hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel

 

Bekijken Bijbelteksten

Trefwoord 
Wijzigen
Bijbelvertaling (Statenvertaling is de meest betrouwbare bijbelvertaling)

Categorie

Toelichting

Statenvertaling nauw verwant aan de King James

God heeft Zijn Woord voor ons bewaard, zoals Hij beloofd heeft! De geschiedenis laat zien dat dit gebeurd is in de taal die in de eindtijd over de hele wereld gesproken wordt: het Engels. De Heere heeft Zijn Woord voor ons bewaard in de King James 1611 (AV. 1611). Onze Statenvertaling is, net zoals de King James 1611, een Reformatie-Bijbel, en dus zeer nauw verwant aan de King James 1611. Dit blijkt uit de volgende voorbeelden. Wilt u het Woord van God ook bewaren? Wilt u ook gehoor geven aan de opdracht van de Schrift om niets toe te voegen aan, of af te doen van het Woord van God? Lees dan de Statenvertaling! Dat de volgende voorbeelden u mogen overtuigen.

 

Vergelijk verschillende vertalingen

Op deze internetsite staat het één en ander over vervalsingen van Gods Woord, maar wat werkt er nu beter dan eerst zelf, zwart op wit, de gevolgen onder ogen te zien van deze tekstcorruptie. Door de vertalingen met elkaar te vergelijken kunt uzelf een conclusie trekken. Op deze manier ziet u veel sneller dat, en hoe, het Woord van God aangetast wordt. Tussen al deze voorbeelden, zitten belangrijke, maar ook minder belangrijke voorbeelden, van veranderingen, van tekstvervalsingen. Maar aan de aard van de veranderingen kunt u zien dat het de nieuwe vertalers niet te doen was om de mensen de Bijbel beter te doen begrijpen; wat het bekende smoesje is voor iedere nieuwe vertaling die er verschijnt. Nee, de bedoelingen liggen dieper, en hebben een geestelijke achtergrond om het Woord van God te ontkrachten. Er worden gewoon dingen weggelaten (soms wel de helft van een tekst, of de hele tekst!) of dingen toegevoegd. Bij de onderstaande teksten staat geregeld een toelichting om aan te geven wat nu precies het probleem met die tekst is.

 

Gebruikte afkortingen:

AV. 1611: de Engelse ‘King James’ uit het jaar 1611 n. Chr., zeg maar ‘de Engelse Statenvertaling’ (Reformatie-Bijbel).

 

St.Vert.: de Nederlandse Statenvertaling (Reformatie-Bijbel).

 

NBG-’51: de eerste officiële Nederlandse nieuwe ‘bijbel’vertaling in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap in 1951.

 

GrootN.: de Groot Nieuws Bijbel, vertaling in omgangstaal, 1983.

 

NBV: de Nieuwe Bijbelvertaling. Dit is een samenwerking tussen Protestanten en Rooms-katholieken van het Nederlands Bijbelgenootschap en de Katholieke Bijbelstichting.

 

Willibr.(RK): de Rooms-katholieke Willibrordvertaling, 1977.

Hieronder volgen Bijbelteksten die in de nieuwe vertalingen over het algemeen de Roomse teksten volgen. U ziet een duidelijk verschil tussen de twee Reformatie-Bijbels aan de ene kant en de nieuwe vertalingen èn de Roomse ‘bijbel’ aan de andere kant. Wat blijkt: onze nieuwe vertalingen zijn Rooms-katholieke ‘bijbels’!

 

Hier onder staan vele voorbeelden, maar niet alle, er zijn er nog vele meer te geven.

 

Mattheüs 1:25

 

AV. 1611:

And knew her not till she had brought forth her firstborn son: and he called his name JESUS.

St.Vert.:

En bekende haar niet, totdat zij deze haar eerstgeboren Zoon gebaard had; en noemde Zijn naam JEZUS.

NBG-’51:

En hij had geen gemeenschap met haar, voordat zij een zoon gebaard had. En hij gaf Hem de naam Jezus.

GrootN.:

Maar hij had geen gemeenschap met haar totdat zij haar zoon had gekregen. En Jozef gaf hem de naam Jezus.

