Bijbelteksten

Bekijken Bijbelteksten
Trefwoord
Baäl (De god van de zon)
Categorie
Toelichting
Wie was Baäl? Baäl is een afgod ten tijde van het oude Israel. Hij is: - een mannelijke afgod, - een afgod van de Kanaänieten, - de god van de zon, - de drager en oorsprong van het natuurlijke leven. De meest populaire god was Baäl, de god van de vruchtbaarheid. Hij werd soms afgebeeld in de vorm van een stier vanwege zijn sterke geslachtsdrift. Maar vaak hadden de Baälbeelden ook de vorm van een penis of iets wat daaraan deed denken: de gewijde paal (Deuteronomium 7 : 5 en 12 : 3). Het woord 'Baäl' werd ook wel gebruikt om de geslachtsdaad aan te duiden, vooral als rituele handeling om God te aanbidden (1). Om de geslachtsdrift tijdens de godsdienstige rituelen aan te wakkeren droegen de mannen soms vrouwenkleding en de vrouwen mannenkleding. Vandaar het verbod: "Een vrouw zal geen mansklederen dragen en een man geen vrouwenkleed aantrekken" (Deuteronomium 22 : 5). 1. Bron : citaat boek "Medicine in the Bible" van C.J. Brim, Froben Press, New York, 1936, blz. 140 De afgoden Baäl en Astarte waren zo met elkaar verweven, dat dit tot gevolg had dat men beide afgoden als een manvrouwelijke godheid samenvatte (dit vinden we opmerkelijk genoeg terug in de yin-yang-filosofie!). Tijdens de ontuchtige verering van deze manvrouwelijke goden (Baäl en Astarte), liepen de mannen in vrouwenkleren en de vrouwen in mannenkleren. Daarom verbood God dit in Deuteronomium 22:5: een vrouw zal geen mankleren dragen en een man geen vrouwenkleed aantrekken, want ieder die deze dingen doet, is de Here, uw God, een gruwel. Bron : "De geheime wereld achter occultisme" van Wilkin van de Kamp, blz. 24 Baälcultus in Israël De Baäldienst kenmerkte zich door losbandige dansen en rituele maaltijden. De verering van Baäl vond plaats onder leiding van priesters op de akkers en op de offerhoogten, waar de bewoners hun god wijn, olie en de eerstelingen van hun fruit en van de kudde offerden. Het volk Israël was iedere keer weer geneigd om te vervallen tot deze afgoderij. De Baäldienst werd enorm begunstigd door de banden van het koningshuis Omri met het Tyrische koningshuis (1 Koningen 16:15 v.v.), waaruit Izebel afkomstig was. Zij wilde haar vaderlandse godsdienst met geweld in Israël laten triomferen. Uiteindelijk had koningin Izebel 450 Baälpriesters en 400 profeten van Aschera (ofwel Astarte) in dienst. De profeet Elia trad op tegen de dienst aan Baäl en Astarte, tegen de koning en zijn huis. Hij kwam bij Achab met de boodschap dat als gevolg van de afgoderij in de volgende jaren geen dauw of regen zou zijn. Na drie jaar verscheen Elia opnieuw aan koning Achab en daagde hij de Baälpriesters op de Kermel uit tot een tweestrijd. Er werden twee altaren opgereicht en offerdieren geslacht. Elia bespotte de Baälprofeten flink. Hun verering en aanroepen van Baäl ging op een gegeven moment over in een wapendans. Deze geestvervoering bestond ten eerste uit een woest gehuil met gebaren, dat steeds wilder werd, en in een neerbuigen tot de grond van het hoofd met loshangende haren. Daarna volgde de wapendans, waarbij zij zich het vlees opensneden, denkend hiermee hun god te behagen. Pas daarna begonnen zij te profeteren. Maar er kwam geen geluid en niemand gaf antwoord of sloeg er acht op. Vervolgens overgoot Elia zijn altaar met water, maar toch kon God het ontsteken. Hierdoor openbaarde God zich als de enige en waarachtige God van Israël. Elia liet alle Baälpriesters aan de oever van de Kison doden. Op het woord en gebed van de profeet Elia werd de vloek, die door de afgoderij over het volk Israël was gekomen, opgeheven en begon het weer te regenen in het land. Ook de dochter van Izebel, Athalia (2 Kronieken 23:15), was een aanhangster van de Baälcultus. Driehonderd jaar lang streden de profeten van God tegen de algemene aanvaarding van de Baäldienst door het volk Israël. Het was koning Josia, die drastisch optrad tegen deze afgoderij en de Baälbeelden in de Kidron wierp, ze verbrandde en de as naar Bethel zond (2 Koningen 23). Izebel was de dochter van de priester-koning Etho-Baäl van Tyrus. Zij bracht bij haar komst naar Israël, met haar dienst aan de Baäl van Tyrus, een uitgebreide kring van Baälvereerders mee. De strijd tussen haar Baälpristers en Elia op de Karmel en de overwinning van Elia over deze priesters wordt beschreven in 1 Koningen 18. Bron : "De geheime wereld achter occultisme" van Wilkin van de Kamp, blz. 17 t/m 19.

Bijbelteksten

Deuteronomium 7 : 5
Maar alzo zult gij hun doen: hun altaren zult gij afwerpen, en hun opgerichte beelden verbreken, en hun bossen zult gij afhouwen, en hun gesnedene beelden met vuur verbranden. (Statenvertaling)

Deuteronomium 12 : 3
En gij zult hun altaren afwerpen, en hun opgerichte beelden verbreken, en hun bossen met vuur verbranden, en de gesneden beelden hunner goden nederhouwen; en gij zult hun naam te niet doen uit diezelve plaats. (Statenvertaling)

Deuteronomium 22 : 5
Het kleed eens mans zal niet zijn aan een vrouw, en een man zal geen vrouwenkleed aantrekken; want al wie zulks doet, is den HEERE, uw God, een gruwel. (Statenvertaling)

Het woord 'Baäl' werd ook wel gebruikt om de geslachtsdaad aan te duiden, vooral als rituele handeling om God te aanbidden. Om de geslachtsdrift tijdens de godsdienstige rituelen aan te wakkeren droegen de mannen soms vrouwenkleding en de vrouwen mannenkleding. Vandaar dit verbod!

Richteren 2 : 11 t/m 13
Toen deden de kinderen Israels, dat kwaad was in de ogen des HEEREN, en zij dienden de Baals. En zij verlieten den HEERE, hunner vaderen God, Die hen uit Egypteland had uitgevoerd, en volgden andere goden na, van de goden der volken, die rondom hen waren, en bogen zich voor die, en zij verwekten den HEERE tot toorn. Want zij verlieten den HEERE, en dienden den Baal en Astharoth. (Statenvertaling)

Baäl is een afgod ten tijde van het oude Israel. Astharoth was de god van de maan.

Spreuken 14 : 30

Een gezond hart is het leven voor het lichaam, maar afgunst is verrotting van de beenderen. (HSV-vertaling)

Bijbeltekst toevoegen

Terug

Versie december 2009