hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel

 

Bekijken Bijbelteksten

Trefwoord 
Wijzigen
Aas, bloed en vet (Verbod tot het eten daarvan)

Categorie
Gezondheid en de Bijbel

Toelichting
Verbod op het eten van aas

Gij zult geen aas eten (letterlijk: Gij zult niet eten wat doodgevallen is [75]); aan de vreemdeling moogt gij het te eten geven, of aan een buitenlander verkopen" (Deuteronomium 14 : 21). Dat het aas van dieren aan buitenlanders verkocht mocht worden, was omdat die zich toch niets aantrokken van die vreemde voedselwetten van Israël.

Vlees van dieren, die in het veld verscheurd zijn, zult gij niet eten, gij zult het voor de honden werpen (Exodus 22:31). In noodgevallen, zoals tijdens een hongersnood of oorlog, was het toegestaan om het aas van een rein dier te eten. Maar aas van een onrein dier was absoluut te allen tijde verboden (Leviticus 11:8, 11 tegenover 11:39,40).

Deze twee regels geven blijk van een diep inzicht in de ziekteleer. Er is namelijk een groot verschil tussen dieren die netjes volgens de regels zijn geslacht en dieren die zijn verscheurd of doodgevallen. Een geslacht en goedgekeeurd dier was in Israël per definitie kerngezond. Een dier dat was 'doodgevallen' of in het vrije veld was verscheurd, was per definitie óngezond en stikte van de ziektekiemen. En dat is nog steeds zo.

In de natuur gaan dieren bijna nooit dood vanwege ouderdom, maar vanwege een ernstige ziekte, zoals tuberculose of een wormziekte. Of ze worden door een roofdier verscheurd, omdat ze te zwak en te ziek zijn om zich te verdedigen of weg te rennen. Als je vlees van zulke dieren eet, zonder het extra lang en goed te koken, kun je er zeker van zijn dat je een gevaarlijke ziekte oploopt, zeker als het dier al een aantal dagen dood heeft gelegen. Dit advies -om geen vanzelf gestorven of verscheurde dieren te eten- is zo goed dat het in alle geciviliseerde landen nog steeds wordt opgevolgd. Een slager die in zijn winkel het vlees van zo'n dier zou verkopen, zou in ons land een flinke boete krijgen.

Verbod op het eten van bloed

Bloed is onmisbaar in het lichaam van hogere diersoorten en de mens. Het zorgt voor de aanvoer van water, zuurstof en voedingsstoffen, en voor de afvoer van koolzuurgas en afvalstoffen. Daarnaast wordt via het bloed de temperatuur van het lichaam geregeld en worden de ziektekiemen gedood. Elke cel in het lichaam die geen bloed krijgt, gaat binnen de kortste keren dood. Die les hebben artsen met vallen en opstaan moeten leren, zoals de lijfarts van de Amerikaanse president George Washington in 1799. Toen de president flink verkouden was, dacht zijn arts hem weer snel op de been te krijgen door hem te 'aderlaten'. Daarbij wordt een sneetje in de arm gemaakt, waardoor het bloed kan wegstromen en het evenwicht in de levenssappen wordt hersteld, waarna de verkoudheid zal stoppen. Omdat de president verkouden bleef, werd bij hem zoveel bloed afgetapt dat hij in de armen van zijn lijfarts is gestorven. Bloed is werkelijk de ziel, de levenskracht van alle hogere organismen.

Waarom mochten de Israëlieten in vredesnaam geen bloed eten? Wat is het bezwaar tegen een lekker stukje halfgare bloedworst of een kommetje ongekookt koeienbloed zoals de Masai in Oost-Afrika regelmatig naar binnen werken? En waarom moest het bloed perse begraven worden? Natuurlijk zijn er ook religieuze motieven om de consumptie van bloed te verbieden, bijvoorbeeld het feit dat primitieve volken voor occulte praktijken bloed gebruiken als 'voedsel voor de boze geesten'. Maar er zat meer achter.

Gevaarlijk om te eten

Onder onhygiënische omstandigheden kan bloed van dieren werkelijk vergéven zijn van ziektekiemen, vooral eencelligen en bloedfilariën (kleine wormpjes), zoals de larven van de spoelworm, mijnworm en zweepworm. Weliswaar gaan de meeste ziektekiemen dood in het agressieve maagzuur van de mens, maar lang niet allemaal. Als de wormenlarven in de darmen van de mens komen, doorboren ze de darmwand, komen via het lymfestelsel in de bloedbaan en verspreiden zich door het menselijk lichaam.

Gevaarlijk om te bewaren

Bloed is een ideale voedingsbodem voor ziektekiemen. In een warm (sub)tropisch klimaat en onder onhygiënische omstandigheden ontwikkelen de ziektekiemen zich razendsnel tot hoeveelheden die bij consumptie levensgevaarlijk zijn. Waarschijnlijk zullen in de toekomst wel meer feiten gevonden worden, waaruit blijkt dat het eten van bloed slecht is voor de gezondheid. In een recent onderzoek, bijvoorbeeld, beweren Italiaanse geleerden dat het eten van bloedrijk vlees het risico op baarmoederkanker verhoogt. [76]

Verbod op het eten van vet

In de oudheid waren de mensen ervan overtuigd dat het vet van dieren gezond is. Het was een teken van overvloed. Des te opmerkelijker is het dat God, die het volk Israël een leven van overvloed beloofde (Deuteronomium 28:11-13), het consumeren van dierlijk vet verboden heeft. Dat druiste in tegen elk gevoel van logica. De Israëlieten mochten wel 'vet vlees' eten, vlees met vet tussen de spieren, maar niet het losse vet onder de huid of rond de organen. Dat soort vet mocht voor allerlei doeleinden worden gebruikt, maar niet voor consumptie.

