hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel

 

Bekijken Bijbelteksten

Trefwoord 
Wijzigen
Hertrouwen na echtscheiding (tekst controleren)

Categorie

Toelichting
Wat leert Jezus over het hertrouwen na echtscheiding?
De leer van Jezus over het gevolg van het hertrouwen na echtscheiding is duidelijk: "En ieder, die zijn vrouw wegzendt, en een andere trouwt, pleegt echtbreuk; en wie een vrouw, die door haar man weggezonden is, trouwt, pleegt echtbreuk" (Lucas 16:18).

Wat is echtbreuk volgens het Nederlands woordenboek VanDale?
Wat Jezus hier echtbreuk noemt, zouden velen geen echtbreuk willen noemen! Wat is echtbreuk?
- Het plegen van overspel door een der echtelieden
- Echtbreken: huwelijksontrouw plegen
- Echtbreker/echtbreekster: man/vrouw die overspel pleegt
- Overspel: echtbreuk, schending der huwelijkstrouw

De fundamentele betekenis van echtbreuk is: "vrijwillige geslachtsgemeenschap met iemand behalve de echtgenoot of echtgenote". Velen willen dit opvatten als "behalve de huidige echtgenoot of echtgenote" terwijl Jezus dit stelt als "behalve de oorspronkelijke echtgenoot of echtgenote zolang die leeft"! Deze leer van Jezus druist in tegen wat velen graag willen geloven. De reactie van Jezus' eigen discipelen was: "Indien voor een man de zaak met zijn vrouw zó staat, is het niet raadzaam te trouwen" (Matteüs 19:10).

De betekenis van "echtbreuk" volgens de Bijbel
Het woord hier voor 'pleegt echtbreuk' is "moicheuei", de tegenwoordige indicatieve vorm van het werkwoord, wat in het Grieks de betekennis heeft van 'is echtbreuk aan het plegen'. M.a.w. de vorm van het Grieks werkwoord duidt op iets van voortdurende aard. Jezus' definitie van echtbreuk berust op de aard van het huwelijk (hoe de zaak staat tussen man en vrouw in het huwelijk) die wel anders is dan wat velen menen. Het huwelijk is een instelling van God. Het huwelijk is bindend voor het leven. Het huwelijk is een verbond. Het overtreden van de oorspronkelijke huwelijksgelofte is echtbreuk, zelfs na scheiding.

Het huwelijk is een instelling van God
Velen beschouwen het huwelijk als een zuiver menselijke overeenkomst, zoals een contract om een koe te kopen, of een huis te huren. Contracten door mensen gemaakt, mogen ook door mensen ontbonden worden, en de mensen mogen ook de voorwaarden stellen. Maar zo is het huwelijk niet. Volgens Jezus is het huwelijk veel meer dan een 'overeenkomst', zelfs meer dan wat wij een 'contract' noemen. Het huwelijk is een goddelijk verbond.

Ook in de tijd van Christus waren er velen met een heel losse houding i.v.m. het huwelijk. Makkelijk scheiden en hertrouwen is niets nieuws. Onder de Joodse rabbi's was dit al een twistpunt. Tegen deze achtergrond, stelden de Farizeeën hun vraag over de echtscheiding aan Jezus. Zij vroegen of het geoorloofd was je vrouw weg te zenden om allerlei redenen. Jezus antwoordde hen, dat wat God samengevoegd heeft, de mens niet scheidde (Mattheüs 19:3-6). Deze levenslange huwelijksverbintenis wordt door God Zelf tot stand gebracht! Dit verduidelijkt Jezus' definitie van echtbreuk als geslachtsgemeenschap tussen een gehuwde en iemand behalve de oorspronkelijke huwelijkspartner, met wie men één vlees is, door God voor het leven samengevoegd. Niet alleen werd het huwelijk door God in het begin ingesteld, maar volgens Jezus worden man en vrouw in ieder huwelijk door God tot één vlees samengesteld! Dit hangt van de mensen zelf niet af. Volgens Jezus is het zo, of de mensen dit begrepen hebben of niet. Uit de reactie van Jezus' discipelen (en er waren gehuwden bij) blijkt dat zij het voordien ook niet zo begrepen hadden: "Indien voor een man de zaak met zijn vrouw zó staat, is het niet raadzaam te trouwen" (Matteüs 19:10).

