hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel

 

Bekijken Bijbelteksten

Trefwoord 
Wijzigen
Godsdiensten (Leiden alle godsdiensten tot God?)

Categorie
Apologetiek (Verdediging van het christelijk geloof)

Toelichting

Alle godsdiensten leiden tot God

Stel je voor dat alle godsdiensten tot God leiden en het een kwestie van kiezen is, welke jou het meest aanstaat! Dit gezichtspunt is zeer aantrekkelijk. Het vermijdt immers de zwart-wit keuze, en maakt alles min of meer grijs. Ook is dit idee zeer verdraagzaam en verdraagzaamheid is erg modern. Het is eveneens bescheiden, want het pretendeert niets aangaande de eigen godsdienst. Ook lijkt het erg logisch. Neem alle gezichtspunten tezamen en construeer daaruit een beeld van God dat aanvaardbaar is voor iedereen. Enkele zeer belangrijke mensen en organisaties staan achter dit standpunt. 

Maharma Gandhi

De Indiase leider Maharma Gandhi zei: "De ziel van alle godsdiensten is een, maar zij uit zich in velerlei vormen. De waarheid is niet het bezit van een enkel geschrift. Ik kan niet alleen Jezus goddelijkheid toeschrijven. Hij is even goddelijk als Krishna of Rama, of Mohammed of Zoroaster." 

Ramakrishna

De hindoe mysticus Ramakrishna sprak van zichzelf als dezelfde ziel die voorheen in Rama, Krishna, Jezus en Boeddha geleegd had.

Severus

De Romeinse keizer Severus nam het zekere voor het onzekere door in zijn prive-kapel niet alleen de beelden van de goddelijke keizers te plaatsen, maar ook van de wonderdoeners Apollonius en Tyana, van Christus, van Abraham en van Orpheus! 

Dit is een heel moderne houding. Het is een zeer algemeen aanvaard gezichtspunt, maar het gaat niet op, om de twee volgende redenen

 

Het is onlogisch

Het idee dat alle godsdiensten eigenlijk hetzelfde zijn en dat ze allemaal variaties van eenzelfde thema vertegenwoordigen, klinkt prachtig en gevoelig. Maar helaas blijkt het toch niet zo te zijn. Hoe kunnen alle godsdiensten tot God leiden als ze volkomen verschillend zijn? 

-De God van de hindoes is meervoudig en onpersoonlijk.

-De God van de islam is een persoon.

-De God van het christendom is de Schepper van de wereld.

-Het goddelijke in het boeddhisme is niet persoonlijk en niet scheppend.

-Het christendom leert dat God de mens wil vergeven en hem bovennatuurlijke hulp wil geven.

-In het boeddhisme is er geen sprake van vergeving noch van bovennatuurlijke hulp.

-Het doel van alle bestaan is in het boeddhisme nirwana (doven, als een vlam uitgaan), wat pas bereikt kan worden na tenminste 547 reincarnaties. 

-Het doel van het bestaan van het christendom is God te kennen en voor eeuwig van Hem te genieten.

-Het hindoeïsme kent vele goden.

-Het judaïsme verbiedt het maken van beelden ten strengste.

-De islam staat een man toe vier vrouwen te hebben.

-Het christendom verbindt een man aan een vrouw.

Het grootste verschil tussen de Bijbel en alle andere vormen van geloof ligt wel hierin dat de Bijbel leert dat niemand zijn eigen heil kan verdienen bij God, hoe goed hij het ook probeert, terwijl de andere godsdiensten allemaal leren dat de mensen door het houden van geboden, gered of heilig kan worden of het hoogste doel kan bereiken. 

In het boeddhisme geldt het principe van karma (oorzaak en gevolg, boeten voor je schuld). Dit is volkomen tegenovergesteld aan het christelijk geloof. God schenkt jou genade als je oprecht je zonden belijdt (vrije vergeving, wanneer je het helemaal niet verdiend hebt.).