NBV:

maar hij had geen gemeenschap met haar voordat ze haar zoon gebaard had. En hij gaf hem de naam Jezus.

Willibr.(RK):

Toch had hij geen gemeenschap met haar, totdat zij een zoon ter wereld bracht; en hij noemde Hem Jezus.

 

Toelichting

U ziet dat ‘haar eerstgeboren Zoon’ vervangen is door ‘een zoon’. Waarom is het woord ‘eerstgeboren’ verwijderd? (Terwijl het zelfs in de Roomse manuscripten (Grieks) staat. Men vertaalt het simpelweg niet.) Het is uit onze nieuwe vertalingen en uit de Rooms-katholieke ‘bijbels’ verwijderd, omdat dit woord suggereert dat Maria, na Jezus Christus, andere kinderen heeft gehad, wat in andere Bijbelgedeelten zelfs bevestigd wordt (Mark. 6 : 3)! Maar aangezien Rome leert dat Maria de ‘eeuwige Maagd’ is, moest deze tekst dus maar aangepast worden.

 

Mattheüs 5:22

 

AV. 1611:

But I say unto you, That whosoever is angry with his brother without a cause shall be in danger of the judgment: and whosoever shall say to his brother, Raca, shall be in danger of the council: but whosoever shall say, Thou fool, shall be in danger of hell fire.

St.Vert.:

Doch Ik zeg u: Zo wie ten onrechte op zijn broeder toornig is, die zal strafbaar zijn door het gericht; en wie tot zijn broeder zegt: Ráka! die zal strafbaar zijn door de grote raad; maar wie zegt: Gij dwaas! die zal strafbaar zijn door het helse vuur.

NBG-’51:

Maar Ik zeg u: Een ieder, die in toorn leeft tegen zijn broeder, zal vervallen aan het gerecht. Wie tot zijn broeder zegt: Leeghoofd, zal vervallen aan de Hoge Raad, en wie zegt: Dwaas, zal vervallen aan het hellevuur.

GrootN.:

Maar ik zeg u: ieder die kwaad is op een ander, moet zich voor de rechtbank verantwoorden. Als iemand een ander uitmaakt voor nietsnut, moet hij zich verantwoorden voor de Hoge Raad, en als iemand een ander gek noemt, moet hij ervoor boeten in het hellevuur.

NBV:

En ik zeg zelfs: ieder die in woede tegen zijn broeder of zuster tekeergaat, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht. Wie tegen hen “Nietsnut!” zegt, zal zich moeten verantwoorden voor het Sanhedrin. Wie “Dwaas!” zegt, zal voor het vuur van de Gehenna komen te staan.

Willibr.(RK):

Maar Ik zeg u: Al wie vertoornd is op zijn broeder, zal strafbaar zijn voor het gerecht. En wie tot zijn broeder zegt: dwaas, zal strafbaar zijn met het vuur van de hel.

 

Toelichting

Alhoewel Rome hier meer weglaat, zien we toch dat de nieuwe vertalingen Rome volgen, door ‘ten onrechte’ uit de Bijbeltekst weg te laten. Jezus Christus zei tot de Joden: “Wie van u overtuigt Mij van zonde?” (Joh. 8 : 46a). Nu, de vertalingcommissies van tegenwoordig denken zo slim te zijn om dat te kunnen! Jezus Christus werd wel degelijk toornig (een vorm van boos zijn) in Zijn leven hier op aarde. Hij sloeg met een gesel de Tempel leeg (Joh. 2 : 13 – 17). Hij veroordeelde een vijgeboom zonder vrucht (Matth. 21 : 19). De vertalingcommissies hebben het woord ‘ten onrechte’ geschrapt, en veroordelen Jezus Christus van zonde! Gods Woord heeft een ander oordeel. Toorn/toornigheid mag! Maar niet ten onrechte (Ef. 4 : 26)! Ziet u dat de Reformatie-tekst van onze Statenvertaling en de Engelse King James 1611 het bij het rechte eind hebben? Men zegt van de nieuwe vertalingen dat ze begrijpelijker zijn, echter de NBV praat opeens over ‘Gehenna’! Het Gehenna is een Grieks woord voor hel! Men durft het hier niet te vertalen. Echter, is het woordje ‘hel’ niet begrijpelijker voor mensen, dan het woordje ‘Gehenna’? Natuurlijk heeft men een woordenlijst opgenomen achterin de NBV, waarin uitglegd wordt dat het Gehenna ‘een plaats in het dodenrijk’ is, ‘waar zondaars hun straf ondergaan’. Men durft het woord ‘hel’ niet te noemen! En toch is dat, de hel, de plaats van het helse vuur! Overigens moet het woordje ‘zondaars’, in de toelichting van het NBV, niet vervangen worden door ‘ongelovigen’? Jezus Christus is immers gestorven voor zondaren, en elke zondaar die Hem aangenomen heeft, is bevrijd van Gods straf op de zonde (Rom. 6 : 23).

