hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel

 

Bekijken Bijbelteksten

Trefwoord 
Wijzigen
Zoeken en vinden (Wie God zoekt, zal Hem vinden)

Categorie
OP ZOEK NAAR GOD

Toelichting

God zocht eerst de mens op
Voordat de mens zelfs maar bestond, heeft God gehandeld. Voordat de mens aanstalten maakt God te gaan zoeken, heeft God de mens al gezocht. In de Bijbel zien we niet de mens tastend zoeken naar God, maar zien we God zijn handen uitstrekken naar de mens. In de Bijbel openbaart God zich als Iemand die, lang voordat de mens zelfs maar op de gedachte komt zich tot God te wenden en nog steeds in zonde en diepe duisternis is, het initiatief neemt, opstaat van zijn troon, zijn glorie aflegt en afdaalt om de mens net zolang te zoeken totdat Hij hem vindt.

Dit soevereine handelen van God openbaart zich op vele manieren:
1. Hij was het die het initiatief nam in de schepping (Genesis 1:1), toen Hij het heelal en al wat daarin is tot aanzijn riep.
2. Hij was het die het initiatief nam in de openbaring, door zowel zijn wezen als zijn wil aan de mensheid kenbaar te maken (Hebreeën 1:1 en 2).
3. Hij was het die het initiatief nam in de verlossing, door in de persoon van Jezus Christus mannen en vrouwen te komen verlossen van hun zonden (Lukas 1:68).

God heeft geschapen. God heeft gesproken. God heeft gehandeld. Deze uiteenzetting van Gods initiatief op drie verschillende gebieden geeft in het kort de godsdienst van de Bijbel weer. God heeft gesproken en gehandeld in Jezus Christus. Hij heeft iets gezegd. Hij heeft iets gedaan. Dat houdt in dat christen-zijn geen vroom gekwezel is. Het is niet een verzameling religieuze ideeën, noch een opsomming van voorschriften. Het is een evangelie (= blijde boodschap). Paulus verwoorde dit goed in Romeinen 1:1-4. Het is niet in de eerste plaats een uitnodiging aan de mens iets te doen, maar datgene wat God in Christus gedaan heeft voor mensen zoals wij.

God heeft gesproken
De mens heeft een niet te bevredigen nieuwsgierigheid. Zijn verstand is zo gemaakt, dat het niet kan rusten. Het gluurt altijd in het onbekende. De mens jaagt met enorme energie naar kennis. Zijn leven is een ontdekkingsreis. Hij is altijd aan het speuren, ontdekken en onderzoeken. Hij zal het eeuwig 'waarom?' van een kind nooit ontgroeien.

Als het menselijk verstand zich bezig gaat houden met God, is het echter verbijsterd. Het tast in het donker. Het ploetert hulpeloos en machteloos rond. En de situatie zou zo gebleven zijn als God niet het initiatief had genomen er verbetering in te brengen. De mens zou voor altijd agnostisch (= niet weten) zijn gebleven en inderdaad met Pontius Pilatus gevraagd hebben: "Wat is waarheid?" zonder ooit te wachten op een antwoord, omdat hij niet zou durven hopen er één te krijgen. Hij zou aanbidden, omdat dat in zijn aard ligt; maar al zijn altaren zouden, net zoals dat in Athene, het opschrift dragen: "Aan een onbekende God."

Maar God heeft gesproken. Hij heeft het initiatief genomen om zichzelf te openbaren. God heeft voor ons verstand 'ontsluierd' wat anders een geheimenis zou zijn gebleven. Hij heeft zich gedeeltelijk geopenbaard in de natuur (Psalm 19:2 en Romeinen 1: 19 en 20). Dit wordt gewoonlijk Gods 'algemene' openbaring genoemd (omdat ze overal aan alle mensen geschiedt) of 'natuurlijke' openbaring (omdat ze in de natuur geschiedt). Maar dat is niet genoeg. Zij maakt zeker Zijn bestaan bekend, en ook iets van Zijn goddelijke macht, glorie en trouw.

