hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel

 

Bekijken Bijbelteksten

Trefwoord 
Wijzigen
Bekering in de Bijbel

Categorie
OP ZOEK NAAR GOD

Toelichting

Bekering in de Bijbel
Het woord bekering en de woorden die daarmee samenhangen, komen vaak in de Bijbel voor. Je vraagt je af waarom dat zo is.  Het is belangrijk om er bij stil te staan dat de manier waarop de HERE met Zijn volk omgaat de manier van het verbond is. De HERE komt met Zijn belofte en roept mensen dan in eigen verantwoordelijkheid op om Zijn belofte aan te nemen. Om als Zijn gehoorzame kinderen te leven. Dat is de manier waarop Hij door verkondigers van het evangelie mensen aanspreekt. Hij roept ze naar Zich toe.

Een goed voorbeeld daarvan is Paulus. Als hij op weg is naar Damascus. Dan krijgt Paulus van de Here Jezus zelf vanuit de hemel deze opdracht:

Maar kom nu overeind, sta op, want Ik ben aan je verschenen om je aan te stellen als Mijn dienaar, opdat je bekend zult maken dat je Mij hebt gezien en zult getuigen van alles wat Ik je nog zal laten zien. Ik zal je daarbij beschermen tegen je eigen volk en tegen de heidenen naar wie Ik je uitzend om hun ogen te openen, zodat ze zich van de duisternis naar het licht keren, en van de macht van satan naar God. Door het geloof in Mij zullen ze vergeving krijgen voor hun zonden, en samen met allen die Mij toebehoren zullen ze deel krijgen aan Mijn Koninkrijk. (Handelingen 26:16-18).

 

De Here Jezus geeft Paulus niet in de eerste plaats de opdracht om de wedergeboorte te verkondigen. Hij moet de mensen Jezus Christus verkondigen en hen oproepen om zich tot hem te bekeren. Het evangelie, de belofte van God met de oproep om je te bekeren is het eerste. We zien dit steeds weer in de manier waarop de apostelen en hun helpers aan het werk gaan. Dat is ook wat de Here Jezus hun opgedragen heeft. (Zie Mattheüs 28:19; Markus 16:15). Het is ook wat we in de Dordtse leerregels belijden: “De belofte van het evangelie is nu, dat ieder die in de gekruisigde Christus gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Aan alle volken en mensen tot wie God naar Zijn welbehagen Zijn evangelie zendt, moet zonder onderscheid deze belofte openlijk verkondigd worden met bevel zich te bekeren en te geloven.”


Waarom lezen we meer over bekering dan over wedergeboorte in de Bijbel? Omdat de HERE ons als mensen steeds weer op onze verantwoordelijkheid aanspreekt. Omdat dat de manier is waarop Hij werkt en het de manier is waarop Hij mensen tot Christus trekt. Wie zich tot Christus bekeerd heeft, leert dan zien dat hij dat niet aan zichzelf te danken heeft. Dat hij zich tot Christus kon bekeren, omdat de heilige Geest de wedergeboorte in hem gewerkt heeft.
Gods eigen werk is de diepste grond ervoor dat een mens gelooft en zich bekeert. De HERE doet dat door ons steeds weer tot bekering op te roepen. De uitverkiezing en de wedergeboorte horen bij de verborgen dingen. De bekering en het verbond horen bij de dingen die de HERE ons bekendgemaakt heeft om te doen. Zie Deuteronomium 29:29. Dit is de reden waarom de bekering en de oproep daartoe zo vaak in de Bijbel genoemd worden.

