hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel

 

Bekijken Bijbelteksten

Trefwoord 
Wijzigen
Bescherming van voedsel- en watervoorraden

Categorie
Moderne wetenschap in de Bijbel
Gezondheid en de Bijbel

Toelichting
In onze moderne maatschappij met koelhuizen, conserveermiddelen, bestrijdingsmiddelen en vacuümverpakkingen kunnen we ons nauwelijks voorstellen hoe makkelijk het voedsel in een primitieve maatschappij verrot, beschimmelt, door ratten wordt opgevreten en door kevers ongeschikt gemaakt. Stel je voor dat er geen goede opslagplaatsen zijn, geen elektriciteit, geen chemische bestrijdingsmiddelen. Hoe moet je dan in vredesnaam je voedselvoorraad vrijhouden van al die schimmels en dat ongedierte? In India gaat jaarlijks 25-30 % van de graanopbrengst verloren aan ratten en muizen en wereldwijd minstens 33.000.000.000 kilo graan. (17)

1. Verontreiniging van voedsel
Mozes beschrijft drie belangrijke oorzaken waardoor voedselvoorraden ongeschikt worden voren consumptie. Het is opvallend dat hij niet schrijft hoe je voorraden moet beschermen tegen ongedierte, hoe je de oogst moet drogen, hoe je die kunt bewaren, hoe je silo's moet bouwen ... Dat zijn immers zaken die je zelf kunt bedenken. Mozes geeft alleen richtlijnen om ziekten te voorkomen waarvan je als mens de oorzaak niet kunt achterhalen.
- Verontreiniging door dode dieren
- Verontreiniging door zieke mensen
- Verontreiniging door water

a. Verontreiniging door dode dieren
Valt een dood dier in een pot met eten, dan moeten het eten én de pot worden vernietigd (Leviticus 11 : 32, 33). Stel je voor dat bij jou thuis een dode rat (met z'n vlooien, trichinen, hondsdolheid, vlektyfus, paratyfus, de pest en andere ziekten) valt in een vat met sperziebonen of lekkere aardbeien. Je zou het hele zootje weggooien, ook zonder dat Mozes je daartoe zou dwingen. Maar ja, in de oudheid was men niet zo kieskeurig met het eten. Behalve de Israëlieten. Zij volgden de wetten van voedselhygiëne die pas 3500 jaar later werden begrepen.

b. Verontreiniging door zieke mensen
De meeste mensen die vroeger stierven, gingen niet dood vanwege ouderdom, maar vanwege besmettelijke ziekten zoals de pest en tuberculose. De bacteriën van deze ziekten (en van verschillende andere ziekten) worden via spuugdeeltjes in de lucht verspreid, vooral door hoesten en niezen. Stel je voor dat iemand in je tent of in je huis is overleden aan een van deze dodelijke zieken, dan kun je er zeker van zijn dat de lucht in zo'n ruimte is vergeven van ziektekiemen. Als hij ook nog eens link zou hebben gehoest of geniesd, dan zou elk vat dat niet was afgedekt, vol zitten met dodelijke bacteriën. Dat is de reden dat het voedsel moest worden vernietigd, het vat schoongemaakt, de kleren gewassen en het huis gereinigd (Leviticus 11 : 34).

c. Verontreiniging door water
Alle voedsel dat gegeten mag worden, waarop water komt, zal onrein zijn (Leviticus 11 : 34). Wat een vreemde regel. Zelfs als er water op voedsel valt, wordt het onrein. Waarom? Ten eerste is het water in de meeste landen helemaal niet zo schoon, zelfs niet het drinkwater. Zeker niet als het water al dagenlang in huis heeft gestaan of als het van een lekkend dak wordt opgevangen. Ten tweede is het voedsel óók niet zo erg schoon. Er zitten talloze sporen van bacteriën en schimmels op, maar die kunnen zich vermenigvuldigen in een vochtige omgeving. Dat geeft, samen met (sub)tropische temperaturen, ideale omstandigheden voor een razendsnelle ontwikkeling van ziektekiemen. Als je zulk vochtig eten enkele dagen zou bewaren en dan opeten, is vreselijke diarree het minst erge wat je kan overkomen.