God persoonlijk leren kennen
Maar als de mens God persoonlijk wil leren kennen, zijn zonden vergeven wil zien en wil komen tot een persoonlijke relatie met God, heeft hij meer uitgebreide en praktische openbaring nodig. In Gods openbaring van zichzelf moeten ook zijn heiligheid, liefde en macht om te verlossen van de zonde zichtbaar worden:
1. Het is een 'bijzondere' openbaring, omdat ze gegeven werd aan één volk in het bijzonder (Israël), door middel van speciale boodschappers (de profeten in het Oude Testament en de apostelen in het Nieuwe Testament).
2. Het is ook een 'bovennatuurlijke' openbaring, omdat ze voornamelijk tot uiting kwam in de persoon en het werk van Jezus.

De manier waarop de Bijbel deze openbaring uitlegt en beschrijft is zeggen dat God 'gesproken' heeft. De eenvoudigste manier om contact met elkaar te hebben is door middel van het gesprek. In onze woorden onthullen we wat er in ons omgaat. Dat geldt nog veel meer voor God, die zijn oneindige Geest aan onze begrensde geest heeft willen openbaren.

Openbaring
De mens leert God niet kennen door zijn eigen wijsheid, maar door Gods Woord. Niet door middel van het menselijk verstand, maar door de goddelijke openbaring. Omdat God zichzelf in Christus geopenbaard heeft, kan de christen vrijmoedig naar agnostici en bijgelovigen gaan en tegen hen zeggen zoals Paulus tegen de Atheners op de Areopagus zei: "Wat gij dan zonder het te kennen vereert, dat verkondig ik u" (Handelingen 17:23-24).

Het geschil tussen wetenschap en religie komt hieruit voort dat men dit belangrijke punt niet heeft ingezien. De op waarnememing beruste methode is voor het grootste gedeelte niet te hanteren op het gebied van de religie. De wetenschappelijke kennis neemt toe door observatie en experiment. Dit is mogelijk door waarnemingen van de vijf zintuigen. Maar als we het bovennatuurlijke onderzoeken, zijn er niet onmiddellijk gegevens voorhanden. God is noch tastbaar, noch zichtbaar, noch hoorbaar. Toch is er een tijd geweest dat Hij verkoos te spreken en een lichamelijke gestalte aan te nemen die gezien en betast kon worden. Daarom begon Johannes zijn brief met de verklaring: "Hetgeen was van den beginne, hetgeen wij gehoord hebben, hetgeen wij gezien hebben met onze eigen ogen, hetgeen wij aanschouwd hebben en onze handen getast hebben... verkondigen wij ook u..." (1 Johannes 1:1 en 2).

God heeft gehandeld
De blijde boodschap van het christendom beperkt zich niet tot een verklaring dat God gesproken heeft. Zij bevestigt ook dat God gehandeld heeft. Want we zijn niet alleen onwetend; we zijn zondig. Daarom is het niet voldoende dat God zich aan ons openbaart om een einde te maken aan onze onwetendheid. Hij moest ook iets doen om ons van onze zonden te verlossen.

Hij begon daarmee in de tijd van het Oude Testament:
- God riep Abraham weg uit Ur.
- God maakte Abraham en zijn afstammelingen tot een volk.
- God verloste hen van de slavernij in Egypte.
- God sloot een verbond met hen op de Sinaï.
- God bracht hen door de woestijn naar het beloofde land.
- God leidde en onderwees hen als zijn uitverkoren volk.

Maar dit alles was slechts een voorbereiding op zijn veel grotere daad, namelijk de verlossing in Christus. De mens moest bevrijd worden, niet uit de Egyptische slavernij, of uit de Babylonische ballingschap, maar uit de ballingschap en de slavernij der zonde. Dit was Jezus' belangrijkste doel hier op aarde. Hij kwam als Verlosser (Mattheüs 1:21, 1 Timotheüs 1:15 en Lucas 19:10). Hij was als de herder die het ene schaap dat de kudde kwijt was geraakt miste, en die eropuit ging om het te zoeken totdat Hij het vond (Lucas 15:3-7). Het christendom is een verlossingsgeloof, en in de niet-christelijke godsdiensten is er niets wat vergeleken kan worden met deze boodschap van een God die liefhad en die kwam tot een wereld van verloren zondaren, en ervoor stierf.

