Wie
heeft het huisbezoek eigenlijk uitgevonden?
Tijdens de
Reformatie is huisbezoek ingesteld, als bezoek voor de viering van het
avondmaal. Om te checken of er geen belemmeringen waren om deel te nemen aan
het avondmaal (die belemmeringen waren er vaak wel, zoals kroegbezoek, gokken,
etc).
In de vroege kerk
werden huisbezoeken gedaan door diakenen, ná de bijeenkomst van de gemeente
(wat op sommige plaatsen alleen op zaterdag of zondag was, op andere plaatsen
elke dag), en wel om het "heilige brood" uit te delen aan degenen die
om wat omstandigheden dan ook niet aanwezig kon zijn.
Op de Dordtse Synode is met klem en nadruk gesproken over het afleggen van
huisbezoek. Temeer, daar ook het bevestigingsformulier voor ambtsdragers erop
aandringt dat met name de ouderlingen moeten toezien op leer en leven van de
gemeente. Daartoe is o.a. het huisbezoek (als het goed is geen huiszoeking,
maar een 'hartenbezoek') een zeer geëigend middel. Dat er in bepaalde gemeenten
ook diakenen meegaan als een soort 'hulp-ouderlingen' is vooral in kleine(re)
gemeenten niet aan te ontkomen vanwege het tekort aan ouderlingen.
Artikel
37 - Van de Kerkenraad (Editie(s) 1907)
In alle kerken zal een kerkenraad zijn,
bestaande uit de dienaren des Woords en de ouderlingen, dewelke ten minste alle weken eens tezamen komen
zullen, alwaar de dienaar des Woords (of de dienaren, zo daar meerderen zijn,
bij gebeurte) presideren en de actie regeren zal. [En zal de magistraat van de
plaats respectievelijk, indien 't hun gelieft, een of twee van de hunnen,
wezende lidmaten der gemeente, bij de kerkenraad mogen hebben, om aan te horen,
en mede van de voorvallende zaken te delibereren.]
Huisbezoek is het meest zichtbare deel van de zorgtaak die de kerk voor
haar leden heeft. Het is een middel om hen dichter bij kerk en geloof te
betrekken en om de onderlinge band te vergroten. Voorwaarde daarbij is, dat het
op goede wijze gebeurt. En daar wringt ‘m de schoen. In veel gemeenten ‘werkt’
het niet meer. Er is geen behoefte aan. Er zijn te weinig vrijwilligers. Dat
zijn voor de hand liggende redenen. Maar vaak wordt iets vergeten,
namelijk de bloedarmoede waaraan het huisbezoek al jaren voor haar stille
afschaffing leed.
Soms ontbreekt ook de visie voor huisbezoek. Vaak merk ik dat op bij
jonge gemeenten in nieuwe wijken. Ze menen dat het een fossiel uit het
kerkelijke verleden is. Daarin slaan ze de plank mis. Het huisbezoek hoort bij
de kerntaken van een goed functionerende gemeente. Een herwaardering ervan is
hard nodig.
Het huisbezoek is geen vrijblijvend praatje. Die gewoonte heeft haar
waarde van binnenuit uitgehold. Het is een geloofsgesprek namens de kerk. Maar
dan niet op een formele en bemoeizieke wijze. Dat gebeurde nogal eens in
vervlogen tijden. Uit verzet daartegen ontstond een veel vrijblijvender vorm.
Maar dat vinden drukke mensen ergerlijk. Zij hebben juist de behoefte aan meer
inhoud.
Hoe kan de kerk haar leden polsen, stimuleren en bijstaan? Met enige
vorming en coaching kan het bezoekteam haar taak beter vervullen. Dat vergroot
het animo voor het huisbezoek bij bezoeker en gemeentelid. Het belang van een
zinvol gesprek is voor ieder duidelijk. Het belang van huisbezoek zit ‘m niet
zozeer in het overdragen van kennis. Belangrijker is het gesprek als zodanig.
Mensen willen gehoord worden en meetellen.