 

Mattheüs 6:13

 

AV. 1611:

And lead us not into temptation, but deliver us from evil: For thine is the kingdom, and the power, and the glory, for ever. Amen.

St.Vert.:

En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want Uw is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid, in eeuwigheid, amen.

NBG-’51:

en leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. [Want Uwer is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.]

Opmerking: deze tekst staat gedeeltelijk tussen ‘twijfel-haken’. De geleerden willen dat u eraan twijfelt of dit gedeelte van de tekst wel in de ‘oorspronkelijke’ Bijbel gestaan heeft!

GrootN.:

en stel ons niet op de proef, maar verlos ons van de duivel.

Opmerking: Het overige is weggelaten.

NBV:

En breng ons niet in beproeving, maar red ons uit de greep van het kwaad.

Opmerking: Het overige is weggelaten in de tekst, echter in een voetnoot staat: ‘Andere handschriften lezen: Want aan u behoort het koningschap, de macht en de majesteit tot in eeuwigheid. Amen.’

Willibr.(RK):

En leid ons niet in bekoring, maar behoed ons voor het kwaad.

Opmerking: Het overige is weggelaten.

 

 

Toelichting

In de nieuwe vertalingen is het eind van het gebed van de Heere Jezus weggelaten of op z’n minst tussen twijfelhaken geplaatst, of het gedeelte is verplaatst naar een voetnoot. Twijfelt u al aan het Woord van God? Degene die dit verwijderd heeft, heeft dit gedaan om de eenvoudige reden dat dit gebed een Joods gebed was, gegeven aan Joden onder de Wet, voor de kruisiging. Deze persoon (met de naam Jerome, Latijnse Vulgaat) was, net zoals de meeste zogenaamde ‘kerkvaders’ een post-millennialist, wat inhoudt dat hij geloofde dat het Duizendjarig Vrederijk reeds aangebroken was. Hij geloofde dat alles in de wereld steeds beter zou gaan totdat alle mensen bekeerd waren tot het Rooms-katholieke geloof. Maar in dat geloof van ‘Vrederijk-nu’ moet Openb. 11 : 15 geestelijk uitgelegd worden (met de Paus als plaatsvervanger van Christus!), tevens moet het woord ‘nu’ in Johannes 18 : 36 geschrapt worden (zoals in GrootN., de Roomse Willibr. en de NBV gebeurd is), en het woord ‘heersen’ in Openb. 5 : 10 moet een andere betekenis gegeven worden. Zo’n theologie houdt geen rekening met een herstel van de staat Israël, of het Koningschap dat terug zal komen bij de Koning der Joden, gezeten op de Troon van David om te heersen over het huis van Jakob (Matth. 19 : 28, Luk. 1 : 30 – 33). In de nieuwe vertalingen wordt deze tekst, Matth. 6 : 13, dus veranderd, en daarmee komt het in overeenstemming met de hierboven beschreven valse theologie.

 

Mattheüs 16:3

 

AV. 1611:

And in the morning, It will be foul weather to day: for the sky is red and lowring. O ye hypocrites, ye can discern the face of the sky; but can ye not discern the signs of the times?