Het antwoord van de mens
God heeft gesproken. God heeft gehandeld. Van deze goddelijke woorden zijn het verslag en de verklaring in de Bijbel te vinden. En voor de meeste mensen blijft het daarbij. Wat hen betreft hoort wat God gezegd en gedaan heeft thuis in de geschiedenis; de Bijbel leeft niet voor hen. God heeft gesproken, maar hebben wij naar Hem geluisterd? God heeft gehandeld, maar hebben wij daar iets aan gehad?

Toch heeft Jezus beloofd: "Zoekt en gij zult vinden." Als we niet zoeken, zullen we ook niet vinden. De herder zocht totdat hij het verloren schaap gevonden had. De vrouw zocht totdat ze haar verloren penning gevonden had. Waarom zouden wij er minder voor moeten doen? God verlangt ernaar gevonden te worden, maar alleen door diegenen die Hem zoeken. We moeten ijverig zijn in het zoeken. Het gaat hier om een zo ernstige zaak dat we onze aangeboren luiheid en lusteloosheid moeten overwinnen en op onderzoek uitgaan. God heeft weinig geduld met beuzelaars, maar "Hij beloont hen die Hem ernstig zoeken" (Hebreeën 11:6).

Apathie en trots afleggen
We moeten nederig zijn in het zoeken. Apathie is voor sommigen misschien een struikelblok. Trots is een nog veel groter en vaker voorkomend struikelblok. We moeten erkennen dat onze geest, omdat deze beperkt is, niet in staat is God uit eigen kracht te ontdekken zonder dat Hij zichzelf openbaart. Dit wil niet zeggen dat we moeten ophouden rationeel te denken. Integendeel, we worden door de psalmist gemaand niet te zijn als een paard of een muildier zonder verstand. We moeten ons verstand gebruiken, maar we moeten ook de beperkingen ervan erkennen.

Jezus heeft gezegd: "Ik dank U, Vader, Heer van hemel en aarde, dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen hebt, doch aan kinderen hebt geopenbaard." Dat is een van de redenen waarom Jezus van kinderen hield. Je kunt hun iets leren. Ze zijn niet trots, verwaand en kritisch. Wij hebben de open, nederige en ontvankelijke geest van een klein kind nodig. We moeten eerlijk zijn in het zoeken. We moeten naderen tot datgene wat zegt de openbaring van God zelf te zijn, niet alleen zonder trots, maar ook zonder vooroordelen; niet alleen nederig, maar ook open.

Toch staan veel vragenstellers klaar met hun oordeel over de Bijbel. Maar Gods belofte geldt alleen voor wie Hem oprecht zoekt (Jeremia 29:13). We moeten ons vooroordeel dus opzij zetten en ons openstellen voor de mogelijkheid dat er in het christelijk geloof toch wel iets waars zou kunnen zitten. We moeten in gehoorzaamheid zoeken. Dat is de moeilijkste opdracht die we hebben. We moeten er tijdens het zoeken op bedacht zijn niet alleen onze ideeën te moeten herzien, maar ook ons leven te moeten veranderen. De bijbelse boodschap bevat een morele uitdaging. Als die boodschap waar is, moet de uitdaging aangenomen worden. U kunt niet vrijblijvend aan een nauwkeurig onderzoek onderwerpen. U kunt Hem niet onder een microscoop leggen of een telescoop op Hem richten en zeggen: 'Wat interessant!' God is niet interessant. Hij brengt iets in je teweeg. Hetzelfde voor Jezus Christus.