Het is onlogisch te beweren dat alle godsdiensten allemaal dezelfde richting uitwijzen. Het is even onlogisch als wanneer we zeggen dat alle wegen vanuit Utrecht naar Amsterdam leiden. Dat is volstrekte onzin en niemand is ermee geholpen als we dat beweren. De verschillende godsdiensten hebben volkomen verschillende doelstellingen. 

Het probleem is dat de verdraagzaamheid vandaag zo ver is gevorderd, dat ze niet langer een zegen maar een vloek is. Ze doet de waarheid op een vreselijke wijze geweld aan. Niemand is ermee gediend als we beweren dat alle overtuigingen even waar zijn.

 

Het is onmogelijk

Er zijn twee redenen waarom het onmogelijk is God te vinden door om het even welke godsdienst. De eerste ligt in de natuur van God zelf. Als er een God is, dan is Hij de Oorsprong, zowel van de mens als van zijn omgeving. Dan is hij Heer over al het menselijk leven.

"Weet gij het niet? Hebt gij het niet gehoord? Is het u van de aanvang niet verkondigd? Hebt gij geen begrip van de grondvesten der aarde? Hij troont boven het rond der aarde en haar bewoners zijn als sprinkhanen. Wie raadpleegde Hij dat deze Hem inzicht zou geven, het rechte pad zou leren, kennis bijbrengen en de weg des verstands doen kennen? Zie, volken zijn geacht als een druppel aan een emmer en als een stofje aan een weegschaal; zie, eilanden zijn als fijn stof, dat uitgestrooid wordt." (Jesaja 40)

Dat is de God waar we het over hebben. Hoe zouden we tot Hem kunnen opklimmen. Hoe zou de vaas de pottenbakker die hem maakte kunnen begrijpen? Dat is onmogelijk. De mens kan God niet ontleden, al doet hij daar nog zo zijn best voor. 

Christopher Mayhew heeft enkele jaren geleden een boek geschreven onder de titel: Men in Search of God. Daarin laat hij vertegenwoordigers van de verschillende wereldgodsdiensten een verslag geven van hun godsdienstige ervaringen en hun zoeken naar God. Het is niet te verwonderen dat niemand van deze mensen beweert Hem gevonden te hebben. Als we met 'godsdienst' bedoelen, het menselijk zoeken naar het goddelijke, is dat gedoemd te mislukken. We hebben er geen behoefte aan om met elkaar te vergelijken wat we voor lichtstraaltjes opgevangen hebben, maar we hebben behoefte aan het aanbreken van de dag. We hebben geen behoefte aan godsdienst, maar aan openbaring. En dat beweert het christendom te zijn. Een openbaring van God. In tegenstelling tot de andere heilige boeken, vertelt de Bijbel ons niet de geschiedenis van de mens die op zoek is naar God; hij verhaalt ons van God die de mens is komen zoeken.

 

Geen doorgaande weg

Er is nog een tweede reden waarom godsdienst nooit tot God zal leiden. Niet alleen is het onmogelijk vanwege Gods karakter, maar ook vanwege het karakter van de mens. De Bijbel geeft ons een weinig vleiend beeld van de mens, maar helaas blijkt het waar te zijn. Enkele onprettige dingen komen daardoor aan het licht.

-We zijn God vijandig gezind, blijkens onze boze werken. (Kolossenzen 1:21)

(We kunnen God niet zo oprecht liefhebben als we wel zouden willen voordoen; het tegenoverstelde is zelfs waar.)

-Arglistig is het hart boven alles, ja verderfelijk is het. (Jeremia 17:9)

(Wij mensen bezitten niet het hart van goud, waar we zo graag over spreken; het tegenovergestelde is waar.)

-De mens houdt de waarheid in ongerechtigheid ten onder. (Romeinen 1:18)

(De Bijbel vertelt ons ook dat we de waarheid niet onverdeeld zoeken; het tegenovergestelde is waar.)