Dat dierlijk vet uiterst slecht is voor de gezondheid, behoeft in onze tijd niet veel betoog. Alle dieetboekjes en folders over hart- en vaatziekten staan er vol van.
1. Dierlijk vet bestaat uit verzadigde vetzuren. Dat zijn de belangrijkste boosdoeners in de ontwikkeling van hart- en vaatziekten, maar ook van kanker en zwaarlijvigheid.
2. Onder warme (sub)tropische omstandigheden wordt dierlijk vet zeer snel ranzig. En ranzige vetten bevatten stoffen die de kans op kanker verhogen. [77]
3. Dierlijk vet is een opslagplaats voor parasieten, voor afvalstoffen en voor gifstoffen, zoals herbiciden, chemicaliën en antibiotica. Bij consumptie van het vet komen al deze stoffen in het lichaam van de mens.

Voor meer info over Hart- en Vaatziekten -> zie ""Hart- en Vaatziekten"
Voor meer info over Kanker -> zie "Kanker"

Bijbelteksten
Exodus  22  : 31
Gij nu zult Mij heilige lieden zijn; daarom zult gij geen vlees eten, dat op het veld verscheurd is, en zult het den hond voorwerpen. (Statenvertaling)

Vlees van dieren, die in het veld verscheurd zijn, zult gij niet eten, gij zult het voor de honden werpen. In noodgevallen, zoals tijdens een hongersnood of oorlog, was het toegestaan om het aas van een rein dier te eten. Maar aas van een onrein dier was absoluut te allen tijde verboden (Leviticus 11:8, 11 tegenover 11:39,40).
Leviticus  7  : 23  t/m 24
Spreek tot de kinderen Israels, zeggende: Geen vet van een os, of schaap, of geit, zult gij eten. Maar het vet van een dood aas, en het vet van het verscheurde, mag tot alle werk gebezigd worden; doch gij zult het ganselijk niet eten. (Statenvertaling)

Gij zult in het geheel geen vet van rund, schaap of geit eten. Het vet van een gestorven of verscheurd dier mag voor allerlei doeleinden gebruikt worden, maar eten zult gij het in geen geval. Dus ook niet om te bakken of te braden. De Israëlieten mochten wel 'vet vlees' eten, vlees met vet tussen de spieren, maar niet het losse vet onder de huid of rond de organen.

Kanttekening bij de Statenvertaling:

"Men versta ... het smerig en roestig vet, wat aan de einden en vellen der spieren groeit en hangt, en door de koude klonterig, hard en brokkelig wordt." Dat soort vet mocht voor allerlei doeleinden worden gebruikt, maar niet voor consumptie.
Leviticus  11  : 8
Van hun vlees zult gij niet eten, en hun dood aas niet aanroeren, zij zullen u onrein zijn. (Statenvertaling)

Vier diersoorten die voor consumptie verboden zijn, worden in dit bijbelgedeelte hiervoor speciaal genoemd: kamelen, klipdassen, hazen en varkens. Het woord "konijntje" is in de NBG vertaald met "klipdas". Volgens de kanttekening van de Statenvertaling staat bij "konijntje": Anders, bergmuis, of beermuis; een viervoetig gedierte van grootte als een egel en van gestalte als een muis en beer, wonende in de holen der steenrotsen; zeer veel gevonden in Palestina.
Leviticus  11  : 39  t/m 40
Wanneer een van de dieren die u tot spijze zijn, sterft, dan zal hij die zijn aas aanraakt, onrein zijn tot de avond. En hij die van zijn aas eet, zal zijn klederen wassen en onrein zijn tot de avond; ook hij die zijn aas opneemt, zal zijn klederen wassen en onrein zijn tot de avond.(NBG-vertaling)
Leviticus  17  : 11  t/m 13
Want de ziel van het vlees is in het bloed; daarom heb Ik het u op het altaar gegeven, om over uw zielen verzoening te doen; want het is het bloed, dat voor de ziel verzoening zal doen. Daarom heb Ik tot de kinderen Israels gezegd: Geen ziel van u zal bloed eten; noch de vreemdeling, die als vreemdeling in het midden van u verkeert, zal bloed eten. Een ieder ook van de kinderen Israels en van de vreemdelingen, die als vreemdelingen in het midden van hen verkeren, die enig wild gedierte, of gevogelte, dat gegeten wordt, in de jacht gevangen zal hebben; die zal deszelfs bloed vergieten, en zal dat met stof bedekken. (Statenvertaling)

De ziel van het vlees is in het bloed. Daarom zal niemand van u bloed eten. Ieder, die een stuk wild of gevogelte jaagt, dat gegeten mag worden, zal het bloed daarvan uitgieten en dat bedekken met aarde.
Deuteronomium  14  : 21
Gij zult geen dood aas eten; den vreemdeling, die in uw poorten is, zult gij het geven, dat hij het ete, of verkoopt het den vreemde;" (Statenvertaling)

Gij zult geen aas eten (letterlijk: Gij zult niet eten wat doodgevallen is [75]); aan de vreemdeling moogt gij het te eten geven, of aan een buitenlander verkopen. Dat het aas van dieren aan buitenlanders verkocht mocht worden, was omdat die zich toch niets aantrokken van die vreemde voedselwetten van Israël.

   Bijbeltekst toevoegen

 


  Terug


Versie december 2009