Maar zo is de zaak voor een man met zijn vrouw! Het huwelijk is een instelling van God. Man en vrouw worden door God voor het leven tot één vlees verbonden. Het huwelijk is bindend voor het leven. Alleen door de dood van één van de partners, wordt het huwelijk ontbonden. De achterblijvende huwelijkspartner is dan vrij om te trouwen met wie hij/zij wil, mits in de Here. 1 Korinthiërs 7:39, Romeinen 7:2 en 3).

Hoe wordt een huwelijk gesloten?
Het huwelijk is een instelling van God voor het leven. Dan is de vraag ook van groot belang: Hoe wordt een huwelijk gesloten? Nergens in de Schrift wordt de huwelijkssluiting als een 'godsdienstig' ritueel beschouwd. Uiteraard mogen medegelovigen voor pasgehuwden bidden en Gods zegen over het huwelijk vragen. Maar God heeft in verband daarmee niets bepaalds voorgeschreven. In de Schrift is de huwelijkssluiting zelf een maatschappelijke aangelegenheid met getuigen, en waarvan God ook getuigt.

Een huwelijk dient overeenkomstig de wetten van God, evenals de wetten of normen van de plaatselijke instellingen, gesloten te worden.(Romeinen 13:1 en 2). Wij dienen de wetten van de overheid te gehoorzamen tenzij ze met Gods wetten in strijd zijn. In dat geval geldt: "Men moet Gode meer gehoorzamen dan de mensen" (Handelingen 5:29). De beslissing om te huwen, of zelfs de ondertrouw, geeft in de Schrift nog geen recht tot huwelijksgemeenschap. Dit recht ontstaat alleen door de maatschappelijke voltrekking van het huwelijk.

In Israël was ondertrouw zo bindend dat de ondertrouwde juridisch vrijwel gelijk stond met een getrouwde. Toch was er tot de definitieve huwelijkssluiting (die doorgaans één jaar na de ondertrouw plaatsvond) geen recht op gemeenschap. Ieder volk of land heeft bepaalde vormen en regels, waaraan men zich moet houden, wil een huwelijk wettig zijn. Zoals we in Romeinen hebben gelezen, eist God dat men zich aan deze bepalingen houdt. In de Schrift wordt het huwelijk nooit beschreven als een private afspraak tussen man en vrouw. Op een of andere wijze speelt de maatschappij altijd een rol. Hoewel de vormen verschillen van volk tot volk en van tijd tot tijd, is er in alle maatschappijen wel een begrip van een 'geldig' of 'wettig' huwelijk. Dat God deze plaatselijke normen erkent, is duidelijk uit de verschillende voorbeelden van huwelijkssluitingen die in de Schrift voorkomen. De verschillen in vorm van de maatschappelijke huwelijkssluiting nemen echter niets weg van de goddelijke oorsprong van het huwelijk zelf. Deze vormen dienen in overeenstemming te zijn met Gods wetten in verband met zedelijkheid en huwelijk.

Uit wat in de Schrift staat is het echter ook duidelijk dat de burgerlijke toestand niet altijd overeenkomt met hoe God de zaak bekijkt. Johannes de Doper werd onthoofd omdat hij de waarheid over dit onderwerp zelfs aan de koning durfde verkondigen: "Want hij, Herodes, had Johannes laten grijpen en geboeid gevangen gezet, ter wille van Herodias, de vrouw van zijn broeder Filippus, omdat hij haar tot vrouw genomen had. Want Johannes had tot Herodes gezegd: Gij moogt de vrouw van uw broeder niet hebben" (Marcus 6:17,18).

