hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel

 

Bekijken Bijbelteksten

Trefwoord 
Wijzigen
Handoplegging

Categorie
Lichaam
Verschillen in bijbeluitleg

Toelichting
Wat is handoplegging?
Handoplegging door een geestelijke is een handeling om de werking van de Heilige Geest te bewerken. De handoplegging kan een zegen zijn en hij kan met het oogmerk op een wonderbaarlijke genezing plaatsvinden. Ook bij wijdingen heeft de handoplegging een rol.

Handoplegging in het Nieuwe Testament
De evangelist Marcus beschrijft een handoplegging, waarin Jezus de kinderen in zijn armen nam en hen zegende door hen de handen op te leggen (Marcus 10:16). Verderop stelt Marcus dat Jezus zieken door handoplegging genas, Jezus heeft gezegd dat anderen die tot geloof zijn gekomen, hetzelfde zullen doen (Marcus 16:18). In Handelingen staat, dat Simon zag dat de mensen door handoplegging van de apostelen vervuld raakten van de Geest en toen wilde Simon die macht ook hebben, maar Petrus maakte Simon duidelijk dat hij deze macht van God niet kon kopen en deze macht wilde misbruiken om er zelf beter van te worden (Handelingen 8:18-24).

Na pinksteren (de uitstorting van de Heilige Geest) namen de apostelen het gebaar van de handoplegging van Jezus over om die Heilige Geest door te geven aan hen die gedoopt zijn. Zo lezen we in de Handelingen van de apostelen, dat Petrus en Johannes hen de handen oplegde en zo ontvingen zij de Heilige Geest (Handelingen 8 : 14-17).

De handoplegging in de vroege christelijke kerk
De vroegchristelijke kerk kende rituelen waarin handoplegging plaatsvond. Die vond plaats bij de doop en de geloofsbelijdenis, bij het sluiten van een huwelijk, bij het uitspreken van de vergeving van zonden na belijdenis van zonden, bij het uitdrijven van demonen en boze geesten en bij het zegenen van kinderen door hun ouders.

Handoplegging in de katholieke kerk
De handoplegging speelt een rol bij het uitreiken en toedienen van sacramenten en bij wijdingen. Een priester legt tijdens het sacrament van de ziekenzalving de zieke in stilte de handen op het hoofd. Om het verschil met de doop te benadrukken wordt bij het vormsel een handoplegging gedaan. In de Handelingen van de apostelen staat beschreven hoe Barnabas en Saulus door handoplegging van de apostelen aan hun taak worden toegewijd (Handelingen 13:2 en 3). Het gebaar van de handoplegging werd daarom door de katholieke Kerk vanaf het begin overgenomen voor het sacrament van de wijding tot diaken, priester en bisschop.

In de middeleeuwen ontstond een traditie die voorschreef om bezetenen -men zou nu meestal van krankzinnigen spreken- de handen op te leggen, maar gelovige zieken te zalven. Ziekenzalving werd dus in principe gereserveerd voor die gelovigen die bij hun verstand waren, anderen konden de handoplegging ontvangen. Een krankzinnige is immers bezeten door demonen.

De reformatie
In de protestantse kerken is men zeer terughoudend met handopleggingen. Alleen de pinkstergemeenten en de Amerikaanse evangelisten passen handopleggingen geregeld toe. De reformatoren in de eerste jaren van de 16e eeuw toonden grote aarzelingen bij de handoplegging vanwege het door hen opgemerkte misbruik van dit ritueel in de Rooms-Katholieke Kerk. Calvijn meent dat de kracht in de handoplegging slechts in de begintijd van de kerk aanwezig was, in de tijd van de apostelen. Maarten Luther leert zijn volgelingen daarentegen dat zij handen mogen opleggen. In de Nederlandse Gereformeerde Kerk wordt een dominee in zijn ambt bevestigd door handoplegging. Deze handoplegging wordt verricht door een of meerdere al eerder in het ambt bevestigde predikanten.

Handoplegging in de evangelische kerken
Amerikaanse voorgangers hebben van het opleggen van handen een nieuw ritueel gemaakt. De gelovige wordt met de handen op het voorhoofd aangeraakt, veelal met de woorden "in naam van Jezus". Het is niet ongewoon om de aangeraakte gelovige daarop achterover te zien vallen en stuiptrekkend op de vloer te zien liggen. Met het ingetogen ritueel van zegening, aanwijzing of genezing in het Oude en Nieuwe Testament heeft deze vorm van handoplegging weinig verwantschap meer.