Interessante details

Aarden vat
Gebruiksvoorwerpen van leer, linnen, hout of metaal konden worden gewassen of geschuurd en waren na een dag drogen weer rein. Mochten er nog enkele bacteriën zijn achtergebleven, dan zouden die door de felle zonnestralen al snel doodgaan. Maar een aarden vat, pan of oven is poreus en de ziektekiemen die in de poriën zijn gedrongen, kunnen daaruit niet meer worden verwijderd. Wassen en spoelen met water helpt niets. Daarom moest een aarden vat, bakpan of oven waar een dood dier in gevallen was zonder meer vernietigd worden (Leviticus 11 : 35). Voor een arm gezin was de vernietiging van dit huisraad een behoorlijke financiële strop. Daarom werd er zorgvuldig op gelet dat zulke voorwerpen niet verontreinigd werden.

Zaaigoed
Als een dood dier valt in een pot met graan dat voor het eten is bestemd, dan is het graan onrein. Valt hetzelfde dier in een pot met graan dat als zaaigoed is bedoeld, dan blijft dat graan rein (Leviticus 11 : 32, 37). Dat is logisch, want zaaizaad hoeft niet zo brandschoon en hygiënisch te zijn als graan dat gegeten wordt. En zolang het zaaigoed goed droog is, haal je het dode beest eruit (pas op voor vlooien die willen overspringen), je wast jezelf en je kleren, en er is niets aan de hand.
Maar dan volgt in Leviticus 11 : 38 een interessante zin: "Wanneer water op dat zaad gedaan is en er valt zulk aas op dan zal het u onrein zijn." Dat is merkwaardig! Alleen als er water aan te pas komt, wordt het zaaigoed onrein. Precies de goede regel! Water is een noodzakelijk bestanddeel voor de groei van bacteriën en schimmels. Als je in de schuur komt en je ontdekt een dode rat die al dagen of weken lang op het vochtige zaaigoed heeft gelegen, dan kun je er zeker van zijn dat allerlei bacteriën en schimmels zich door het hele graan hebben verspreid. En wanneer je dan de rat weggooit, maar het zaaigoed laat staan tot het volgend voorjaar, dan heb je kans dat de hele graanvoorraad is aangetast en loop je gevaar voor een slechte oogst of zelfs aantasting van je eigen gezondheid.

2. Verontreiniging van water
Niet alleen het voedsel moest beschermd worden tegen verontreiniging met ongedierte, schimmels en bacteriën, maar ook het drinkwater. Dat is van levensbelang. In een blad van het waterbedrijf van mijn woonplaats staat: "Tachtig procent van de ziekten in ontwikkelingslanden wordt toegeschreven aan onveilig drinkwater. Naar schatting sterven 3,5 miljoen kinderen per jaar aan uitdroging en diarree als gevolg van het ontbreken van sanitaire voorzieningen en veilig drinkwater." (18)

Mozes schrijft: "... en alle drank die gedronken mag worden, zal in al zulk vaatwerk onrein zijn. En alles waarop zulk aas (wemelend gedierte) valt, zal onrein zijn" (Leviticus 11 : 34). Zoals eerder vermeld, zitten 'wemelende dieren' zoals ratten en muizen vol met luizen, bacteriën, virussen en schimmels. Dit is des te erger als die dieren zó ziek zijn, dat ze van ellende doodgaan en in een pot vallen. Zulk water moet onmiddellijk worden weggegooid.

"Maar als aas valt in een bron .. of een put, een vergaarbak van water, (dat) zal rein zijn" (Leviticus 11 : 36). In de Engelse King James-vertaling staat: een put met veel water. Met andere woorden: als een dood dier valt in een bron waar het water steeds wordt vernieuw of in een put waarin veel water staat, kan het niet zoveel kwaad als in een kleine waterkan in een huis. Bronwater en putwater is veel kouder dan water in een huis of in een tent, zeker in het Midden-Oosten. In koud water kunnen ziektekiemen zich lang niet zo snel vermenigvuldigen als in een bak met warm water. Natuurlijk moest het dode dier wel zo snel mogelijk uit de bron of put verwijderd worden. En degene die dat vieze beest opruimde moest zichzelf en zijn kleren wassen en was tot aan de avond onrein (Leviticus 11 : 25)

Afvalverwerking
Afvalverwerking is ook van groot belang om bestemmetelijke ziekten te voorkomen. Er moet alles aan gedaan worden om te voorkomen, dat ratten, muizen en vliegen zich kunnen vermenigvuldigen. Ratten en muizen brengen, naast de pest, ook paratyfys, hondsdolheid, buiktyfus, vlektyfus, trichinose, mond- en klauwzeer, de ziekte van Weil en tal van andere ziekten over. (19) Vliegen brengen onder ander buiktyfus, cholera, dysenterie, tuberculose, trachoom en kinderverlamming over. (20). Dankzij het opruimen van afval, een goed rioleringsstelsel en een goede persoonlijke hygiëne is in de westerse landen de rattenplaag beperkt en daarmee ook de verspreiding van de genoemde ziekten.