Burgerlijke echtscheidingen en huwelijken die tegen Gods wet indruisen, zijn op zedelijk gebied niet geldig. Herodes had Herodias "tot vrouw genomen" (in het Grieks is dit één woord, gameô, dat gewoon 'huwen' betekent). Dus, Herodes had Herodias gehuwd. Maar Johannes zei dat hij haar niet mocht hebben en noemt haar de vrouw van zijn broer. Ongeacht wat de bijzonderheden van dit geval waren, is dit toch een bewijs dat het mogelijk is voor twee mensen 'gehuwd' te zijn die toch niet samen mogen zijn. De burgerlijke toestand komt niet altijd overeen met de wil van God.

Het huwelijk is een verbond. God haat de echtscheiding. Als antwoord op de vraag waarom God de offers van Israël niet aannam, zegt Hij: "Omdat de HERE getuige geweest is tussen u en de vrouw uwer jeugd, aan wie gij ontrouw geworden zijt, terwijl zij toch uw gezellin en uw wettige vrouw is. Niet één doet zo, die voldoende geest bezit, want wat zoekt die éne? Het zaad Gods. Weest dan op uw hoede voor uw hartstocht, en dat men niet ontrouw worde aan de vrouw zijner jeugd. Want Ik haat de echtscheiding, zegt de HERE, de God van Israël" (Malachi 2:14-16). De uitdrukking in deze vertaling "uw wettige vrouw" is letterlijk in het Hebreeuws "de vrouw van uw verbond". Het huwelijk is een "verbond" door God ingesteld en waarvan Hij getuigt. Let op dat dit gaat om "de vrouw uwer jeugd" en "uw wettige vrouw". Het is schriftverdraaiing wanneer men deze tekst misbruikt om te beweren dat hertrouwde mensen die volgens Jezus echtbreuk plegen, 'niet mogen scheiden' omdat God de echtscheiding haat! Dan zou men evengoed kunnen beweren dat Herodes en Herodias niet mochten scheiden! "Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet!" (Matteüs 19:6).

Het overtreden van de oorspronkelijke huwelijksgelofte is echtbreuk, zelfs na scheiding. De leer van Jezus over de gevolgen van het hertrouwen na een scheiding berust dus op de aard van het huwelijk zelf. Het huwelijk is een instelling van God. Het huwelijk is bindend voor het leven. Het huwelijk is een verbond. "En ieder, die zijn vrouw wegzendt, en een andere trouwt, pleegt echtbreuk; en wie een vrouw, die door haar man weggezonden is, trouwt, pleegt echtbreuk" (Lucas 16:18). Of men dat wel begrijpt of niet, een huwelijk houdt een gelofte in om voor gans het leven zich aan niemand anders te geven. Wanneer dit gebeurt, 'zo maar' of via 'scheiding en hertrouwen', is dit overspel volgens de leer van Jezus. De huwelijksgelofte wordt overtreden.

Pogingen om de woorden van Jezus te verdoezelen. Wat Jezus zegt is duidelijk. Maar sommigen proberen de zaak in het 'onzekere' te trekken door allerlei vragen te stellen waarop zij zelf het antwoord niet weten.
- Is deze weggezonden vrouw nog de vrouw van haar eerste man?
- Erkent God het tweede huwelijk?
- Mag zij tot haar eerste man teruggaan, nadat zij met een andere is gehuwd?
Eigenlijk hebben deze vragen met de kern van de zaak helemaal niets te maken. Wanneer Jezus zulke vragen niet uitdrukkelijk beantwoordt, betekent dit òf dat het antwoord van die vragen van geen belang is, òf dat wij op basis van wat elders in de Schrift staat het antwoord kunnen weten.

Wanneer wij vragen wie wel en wie niet getrouwd is, moeten we beseffen dat ook in de Schrift het woord 'trouwen' soms met een 'burgerlijke' betekenis wordt gebruikt wanneer de toestand eigenlijk met Gods wil niet overeenkomt. Herodes had Herodias 'getrouwd'. In Lucas 16:18 zegt Jezus ook dat deze man de weggezonden vrouw ' trouwt' (gameô weer). Maar al zijn zij 'gehuwd', plegen zij echtbreuk! Iemand beweert dan: 'Maar Jezus zegt niet wat zij moeten doen. Hij zegt niet per se dat zij uit elkaar moeten gaan.' De Schrift is toch niet onduidelijk, dacht ik, i.v.m. wat mensen die echtbreuk plegen moeten doen! Zij moeten daarmee ophouden! Zoals Jezus aan de overspelige vrouw zei: "Ga heen, zondig van nu af niet meer!" (Johannes 8:11). "Overspelers ... zullen het Koninkrijk Gods niet beërven" (1 Korintiërs 6:9). "Het huwelijk zij in ere bij allen en het bed onbezoedeld, want hoereerders en echtbrekers zal God oordelen" (Hebreeën 13:4). Wij hoeven niet tot de dag des oordeels te wachten om Gods oordeel over echtbreuk te kennen.