Handoplegging in het jodendom
Handoplegging bij ziekte komt in de rituelen van het Jodendom niet voor. In het Nieuwe Testament lees je dat Jezus de handen oplegt. In het Oude Testament komen twee verschillende uitdrukkingen voor die in het Grieks beiden vertaald zijn als "handoplegging". In de eerste plaats is daar het eenvoudig leggen van de handen op iemand en in de tweede plaats het drukken van de handen op iemand.

Het leggen van handen op iemand
Het leggen van de handen op iemand is een gebaar waardoor een bepaalde persoon aangewezen wordt. Het wordt gebruikt bij het bidden voor een mens en het zegenen van een mens. Aartsvader Jakob legt zijn handen op de zonen van Jozef om hen te zegenen. Op deze manier wijst Jakob aan wie het is die hij wil zegenen (Genesis 48:14 en 18).

Het drukken van de handen op iemand
Het drukken van de handen op iemand wordt gebruikt om zowel iemand aan te wijzen als ook de overdracht van iets op die persoon te benadrukken. Op een offerdier moesten de handen worden gedrukt (Exodus 29:10,15 en 19). Uit de Hebreeuwse tekst kan worden opgemaakt dat hier het opleggen van één hand ook mogelijk is. Een man of vrouw die in het openbaar vloekt kreeg de handen van anderen op zijn hoofd gedrukt. Zo werd de schuld van de ongewild aangehoorde vervloeking symbolisch overgedragen aan de vloeker (Leviticus 24:13-16). In rechtszaken moesten de getuigen hun hand op het hoofd van de verdachte leggen tijdens het uitspreken van een belastende getuigenis. Levieten werden met handdruk op het hoofd symbolisch tot "eerstgeboren zoon" gemaakt toen de priesterlijke taken van de oudste zonen van andere stammen op hen overgingen (Numeri 8:10-12). Mozes drukte zijn handen op Jozua toen deze aangesteld werd als zijn opvolger (Numeri 27:18-23). Bij de zalving, installatie of bevestiging van een koning, hogepriester en profeet, werd geen gebruik gemaakt van handoplegging. In plaats hiervan werd ieder van deze ambtsdragers gezalfd.

Handoplegging in de occulte wereld
Een paranormaal "genezer" zoals een magnetiseur kan soms als handoplegger optreden. Dan is geen sprake van de Heilige Geest maar van een veronderstelde overdracht van energie of het beïnvloeden van een zogenaamd aura. Dit gebeurt ook bij reiki.

Bron : www.wikipedia.nl


Bijbelteksten
Genesis  48  : 13  t/m 20
Daarna bracht hij (= Jozef) hen beiden weer dicht bij zijn vader. Aan zijn rechterhand had hij Efraïm, die hij links van Israël plaatste, en aan zijn linkerhand had hij Manasse, die hij rechts van hem plaatste. Maar Israël kruiste zijn handen: zijn rechterhand legde hij op het hoofd van Efraïm, hoewel die de jongste was, en zijn linkerhand legde hij op het hoofd van Manasse, hoewel die de oudste was. Hij zegende Jozef met deze woorden: "De God naar wiens wil mijn voorouders Abraham en Isaak zich richtten, de God die mijn leven lang mijn herder is geweest, de engel die mij heeft bevrijd van alle onheil, hij geve deze jongens zijn zegen. Moge mijn naam door hen voortleven, en ook die van mijn voorouders Abraham en Isaak, en mogen zij zich over de hele aarde uitbreiden."

Toen Jozef zag dat zijn vader zijn rechterhand op het hoofd van Efraïm had gelegd, leek hem dat verkeerd, en daarom pakte hij zijn vaders hand, om die te verplaatsen van Efraïms hoofd naar dat van Manasse. "Niet zo, vader!" zei Jozef. "Dit is de oudste, u moet uw rechterhand op zijn hoofd leggen." Maar zijn vader wilde dat niet. "Ik weet het, mijn zoon," zei hij, "ik weet het. Ook uit hem zal een volk voortkomen, ook hij zal machtig worden. Maar zijn jongere broer zal machtiger worden dan hij, en uit hem zullen tal van volken voortkomen." Zo zegende hij hen die dag met de woorden: "Jullie naam zal worden genoemd in de zegenwensen van de Israëlieten. Ze zullen zeggen: "Moge God u maken als Efraïm en Manasse." Zo plaatste hij Efraïm vóór Manasse. (NBV-vertaling)