-De mensen hebben de duisternis liever gehad dan het licht. (Johannes 3:19)

(We volgen elke lichtstraal die op ons pad valt echt niet direct; het tegenovergestelde is waar.)

De menselijke natuur blijkt zo verdraaid te zijn, dat we niet in staat zijn het goede te aanvaarden als we het zien. Het is zelfs zo dat we het gewoonlijk liever uit de weg gaan, omdat het ons aan de kaak stelt. Het is een jammerlijke illusie van het humanisme, dat alle mensen in de grond van de zaak goed zijn. Als ze geplaatst worden in een behoorlijke omgeving met gunstige werkomstandigheden, genoeg geld tot hun beschikking hebben en er genoeg werkgelegenheid is, zullen ze allemaal zich als goede burgers gedragen en zal het hart van goud de gelegenheid krijgen zich te tonen. Onzin! Als we allemaal een hart van goud hebben, hoe komt het dan dat de misdaad in dezelfde mate toeneemt als de voorspoed? 

Als we inderdaad allemaal in de grond van de zaak goed waren, zouden we ons verdringen rond de beste mens die ooit geleefd heeft: Jezus Christus. Maar iedereen die wel eens iets met evangelisatiewerk te maken heeft gehad, weet wat een strijd het de mens gewoonlijk kost voor hij bereid is zich aan Christus over te geven. Alleen al het feit dat we voor Hem wegvluchten laat zien dat we diep in ons hart egoïstische schepselen zijn, zoals de Bijbel dat ook zegt. En dan hebben we nog een probleem dat daar nauw mee samenhangt. Er is iets mis met onze wil. We blijken zelfs niet in staat te zijn onze eigen goede voornemens, die we zo af en toe hebben, uit te voeren. Hoe lang hou jij je nieuwjaarsvoornemens vol? Hoelang duurt de vrede en goedwilligheid van de kerstperiode op jouw kantoor? Hoe dikwijls heb je al geprobeerd met roken te stoppen? Jezus legde zijn vinger op de zere plek toen hij zei: 'Wie het kwade doet, wordt een slaaf van het kwade.'

Geen wonder dan dat Paulus tot de conclusie komt, waartoe het Oude Testament al voor hem gekomen was, nadat hij de heidense en godsdienstige samenlevingen van zijn tijd onder de loep had genomen:

'Niemand is rechtvaardig, ook niet een. Er is niemand die God ernstig zoekt.' (Romeinen 3:10 en 11)

Als we God willen vinden, moeten we serieus op zoek gaan naar God. De meesten van ons zijn zelfs maar al te blij als we bij Hem uit de buurt weten te blijven. Niemand heeft het gepresteerd bij Hem te komen, omdat Hij te groot is om door zijn schepselen doorgrond te worden, en omdat de schepselen te slecht, te egoïstisch zijn om Hem te willen kennen. De grootheid van God en de zondigheid van de mens zijn twee enorme barricades tegen onze veronderstelling dat alle godsdiensten wel naar God leiden. Zij doen dat niet. Geen enkele godsdienst leidt tot God.

Er is maar een hoop en dat is de mogelijkheid van openbaring. Wij kunnen God niet bereiken, maar er is geen reden waarom Hij ons niet zou kunnen bereiken. 

 

Een openbaring

Veronderstel eens dat jij God was. De mensen die jij had gemaakt, hadden zich van je afgekeerd. Zij wilden hun leven niet met jou delen. Ze wilden hun eigen weg gaan. Wat zou jij doen?

 1. Misschien zou jij een goed mens uitkiezen om daarmee opnieuw te beginnen.

Dat heeft God ook gedaan. Die ene goede mens heette Abraham. Hij vertrouwde God, gehoorzaamde Hem en werd de vader van het Joodse volk. Maar dat volk dwaalde weer af van de weg die Abraham hen was voorgegaan. Wat moest er nu gebeuren?