Hetzelfde geldt voor de Samaritaanse vrouw waarvan Jezus zei: "Terecht zegt gij: ik heb geen man; want gij hebt vijf mannen gehad en die gij nu hebt, is uw man niet". Sommigen durven beweren dat zij met die man mocht blijven, aangezien wij 'nergens lezen' dat Jezus zei dat zij hem moest verlaten! Jezus bleef twee dagen in die stad leren. Die vrouw wist wellicht vanzelf wat zij moest doen, aangezien zij al besefte dat de man waarmee zij leefde haar man niet was. Maar zo niet, weten wij toch wel uit Johannes 8:11 wat Jezus aan zo iemand zegt: "Ga heen, zondig van nu af niet meer!"

Van de overspelige vrouw in Johannes 8 werd gezegd: "deze vrouw is op heterdaad betrapt bij het plegen van overspel" (vers 4). Overspel is een seksuele daad die men 'pleegt'. Iedere keer dat een gehuwde met iemand gemeenschap heeft behalve de huwelijkspartner "van zijn verbond" pleegt hij echtbreuk. Onder de rare pogingen om aan de woorden van Jezus te 'ontsnappen' zijn er mensen die beweren dat men echtbreuk slechts eenmaal kan plegen! Hun 'beredenering' hiervoor is dat door het eerste geval van overspel òf het huwelijk òf de gelofte 'gebroken' is en daarom niet meer bestaat! Mooi zo. Wat zijn de mensen vindingrijk in het kwaad! Het is wèl zo dat indien men een gelofte slechts eenmaal gebroken heeft, hij niet meer kan zeggen dat hij zijn gelofte gehouden heeft! Maar het blijft mogelijk om die zelfde gelofte keer op keer te overtreden. En de enige kans voor herstel na een overtreding is in de vermaning van Jezus aan de overspelige vrouw: "Ga heen, zondig van nu af niet meer!" (Johannes 8:11).

In de Septuaginta Griekse vertaling van het Oude Testament vinden wij hetzelfde woord moicheuousin in Exechiël 23:43. In de Nieuwe Vertaling staat: "Toen dacht Ik: Bedrijft die verwelkte vrouw nog overspel?" In het Hebreeuws staat er letterlijk: "Toen zei Ik van deze versletene in overspelerijen, zullen zij nog met haar hoereren en zij [met hen]?" Dus, men kan zelfs 'oud worden' in het blijven plegen van echtbreuk! Jezus zegt: "En ieder, die zijn vrouw wegzendt, en een andere trouwt, pleegt echtbreuk; en wie een vrouw, die door haar man weggezonden is, trouwt, pleegt echtbreuk" (Lucas 16:18). Vergeet niet dat dit over 'gehuwde' mensen gaat. Als zij betrekkingen hadden toen zij niet getrouwd waren, was dat uiteraard ook overspel. Maar het bijzondere van de leer van Jezus is dat gescheidenen echtbreuk plegen zelfs wanneer zij hertrouwd zijn!

Het woord hier voor 'pleegt echtbreuk' is moicheuei, de tegenwoordige indicatieve vorm van het werkwoord, wat in het Grieks de betekennis heeft van 'is echtbreuk aan het plegen'. M.a.w. de vorm van het Grieks werkwoord duidt op iets van voortdurende aard. Laten wij de woorden van Jezus aanvaarden: "En ieder, die zijn vrouw wegzendt, en een andere trouwt, pleegt echtbreuk; en wie een vrouw, die door haar man weggezonden is, trouwt, pleegt echtbreuk" (Lucas 16:18). Jezus heeft toch ook gezegd: "Wie Mij verwerpt en mijn woorden niet aanneemt, heeft een, die hem oordeelt: het woord, dat Ik heb gesproken, dat zal hem oordelen ten jongsten dage" (Johannes 12:48).