St.Vert.:

En des morgens: Heden onweer; want de hemel is droevig rood. Gij geveinsden! het aanschijn van de hemel weet gij wel te onderscheiden, en kunt gij de tekenen der tijden niet onderscheiden?

NBG-’51:

En des morgens: Vandaag ruw weer, want de lucht ziet somber rood. Het aanzien van de lucht weet gij te onderscheiden, maar kunt gij het de tekenen der tijden niet?

GrootN.:

en ’s morgens zegt u: Slecht weer vandaag, want de lucht is donkerrood. U bent dus wel in staat de gesteldheid van het weer te beoordelen, maar de tekenen van deze tijd niet?

NBV:

En ’s ochtends: “Storm op til, want het rood aan de hemel is dreigend.” De aanblik van de hemel weet u wel te duiden, en de tekenen van de tijd niet?

Willibr.(RK):

En bij zonsopgang: Vandaag komt er storm, want het rood van de hemel ziet er onheilspellend uit! Dus het aanzien van de hemel weet ge wel te beoordelen: kunt ge het de tekenen der tijden dan niet?

 

Toelichting

Het gaat hier om de Farizeeën en Sadduceeën, de Schriftgeleerden. Zij hadden eigen regeltjes naast Gods Woord en legden daardoor de bevolking lasten op. Zelf namen zij het niet zo nauw en waren hoogmoedig. Het verkeerd toepassen van kennis uit Gods Woord, of valse kennis van Gods Woord is een gruwel in Gods ogen. De Bijbel waarschuwt ons daar op verschillende plaatsen tegen. In deze tekst scheldt de Heere deze ‘Schriftgeleerden’ uit. Dat ligt niet lekker bij onze huidige ‘Schriftgeleerden’. Daarom worden deze scheldwoorden maar geschrapt. Het treurige is dat dit geen loze scheldwoorden zijn. Deze mensen passen Gods Woord aan en zijn dus geveinsd of hypocriet bezig! In plaats van zich te bekeren, veranderen zij het Woord van God! (In de Textus Receptus en de Byzantijnse meerderheidstekst komt het Griekse woord ‘upokritai’ (geveinsden/hypocrieten) voor, echter na tussenkomst van de Alexandrijnse ‘geleerden’ als Origenes en Jerome, heeft de Westcott en Hort Griekse tekst, op basis van de Alexandrijnse handschriften Vaticanus en Sinaïticus, dit woord niet meer).

 

Mattheüs 19:17

 

AV. 1611:

And he said unto him, Why callest thou me good? there is none good but one, that is, God: but if thou wilt enter into life, keep the commandments.

St.Vert.:

En Hij zeide tot hem: Wat noemt gij Mij goed? Niemand is goed dan Eén, namelijk God. Doch wilt gij in het leven ingaan, onderhoud de geboden.

NBG-’51:

Hij zeide tot hem: Wat vraagt gij Mij naar het goede? Een is de Goede. Maar indien gij het leven wilt binnengaan, onderhoud de geboden.

GrootN.:

Jezus zei: ‘Waarom vraagt u mij over wat goed is? Er is maar één die goed is! Als u het eeuwige leven wilt binnengaan, onderhoud dan de geboden.’

NBV:

Hij antwoordde: ‘Waarom vraag je me naar het goede? Er is er maar één die goed is. Als je het leven wilt binnengaan, houd je dan aan zijn geboden.’

Willibr.(RK):

Hij zeide hem: ‘Waarom wilt ge van Mij weten wat goed is? Eén slechts is er goed. Als gij het Leven wilt binnengaan, onderhoud dan de geboden.’

