catechismus : Zondag 26,27
Dordtse Leerregels : I,17

Uit het Slotwoord: “Hieruit blijkt onmiskenbaar, dat zij – wie dit het allerminste paste – in strijd met alle waarheid, redelijkheid en liefde gehandeld hebben die het volk hebben willen wijsmaken:  Veel onschuldigen kinderen van de gelovigen rukt God van de moederborst weg en werpt ze als een tiran in het helse vuur, zonder dat het bloed van Christus, de doop of het gebed van de kerk bij de doop hen kan helpen.”

Let hier op vraag en antwoord 74 van de Catechismus. Wij lezen daar in de vraag het belangrijke woordje moeten. Let ook op Genesis 17:14.

JR Visser (predikant van de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt te Dronten-Noord)
 


Bijbelteksten
Handelingen  16  : 13  t/m 15
"Op sabbat gingen we de stadspoort uit in de richting van de rivier, want we vermoedden dat daar een gebedsplaats was. We gingen zitten en spraken de vrouwen toe die daar bijeen waren gekomen. Een van onze toehoorsters was een vrouw uit Tyatira die in purperstoffen handelde; ze heette Lydia en vereerde God. De Heer opende haar hart voor de woorden van Paulus. Nadat zij en haar huisgenoten waren gedoopt, nodigde ze ons uit met de woorden: ‘Als u ervan overtuigd bent dat ik in de Heer geloof, neem dan bij mij uw intrek.’" (NBV-vertaling)

Lydia en haar gezin werden in de rivier gedoopt.
Handelingen  16  : 30  t/m 33
"Hij bracht hen naar buiten en vroeg: ‘Zegt u mij, heren, wat moet ik doen om gered te worden?’ 31 Ze antwoordden: ‘Geloof in de Heer Jezus en u zult gered worden, u en uw huisgenoten.’ En ze verkondigden het woord van de Heer aan hem en aan iedereen die bij hem woonde. Hoewel het midden in de nacht was, nam hij hen mee en maakte hun wonden schoon. Meteen daarna werden hij en zijn huisgenoten gedoopt." (NBV-vertaling)

De gevangenbewaarder kwam tot geloof en zijn hele gezin werd gered en werd gedoopt (met water wat voor handen was)
Handelingen  18  : 18
"Crispus, een leider van de synagoge, aanvaardde echter samen met al zijn huisgenoten het geloof in de Heer, en ook veel Korintiërs die Paulus hadden gehoord gingen over tot het geloof en lieten zich dopen." (NBV-vertaling)

   Bijbeltekst toevoegen

Website('s) of documenten
 "Wel of niet overdopen" van Willem Ouweneel Youtube-filmpje 5.44 minuten

 


  Terug


Versie december 2009