Wat zegt Paulus over echtscheiding?
Paulus herhaalt deze waarheid. "Doch hun, die getrouwd zijn, beveel ik niet, maar de Here, dat een vrouw haar man niet mag verlaten -- is dit tóch gebeurd, dan moet zij ongehuwd blijven of zich met haar man verzoenen -- en een man moet zijn vrouw niet verstoten" (1 Korintiërs 7:10,11). Dit woord van God is voor hen "die getrouwd zijn". Niets beperkt deze tekst tot gelovigen. Ook Jezus zegt "een ieder" wanneer Hij over dit onderwerp spreekt. Sommigen zien in "aan de overigen" van vers 12 een aanwijzing dat vers 10 uitsluitend op gelovige echtparen van toepassing zou zijn. Maar Paulus bespreekt bepaalde vragen die hij van de broeders ontvangen heeft (vers 1) en "aan de overigen" houdt verband met de soorten personen die ter sprake zijn gebracht. Indien men "aan de overigen" met vers 10 verbindt, zou hij het over mensen moeten hebben die niet gehuwd zijn, terwijl het ook om mensen gaat die gehuwd zijn, maar dan met een ongelovige. Dus, deze tekst is van toepassing op hen "die getrouwd zijn".

"Doch hun, die getrouwd zijn, beveel ik niet, maar de Here, dat een vrouw haar man niet mag verlaten -- is dit tóch gebeurd, dan moet zij ongehuwd blijven of zich met haar man verzoenen -- en een man moet zijn vrouw niet verstoten" (1 Korintiërs 7:10,11). Er wordt ook gezegd wat moet geschieden als "dit tóch gebeurd" is. Een verzoening is de gewezen oplossing. Maar soms is dit niet mogelijk. In dat geval moet een gescheidene "ongehuwd blijven". Dit is een logisch gevolg van wat Jezus zegt, want indien een gescheidene hertrouwt, pleegt hij echtbreuk. De enige manier, dus, om geen echtbreuk te plegen, is ongehuwd te blijven. Echtscheiding (zelfs zonder dat men hertrouwt) is een toestand die met Gods bedoeling in strijd is, maar het is nog geen echtbreuk! Hertrouwen na een scheiding, wel.

In vers 27 van dit hoofdstuk zegt Paulus: "Zijt gij aan een vrouw verbonden? Zoek geen scheiding." Ook deze tekst mag niet misbruikt worden om een verhouding te bestendigen waarin Jezus zegt dat er echtbreuk wordt gepleegd. "Broeders, iedereen blijve voor God in die toestand, waarin hij werd geroepen" (1 Korintiërs 7:24) betekent niet dat een dief of een echtbreker zijn bedrijf mag voortzetten!

Paulus geeft ook zijn mening i.v.m. gelovigen die met niet gelovigen gehuwd zijn. De fundamentele principe is niet anders. Maar een gelovige kan toch door het ongeloof van zijn huwelijkspartner voor problemen gesteld worden. "Maar tot de overigen zeg ik, niet de Here: heeft een broeder een ongelovige vrouw, die erin bewilligt met hem samen te wonen, dan moet hij haar niet verstoten. En een vrouw moet, als zij een ongelovige man heeft, en deze erin bewilligt met haar samen te wonen, die man niet verstoten. Want de ongelovige man is geheiligd in zijn vrouw en de ongelovige vrouw is geheiligd in de broeder. Anders zouden immers uw kinderen onrein zijn, doch nu zijn zij heilig" (1 Korintiërs 7:12-14). Dit is een herhaling van wat reeds gezegd is: "dat een vrouw haar man niet mag verlaten", "en een man moet zijn vrouw niet verstoten". Maar wat als de ongelovige, de gelovige verlaat? "Maar indien de ongelovige haar verlaat, laat hij haar verlaten. De broeder of zuster is in dit geval niet gebonden; tot vrede heeft God u geroepen. Want hoe kunt gij weten, vrouw, dat gij uw man zult redden? Of hoe kunt gij weten, man, dat gij uw vrouw zult redden?" (1 Korintiërs 7:15,16).