Het leggen van de handen op iemand is een gebaar waardoor een bepaalde persoon aangewezen wordt. Het wordt gebruikt bij het bidden voor een mens en het zegenen van een mens. Aartsvader Jakob legt zijn handen op de zonen van Jozef om hen te zegenen. Op deze manier wijst Jakob aan wie het is die hij wil zegenen.
Exodus  29  : 10  15 en 19
Voorts zult gij de stier doen naderen vóór de tent der samenkomst, en Aäron en zijn zonen zullen hun handen op de kop van de stier leggen. (NBG-vertaling : vers 10)

Dan zult gij de éne ram nemen en Aäron en zijn zonen zullen hun handen op de kop van de ram leggen. (NBG-vertaling : vers 15)

Dan zult gij de andere ram nemen, en Aäron en zijn zonen zullen hun handen op de kop van de ram leggen. (NBG-vertaling : vers 19)

Het drukken van de handen op iemand wordt gebruikt om zowel iemand aan te wijzen als ook de overdracht van iets op die persoon te benadrukken. Op een offerdier moesten de handen worden gedrukt.
Leviticus  24  : 13  t/m 16
En de HEER zei tegen Mozes: "Breng degene die gevloekt heeft buiten het kamp. Allen die het gehoord hebben, moeten hun hand op zijn hoofd leggen en hij moet door de voltallige gemeenschap gestenigd worden. En tegen de Israëlieten moet je zeggen: "Wie zijn God vervloekt, zal de gevolgen van zijn zonde dragen. Wie de naam van de HEER lastert moet ter dood gebracht worden, die moet door de voltallige gemeenschap worden gestenigd. Of het nu een vreemdeling is of een geboren Israëliet, wie mijn naam lastert moet ter dood gebracht worden." (NBV-vertaling)

Een man of vrouw die in het openbaar vloekt kreeg de handen van anderen op zijn hoofd gedrukt. Zo werd de schuld van de ongewild aangehoorde vervloeking symbolisch overgedragen aan de vloeker.
Numeri  8  : 10  t/m 12
Hebt gij de Levieten voor het aangezicht des HEREN doen naderen, dan zullen de Israëlieten de Levieten de handen opleggen, en Aäron zal de Levieten bewegen als een beweegoffer uit de Israëlieten voor het aangezicht des HEREN, en zij zullen bestemd zijn om de dienst des HEREN te verrichten. Nadat de Levieten hun handen op de kop der jonge stieren gelegd hebben, bereid dan de ene tot een zondoffer en de andere tot een brandoffer voor de HERE, om verzoening te doen over de Levieten. (NBG-vertaling)

Hier wordt handoplegging gedaan ter verzoening.
Numeri  27  : 18  t/m 23
De HEER zei tegen Mozes: "Laat Jozua, de zoon van Nun, bij je komen; hij is een man die geestkracht bezit. Leg hem de hand op en laat hem plaatsnemen voor de priester Eleazar en voor de hele gemeenschap. Draag in ieders aanwezigheid de leiding aan hem over en laat hem delen in het aanzien dat jij geniet. Dan zal heel Israël hem voortaan gehoorzamen. Wanneer er een beslissing moet worden genomen, moet hij zich tot de priester Eleazar wenden, en die raadpleegt dan ten overstaan van de HEER de orakelstenen. Zijn uitspraak bepaalt of Jozua met de andere Israëlieten een veldtocht moet ondernemen of niet." Mozes deed wat de HEER hem had opgedragen: hij liet Jozua bij zich komen, liet hem plaatsnemen voor de priester Eleazar en voor de hele gemeenschap, legde hem de handen op en droeg de leiding aan hem over. Zo had de HEER het bij monde van Mozes bevolen. (NBV-vertaling)

Mozes drukte zijn handen op Jozua toen deze aangesteld werd als zijn opvolger. Bij de zalving, installatie of bevestiging van een koning, hogepriester en profeet, werd geen gebruik gemaakt van handoplegging. In plaats hiervan werd ieder van deze ambtsdragers gezalfd.
2 Kronieken  29  : 23
Voorts brachten zij de bokken van het zondoffer voor het aangezicht van de koning en de gemeente, en zij legden er de handen op. NBG-vertaling)