Begraven van dode dieren
In Leviticus 11 staat dat Israëlieten een dag lang onrein zouden zijn als ze het kadaver van een onrein dier aanraakten. Dat gold voor de onreine landdieren, onreine waterdieren en het onreine wemelend gedierte. Een Israëliet zou zulke dode dieren voor geen goud aanraken. En mocht hij toevallig tegen zo'n dier aanlopen bijvoorbeels 's nachts in het donker (Leviticus 5 : 2, Deuteronomium 23 : 10), dan moest hij zichzelf en zijn kleren wassen en tot het eind van de dag in afzondering blijven.

Dat was een prachtige wetenschappelijke regel die destijds volkomen onbekend was bij andere volken. Vooral in een primitieve maatschappij stikken onreine dieren van de parasieten, zeker als ze vanzelf zijn doodgegaan. Als je hun kadaver aanraakt, wordt je geheid met parasieten besmet. Denk bijvoorbeeld aan de vlooien op een rat die met de pest besmet is. Als zo'n dier sterft en het lichaam koelt af, zoeken de vlooien zo snel mogelijk een andere gastheer. Wie de rat oppakt, is de pineut! De enige manier om van die vlooien en andere parasieten af te komen, is om meteen na aanraking je lichaam en je kleren grondig te wassen.

Bijbelteksten
Leviticus  5  : 2
"Of wanneer een mens enig onrein ding zal aangeroerd hebben, hetzij het dode aas van een wild onrein gedierte, of het dode aas van onrein vee, of het dode aas van onrein kruipend gedierte; al is het voor hem verborgen geweest, nochtans is hij onrein en schuldig." (Statenvertaling)

In Leviticus 11 staat dat Israëlieten een dag lang onrein zouden zijn als ze het kadaver van een onrein dier aanraakten. Dat gold voor de onreine landdieren, onreine waterdieren en het onreine wemelend gedierte. Een Israëliet zou zulke dode dieren voor geen goud aanraken. En mocht hij toevallig tegen zo'n dier aanlopen bijvoorbeels 's nachts in het donker (Leviticus 5 : 2, Deuteronomium 23 : 10), dan moest hij zichzelf en zijn kleren wassen en tot het eind van de dag in afzondering blijven.

Dat was een prachtige wetenschappelijke regel die destijds volkomen onbekend was bij andere volken. Vooral in een primitieve maatschappij stikken onreine dieren van de parasieten, zeker als ze vanzelf zijn doodgegaan. Als je hun kadaver aanraakt, wordt je geheid met parasieten besmet. Denk bijvoorbeeld aan de vlooien op een rat die met de pest besmet is. Als zo'n dier sterft en het lichaam koelt af, zoeken de vlooien zo snel mogelijk een andere gastheer. Wie de rat oppakt, is de pineut! De enige manier om van die vlooien en andere parasieten af te komen, is om meteen na aanraking je lichaam en je kleren grondig te wassen.
Leviticus  11  : 25
"Zo wie van hun dood aas gedragen zal hebben, zal zijn klederen wassen, en onrein zijn tot aan den avond." (Statenvertaling)

"Maar als aas valt in een bron .. of een put, een vergaarbak van water, (dat) zal rein zijn" (Leviticus 11 : 36). In de Engelse King James-vertaling staat: een put met veel water. Met andere woorden: als een dood dier valt in een bron waar het water steeds wordt vernieuw of in een put waarin veel water staat, kan het niet zoveel kwaad als in een kleine waterkan in een huis. Bronwater en putwater is veel kouder dan water in een huis of in een tent, zeker in het Midden-Oosten. In koud water kunnen ziektekiemen zich lang niet zo snel vermenigvuldigen als in een bak met warm water. Natuurlijk moest het dode dier wel zo snel mogelijk uit de bron of put verwijderd worden. En degene die dat vieze beest opruimde moest zichzelf en zijn kleren wassen en was tot aan de avond onrein (Leviticus 11 : 25)
Leviticus  11  : 32
"Daartoe al hetgeen, waarop [iets] van dezelve vallen zal, als zij dood zijn, zal onrein zijn, [hetzij] van alle houten vat, of kleed, of vel, of zak, [of] alle vat, waarmede werk gedaan wordt; het zal in het water gestoken worden, en onrein zijn tot aan den avond; daarna zal het rein zijn." (Statenvertaling)