God haat de echtscheiding. Maar indien de scheiding door het toedoen van een ongelovige huwelijkspartner gebeurt, is de gelovige daarvoor niet verantwoordelijk. Hier wordt er niets over het hertrouwen gezegd. De uitdrukking "is niet gebonden" is niet hetzelfde woord dat voor de gewone binding in het huwelijk wordt gebruikt. Het woord is douloô wat betekent "verslaafd zijn". Hetzelfde woord vinden wij in Titus 2:3 waar staat dat oudere vrouwen "niet verslaafd aan veel wijn" mogen zijn. M.a.w. het huwelijk is geen toestand van slavernij. Omdat scheiding tegen de wil van God is, zou een gelovige misschien kost wat kost zulks willen verhinderen. Paulus leert echter dat de ongelovige zelf verantwoordelijk is voor wat hij doet. De uitdrukking "is niet gebonden" houdt verband met de plicht van gehuwden om samen te blijven. Dit mag niet misbruikt worden om te beweren dat de gelovige dan zomaar mag hertrouwen, indien de ongelovige weggaat. Paulus heeft al gezegd wat moet gedaan worden indien een scheiding "tóch gebeurd" is, namelijk: "dan moet zij ongehuwd blijven of zich met haar man verzoenen" (1 Korintiërs 7:11). Beiden plegen echtbreuk in een huwelijk na echtscheiding. "En thuis vroegen de discipelen Hem weder naar die zaak. En Hij zeide tot hen: Wie zijn vrouw wegzendt en een andere trouwt, pleegt echtbreuk ten opzichte van haar; en indien zij haar man verlaat en een ander trouwt, pleegt zij echtbreuk" (Marcus 10:10-12). Hieruit is het duidelijk waarom Paulus zegt: "is dit tóch gebeurd, dan moet zij ongehuwd blijven of zich met haar man verzoenen". Wanneer men na echtscheiding hertrouwt, pleegt men echtbreuk. Gescheidenen moeten ongehuwd blijven zolang de echtgenoot/echtgenote leeft, want als zij hertrouwen plegen zij echtbreuk.

Hierop is er één uitzondering, die wij in Matteüs vinden, en later zullen bespreken. Maar eerst bespreken wij de regel! Want die uitzondering geldt toch niet voor de meeste gescheidenen. Wat Jezus hier zegt is zeker ook van toepassing op een overspelige die door zijn trouwe huwelijkspartner rechtmatig werd verstoten, want de regel geldt voor iedereen behalve iemand voor wie de uitzondering geldt!

Wat zegt de wet van Mozes?
"En er kwamen Farizeeën tot Hem en vroegen Hem, om Hem te verzoeken: Is het een man geoorloofd zijn vrouw weg te zenden? Hij antwoordde en zeide tot hen: Wat heeft Mozes u geboden? Zij zeiden: Mozes heeft toegestaan een scheidbrief te schrijven en haar (daarmede) weg te zenden. Jezus zeide tot hen: Met het oog op de hardheid uwer harten heeft hij u dat gebod geschreven. Maar van het begin der schepping heeft Hij hen als man en vrouw gemaakt; daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten, en die twee zullen tot één vlees zijn. Zo zijn zij niet meer twee, maar één vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet" (Marcus 10:2-9).