Bekering: ons eigen werk?
Een misverstand of dwaling over de verhouding tussen bekering en wedergeboorte kan makkelijk ontstaan. Dat gebeurt bijvoorbeeld als we bekering en wedergeboorte van elkaar losmaken. Als we dan zeggen: De Heilige Geest werkt de wedergeboorte in een mens en als dat gebeurd is moet die persoon op eigen kracht verder gaan met de bekering. Je gaat dan verkeerd omdat je ook de bekering niet in eigen kracht als mens voor elkaar kunt krijgen. Het is niet zo dat de HERE eerst iets doet en jij daarna zelf in eigen kracht moet en kunt geloven. Zonder Gods werk, zonder God die in je blijft werken komt er geen geloof en bekering in je. We belijden dat in de Dordtse leerregels III/IV, 12 zo: “En wanneer de wil vernieuwd is, wordt hij niet alleen door God geleid en bewogen, maar door God in beweging gebracht, werkt hij ook zelf. Daarom wordt terecht gezegd dat de mens zelf gelooft en zich bekeert door de genade, die hij ontvangen heeft.”
Dordtse leerregels III/IV,14: “Het geloof is een gave van god. Dat wil niet zeggen dat God het de mens aanbiedt, die met dit aanbod vervolgens doen kan wat hij wil, maar dat hij het metterdaad de mens schenkt, ingeeft en instort. Evenmin is het zo, dat God alleen maar de kracht om te geloven zou geven en daarna de toestemming of het daadwerkelijk geloven verwacht van de vrije wil van de mens. Want Hij die zowel het willen als het werken in ons werkt, ja alles in allen tot stand brengt, Hij is het immers die zowel de wil om te geloven als het geloof zelf in de mens bewerkt.”

Ook de bekering kunnen en mogen we nooit van Christus losmaken. Ik kan me niet in eigen kracht bekeren. Ik kan niet in eigen kracht heilig leven. Ik kan zelfs niet in eigen kracht op het goede pad blijven. Ik heb Christus en het werk van de heilige Geest elke dag nodig. Wat de HERE in Zijn verbond van ons eist wil Hij ons in en door Christus ook geven! We moeten bij de bekering ook altijd weer voor ogen houden wat we lezen in 1 Korinthiërs 1:30,31: “Door hem bent u een met Christus Jezus, die dankzij God onze wijsheid is geworden. Door Christus worden wij rechtvaardig en heilig en door hem worden wij verlost, opdat het zal zijn zoals geschreven staat: Wil iemand zich op iets beroemen, laat hij zich op de Heer beroemen.”  De HERE roept iedereen tot bekering en Hij geeft het aan iedereen die met zijn hart tot hem komt.

Bekering: omkeren of een kleine correctie?
Het is heel belangrijk om erop te letten of bekering een radicale omkeer is of alleen maar een kleine correctie. Gaat het om je omkeren of een kleine verbetering die nodig is?  Zowel de woorden die in het Hebreeuws als in het Grieks voor bekering gebruikt worden. Wijzen op een omkeer of een verandering in je leven. Een omkeer of verandering in de gezindheid en de gedachten en daden van je leven. Betekent dit nu dat het woord bekering alleen gebruikt kan worden als iemand diep in de zonden leeft en dan tot Christus komt? Soms denken mensen dit.
Het kan ook anders. Dan hoor je mensen in de kerk zeggen dat het bij de dagelijkse bekering alleen maar over kleine verbeteringen in je leven gaat. Een verbetering van misschien 5 of 10 procent.  Het is goed om met Zondag 33 het woord bekering ook te gebruiken voor de dagelijkse heiliging van je leven. Want het gaat er elke dag om dat we in eerbied voor God en Zijn wil leven. Elke dag roept de HERE ons op om ons te bekeren. Om ons van onze zonden af te keren en weer thuis te willen zijn bij hem en Zijn wil. Ook met onze verlangens.

Als ik een bepaalde zonde in mijn leven zie. Als ik me op gevoelens betrap waarvan ik weet dat is niet zoals de HERE het wil. Dan is het niet zo dat ik 5 of 10 procent moet verbeteren. Nee, dan moet ik er alles aan doen, juist ook vanuit het gebed om daarmee te breken. Elke zonde, elke laksheid in het leven met de HERE is zonde. Daardoor verdien ik echt de eeuwige dood. Elke dag weer heb ik die zonden te belijden en daarbij weg te gaan. Ik moet echt elke dag met mijn zonden breken. Als ik dat niet doe. Als ik dat niet wil, kan ik niet pleiten op die 90 procent waarbij ik dat volgens mijzelf wel zou doen. Elke zonde die ik doe daarmee doe ik de HERE verdriet, daarmee vertoorn ik Hem.