Handoplegging om de zonden weg te nemen.
Markus  8  : 22  t/m 26
En zij kwamen te Betsaïda. En zij brachten een blinde tot Hem en smeekten Hem deze aan te raken. En Hij vatte de blinde bij de hand en bracht hem buiten het dorp, en Hij spuwde in zijn ogen, legde hem de handen op en vroeg hem: Ziet gij iets? En hij zag op en zeide: "Ik zie de mensen, want ik zie hen als bomen wandelen." Vervolgens legde Hij weder de handen op zijn ogen, en hij zag duidelijk en was hersteld. En hij zag voortaan alles scherp. En Hij zond hem naar huis en zeide: "Ga het dorp zelfs niet in." (NBG-vertaling)

Jezus legde een blinde de handen op zijn ogen en hij werd genezen.
Markus  10  : 13  t/m 17
En zij (= de moeders) brachten de kinderen tot Hem, opdat Hij ze zou aanraken; doch de discipelen bestraften hen. Toen Jezus dat zag, nam Hij het zeer kwalijk en zeide tot hen: Laat de kinderen tot Mij komen, verhindert ze niet; want voor zodanigen is het Koninkrijk Gods. Voorwaar, Ik zeg u: Wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt als een kind, zal het voorzeker niet binnengaan. En Hij omarmde ze en hun de handen opleggende, zegende Hij ze. (NBG-vertaling)

De evangelist Markus beschrijft een handoplegging, waarin Jezus de kinderen in zijn armen nam en hen zegende door hen de handen op te leggen.
Markus  16  : 15  t/m 18
En Hij zeide tot hen: "Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping. Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden. Als tekenen zullen deze dingen de gelovigen volgen: in mijn naam zullen zij boze geesten uitdrijven, in nieuwe tongen zullen zij spreken, slangen zullen zij opnemen, en zelfs indien zij iets dodelijks drinken, zal het hun geen schade doen; op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen genezen worden.

Marcus zag dat Jezus zieken door handoplegging genas. Jezus heeft gezegd dat anderen die tot geloof zijn gekomen, hetzelfde zullen doen.
Lukas  4  : 40
Toen de zon was ondergegaan, brachten de mensen al hun zieken naar Hem toe, aan welke kwaal ze ook leden. Hij legde hun een voor een de hand open genas hen. (NBV-vertaling)

Jezus legde zieken de handen op en ze werden genezen.
Handelingen  8  : 14  t/m 17
Toen de apostelen in Jeruzalem hoorden dat de inwoners van Samaria het woord van God hadden aanvaard, stuurden ze Petrus en Johannes naar hen toe. Nadat ze waren aangekomen, baden ze dat ook de Samaritanen de Heilige Geest mochten ontvangen, want deze was nog op niemand van hen neergedaald; ze waren alleen gedoopt in de naam van de Heer Jezus. Na het gebed legden Petrus en Johannes hun de handen op, en zo ontvingen ze de Heilige Geest. (NBV-vertaling)

Na pinksteren (de uitstorting van de Heilige Geest) namen de apostelen het gebaar van de handoplegging van Jezus over om die Heilige Geest door te geven aan hen die gedoopt zijn. Zo lezen we in de Handelingen van de apostelen, dat Petrus en Johannes hen de handen oplegde en zo ontvingen zij de Heilige Geest.
Handelingen  8  : 18  t/m 24
Toen Simon zag dat de mensen door de handoplegging van de apostelen vervuld raakten van de Geest, bood hij Petrus en Johannes geld aan en zei: "Geef ook mij deze macht, zodat iedereen wie ik de handen opleg de heilige Geest ontvangt." Maar Petrus zei tegen hem: "U zult in het verderf worden gestort, u met uw geld, omdat u denkt te kunnen kopen wat God geschonken heeft. U kunt beslist geen deel hebben aan onze taak, want uw houding (SV : hart) tegenover God is niet oprecht. Toon berouw over uw verfoeilijke gedrag en smeek de Heer of hij u uw slechte gedachten wil vergeven, want ik zie dat u vol venijn zit en verstrikt bent in het kwaad." Toen zei Simon: "Bid voor mij tot de Heer dat het me niet zal vergaan zoals u hebt gezegd." (NBV-vertaling)

Simon zag dat de mensen door handoplegging van de apostelen vervuld raakten van de Geest en toen wilde Simon die macht ook hebben, maar Petrus maakte Simon duidelijk dat hij deze macht van God niet kon kopen en deze macht wilde misbruiken om er zelf beter van te worden.
Handelingen  9  : 17  t/m 19
Ananias vertrok en ging naar het huis, waar hij Saulus de handen oplegde, terwijl hij zei: "Saul, broeder, ik ben gezonden door de Heer, door Jezus, die aan u verschenen is op de weg hierheen, om ervoor te zorgen dat u weer kunt zien en vervuld wordt van de heilige Geest." Meteen was het alsof er schellen van Saulus’ ogen vielen; hij kon weer zien, stond op en liet zich dopen, en nadat hij gegeten had, kwam hij weer op krachten. (NBV-vertaling)
Handelingen  13  : 2  t/m 3
En terwijl zij vastten bij de dienst des Heren, zeide de heilige Geest: Zondert Mij nu Barnabas en Saulus af voor het werk, waartoe Ik hen geroepen heb. Toen vastten en baden zij, en legden hun de handen op en lieten hen gaan. (NBG-vertaling)

