De HEER richtte zich tot mij: ‘Voordat ik je vormde in de moederschoot, had ik je al uitgekozen, voordat je de moederschoot verliet, had ik je al aan mij gewijd, je een profeet voor alle volken gemaakt.’ Ik riep: ‘Nee, HEER, mijn God! Ik kan het woord niet voeren, ik ben te jong.’ Maar de HEER antwoordde: ‘Zeg niet: “Ik ben te jong.” Richt je tot iedereen naar wie ik je zend en zeg alles wat ik je opdraag. Wees voor niemand bang, want ik zal je terzijde staan en je redden – spreekt de HEER.’ En de HEER strekte zijn hand uit, raakte mijn mond aan en zei tegen mij: ‘Hiermee leg ik mijn woorden in jouw mond. Nu, op deze dag, geef ik je gezag over alle koninkrijken en volken, om ze uit te rukken en te verwoesten, om ze te vernietigen en af te breken, op te bouwen en te planten.’(NBV-vertaling)

Jeremia was een geroepene
1. Al voordat hij werd gevormd in de moederschoot, heeft God hem gekend en heeft hij Jeremia geheiligd. Dat betekent: apart gezet (Jeremia 1:5).
2. God had een plan met Jeremia. Hou zou een profeet worden voor de volken (Jeremia 1:5)
3. Voor Jeremia betekende dit, dat hij een heel bijbelboek moest vullen met klaagliederen, want de uitvoering van zijn opdracht ging met veel verdriet gepaard.
4. Jeremia mocht geen vrouw hebben en geen zoons of dochters. (Jeremia 16 : 2)
5. Jeremia werd meerder keren met de dood bedreigd (Jeremia 11:19 en Jeremia 26:9-11).

God riep Jeremia. Jeremia wilde niet, want hij vond zich zelf te jong. Maar God vond Jeremia niet te jong en zei dat hij voor niemand bang moest zijn. God zal hem helpen en hem de woorden geven die hij moet spreken. God gaf hem het gezag over alle koninkrijken en volken.