Wij belijden dat heel duidelijk in vraag en antwoord 89 van de Heidelbergse Catechismus: “Wat is het afsterven van de oude mens? Oprechte droefheid, dat wij God door onze zonden vertoornd hebben. En ook dat wij deze zonden hoe langer hoe meer haten en ontvluchten.” Als we hier het woordje ons gebruiken, gaat het over de leden van de gemeente. Gaat het ook over jou en mij als gelovigen. Bekering is ook voor wie bij Christus hoort elke dag weer echte omkeer in je leven.

Bekering: een levenslange opdracht
Als je op deze wereld met Christus leeft, zul je op aarde de volmaaktheid niet bereiken. Je wordt voor je sterven geen volmaakt mens. Dat zie je in je eigen leven en ook in het leven van je medegelovigen in de kerk. Als je echt met Christus leeft maakt dat je niet slordig en onverschillig. Je hebt daarover steeds weer verdriet en zoekt steeds weer vergeving. Het maakt het kind van God ook niet moedeloos want hij weet dat er vergeving is. Dat er door Christus ook de kracht van de Geest is om weer opnieuw volgens Gods wil te willen leven. Om daarin te groeien.

Bekering is een opdracht waaraan een christen zijn leven lang werkt. Je doet dat dan in diepe afhankelijkheid van de HERE. Je wil dat ook graag doen, ook als het je zwaar valt. Omdat je Gods liefde in Christus bloed ziet schitteren. Je wilt daarom met lust en liefde je God en redder dienen. Dan wordt bekering ook iets dat je hele leven raakt. Dan staan ook je dagelijkse werk, je studie, je slaapkamer, het gebruik van tv en computer daar niet buiten. Dan is je vraag steeds weer: Here, wat wilt u dat ik doen zal? Dan leer je door en van de Heilige Geest om elke dag in praktijk te willen brengen wat paulus in Fil 3:12-14 schrijft: “Niet dat ik al zover ben en mijn doel al heb bereikt. Maar ik houd vol in de hoop eens dat te kunnen grijpen waarvoor Christus Jezus mij gegrepen heeft. Broeders en zusters, ik beeld me niet in dat ik het al heb bereikt, maar een ding is zeker: ik vergeet wat achter mij ligt en richt mij op wat voor mij ligt. Ik ga recht op mijn doel af: de hemelse prijs waartoe God mij door Christus Jezus roept.”

Ds. Rob Visser (predikant van de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt te Dronten-Noord)

 

Bron : http://www.evangeliebelijder.mysites.nl/mypages/evangeliebelijder/451833.html

 

Wat is bekering?

Het is een ingrijpende keuze van een mens die een ingrijpende levensverandering ten gevolg heeft.  Deze keuze is een reactie op het doorbreken van Gods levenslicht  in je hart.  Bij bekering neem je afstand van iets en richt je je tot iets anders. Bekering is een innerlijke ommekeer, een verandering van denken,  die leidt tot een nieuw gedrag. Het is de reactie van de mens nadat de Heilige Geest je hart het verlangen naar levensvernieuwing heeft gewekt, waarbij jij je leven aan Jezus overgeeft. Ook daarna vinden er (als het goed is) levensveranderingen plaats, maar daarvoor gebruiken we liever termen als geestelijke groei en geestelijke vernieuwing.

 