Kleur bekennen
We hadden gedacht Hem intellectueel te kunnen onderzoeken en we komen tot de ontdekking dat Hij ons geestelijk onderzoekt. De rollen zijn omgedraaid. We kunnen Aristoteles bestuderen en worden daardoor intellectueel verrijkt. Maar als wij Jezus bestuderen, worden we op de meest radicale wijze in geestelijke verwarring gebracht. We worden gedwongen innerlijk een moreel standpunt in te nemen ten opzichte van Jezus. Een mens kan Jezus misschien bestuderen met intellectuele objectiviteit, maar hij kan dit niet doen vanuit een moreel neutraal standpunt. We moeten kleur bekennen. Daar komen we na onze ontmoeting met Jezus niet meer onderuit. We zijn begonnen in de rust van studeerkamer; we worden opgeroepen om een morele beslissing te nemen. Dat bedoelde Jezus toen Hij, zich richtend tot enkele gelovige Joden zei, dat zij kunnen weten of Jezus Christus de waarheid sprak of niet of wat hij leerde uit de mens was of niet (....). Maar aan die belofte is een morele voorwaarde verbonden. We moeten bereid zijn niet alleen te geloven maar ook te gehoorzamen. We moeten bereid zijn Gods wil te doen als Hij deze openbaart.

Zoeken ongeacht consequenties
We moeten alle apathie, trots, vooroordeel en zonde afleggen en God zoeken, ongeacht de consequenties. Van alle hindernissen die we -als we gericht zoeken- op onze weg tegen kunnen komen, zijn de laatste twee het moeilijkst te nemen: intellectueel vooroordeel en morele koppigheid. Het zijn beide uitingen van angst en angst is de grootste vijand van de waarheid. Angst werkt verlammend op het zoeken. We weten dat het een onwelkome ervaring zou zijn als we God zouden vinden en Jezus Christus zouden aannemen. Het zou betekenen dat we onze levensbeschouwing en onze levenswijze geheel zouden moeten herzien. En een mengeling van intellectuele en morele lafheid doet ons aarzelen. We vinden niet, omdat we niet zoeken. En we weten dat de enige zekere manier om niet te vinden is: niet zoeken.

Stel je dus open voor de mogelijkheid dat jij het bij het verkeerde eind zou kunnen hebben en Christus het bij het juiste. En als jij eerlijk, nederig en gehoorzaam God wilt zoeken, ga dan naar het boek dat pretendeert Zijn openbaring te zijn. Ga dan in het bijzonder naar de evangeliën, die het verhaal van Jezus Christus vertellen. Geef Hem de kans een ontmoeting met jou te hebben en te bewijzen dat Hij echt is. Kom met volledige openheid van hart en geest, bereid om God te geloven en te gehoorzamen als Hij jou overtuigt. Lees het Evangelie van Marcus of dat van Johannes. Jij zou zo'n evangelie in één ruk moeten lezen, bij voorkeur in een moderne vertaling om het ten volle op je te laten inwerken. Dan zou jij het langzaam kunnen herlezen, één hoofdstuk per dag.

Vóór je gaat lezen, bid dan ongeveer in deze trant: "God, als u bestaat (wat ik niet weet) en dit gebed kunt horen (wat ik ook niet weet), wil ik U zeggen dat ik eerlijk op zoek ben naar de waarheid. Laat me zien of Jezus uw Zoon is en de Verlosser van de wereld. En als U me overtuigt, wil ik me aan Hem toevertrouwen, als mijn Heiland, en Hem volgen als mijn Heer".

Niemand kan zoiets bidden en dan teleurgesteld worden. God is aan niemand nog iets verschuldigd. Hij antwoordt allen die oprecht en eerlijk zoeken. Christus' belofte is duidelijk genoeg: "Zoekt en gij zult vinden."

Bron : fragment uit het boek "De basis van het bijbelse geloof" van dr. John Stott, geplaatst in het blad "Groei", jaargang 13, nummer 4, blz. 8 t/m 13

 

Wie zoekt zal vinden …….

Je zegt dat je Mijn stem wilt horen,

wilt horen hoe Ik tot je spreek.

