Mattheüs beschrijft dat de Farizeeërs voor
de 30 zilverstukken een stuk land kochten en
Handelingen vermeldt dat Judas met het geld
een stuk land heeft verkregen.
Een goede verklaring is:
Toen de priesters de akker van de
pottenbakker met Judas' 30 zilverstukken kochten deden zij dit om van het geld
af te komen. Het geld werd uitgegeven op rekening van Judas. Het gebied
behoorde juridisch dus aan Judas. Tegenwoordig zou men bijvoorbeeld de eerste steen
ter ere van de geldschieter geplaatst hebben terwijl ze zelf de transactie af
handelden. Judas 'verkreeg' het veld. Dit betekent niet automatisch dat hij ook
degene was die het kocht.
Bron : http://www.apologeet.nl/faq/pdf/tegenstrijdigheden_002_judas_iskariot.pdf