In de Bergrede, waar Jezus belangrijke verschillen tussen Zijn leer en de Wet van Mozes naar voren brengt, zegt Hij: "Er is ook gezegd: Al wie zijn vrouw wegzendt, moet haar een scheidbrief geven. Maar Ik zeg u: Een ieder, die zijn vrouw wegzendt om een andere reden dan ontucht, maakt, dat er echtbreuk met haar gepleegd wordt; en al wie een weggezondene trouwt, pleegt echtbreuk" (Matteüs 5:31,32). Jezus zegt "een ieder", dit geldt voor iedereen. Deze leer van Jezus is anders dan de wet van Mozes, maakt deel uit van het nieuwe verbond, en geldt niet alleen voor Zijn volgelingen, maar voor 'een ieder'. Merk echter op dat Jezus hier zegt: "om een andere reden dan ontucht". In Matteüs noemt Jezus dus één uitzondering. Aan de vraag van de Farizeeën: "Waarom heeft Mozes dan bevolen een scheidbrief te geven en haar (daarmede) weg te zenden?" antwoordt Jezus: "Mozes heeft u met het oog op de hardheid uwer harten toegestaan uw vrouwen weg te zenden, maar van den beginne is het zo niet geweest. Doch Ik zeg u: Wie zijn vrouw wegzendt om een andere reden dan hoererij en een andere trouwt, pleegt echtbreuk" (Matteüs 19:7-9). Omdat deze uitzondering in de andere Evangeliën niet wordt genoemd, proberen sommigen die in twijfel te trekken. Maar wat God éénmaal zegt, is eenmaal waar. Een uitzondering wordt vermeld voor het geval waar men van een huwelijkspartner scheidt wegens diens overspel. Deze gezegde houdt ook in dat de persoon zelf geen ontucht heeft gepleegd, anders kan hij ontucht niet als reden aanhalen om van de andere te scheiden. Deze uitzondering doet echter niets af van de algemene leer van Jezus die voor iedereen geldt behalve voor wie op deze uitzondering een beroep mag doen. "En ieder, die zijn vrouw wegzendt, en een andere trouwt, pleegt echtbreuk; en wie een vrouw, die door haar man weggezonden is, trouwt, pleegt echtbreuk" (Lucas 16:18).

Mag men oordelen?
Gelovigen zijn bevolen te oordelen. Jezus zei: "Oordeelt niet naar het aanzien, maar oordeelt met een rechtvaardig oordeel" (Johannes 7:24). In verband met overspel in de gemeente heeft Paulus geschreven: "Oordeelt ook gij niet (alleen) hen, die in uw kring zijn? Hen, die buiten zijn, zal God oordelen. Doet, wie niet deugt uit uw midden weg" (1 Korintiërs 5:12,13). Het oordelen dat wij niet mogen doen, heeft niets te maken met bewijsbare feiten, maar met veronderstellingen en oppervlakkige overwegingen. Zoals Paulus aan de Romeinen i.v.m. de goddeloosheid in de wereld schreef: "Immers, hoewel zij de rechtseis van God kenden, namelijk dat zij, die zulke dingen bedrijven, de dood verdienen, doen zij ze niet alleen zelf, maar schenken ook nog hun bijval aan wie ze bedrijven" (Romeinen 1:32). Gods rechtseis i.v.m. bepaalde dingen die mensen bedrijven is gekend. Het oordelen dat wij niet mogen doen, heeft niets te maken met het zuiver vaststellen van een bepaald gedrag waarover Gods oordeel door Zijn woord gekend is. "Wij weten echter, dat het oordeel Gods onpartijdig gaat over hen, die zulke dingen bedrijven" (Romeinen 2:2). Paulus maakt eveneens duidelijk, dat indien wij zelf zulke dingen doen, wij ook onder het gekende oordeel Gods vallen (Romeinen 2:1). Wanneer Jezus verklaart dat een ieder die een bepaald iets doet, overspel pleegt, is het niet oordelen te zeggen dat een bepaalde persoon die dat doet, overspel pleegt.

Praktische problemen
Vele praktische vragen worden gesteld i.v.m. wat iemand moet doen die ontdekt dat hij in een onzedelijke toestand verkeert. Wegens de ontelbare mogelijke verschillen, moet ieder geval aan het licht van Gods woord onderworpen zijn. Wel kan men zeggen dat de gewone principes van verantwoordelijkheid en rechtvaardigheid altijd gelden. Men is bijvoorbeeld financieel verantwoordelijk voor het grootbrengen van kinderen die men verwekt of die kinderen nu wettige of onwettige kinderen zijn.

Bron : Roy Davison

Bijbelteksten
Onbekend/Anders

   Bijbeltekst toevoegen

 


  Terug


Versie december 2009