Ben jij dan bereid om Mij te zoeken

tot ik jouw stilte verbreek?

 

Wees maar niet bang, als je Mij zoekt.

Wees niet bang dat je Mij niet vindt.

Want als je Mij zoekt, Mij aanroept,

dan zal Ik je antwoorden, Mijn kind.

 

Ik sluit Mijn oren niet voor jou

als je in de stilte tot Mij spreekt.

Ik laat Mij vinden. Ik zal er zijn

als ’t licht wat door jouw duister breekt.

 

 

Zoek geen vervulling in de wereld.

Zij begrijpen Mijn woorden niet.

Zij zullen slechts proberen t’overstemmen

wat Ik, jouw Vader, jou bied.

 

 

 

Misschien begrijp je nog niet wat Ik spreek

wanneer je in de stilte bij Mij bent.

Maar later zal je het begrijpen.

Later maak ik het jou bekend.

 

 

 

Roep Mij aan en Ik zal antwoorden.

Zoek mij, je zult zien dat je Mij vindt.

Want ik wil gevonden worden als jouw Vader.

Ik wil tot je spreken als Mijn kind.


Bijbelteksten
Genesis  1  : 1
In den beginne schiep God den hemel en de aarde.(Statenvertaling)

God was het die het initiatief nam in de schepping, toen Hij het heelal en al wat daarin is tot aanzijn riep.
Psalmen  19  : 2
De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt het werk zijner handen. (NBG-vertaling)

God heeft zich gedeeltelijk geopenbaard in de natuur.
Spreuken  8  : 17
Ik heb lief wie mij liefhebben, wie mij ijverig zoeken, zullen mij vinden. (NBG-vertaling)

Gods belofte geldt voor wie Hem oprecht zoekt. We moeten ons vooroordeel dus opzij zetten en ons openstellen voor de mogelijkheid dat er in het christelijk geloof toch wel iets waars zou kunnen zitten. We moeten in gehoorzaamheid zoeken. Dat is de moeilijkste opdracht die we hebben. We moeten er tijdens het zoeken op bedacht zijn niet alleen onze ideen te moeten herzien, maar ook ons leven te moeten veranderen. De bijbelse boodschap bevat een morele uitdaging. Als die boodschap waar is, moet de uitdaging aangenomen worden. U kunt niet vrijblijvend aan een nauwkeurig onderzoek onderwerpen. U kunt Hem niet onder een microscoop leggen of een telescoop op Hem richten en zeggen: 'Wat interessant!' God is niet interessant. Hij brengt iets in je teweeg. Hetzelfde voor Jezus Christus.

Bron : fragment uit het boek "De basis van het bijbelse geloof" van dr. John Stott, geplaatst in het blad "Groei", jaargang 13, nummer 4, blz. 8 t/m 13
Jeremia  29  : 13

U zult Mij zoeken en vinden, wanneer u naar Mij zult vragen met heel uw hart. (HSV-vertaling)

Gods belofte geldt alleen voor wie Hem oprecht zoekt. We moeten ons vooroordeel dus opzij zetten en ons openstellen voor de mogelijkheid dat er in het christelijk geloof toch wel iets waars zou kunnen zitten. We moeten in gehoorzaamheid zoeken. Dat is de moeilijkste opdracht die we hebben. We moeten er tijdens het zoeken op bedacht zijn niet alleen onze ideen te moeten herzien, maar ook ons leven te moeten veranderen. De bijbelse boodschap bevat een morele uitdaging. Als die boodschap waar is, moet de uitdaging aangenomen worden. U kunt niet vrijblijvend aan een nauwkeurig onderzoek onderwerpen. U kunt Hem niet onder een microscoop leggen of een telescoop op Hem richten en zeggen: 'Wat interessant!' God is niet interessant. Hij brengt iets in je teweeg. Hetzelfde voor Jezus Christus.