Alles waarop zulk een dier (rat, muis, pad, zwijnegel, krokodil, hagedis, slak, mol) valt, als het dood is, zal onrein zijn; elk houten vat of kledingstuk of vel of zak, elk gebruiksvoorwerp, zal in het water gelegd worden en onrein zijn tot de avond.

Als een dood dier valt in een pot met graan dat voor het eten is bestemd, dan is het graan onrein. Valt hetzelfde dier in een pot met graan dat als zaaigoed is bedoeld, dan blijft dat graan rein (Leviticus 11 : 32, 37). Dat is logisch, want zaaizaad hoeft niet zo brandschoon en hygiënisch te zijn als graan dat gegeten wordt. En zolang het zaaigoed goed droog is, haal je het dode beest eruit (pas op voor vlooien die willen overspringen), je wast jezelf en je kleren, en er is niets aan de hand.
Leviticus  11  : 33
"En alle aarden vat, waarin [iets] van dezelve zal gevallen zijn, al wat daarin is, zal onrein zijn, en gij zult dat breken." (Statenvertaling)

En elk aarden vat, waarin zulk een dier valt -alles wat daarin is- zal onrein zijn en gij zult het stuk breken.
Leviticus  11  : 34
"Van alle spijze, die men eet, waarop het water zal gekomen zijn, [die] zal onrein zijn; en alle drank, die men drinkt, zal in alle vat onrein zijn." (Statenvertaling)

De meeste mensen die vroeger stierven, gingen niet dood vanwege ouderdom, maar vanwege besmettelijke ziekten zoals de pest en tuberculose. De bacteriën van deze ziekten (en van verschillende andere ziekten) worden via spuugdeeltjes in de lucht verspreid, vooral door hoesten en niezen. Stel je voor dat iemand in je tent of in je huis is overleden aan een van deze dodelijke zieken, dan kun je er zeker van zijn dat de lucht in zo'n ruimte is vergeven van ziektekiemen. Als hij ook nog eens flink zou hebben gehoest of geniesd, dan zou elk vat dat niet was afgedekt, vol zitten met dodelijke bacteriën. Dat is de reden dat het voedsel moest worden vernietigd, het vat schoongemaakt, de kleren gewassen en het huis gereinigd.

Alle voedsel dat gegeten mag worden, waarop water komt, zal onrein zijn. Wat een vreemde regel. Zelfs als er water op voedsel valt, wordt het onrein. Waarom?
Ten eerste is het water in de meeste landen helemaal niet zo schoon, zelfs niet het drinkwater. Zeker niet als het water al dagenlang in huis heeft gestaan of als het van een lekkend dak wordt opgevangen.
Ten tweede is het voedsel óók niet zo erg schoon. Er zitten talloze sporen van bacteriën en schimmels op, maar die kunnen zich vermenigvuldigen in een vochtige omgeving. Dat geeft, samen met (sub)tropische temperaturen, ideale omstandigheden voor een razendsnelle ontwikkeling van ziektekiemen. Als je zulk vochtig eten enkele dagen zou bewaren en dan opeten, is vreselijke diarree het minst erge wat je kan overkomen.
Leviticus  11  : 35
"En waarop iets van hun dood aas zal vallen, zal onrein zijn; de oven en de aarden pan zal verbroken worden; zij zijn onrein, daarom zullen zij u onrein zijn." (Statenvertaling)

Gebruiksvoorwerpen van leer, linnen, hout of metaal konden worden gewassen of geschuurd en waren na een dag drogen weer rein. Mochten er nog enkele bacteriën zijn achtergebleven, dan zouden die door de felle zonnestralen al snel doodgaan. Maar een aarden vat, pan of oven is poreus en de ziektekiemen die in de poriën zijn gedrongen, kunnen daaruit niet meer worden verwijderd. Wassen en spoelen met water helpt niets. Daarom moest een aarden vat, bakpan of oven waar een dood dier in gevallen was zonder meer vernietigd worden. Voor een arm gezin was de vernietiging van dit huisraad een behoorlijke financiële strop. Daarom werd er zorgvuldig op gelet dat zulke voorwerpen niet verontreinigd werden.
Leviticus  11  : 36
"Doch een fontein, of put van vergadering der wateren, zal rein zijn; maar wie hun dood aas zal aangeroerd hebben, zal onrein zijn." (Statenvertaling)