Verliefdheid als beeld van bekering

Christen worden betekent vooral een diepgaande, persoonlijke relatie aangaan met God. In de Bijbel wordt de relatie tussen God en de mens(en) vaak afgebeeld als een huwelijk.  Maar aan een huwelijk gaat het een en ander vooraf.  Het begint in onze cultuur met een of meerdere ontmoetingen, waarbij langzamerhand of tamelijk plotseling een wederzijdse genegenheid ontstaat, die daarna steeds dieper en intenser wordt. De Engelse uitdrukking “falling in love” laat zien dat het voelt alsof je iets overkomt. De ontluikende liefde gaat je steeds meer beheersen en dan komt het moment dat de ‘geliefden het met elkaar eens zijn geworden’ . Bij sommige stellen gebeurt dat op een aanwijsbaar ogenblik, terwijl het bij veel anderen meer een groeiproces is. Maar in beide gevallen komt er een moment  dat ze diep in hun hart weten dat ze niet meer zonder die ander willen leven.  Dat is geen gevoelservaring en geen verstandelijke overtuiging. Een goed huwelijk kan niet gebouwd worden op romantische gevoelens,  maar zónder gevoel ontbreekt een stuk echtheid. Evenmin is er voor een goed huwelijk  meer nodig dan verstandelijke overwegingen, maar als je je verstand niet gebruikt, gaat het ook fout. Verstand en gevoel spelen dus wel een rol, maar geven niet de doorslag. De echte keus wordt gemaakt als de ogen van je hart opengaan voor die ander. Op dezelfde manier is bekering een proces om tot een vaste, levenslange relatie met God te komen. Het begint met een kennismaking met Jezus en Zijn Woord. Het eindigt met het opengaan van je hart voor Jezus en een innerlijke drang om Hem levenslang te willen volgen.

 

Bron : http://www.bijbelstudie.org/herschepping/03nl/bek_watis.htm


Bijbelteksten
Ezechiel  18  : 32

Ik schep immers geen behagen in de dood van een stervende, spreekt de Heere HEERE, dus bekeer u en leef! (HSV-vertaling)


Mattheus  13  : 5
Een ander deel viel op de steenachtige plaatsen, waar het niet veel aarde had en terstond schoot het op, omdat het geen diepe aarde had, maar toen de zon opkwam, verschroeide het en omdat het geen wortel had, verdorde het. (NBV-vertaling)

Mattheus 13 gaat het over de gelijkenis van de zaaier. De Here Jezus legt uit, dat er mensen zijn die het Woord terstond met vreugde aannemen. Maar dan blijkt later dat die mensen geen ware grond onder de voeten hebben. Ze glijden zomaar weg en er blijft niets van dat geloof over.
Lukas  16  : 29  t/m 31  (C)

Abraham zei tegen hem (= de rijke man): "Zij hebben Mozes en de profeten. Laten zij naar hen luisteren. Hij echter zei: Nee, vader Abraham, maar als iemand van de doden naar hen toe zou gaan, zouden zij zich bekeren. Maar Abraham zei tegen hem: Als zij niet naar Mozes en de profeten luisteren, zullen zij zich ook niet laten overtuigen, als iemand uit de doden zou opstaan.  (HSV-vertaling)

Dit verhaal gaat over de rijke man en de arme lazarus. De rijke man ging dood en kwam toen in de hel terecht. Lazarus was in de hemel. Vanuit de hel smeekte hij of Abraham Lazarus naar zijn broers wilde toesturen om hen te waarschuwen, dat Jezus Christus echt leeft en alles wat in de bijbel staat waar is. Maar Abraham zei toen tegen de rijke man, dat zij naar Mozes en de profeten moeten luisteren. Als zijn broers niet naar Mozes en de profeten willen luisteren, dan zullen zij zich ook niet laten overtuigen als iemand uit de doden zou opstaan.

Bron : "Wortels van ons geloof" van Chuck en Karen Cohen

 


Handelingen  16  : 30  t/m 31
En hij (= de cipier van Filippi) leidde hen (= Paulus en Silas) naar buiten en zeide: "Heren, wat moet ik doen om behouden te worden?" En zij zeiden: "Stel uw vertrouwen op de Here Jezus en gij zult behouden worden, gij en uw huis." (NBG-vertaling)

De cipier van Filippi wilde weten na het beruchte incident waarbij de gevangenis in opschudding kwam, wat hij moest doen om behouden te worden. Paulus en Silas antwoorden, dat hij zijn vertrouwen op de Here Jezus moet stellen. Dan zal hij en zijn huisgenoten gered worden.
Romeinen  1  : 5
"door wie wij genade en het apostelschap ontvangen hebben om gehoorzaamheid des geloofs te bewerken voor zijn naam onder al de heidenen," (NBG-vertaling)

