Orgel in de Bijbel
Looft Hem met de trommel en fluit; looft
Hem met snarenspel en orgel! (Psalm 150:4 SV)
Een van de hot-items en dan vooral in
traditionele kerken is het orgel,
voor hen is dit het “heilige muziekinstrument” dat tijdens de eredienst bespeeld
moet worden. Tijdens discussies wordt dan vooral verwezen naar bovengenoemde
tekst en dan in de versie van de Statenvertaling, want andere vertalingen
zouden dit instrument zomaar veranderd hebben.
Deze keer wil ik dan ook in mijn reeks over
muziek en muziekinstrumenten in de Bijbel dit bewuste instrument
behandelen. Het bewuste woord dat in de Statenvertaling met orgel en andere
vertalingen met fluit is vertaald is in het Hebreeuws Ugav en komt maar
een paar keer voor in de Bijbel. Zo lezen we dat de uitvinder van de muziek
Jubal dit instrument bespeelde (Genesis 4:21), waarmee het meteen een van de oudste muziekinstrumenten is
die in de Bijbel worden genoemd. Daarnaast wordt het nog tweemaal genoemd in
Job (21:12;
30:31).
Alle passages geven geen duidelijk beeld of het een blaas- of een
snaarinstrument is geweest.
Veel commentaren denken dat het een
blaasinstrument is geweest omdat dit volgens de context (als tegenstelling tot
het snaarinstrument) het beste past. Volgens Onkelos (35-120 n.C.), die de
Thora naar het Aramees vertaalde, zou het een soort panfluit zijn geweest.
De vraag is dan ook hoe kwamen de
Statenvertalers er dan bij om het met orgel te vertalen. In hun kanttekeningen
geven ze al aan dat de betekenis van het instrument onzeker is. Daarnaast is
het belangrijk om te weten dat in de tijd het begrip orgel ook de betekenis had
van een muziekinstrument in het algemeen. We moeten dan ook constateren dat de
vertalers een zeer correct neutraal woord hebben gebruikt, die pas eeuwen later
in sommige kerkelijke kringen verkeerd is opgevat.
Dat ons bekende kerkorgel niet in de Bijbel
voorkomt, wil natuurlijk absoluut niet zeggen dat deze dus niet tijdens de
eredienst gebruikt mag worden.
Bron : http://www.bijbelaantekeningen.nl/blog/2011/11/07/orgels-in-de-bijbel/
Calvijn
was tegen gebruik van muziekinstrumenten in de eredienst
De reformator Johannes
Calvijn vond dat men in de liturgie geen instrumenten mocht gebruiken en
evenmin mocht daar meerstemmig gemusiceerd worden. Volgens hem verbiedt de
apostel Paulus in 1 Korintiërs 14 vers 16 om in een openbare eredienst anders
dan in een bekende taal te danken. Tot die ‘bekende taal’ behoorden niet
instrumentale muziek en de meerstemmigheid; zij dienden niet op opbouw van de
gemeente. Bovendien vond Calvijn dat liturgische instrumentale muziek hoorde
bij het Oude Testament en niet bij het Nieuwe. Ook was hij van oordeel dat niet
de instrumentale muziek maar de menselijke stem het primaat behoorde te hebben.
Calvijns
opvattingen omtrent het (liturgisch) gebruik van instrumenten bestond al sinds
het vroege christendom en later ook bij humanisten en rooms-katholieken. Het
afwijzen van instrumenten was dus niets bijzonders en in ieder geval niet
typisch calvinistisch.
De overheid van de
Nederlandse calvinistische kerken hebben zich doorgaans verzet tegen het
gebruik van het orgel in de eredienst. Naast andere argumenten werd vooral
Calvijns uitleg van 1 Korintiërs 14 aangevoerd om orgels en orgelmuziek uit de
eredienst te weren.
Bron : http://www.hetorgel.nl/n2009-06a.html