"Maar als aas valt in een bron .. of een put, een vergaarbak van water, (dat) zal rein zijn" (Leviticus 11 : 36). In de Engelse King James-vertaling staat: een put met veel water. Met andere woorden: als een dood dier valt in een bron waar het water steeds wordt vernieuw of in een put waarin veel water staat, kan het niet zoveel kwaad als in een kleine waterkan in een huis. Bronwater en putwater is veel kouder dan water in een huis of in een tent, zeker in het Midden-Oosten. In koud water kunnen ziektekiemen zich lang niet zo snel vermenigvuldigen als in een bak met warm water. Natuurlijk moest het dode dier wel zo snel mogelijk uit de bron of put verwijderd worden. En degene die dat vieze beest opruimde moest zichzelf en zijn kleren wassen en was tot aan de avond onrein (Leviticus 11 : 25)


Leviticus  11  : 37
"En wanneer van hun dood aas zal gevallen zijn op enig zaaibaar zaad, dat gezaaid wordt, dat zal rein zijn." (Statenvertaling)

Als een dood dier valt in een pot met graan dat voor het eten is bestemd, dan is het graan onrein. Valt hetzelfde dier in een pot met graan dat als zaaigoed is bedoeld, dan blijft dat graan rein (Leviticus 11 : 32, 37). Dat is logisch, want zaaizaad hoeft niet zo brandschoon en hygiënisch te zijn als graan dat gegeten wordt. En zolang het zaaigoed goed droog is, haal je het dode beest eruit (pas op voor vlooien die willen overspringen), je wast jezelf en je kleren, en er is niets aan de hand.
Leviticus  11  : 38
"Maar als water op het zaad gedaan zal worden, en van hun dood aas daarop zal gevallen zijn, dat zal u onrein zijn." (Statenvertaling)

Dat is merkwaardig! Alleen als er water aan te pas komt, wordt het zaaigoed onrein. Precies de goede regel! Water is een noodzakelijk bestanddeel voor de groei van bacteriën en schimmels. Als je in de schuur komt en je ontdekt een dode rat die al dagen of weken lang op het vochtige zaaigoed heeft gelegen, dan kun je er zeker van zijn dat allerlei bacteriën en schimmels zich door het hele graan hebben verspreid. En wanneer je dan de rat weggooit, maar het zaaigoed laat staan tot het volgend voorjaar, dan heb je kans dat de hele graanvoorraad is aangetast en loop je gevaar voor een slechte oogst of zelfs aantasting van je eigen gezondheid.
Deuteronomium  23  : 10
"Wanneer iemand onder u is, die niet rein is, door enig toeval des nachts, die zal tot buiten het leger uitgaan; hij zal tot binnen het leger niet komen." (Statenvertaling)

In Leviticus 11 staat dat Israëlieten een dag lang onrein zouden zijn als ze het kadaver van een onrein dier aanraakten. Dat gold voor de onreine landdieren, onreine waterdieren en het onreine wemelend gedierte. Een Israëliet zou zulke dode dieren voor geen goud aanraken. En mocht hij toevallig tegen zo'n dier aanlopen bijvoorbeels 's nachts in het donker (Leviticus 5 : 2, Deuteronomium 23 : 10), dan moest hij zichzelf en zijn kleren wassen en tot het eind van de dag in afzondering blijven.

Dat was een prachtige wetenschappelijke regel die destijds volkomen onbekend was bij andere volken. Vooral in een primitieve maatschappij stikken onreine dieren van de parasieten, zeker als ze vanzelf zijn doodgegaan. Als je hun kadaver aanraakt, wordt je geheid met parasieten besmet. Denk bijvoorbeeld aan de vlooien op een rat die met de pest besmet is. Als zo'n dier sterft en het lichaam koelt af, zoeken de vlooien zo snel mogelijk een andere gastheer. Wie de rat oppakt, is de pineut! De enige manier om van die vlooien en andere parasieten af te komen, is om meteen na aanraking je lichaam en je kleren grondig te wassen.

   Bijbeltekst toevoegen

 


  Terug


Versie december 2009