Geloofsgehoorzaamheid
2 Korinthiers  3  : 12  t/m 18

Omdat wij dan een dergelijke hoop bezitten, gaan wij met veel vrijmoedigheid te werk, en doen wij niet zoals Mozes, die een bedekking op zijn gezicht legde, opdat de Israëlieten hun ogen niet gericht zouden houden op het einddoel van wat tenietgedaan wordt. Maar hun gedachten werden verhard, want tot op heden blijft diezelfde bedekking bij het lezen van het Oude Testament, zonder te worden weggenomen. Die bedekking wordt tenietgedaan in Christus. Ja, tot op heden ligt er, wanneer Mozes gelezen wordt, een bedekking op hun hart. Maar wanneer het zich tot de Heere bekeert, wordt de bedekking weggenomen. De Heere nu is de Geest; en waar de Geest van de Heere is, daar is vrijheid. Wij allen nu, die met onbedekt gezicht de heerlijkheid van de Heere als in een spiegel aanschouwen, worden van gedaante veranderd naar hetzelfde beeld, van heerlijkheid tot heerlijkheid, zoals dit door de Geest van de Heere bewerkt wordt. (HSV-vertaling)

Dit is onze hoop, en daarom handelen we in alle openheid en zijn we niet als Mozes, die zijn gezicht met een sluier bedekte, zodat de Israëlieten niet konden zien dat de glans verdween.  Hun denken verstarde, en dezelfde sluier ligt tot op de dag van vandaag over het oude verbond wanneer het voorgelezen wordt. Hij wordt alleen in Christus weggenomen. Tot op de dag van vandaag ligt er een sluier over hun hart, telkens als de wet van Mozes wordt voorgelezen. Maar telkens als iemand zich tot de Heer wendt, wordt de sluier weggenomen. Welnu, met de Heer wordt de Geest bedoeld, en waar de Geest van de Heer is, daar is vrijheid. Wij allen die met onbedekt gezicht de luister van de Heer aanschouwen, zullen meer en meer door de Geest van de Heer naar de luister van dat beeld worden veranderd. (NBV-vertaling)

In dit gedeelte spreekt Paulus vooral over de blindheid van de Joden wat betreft hun afwijzing van Jezus als de Messias. Maar hij benoemt ook een principe dat alle mensen aangaat, Jood en heiden. Hij spreekt over de blindheid voor de bijbelse waarheid. Kijk maar naar vers 14: “Maar hun gedachten werden verhard. Want tot heden toe blijft dezelfde bedekking over de voorlezing van het oude verbond zonder weggenomen te worden, omdat zij slechts in Christus verdwijnt.”

Je moet goed begrijpen, dat de mensen aan wie Paulus schreef, heel oprecht waren. Ze bestudeerden trouw de boeken van Mozes, de wet en de profeten, de Psalmen van David. Ze vereerden Gods woord, onderwezen eruit en citeerden het vrijelijk. Maar ze waren nog steeds verblind. Wij denken vaak dat er een geestelijk gordijn hangt voor de ogen van Joden, Moslims en anderen, wat hen verblind voor de waarheid over Jezus. Maar er hangt ook een gordijn voor de ogen van vele gelovigen. Ze lezen Gods duidelijke waarschuwingen in de bijbel, ze horen het woord, dat gepreekt wordt met kracht en toch raakt het ze niet. In feite gaan ze gewoon door met precies die dingen die God in Zijn woord afwijst.

Paulus zegt dat, voor onze blindheid weggenomen kan worden, we ons moeten bekeren tot de Heere. "maar telkens wanneer iemand zich tot de Here bekeerd heeft, wordt de bedekking weggenomen." (vers 16) Het Griekse woord bekeren betekent hier: van koers veranderen. Paulus zegt hier, met andere woorden: "Je moet toegeven dat de richting die je nu opgaat je niets anders brengt dan leegte, verwoesting en wanhoop."