Bron : fragment uit het boek "De basis van het bijbelse geloof" van dr. John Stott, geplaatst in het blad "Groei", jaargang 13, nummer 4, blz. 8 t/m 13


Mattheus  1  : 21
Zij zal een Zoon baren en gij zult Hem de naam Jezus geven. Want Hij is het, die zijn volk zal redden van hun zonden.(NBG-vertaling)

De mens moest bevrijd worden uit de ballingschap en de slavernij der zonde. Dit was Jezus' belangrijkste doel hier op aarde. Hij kwam als Verlosser. Hij was als de herder die het ene schaap dat de kudde kwijt was geraakt miste, en die eropuit ging om het te zoeken totdat Hij het vond (Lucas 15:3-7). Het christendom is een verlossingsgeloof, en in de niet-christelijke godsdiensten is er niets wat vergeleken kan worden met deze boodschap van een God die liefhad en die kwam tot een wereld van verloren zondaren, en ervoor stierf.

Bron : fragment uit het boek "De basis van het bijbelse geloof" van dr. John Stott, geplaatst in het blad "Groei", jaargang 13, nummer 4, blz. 8 t/m 13
Lukas  1  : 68
Geprezen zij de Heer, de God van Isral, hij heeft zich om zijn volk bekommerd en het verlost. (NBV-vertaling)

God was het die het initiatief nam in de verlossing, door in de persoon van Jezus Christus mannen en vrouwen te komen verlossen van hun zonden.
Lukas  11  : 9  t/m 10
En Ik zeg u: Bidt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal opengedaan worden. Want een ieder, die bidt, ontvangt en wie zoekt, vindt en wie klopt, hem zal opengedaan worden. (NBG-vertaling)

Vraag en u zult ontvangen. Zoek en u zult vinden. Klop en de deuren zullen voor u opengaan.
Lukas  15  : 3  t/m 7
Jezus vertelde hun toen deze gelijkenis: Als iemand van u honderd schapen heeft waarvan er één verloren is geraakt, laat hij dan niet de negenennegentig andere in de woestijn achter om naar het verdwaalde dier op zoek te gaan tot hij het gevonden heeft? En als hij het gevonden heeft, legt hij het vol vreugde op zijn schouders en gaat hij naar huis. Daar roept hij zijn vrienden en buren bijeen en zegt tegen hen: Deel in mijn vreugde, want ik heb het schaap gevonden dat verdwaald was. Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die tot inkeer komt dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen inkeer nodig hebben. (NBV-vertaling)

De mens moest bevrijd worden uit de ballingschap en de slavernij der zonde. Dit was Jezus' belangrijkste doel hier op aarde. Hij kwam als Verlosser. Hij was als de herder die het ene schaap dat de kudde kwijt was geraakt miste, en die eropuit ging om het te zoeken totdat Hij het vond. Het christendom is een verlossingsgeloof, en in de niet-christelijke godsdiensten is er niets wat vergeleken kan worden met deze boodschap van een God die liefhad en die kwam tot een wereld van verloren zondaren, en ervoor stierf.

Bron : fragment uit het boek "De basis van het bijbelse geloof" van dr. John Stott, geplaatst in het blad "Groei", jaargang 13, nummer 4, blz. 8 t/m 13
Lukas  19  : 10
Want de Zoon des mensen is gekomen om het verlorene te zoeken en te redden. (NBG-vertaling)

De mens moest bevrijd worden uit de ballingschap en de slavernij der zonde. Dit was Jezus' belangrijkste doel hier op aarde. Hij kwam als Verlosser. Hij was als de herder die het ene schaap dat de kudde kwijt was geraakt miste, en die eropuit ging om het te zoeken totdat Hij het vond (Lucas 15:3-7). Het christendom is een verlossingsgeloof, en in de niet-christelijke godsdiensten is er niets wat vergeleken kan worden met deze boodschap van een God die liefhad en die kwam tot een wereld van verloren zondaren, en ervoor stierf.