2. Misschien zou een periode van verdrukking en moeite in een vreemd land hen bij hun positieven brengen. Dat was het doel van Israels verblijf in Egypte en later werd deze zelfde remedie nog eens toegepast in Babylonie 

3. Misschien zou je profeten sturen om de mensen tot je terug te roepen.

Dat deed God ook. 'Luister naar de woorden van mijn dienaren en profeten, die Ik gezonden heb, zegt de Here .... maar gij hebt niet geluisterd.'

4. Tenslotte zou je misschien besluiten om er zelf heen te gaan.

Dat heeft God ook gedaan op het eerste Kerstfeest. De weg was goed voorbereid. Het Joodse volk was er na 2000 jaar volkomen van overtuigd dat er maar een God was en geen mededingers. 

Het Romeinse Rijk had ervoor gezorgd dat er vrede was op de wereld. De Griekse taal werd overal gesproken en de Griekse cultuur was overal doorgedrongen. De omstandigheden waren dus ideaal om Gods persoonlijke bezoek de grootste bekendheid te kunnen geven. En zo werd Jezus (God de Redder) of Emmanuel (God met ons) geboren. De God die door de eeuwen heen op vele verschillende manieren door zijn profeten gesproken had, sprak tenslotte zeer duidelijk en beslissend, niet door een profeet, maar in de persoon van zijn eigen Zoon. Eindelijk zouden de mensen dan toch zien dat God bestaat, dat God spreekt en dat Hij zorgt. Vanaf dat moment was Hij niet meer de onbekende God. 

'Niemand heeft ooit God gezien, de eniggeboren Zoon, die aan de boezem des Vaders is, die heeft Hem doen kennen', vatte een ooggetuige de zaak samen (Johannes 1:18). 

Jezus laat ons in een menselijk leven zien hoe God is. Dat was het eerste doel van zijn komst naar de wereld; ons een openbaring van God te geven, zonder welke we nog steeds in het duister zouden tasten.

 

Een redding

Zijn komst had nog een tweede doel dat nauw samenhangt met het eerste. Want toen de mensen dat volmaakte leven van oprechtheid en liefde zagen, het beste wat ze zich ooit hadden kunnen voorstellen, hebben ze Hem aan een kruis genageld. Hij gaf hun een te ongemakkelijk gevoel. Het licht was te verblindend. Het natuurlijke instinct van de mens die liever in het duister leeft, wil dat licht uitdoven.

'Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet gegrepen.' (Johannes 1:5)

Zie je nu wat er gebeurd is? De komst van Jezus heeft niet alleen getoond wie God was. Het heeft ook duidelijk gemaakt wie de mens was.

 'De mensen hebben de duisternis liever gehad dan het licht, omdat hun werken boos waren.' (Johannes 3:19)

En als je meer over dat vers zou willen weten, vraag je dan eens af wat er zou gebeuren met de oplagen van de roddelbladen, als die in plaats van vuiligheid alleen nog maar goede dingen zouden gaan publiceren. Daar heb je een duidelijk bewijs van het feit dat de mens liever duisternis dan licht heeft. Daarom hebben wij mensen meer nodig dan alleen maar een openbaring van God. We hebben Gods redding nodig.

Niet alleen ons begrip van God, maar ook onze wil deugt niet. Jezus kwam om beide te herstellen. Hij liet ons zien hoe God was door zijn onberispelijk leven. Hij bracht ons in de juiste verhouding tot God door zijn opofferende dood. Daarom is het kruis het symbool van het christendom geworden. Zijn dood werd de grootste prestatie van heel zijn leven, ja zelfs de grootste prestatie van de hele geschiedenis. Daar nam Jezus, de God-mens, de verantwoordelijkheid voor alle slechtheid van de mensen op zich. Een ooggetuige zegt:

'Hij is om de zonden gestorven als rechtvaardige voor onrechtvaardigen, opdat Hij u tot God zou brengen.' (1 Petrus 3:18)

Een ander schrijft: "Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons heeft liefgehad en Zijn Zoon gezonden heeft als verzoening voor onze zonden." (1 Johannes 4:10).