Goed huisbezoek vergroot de betrokkenheid bij kerk en geloof. Problemen
melden zich vroegtijdig, wanneer er nog iets aan te doen valt. Maar er is meer.
De bezoeker is een tussenpersoon. Hij vertegenwoordigt de raad bij de gemeente
en de leden bij de raad. Hij/zij kan waardevolle informatie verschaffen.
Hij/zij is ook een scout, die nieuwe medewerkers opspoort, en verder ook
pastor, evangelist en raadgever.
Hoe werf je nieuwe huisbezoekers? De eerste stap is kwaliteitsverbetering.
Mensen willen zich graag wijden aan iets wat interessant is. We moeten af van
een vrijblijvende babbel. Dat spreekt op den duur niemand aan. Ieder kan meer
inhoud in zijn gesprek leren aanbrengen met enkele goede suggesties en een
beetje oefening. En in het algemeen zal een gesprek des te prettiger verlopen,
wanneer er open vragen worden gesteld. Ten tweede moet het huisbezoek meer
doelgericht worden. Dat kan worden gestimuleerd door met een thema te werken of
met materialen, een vragenlijst en/of uitnodigingen. Een kerkenraad moet er
veel aandacht aan besteden en oor coaching van de bezoekers zorgen. Een derde
mogelijkheid is om veel gebruik te maken van tijdelijke krachten, en mensen
niet aan te stellen voor bijvoorbeeld vier jaar. Velen deinzen terug voor zulke
verplichtingen. Bezoekacties met de kortstondige hulp van een aantal leden
kunnen veel goeds uitwerken.
Ook moeten we van het bezoekwerk meer een teamactiviteit maken, met
rapportage en vorming tussendoor. Het mag geen privébezigheid worden. Het
opbouwen van een goede teamspirit draagt bij aan het animo van de bezoekers en
aan hun kwaliteit. En dat is weer een bijdrage aan de gemeente in haar geheel.
Zo kunnen we (volgens de opdracht van 1 Thessalonicenzen 5:14) de moedelozen
hoop geven en opkomen voor de zwakken. Dat lukt niet zonder gesprek.
Hoe voorkom je dat de bezoeker ‘verzuipt’ in een te groot
adressenbestand? Hoe begeleid je iemand naar verdere stappen in het geloof? Hoe
doorbreek je lange stiltes? Wat moet je met mensen die aan één stuk door
kwekken? Hoe moet je handelen bij urgente problemen? Hoe kun je een saai
gesprek verlevendigen? Met die vragen worstelen veel werkers. Zulke vragen
moeten in teambesprekingen onder de aandacht komen. De een kan de ander daarin
verder helpen. Beter toegeruste werkers betekent ook: betere gesprekken. Het
image van het huisbezoek verbetert; het wordt een geestelijk avontuur, een
moment van inspiratie.
Sinds jaren geef ik cursussen op het gebied van het huisbezoek. Het is
een veelomvattend terrein. Veel cursisten worden al een stuk op dreef geholpen
met enkele handige suggesties voor gedrag en handelwijze, en niet te vergeten
het leren stellen van open vragen. Daarmee kunnen ze het gesprek een stuk
verlevendigen. We moeten het huisbezoek weer leuk en spannend maken. Soms moet
het zelfs nieuw worden opgezet. Maar het is de moeite waard. Juist zo toont de
kerk haar pastorale instelling. “Hoed mijn schapen,” zei onze eigen Herder. Weg
met de misvatting dat het niet werkt of dat het allemaal niet zo veel uitmaakt.
Het huisbezoek blijkt in veel gemeenten juist de sleutel tot vernieuwing.
Protestantse kerken hebben goud in hun handen met dat aloude
huisbezoek. Het is een middel om de gemeente aanzienlijk te versterken. Jammer
dat veel gemeenschappen dat niet kennen, zoals de Rooms-katholieke Kerk en veel
evangelische gemeenten. Dat is in hun nadeel. Ik eindig met een hoeraatje voor
deze kostbare kerkelijke taak.
Bron : http://www.bramkrol.com/gemeentegroei/artikelen/163-hiep-hiep-hoera-voor-het-huisbezoek