Bron : fragment uit het boek "De basis van het bijbelse geloof" van dr. John Stott, geplaatst in het blad "Groei", jaargang 13, nummer 4, blz. 8 t/m 13
Handelingen  17  : 23  t/m 24
Want toen ik in de stad rondliep en alles wat u vereert nauwlettend in ogenschouw nam, ontdekte ik ook een altaar met het opschrift: Aan de onbekende god. Wat u vereert zonder het te kennen, dat kom ik u verkondigen. De God die de wereld heeft gemaakt en alles wat er leeft, hij die over hemel en aarde heerst, woont niet in door mensenhanden gemaakte tempels. (NBV-vertaling)

De mens leert God niet kennen door zijn eigen wijsheid, maar door Gods Woord. Niet door middel van het menselijk verstand, maar door de goddelijke openbaring. Omdat God zichzelf in Christus geopenbaard heeft, kan de christen vrijmoedig naar agnostici en bijgelovigen gaan en tegen hen zeggen zoals Paulus tegen de Atheners op de Areopagus zei: "Wat gij dan zonder het te kennen vereert, dat verkondig ik u". Het geschil tussen wetenschap en religie komt hieruit voort dat men dit belangrijke punt niet heeft ingezien. De op waarnememing beruste methode is voor het grootste gedeelte niet te hanteren op het gebied van de religie. De wetenschappelijke kennis neemt toe door observatie en experiment. Dit is mogelijk door waarnemingen van de vijf zintuigen. Maar als we het bovennatuurlijke onderzoeken, zijn er niet onmiddellijk gegevens voorhanden. God is noch tastbaar, noch zichtbaar, noch hoorbaar. Toch is er een tijd geweest dat Hij verkoos te spreken en een lichamelijke gestalte aan te nemen die gezien en betast kon worden.

Bron : fragment uit het boek "De basis van het bijbelse geloof" van dr. John Stott, geplaatst in het blad "Groei", jaargang 13, nummer 4, blz. 8 t/m 13
Romeinen  1  : 1  t/m 4
Van Paulus, dienaar van Christus Jezus, geroepen tot apostel en uitgekozen om het evangelie van God te verkondigen, dat al bij monde van zijn profeten in de heilige geschriften is beloofd: het evangelie over Zijn Zoon, een mens voortgekomen uit het nageslacht van David, aangewezen als Zoon van God en door de Heilige Geest bekleed met macht toen Hij, Jezus Christus, onze Heer, opstond uit de dood. (NBV-vertaling)

God heeft geschapen. God heeft gesproken. God heeft gehandeld. Deze uiteenzetting van Gods initiatief op drie verschillende gebieden geeft in het kort de godsdienst van de Bijbel weer. God heeft gesproken en gehandeld in Jezus Christus. Hij heeft iets gezegd. Hij heeft iets gedaan. Dat houdt in dat christen-zijn geen vroom gekwezel is. Het is niet een verzameling religieuze ideen, noch een opsomming van voorschriften. Het is een evangelie (= blijde boodschap). Het is niet in de eerste plaats een uitnodiging aan de mens iets te doen, maar bovenal een proclamatie van datgene wat God in Christus gedaan heeft voor mensen zoals wij.
Romeinen  1  : 19  t/m 20
Want wat een mens over God kan weten is hun bekend omdat God het aan hen kenbaar heeft gemaakt. Zijn onzichtbare eigenschappen zijn vanaf de schepping van de wereld zichtbaar in zijn werken, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid zijn voor het verstand waarneembaar. Er is niets waardoor zij te verontschuldigen zijn (NBV-vertaling)

Dit wordt gewoonlijk Gods 'algemene' openbaring genoemd (omdat ze overal aan alle mensen geschiedt) of 'natuurlijke' openbaring (omdat ze in de natuur geschiedt). Zij maakt Zijn bestaan bekend, en ook iets van Zijn goddelijke macht, glorie en trouw.
Romeinen  3  : 10  t/m 12
Gelijk geschreven is: Er is niemand rechtvaardig, ook niet een; Er is niemand, die verstandig is, er is niemand, die God zoekt. Allen zijn zij afgeweken, te zamen zijn zij onnut geworden; er is niemand, die goed doet, er is [ook] niet tot een toe. (Statenvertaling)