"Want alzo lief heeft God deze wereld gehad, dat hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft." (Johannes 3:16)

Een andere schrijver van het Nieuwe Testament roept in verwondering uit: "Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen die in Christus Jezus zijn, omdat God door zijn eigen Zoon te zenden in een vlees, aan dat der zonden gelijk, en wel om de zonde, de zonde veroordeeld heeft in het vlees." (Romeinen 8:1)

Waar je het Nieuwe Testament ook openslaat, vind je deze zelfde waarheid vermeld in allerlei verschillende bewoordingen. In het boek Openbaring vind je het op de volgende manier beschreven:

"Daarna zag ik en zie, een grote schare die niemand tellen kon, uit alle volken en stammen en natiën en talen stonden voor de troon van het Lam, bekleed met witte gewaden en met palmtakken in hun handen. En zij riepen met luider stem en riepen: De zaligheid is van onze God die op de troon gezeten is, en van het Lam." (Openbaring 7:9 en 10).                    

Dit beeld is duidelijk. Deze mensen die afkomstig zijn van alle mogelijke achtergronden op de wereld, prijzen God en danken Hem voor zijn reddingsoperatie, waardoor hun vuile kleren van eigen goedheid vervangen zijn door het witte gewaad van de volmaakte gerechtigheid van Christus. 

"Dezen zijn het, die komen uit de grote verdrukking en zij hebben hun gewaden gewassen en die wit gemaakt in het bloed des Lams."

In welke ander godsdienst ter wereld is er sprake van een God die zelf zorgt voor de redding van zijn volk door persoonlijk de verantwoordelijkheid voor hun zonden op zich te nemen en voor hen te sterven?  De God die zichzelf geopenbaard heeft en ons ook gered heeft, heeft dat met een bepaald doel gedaan. Hij wil met ons omgaan. Jezus Christus is geen dode figuur uit een geschiedenisboek, die al 2000 jaar uit de running is. Hij leeft en wij kunnen met Hem omgaan. Hij leeft en Hij is bezig om onze levens te veranderen van binnenuit als wij Hem toelaten in ons leven.  Er is geen ander geloof wat iets in deze geest doet. Er is ook geen ander geloof wat dat beweert. 

 

Als dit van Christus waar is, hebben alle andere godsdiensten het dan helemaal mis?

Nee. De God die de wereld gemaakt heeft en zichzelf in Christus heeft geopenbaard, heeft vele herkenningspunten van zichzelf in de wereld achter gelaten. God herken je in iedere goede gedachte, in elke lichtstraal en in ieder waar woord. Dit zul je ook herkennen in andere godsdiensten, maar je zult niets lezen of horen over een God die genoeg om je geeft dat Hij voor je wil sterven, om dan uit het graf op te staan en bereid te zijn je leven verder met je te delen. Als Jezus inderdaad, zoals uit de opstanding blijkt, God zelf is die ons komt redden, dan zou het dwaasheid zijn Hem te verwerpen. Of dit dus inderdaad zo is, moeten we zelf onderzoeken. 

We hebben niet te maken met legendes en mythen, waardoor bijvoorbeeld onmogelijk is vast te stellen wanneer Boeddha geleefd heeft (de schattingen variëren tussen 1000 en 500 voor Christus) en wat er gebeurde bij zijn geboorte (er zijn 547 verschillende versies van zijn geboorte), maar wij hebben met geschiedenis te maken. Christenen geloven (en er is een overvloed aan geschiedkundig materiaal om dit geloof te staven) dat Jezus van Nazareth op de eerste paasdag in het jaar 30 of 31 opstond uit het graf en de christelijke gemeenschap stichtte. Na Zijn opstanding verscheen hij aan 500 mensen en ook aan zijn discipelen. Toen ze eenmaal overtuigd waren, konden ze niet meer zwijgen. De opstanding bevestigt Jezus zijn uitspraak: "Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven" en dat Hij ook God is. 

