De zondvloed was een catastrofe voor de wereld
Door
de zondvloed vond er een wereldramp plaats die omvangrijker was dan de aarde
ooit gekend heeft.
“Zo
verdelgde Hij alles wat bestond, wat op de aardbodem was, van mens tot dier,
tot kruipende dieren en vogels in de lucht; verdelgd werden zij van de
aarde." (Genesis 7:23, HSV 2010)
De
zondvloed beperkte zich niet tot het Midden-Oosten, de bakermat van de
mensheid, maar besloeg de gehele aarde. Minstens 154 afzonderlijke verslagen
zijn gevonden van deze gebeurtenissen, verspreid over alle werelddelen. Ook de
aardlagen spreken hierover een duidelijke taal. Ondanks dit alles vinden de
meeste geologen het 'onwetenschappelijk' om de zondvloed als een historisch
feit te beschouwen. Waarschijnlijk omdat het iets uit de Bijbel is. De
zondvloed levert namelijk heel wat verklaringen van aardkundige verschijnselen,
die doorgaans met ijstijdtheorieën worden 'verklaard'.
Christelijke
wetenschappers hebben zich gebogen over de vraag welke krachten er tijdens de zondvloed
werkzaam waren. Sommigen geloven in een botsing van de aarde met planetoïden,
kometen of andere hemellichamen, waardoor de harmonie in de atmosfeer werd
verstoord. Maar er zijn ook andere theorieën. In ieder geval kwamen er enorme
watervoorraden uit de aardbodem tevoorschijn en vielen massa's water in de vorm
van regen uit de atmosfeer (Genesis 1:7) en uit ondergrondse waterbronnen:
"En
op de zevende dag stortte het water van de vloed (=zondvloed) over de aarde
neer ... op die dag braken alle bronnen van de diepte los, de sluizen van de
hemel gingen open, en regen viel op de aarde, veertig dagen en veertig nachten
achtereen ... Het water bleef zo toenemen op de aarde, dat het al de hoge
bergen onder de hemel bedekte." Genesis 7:10-12,19, WV 1995)
Er
kwam zoveel water los dat het totale aardoppervlak met water werd overspoeld.
Dit alles moet een ongekend verwoestend effect hebben gehad. Van zo'n zondvloed
kon de aarde er natuurlijk nooit beter op worden!
"Honderdvijftig
dagen lang was de aarde helemaal met water bedekt." (Genesis 7:24, NBV 2004)
Verdere
ontluistering van de aarde door de zondvloed
De
gevolgen van de zondvloed voor het leefklimaat op aarde waren enorm. De Bijbel
geeft daar niet veel gegevens over. De volgende veronderstellingen beschrijven
de mogelijke veranderingen:
1.Klimaat
Voor
de zondvloed heerste er waarschijnlijk een prettig, lenteachtig klimaat over de
hele aarde. Mogelijk was er een soort broeikasachtige laag waterdamp in de
atmosfeer, een gewelf van waterdamp, waardoor de temperatuur over de hele aarde
tamelijk gelijkmatig was. Regen kwam voor die tijd wellicht niet voor, maar wel
stegen er dampen op uit de aarde, waardoor de aardbodem voldoende vocht kreeg
(Genesis 2:5-6). Een en ander wordt aangetoond door de subtropische plantengroei,
waarvan de resten in aardlagen over de hele aarde zijn gevonden. Mogelijk viel
tijdens de zondvloed de eerste regenbui (en wat voor een!). De regenboog, die
na de zondvloed gezien werd, was na de zondvloed immers een nieuw verschijnsel
(Genesis 9:13-16).
2.Seizoenen
Na
de zondvloed ontstonden de seizoenen en wisselingen van koude en hitte, zomer
en winter; wellicht door het verdwijnen van zoveel water uit de hogere
luchtlagen en het ophouden van het broeikaseffect van de voortijd (Genesis
8:22). Het gevolg was dat grote gebieden rondom de Noord- en Zuidpool
onbewoonbaar waren geworden.
3.Continenten
Alles
wijst erop dat de huidige continenten pas later zijn ontstaan, wellicht tijdens
de zondvloed toen er wereldwijd ongekende krachten op de aardkorst werden
losgelaten.
4.Oceanen
Voor
de zondvloed waren er waarschijnlijk geen oceanen en geen al te hoge bergen.
Tijdens de zondvloed zijn door de enorme krachten van het water en
aardverschuivingen hoge bergen en diepe, grote oceanen ontstaan. Momenteel is
meer dan 70% van het aardoppervlak bedekt met oceanen en dus onbewoonbaar voor
mensen. Verder zijn de poolstreken, woestijnen, hooggebergten, moerassen en
tropische oerwouden verre van aangenaam en vaak ongezond om er te wonen. Dan blijft
er verhoudingsgewijs maar weinig gebied over waar het tamelijk aangenaam wonen
is. Wat een verschil met de voortijd!
5.Ouderdom
van mensen
Voor
de zondvloed werden de mensen tot ongeveer 1000 jaar oud; na de zondvloed
liepen de leeftijden drastisch terug (Genesis 6:3; Genesis 11:10-26) en nu ben
je stokoud als je 100 jaar wordt. De verslechterde levensomstandigheden op de
aarde hebben daar natuurlijk alles mee te maken.
Kortom,
of alle bovenstaande veronderstellingen juist zijn of niet, de aarde is lang
niet meer wat die voor de zondvloed was geweest en een nog zwakkere
afschaduwing van wat God oorspronkelijk gemaakt had. En nu? Door de eeuwen heen
heeft de mensheid de aarde zo uitgebuit en vervuild dat veel plant- en
diersoorten zijn uitgestorven. Als de mens zijn gang zou gaan en Jezus zou niet
binnen enkele jaren naar de aarde zou terugkeren, zou de mensheid de aarde
volledig vernietigen, bijvoorbeeld door bommen of door wanbeheer van het milieu
voortkomend uit kortzichtig eigenbelang.
"Als
God de duur (=van de tijd voor Jezus' wederkomst) ervan niet zou verkorten, zou
geen sterveling het overleven. Maar ter wille van de uitverkorenen zal God de
duur ervan verkorten." (Mattheüs
24:22, GNB 1996)
Het
goede nieuws uit de Bijbel is dat er eenmaal een 'herluistering' van de aarde zal
plaatsvinden als Jezus zal terugkomen om als Vredevorst over de wereld te
regeren. Vanaf die tijd zal het proces van de ontluistering van de aarde worden
omgekeerd en zal het steeds beter worden...
Lessen
In
ieder geval was de mensheid na de zondvloed veel minder krachtig en veel meer
afhankelijk van hun leefomstandigheden dan voorheen. Zou dat de mensen helpen
om zich meer open te stellen voor Gods hulp en om zich afhankelijk tegenover
Hem op te stellen? De tijd zou het leren.
Wat
we wel van deze voortijd kunnen leren, is:
-dat
de mensheid als vanzelf de ondergang tegemoet gaat als er geen morele principes
worden gehanteerd;
-dat
de mensheid duidelijke morele richtlijnen van de Schepper nodig heeft om goed
en verstandig te kunnen leven;
-dat
het welzijn van de mensheid is gelegen in de Schepper en dat zijn wil
gerespecteerd dient te worden.
Enige
tijd later zou God Abraham de stamvader van een volk maken (het volk Israël)
waaraan Hij zijn levenswetten zou toevertrouwen. Zou het dan beter gaan? Het
zou in ieder geval een volgende stap zijn op weg naar
de volmaaktheid van Gods schepping.
Bron
: http://www.herschepping.nl/03ol/voortijd_08zondvloed.php