In dit bijbelgedeelte staat beschreven hoe Barnabas en Saulus door handoplegging van de apostelen aan hun taak worden toegewijd. Het gebaar van de handoplegging werd daarom door de katholieke Kerk vanaf het begin overgenomen voor het sacrament van de wijding tot diaken, priester en bisschop.
Handelingen  19  : 5  t/m 6
En die hem hoorden werden gedoopt in den Naam van den Heere Jezus. En als Paulus hun de handen opgelegd had, kwam de Heilige Geest op hen; en zij spraken met vreemde talen, en profeteerden. (Statenvertaling)

Handoplegging na dopen en zij werden vervuld met de Heilige Geest.
Handelingen  28  : 8  t/m 9
Het geval wilde dat de vader van Publius ernstig ziek op bed lag, gekweld door koorts en buikloop. Paulus ging naar hem toe, legde hem onder gebed de handen op en genas hem. Daarna kwamen ook de andere zieken op het eiland naar hem toe en kregen hun gezondheid terug. (NBV-vertaling)

Paulus legde de vader van Publius de handen op, terwijl hij aan het bidden was en de vader van Publius werd genezen.
1 Timotheus  4  : 12  t/m 16
Sta niemand toe dat hij vanwege je jeugdige leeftijd op je neerkijkt, maar wees voor de gelovigen een voorbeeld in wat je zegt, in je levenswijze, in liefde, geloof en zuiverheid. In afwachting van mijn komst moet je je toeleggen op het voorlezen uit de Schrift, op de prediking en het onderricht. Veronachtzaam de genade die je geschonken is niet; je dankt haar aan de profetische woorden die de raad van oudsten over jou, onder handoplegging, heeft uitgesproken. Richt je hierop, maak het je eigen, zodat voor iedereen duidelijk wordt dat je vorderingen maakt. Neem je in acht, houd je aan de leer en blijf dat doen (SV: volharden); dan red je zowel jezelf als hen die naar je luisteren. (NBV-vertaling)

Bij het lezen van de brieven van Paulus aan Timotheüs ontstaat de indruk dat de jongeman te gauw werd geïntimideerd door oudere, krachtige persoonlijkheden, waardoor hij het niet goed aandurfde mensen op te roepen tot een radicaler geloof. En misschien was Timotheüs zelfs niet zo gedisciplineerd als hij had moeten zijn. Paulus roept Timotheüs op zijn leven na te gaan en onder een vergrootglas te leggen om er zeker van te zijn dat ieder deel daarvan functioneert naar de hoogst mogelijke christelijke normen. Hij dringt er bij Timotheüs op aan: "Wees voor de gelovigen een voorbeeld." Met andere woorden: leef zo dat anderen je willen navolgen. Wat Paulus zegt over de invloed van Timotheüs is veelomvattend:
- in spreken: de dingen die je zegt en de wijze waarop;
- in je leven: de kenmerken van de dagelijkse routine;
- in liefde: de kwaliteit van je persoonlijke relaties;
- in geloof: de wijze waarop je God liefhebt;
- in reinheid: je morele leven.
Op alle genoemde terreinen behoort het leven van Timotheüs als een schildersdoek te zijn, waarop het leven van Christus wordt afgebeeld en dat door mensen kan worden onderzocht. "Zie nauwlettend toe op je leven en de leer", voegt Paulus eraan toe. Paulus bepleit hier het belang van zelfonderzoek.

Bron : "Breng veerkracht in je leven" van Gordon MacDonald, uitgeverij Gideon, blz. 45 en 46
1 Timotheus  5  : 22
Leg niemand overijld de handen op, heb ook geen deel aan de zonden van anderen, houd u rein. (NBG-vertaling)

Leg nooit iemand te snel de handen op en houd je ver van de zonden van anderen. Zorg ervoor dat je zelf altijd zuiver blijft.

   Bijbeltekst toevoegen

 


  Terug


Versie december 2009