Bron : http://www.worldchallenge.org/nl/node/3857 (Billy Graham)


1 Timotheus  3  : 1  t/m 7
Een opziener moet onberispelijk zijn. Hij kan slechts de man van één vrouw zijn en hij moet sober, bezonnen, gematigd, gastvrij en een goede leraar zijn. Hij mag niet te veel drinken of driftig zijn, maar hij moet vredelievend en vriendelijk zijn, en niet geldzuchtig. Hij moet zijn huisgezin goed leiden en op een waardige manier gezag over zijn kinderen uitoefenen. Als iemand geen leiding kan geven aan zijn huisgezin, hoe zou hij dan voor de gemeente van God kunnen zorgen? Hij mag ook niet iemand zijn die net bekeerd is; anders raakt hij verblind en valt hij ten prooi aan de duivel. Verder moet hij buiten de gemeente een goede reputatie hebben, zodat hij niet in opspraak komt en door de duivel wordt gestrikt. (NBV-vertaling)

Waaraan moet een een oudste/ouderling voldoen:
1. Een oudste/ouderling moet onberispelijk zijn.
2. Een oudste/ouderling mag maar één vrouw hebben (getrouwd zijn).
3. Een oudste/ouderling moet wakker zijn. (Statenvertaling)
4. Een oudste/ouderling moet sober zijn.
5. Een oudste/ouderling met bezonnen zijn.
6. Een oudste/ouderling moet eerbaar zijn.
7. Een oudste/ouderling moet gastvrij zijn
8. Een oudste/ouderling moet bekwaam zijn om te leren
9. Een oudste/ouderling moet niet verslaafd zijn aan alcohol.
10. Een oudste/ouderling moet niet driftig zijn.
11. Een oudste/ouderling moet geen vuil-gewinzoeker zijn.
12. Een oudste/ouderling moet bescheiden zijn.
13. Een oudste/ouderling moet vredelievend zijn.
14. Een oudste/ouderling moet niet geldzuchtig zijn.
15. Een oudste/ouderling moet goed zijn gezin leiden.
16. Een oudste/ouderling moet niet een pas bekeerde zijn.
17. Buiten de gemeente moet een oudste/ouderling ook een goede reputatie hebben.

Daarom moet een oudste/ouderling in de gemeente iemand zijn die niet aan de wijn is verslaafd. Ook een vrouw van een oudste/ouderling moet zich waardig gedragen, ze mag niet kwaadspreken en moeten sober en in alles betrouwbaar zijn.
2 Petrus  3  : 9

De Heere vertraagt de belofte niet (zoals sommigen dat als traagheid beschouwen), maar Hij heeft geduld met ons en wil niet dat enigen verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen. (HSV-vertaling)

De Heer is niet traag met het nakomen van zijn belofte, zoals sommigen menen; hij heeft alleen maar geduld met u, omdat hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat. (NBV-vertaling)

Er is een strijd in deze wereld, in jouw leven. En het gaat ergens om. God zet alles op alles om jou te kunnen redden. Hij ging zo ver dat Hij zijn Zoon gaf om te sterven voor zondaren. En Hij gaat nog steeds zo ver dat Hij geduldig wacht. Ook jij hebt een keuze in het volgen van Jezus. God heeft geduld. Hij wacht. Zodat jij kan kiezen wie je wilt volgen. Zijn diepste wens is dat je Zijn liefde aanvaardt en vanuit Zijn liefde gaat leven.

Bron : https://www.facebook.com/ikzoekgod  (Dag 28)


Openbaring  9  : 20  (C)
En wie van de mensen overgebleven waren, die niet gedood waren door deze plagen, bekeerden zich toch niet van de werken hunner handen, om de boze geesten niet (meer) te aanbidden en de gouden, zilveren, koperen, stenen en houten afgoden, die niet kunnen zien, noch horen of gaan; (NBG-vertaling)

Beelden of iconen mogen wij niet aanbidden. Het vereren van beelden is het aanbidden van boze geesten. Wanneer heidenen, Katholieken, of leden van Orthodoxe of Koptische kerken beelden of iconen vereren, zijn zij eigenlijk, volgens het woord van God, boze geesten aan het aanbidden.

Bron : Roy Davison

   Bijbeltekst toevoegen

 


  Terug


Versie december 2009