Het christendom is een historische godsdienst. Het leert dat God het risico heeft genomen e menselijke geschiedenis binnen te stappen en de bewijzen liggen er om door jouw stevig aan de tand gevoeld te worden. De feiten zijn namelijk bestand tegen ieder kritisch onderzoek. Er is geen boek ter wereld dat zo lang en zo minutieus door de knapste koppen ter wereld, eeuw in, eeuw uit, op zijn betrouwbaarheid onderzocht is als het Nieuwe Testament. Onderzoek de bewijzen maar voor jezelf en ga niet af op de mening van hen die de christelijke geschiedenis al geloven of haar verwerpen. Dit is de belangrijkste kwestie waarover je ooit zult moeten beslissen. 

Is Jezus uit de dood opgestaan of niet? Zo niet, dan heb je nog alle gelegenheid om andere godsdiensten onder de loep te nemen en te zien wat zij voor hulp bieden in het leven. Maar als Hij wel is opgestaan en jij ervan overtuigd bent, dan betekent dat ook dat de vraag welke godsdienst je moet aanhangen, voor jouw opgelost is. Dan gaat Christus meer voor jou betekenen dan een goed mens. Want hoewel Hij volkomen mens was, brengt Hij God tot jou. En als God vraagt hij onvoorwaardelijke gehoorzaamheid van je.

 

Als dit van Christus waar is, zijn alle niet-christenen dan onherroepelijk verloren?

Het antwoord is hier weer: Nee. Het Nieuwe Testament leert ons niet dat alle mensen die nooit van Jezus gehoord hebben onherroepelijk verloren zijn. De hele Bijbel maakt ons duidelijk dat God de mens met uiterste rechtvaardigheid zal oordelen en dat de mens geoordeeld zal worden naar zijn houding ten opzichte van het licht wat hij ontvangen heeft. In een bekend hoofdstuk van zijn brief aan de Romeinen, onderstreept Paulus nadrukkelijk dat God er geen lievelingetjes op na houdt.

 "Wanneer toch heidenen, die de wet niet hebben, van nature doen wat de wet gebiedt, dan zijn deze, ofschoon zonder wet, zichzelf tot wet; immers zij tonen, dat het werk der wet in hun harten geschreven is, terwijl hun geweten medegetuigt en hun gedachten elkander onderling aanklagen of ook verontschuldigen, ten dage dat God het in de mensen verborgene oordeelt volgens mijn evangelie, door Christus Jezus." (Romeinen 2: 14-15)

Hij bedoelt daarmee dat de heidense volken, die Gods openbaring niet via de Bijbel ontvangen hebben, toch een besef van goed en kwaad hebben; hun geweten treedt dus als wetgever op en geeft ze aanwijzingen of veroordeelt ze aangaande hetgeen ze doen. God is volkomen rechtvaardig. 

Maar Paulus gaat verder met te zeggen dat deze kans tot goed doen hen weinig zal helpen. Want zowel heidenen als Joden zijn er niet in geslaagd Gods heilige wet te houden. Zij hebben niet eens geleefd naar de innerlijke wet van hun geweten. Daarom kan geen enkel mens met God verzoend worden op grond van zijn eigen goedheid of oprechtheid; want de goedheid en oprechtheid van geen enkel mens is volmaakt, zelfs verre van dat. De conclusie waar Paulus toe komt in de eerste drie hoofdstukken van zijn brief aan de Romeinen, waarin hij een overzicht geeft van de zedelijke prestaties zowel van de godsdienstige als van de heidense wereld is: "dat alle mond gestopt en de gehele wereld strafwaardig wordt voor God." (Romeinen 3:19). En dit is dan het decor waartegen hij zijn goede nieuws bekend maakt, dat wat geen mens voor zichzelf kan bewerken, God gedaan heeft voor allen die Hem willen geloven of ze nu van een godsdienstige of van een heidense achtergrond afkomstig zijn. Hij heeft het mogelijk gemaakt dat we in zijn geliefde Zoon aanvaard worden. 

