Wie is Maüzzim?
Maüzzim is de naam van een god die door de
engel aan Daniël genoemd wordt Eloah
Maüzzim, dat is ‘god der sterkten’, ‘god der vestingen’. Sommige
uitleggers denken aan Jupiter, andere aan de satan, ‘de overste van de macht
der lucht’ (Efeziërs 2:2). Deze god wordt vereerd door een koning, die door
sommigen voor Antiochus Epifanes, die Jupiter vereerde, wordt gehouden; anderen
houden hem voor de Antichrist en/of
het Beest, die in Antiochus Epifanes zijn voorbeeld
heeft.
Maüzzim komt van het Hebreeuwse woord moas = sterkte, vesting.
God wordt in Psalm 37:39 een 'moas', een
vesting, een sterkte ten tijde van benauwdheid genoemd. In Daniël 11:38 is het
de naam of aanduiding van een god, die door een toekomstige koning wordt
vereerd.
En op de goden zijner vaderen zal hij geen
acht geven, noch op de begeerte der vrouwen; hij zal ook op geen God acht
geven, maar hij zal zich boven alles groot maken. En hij zal
den god Mauzzim in zijn standplaats eren; namelijk den god, welken
zijn vaders niet gekend hebben, zal hij eren met goud, en met zilver, en met
kostelijk gesteente, en met gewenste dingen. En hij zal de vastigheden der
sterkten maken met den vreemden god; dengenen, die hij kennen zal, zal hij de
eer vermenigvuldigen, en hij zal ze doen heersen over velen, en hij zal het
land uitdelen om prijs. (Daniël 11:37-39 Statenvertaling)
Jupiter
Sommige uitleggers vereenzelvigen de
genoemde koning met Antiochus Epiphanes, koning van Syrie,
177-163 v. Chr. Hij wilde alle Aziatische afgoden afschaffen, en daar hij in Rome
als gijzelaar vertoefd had, overal in zijn rijk (1 Mak. 1: 43) de godsdienst
die hij daar had leren kennen, invoeren, waarom hij door de Romeinse
geschiedschrijver Livius geprezen wordt. Het was voornamelijk de dienst van de
Romeinse god Jupiter Capitolinus (‘Jupiter van het Capitool’, zijn tempel was
bij het Capitool), voor welker uitbreiding hij met fanatieke ijver werkzaam was
(2 Mak. 6:2). Hij hoopte, daar de Romeinen aan de dienst van deze God
voornamelijk hun wereldheerschappij toeschreven , door ijverige verering en
door de hem daarvoor betoonde gunst van deze god, zichzelf tot wereldbeheerser
te kunnen verheffen; daarom staat er (vs. 37) dat hij zich boven alles zal
groot maken.,
Verder (vs. 39) lezen we dat hij zal
arbeiden aan de versterking der Maüzzim (vestingen) met hulp van de vreemde
god; en (die) hem erkennen, (dien) zal hij heerlijkheid geven (aldus vs. 39 in
de grondtekst). Meerdere vaste steden, die zich bereidvaardig aan de dienst van
deze Jupiter aansloten, werden door Antiochus verrijkt en verfraaid.
Eigenlijk was niet Jupiter, de god der
vestingen zijn hoogste afgod , maar hij zelf, zijn eigen macht, want Jupiter
beschouwde hij eigenlijk slechts als de hefboom om hem tot het toppunt van
macht te brengen en een trouw beeld van het Beest en/of de Antichrist (2 Thess.
2: 4).
Satan
Sommige uitleggers zien in 'de god der
vestingen' een benaming van satan.
Geestelijke strijd tegen de macht van de duisternis is immers een strijd tot
afbreking van sterkten, versterkte plaatsen, vestingen, bolwerken.
Want al wandelen wij in het vlees, wij
voeren geen strijd naar het vlees; want de wapens van onze strijd zijn niet
vleselijk, maar krachtig voor God, tot afbreking van bolwerken; daar wij
de overleggingen en elke hoogte die zich verheft tegen de kennis van God,
afbreken en elke gedachte gevangen nemen tot de gehoorzaamheid van Christus, en
gereed staan elke ongehoorzaamheid te wreken, wanneer uw gehoorzaamheid vervuld
zal zijn. (2 Korinthiërs 10:3-6 Telos-vertaling)
De Statenvertaling en andere vertalingen
hebben ‘sterkten’. De Herziene Statenvertaling en
andere vertalingen hebben ‘bolwerken’.
Want de wapenen van onzen krijg zijn niet
vleselijk, maar krachtig door God, tot nederwerping der sterkten; (2 Korinthiërs
10:4 Statenvertaling)
De wapens van onze strijd zijn immers niet vleselijk, maar krachtig door
God, tot afbraak van bolwerken. (2 Korinthiërs 10:4 HSV-vertaling)
Wat zijn die figuurlijke sterkten waarvan
Paulus schrijft? Het antwoord geeft hijzelf in het volgende vers: “de
overleggingen en elke hoogte die zich verheft tegen de kennis van God”.
De Kanttekenaren verstaan onder “sterkten”
in vers 4: “al wat de Satan en de wereld, hetzij met vervolgingen, hetzij met
wereldse wijsheid en welsprekendheid, voorwerpt om den loop des Evangelies te
stuiten, gelijk de twee navolgende verzen verklaren.” Satan misleidt de naties
(Openbaring 20:3) en bouwt zijn sterkten en hoogten ‘tegen de kennis van God’,
een kennis trouwens die eens de aarde als het ware zal bedekken.
Eloah Maüzzim is
een god. Eloah = 'god'. Satan
is ook een god. Hij wordt ‘de god van deze eeuw’ genoemd.
Als dan ons evangelie al bedekt is, is het
bedekt in hen die verloren gaan; in wie de god van deze eeuw de
gedachten van deze ongelovigen verblind heeft, opdat de lichtglans van het
evangelie van de heerlijkheid van Christus, die het beeld van God is, hen niet
zou bestralen. (2 Korinthiërs 4:3-4 Telos-vertaling)
De Heer Jezus noemt hem ‘de overste van
deze wereld’ (Johannes 12:31; Johannnes 16:11) en ‘de overste van de wereld’
(Johannes 14:30). Satan is ‘de overste van de macht der lucht’ (Efeziërs 2:2).
Hij en zijn consorten vormen 'geestelijke machten van de boosheid'.
Want onze strijd is niet tegen bloed en
vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van
deze duisternis, tegen de geestelijke machten van de boosheid in de hemelse
gewesten. (Efeziërs 6:12 Telos-vertaling)
De god der vestingen wordt vereerd door een
of andere koning. Satan – in het laatste bijbelboek ‘de draak’ genoemd –
ontvangt in de toekomst aanbidding:
En zij
aanbaden de draak, omdat hij het gezag aan het beest had gegeven, en zij
aanbaden het beest en zeiden: Wie is aan het beest gelijk, en wie kan er oorlog
tegen voeren? (Openbaring 13:4 Telos-vertaling)
Deze aanbidding vroeg satan aan Jezus
tijdens de verzoeking in de woestijn. Jezus weigerde, Hij wilde alleen God
aanbidden.
Bron
H. Zeller, Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk. Tweede deel K
- Z. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1872) s.v. Ma-Uzzim. Hieruit is op 4 sept.
2013 tekst genomen en verwerkt.