God zegt hiermee, dat alle mensen zondaars zijn. De mens zal niet van nature God zoeken.
1 Timotheus  1  : 15
Dit is een getrouw woord en alle aanneming waard, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om zondaren te behouden, onder welke ik een eerste plaats inneem. (NBG-vertaling)

De mens moest bevrijd worden uit de ballingschap en de slavernij der zonde. Dit was Jezus' belangrijkste doel hier op aarde. Hij kwam als Verlosser. Hij was als de herder die het ene schaap dat de kudde kwijt was geraakt miste, en die eropuit ging om het te zoeken totdat Hij het vond (Lucas 15:3-7). Het christendom is een verlossingsgeloof, en in de niet-christelijke godsdiensten is er niets wat vergeleken kan worden met deze boodschap van een God die liefhad en die kwam tot een wereld van verloren zondaren, en ervoor stierf.

Bron : fragment uit het boek "De basis van het bijbelse geloof" van dr. John Stott, geplaatst in het blad "Groei", jaargang 13, nummer 4, blz. 8 t/m 13
Hebreen  1  : 1  t/m 2
Op velerlei wijzen en langs velerlei wegen heeft God in het verleden tot de voorouders gesproken door de profeten, maar nu de tijd ten einde loopt heeft hij tot ons gesproken door zijn Zoon, die hij heeft aangewezen als enig erfgenaam en door wie hij de wereld heeft geschapen. (NBV-vertaling)

God was het die het initiatief nam in de openbaring, door zowel zijn wezen als zijn wil aan de mensheid kenbaar te maken.
Hebreen  11  : 6
Zonder geloof is het onmogelijk God vreugde te geven; wie hem wil naderen moet immers geloven dat hij bestaat, en wie hem zoekt zal door hem worden beloond. (NBV-vertaling)

Als we niet zoeken, zullen we ook niet vinden. De herder zocht totdat hij het verloren schaap gevonden had. De vrouw zocht totdat ze haar verloren penning gevonden had. Waarom zouden wij er minder voor moeten doen? God verlangt ernaar gevonden te worden, maar alleen door diegenen die Hem zoeken. We moeten ijverig zijn in het zoeken. Het gaat hier om een zo ernstige zaak dat we onze aangeboren luiheid en lusteloosheid moeten overwinnen en op onderzoek uitgaan. God heeft weinig geduld met beuzelaars, maar Hij beloont hen die Hem ernstig zoeken.

Bron : fragment uit het boek "De basis van het bijbelse geloof" van dr. John Stott, geplaatst in het blad "Groei", jaargang 13, nummer 4, blz. 8 t/m 13
1 Johannes  1  : 1  t/m 2
Wat er was vanaf het begin, wat wij gehoord hebben, wat wij met eigen ogen gezien en aanschouwd hebben, wat onze handen hebben aangeraakt, dat verkondigen wij: het Woord dat leven is. Het leven is verschenen, wij hebben het gezien en getuigen ervan, we verkondigen u het eeuwige leven dat bij de Vader was en aan ons verschenen is. (NBV-vertaling)

De wetenschappelijke kennis neemt toe door observatie en experiment. Dit is mogelijk door waarnemingen van de vijf zintuigen. Maar als we het bovennatuurlijke onderzoeken, zijn er niet onmiddellijk gegevens voorhanden. God is noch tastbaar, noch zichtbaar, noch hoorbaar. Toch is er een tijd geweest dat Hij verkoos te spreken en een lichamelijke gestalte aan te nemen die gezien en betast kon worden. Daarom begon Johannes zijn brief met de deze verklaring.

Bron : fragment uit het boek "De basis van het bijbelse geloof" van dr. John Stott, geplaatst in het blad "Groei", jaargang 13, nummer 4, blz. 8 t/m 13

   Bijbeltekst toevoegen

 


  Terug


Versie december 2009