Christus is niet alleen voor onze zonden, maar voor die van de gehele wereld gestorven, zegt het Nieuwe Testament. Hij stierf, zodat de mensen die geloofden in de tijd van het Oude Testament, ook van al hun zonden gereinigd konden worden. Abraham en anderen zoals hij, begrepen niet hoe God hen, als zondige mensen kon aanvaarden. Maar ze geloofden Hem, toen Hij ze duidelijk gemaakt had dat Hij ze wilde aanvaarden. Wij, die een vollediger beeld hebben, weten dat Abraham gered kon worden door het werk dat God in Christus voor hem ging doen aan het kruis van Golgotha. Het lijkt daarom aannemelijk dat de mensen die in de eeuwen daarna geleefd hebben zonder ooit van Christus te horen, ook wakker kunnen worden aan de andere kant van de dood, en ontdekken dat ze aanvaard zijn door God, omdat ze oprecht berouw van hun zonden hebben gehad en zich aan Gods genade hebben toevertrouwd.

Heeft Jezus ons niet zelf geleerd dat zijn hemelse Vader geeft aan iedereen die Hem vraagt en opendoet voor iedereen die klopt? De voorwaarde dat we moeten vragen, zoeken en kloppen, dat we moeten geloven, is het aandeel van de mens. Gods aandeel is duidelijk geworden aan het kruis. Hij staat klaar om elk mens van welke stam ter wereld dan ook, op elk willekeurig ogenblik in zijn hemel op te nemen. 

De heiden in een heidens land, die onmiddellijk nadat hij de boodschap voor het eerst hoort, tot bekering komt, heeft er jaren naar gezocht. De onbezorgde westerse kerkganger heeft geen excuus voor het feit dat hij het licht der wereld, Jezus, verwerpt. Alles wat nodig is om te geloven, ligt binnen zijn bereid, in de Bijbel die te koop is in elke boekwinkel. Overal kan hij christenen vinden die hem uit de eerste hand kunnen vertellen over de ervaring die zij met deze waarheid hebben in hun leven. Hij heeft geen excuus als hij geen gevolg geeft aan de duidelijke aanwijzingen van de Bijbel en het getuigenis van de mensen die Christus volgden, door zich aan Hem over te geven in geloof en gehoorzaamheid.

Er is een categorie mensen, waarvan de Bijbel duidelijk zegt, dat ze verloren gaan. Dat zijn niet degenen die het evangelie nooit gehoord hebben. Het zijn degenen die het wel gehoord hebben, maar 'nee' gezegd hebben. In Jezus tijd behoorden velen van de Farizeeën tot deze categorie. Tegen hen moest Hij bedroefd zeggen:

"Gij onderzoekt de Schriften, want gij meent daarin eeuwig leven te vinden en toch wilt gij tot Mij niet komen om leven te hebben."

En als Paulus in de tweede brief aan de Thessalonicenzen spreekt over de mogelijkheid van de hel, doet hij dit in de verschrikkelijke bewoordingen van 'een eeuwig verderf, ver van het aangezicht des Heren', en in navolging van zijn Meester zegt hij, dat dit het lot zal zijn van diegenen die 'het evangelie van onze Here Jezus niet gehoorzamen'. (2 Thessalonicenzen 1:8). We moeten de zekerheid hebben dat we niet tot die groep behoren.

Bron : boek "Kom nou dat meen je niet" van Michael Green, blz. 49 t/m 68


Bijbelteksten
Onbekend/Anders

   Bijbeltekst toevoegen

 


  Terug


Versie december 2009