 

Toelichting

We zien hier een duidelijk Alexandrijns filosofische(!) invloed op de Bijbeltekst. Deze tekst is één van de grootste teksten in Gods Woord, die aan de ene kant de kleinheid en de verdorvenheid van de mens laat zien en aan de andere kant de Godheid van Jezus Christus. Geen enkele orthodoxe Joodse leider zou vragen naar wat het goede is. De vraag (zie ook vers 16) had niet direct betrekking op ‘het goede’, maar op het ‘eeuwige leven’. De jonge man vraagt Jezus niet over ‘het GOEDE’, maar wat voor goeds hij moest doen. Het antwoord van Jezus gaat eerst in op de manier van aanspreken van de jongeling: ‘Goede Meester’ (vers 16), iets wat in de nieuwe vertalingen maar weggelaten is (o.a. de NBV zegt: ‘Meester’ i.p.v.: ‘Goede Meester’), om op een vaag antwoord uit te kunnen komen. Daarna gaat de Heere Jezus hier verder op in, door woorden te spreken met het effect dat “indien Ik niet goed ben, ben Ik niet God; en indien ik niet God ben, dan ben Ik niet goed.” Jezus zegt: “Niemand is goed dan Eén, namelijk God. De jongeling geeft in zijn aanspreken van de Heere Jezus dus een soort getuigenis! Maar juist deze uitspraak van Jezus brengt de ‘waardigheid van de mens’ een diepe slag toe: de mens is niet goed, de mens is niets. Dat steekt de (Grieks filosofische) ‘Christelijke’ wetenschapper. Daarom moet de uitspraak ‘Goede Meester’ ook maar verdwijnen en plaats maken voor slechts alleen ‘Meester’. Pas daarna komt het antwoord van de Heere Jezus op de vraag van de jongeling.

 

Mattheüs 20:22

 

AV. 1611:

But Jesus answered and said, Ye know not what ye ask. Are ye able to drink of the cup that I shall drink of, and to be baptized with the baptism that I am baptized with? They say unto him, We are able.

St.Vert.:

Maar Jezus antwoordde en zeide: Gij weet niet wat gij begeert; kunt gij de drinkbeker drinken, die Ik drinken zal, en met de doop gedoopt worden, waarmee Ik gedoopt zal worden? Zij zeiden tot Hem: Wij kunnen.

NBG-’51:

En Jezus antwoordde en zeide: Gij weet niet wat gij vraagt. Kunt gij de beker drinken, die Ik zal drinken? Zij zeiden tot Hem: Wij kunnen het.

GrootN.:

‘Jullie weten niet wat je vraagt! Kunnen jullie de beker drinken die ik moet drinken?’ ‘Ja, dat kunnen wij.’

NBV:

Maar Jezus zei hun: ‘Jullie weten niet wat je vraagt. Kunnen jullie de beker drinken die ik zal moeten drinken?’ ‘Ja, dat kunnen wij,’ antwoordden ze.

Willibr.(RK):

Maar Jezus antwoordde: ‘Gij weet niet wat ge vraagt. Zijt gij in staat de beker te drinken die Ik ga drinken?’ Zij zeiden: ‘Ja, dat kunnen wij.’

 

Mattheüs 23:14

 

AV. 1611:

Woe unto you, scribes and Pharisees, hypocrites! for ye devour widows' houses, and for a pretence make long prayer: therefore ye shall receive the greater damnation.

St.Vert.:

Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeeën, gij geveinsden, want gij eet de huizen der weduwen op, en dat onder de schijn van lang te bidden; daarom zult gij te zwaarder oordeel ontvangen.

NBG-’51:

[Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, gij huichelaars, want gij eet de huizen der weduwen op, terwijl gij voor de schijn lange gebeden uitspreekt. Daarom zult gij zwaarder oordeel ontvangen.]

Opmerking: alweer twijfelhaken!

GrootN.:

[Wacht maar, schriftgeleerden en Farizeeërs! Huichelaars! Want u eigent u de huizen van de weduwen toe en om de schijn op te houden zegt ellenlange gebeden. Daarom zult u extra streng gestraft worden!]

Opmerking: opnieuw twijfelhaken!

NBV:

--

Opmerking: deze tekst is geschrapt, echter in een voetnoot staat: ‘Andere handschriften hebben een extra vers: [14] Wee jullie, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, jullie verslinden de huizen van de weduwen en zeggen voor de schijn lange gebeden op. Over jullie zal strenger worden geoordeeld dan over anderen.’

Willibr.(RK):

--

Opmerking: deze tekst geschrapt!

 

Toelichting

Er zijn nieuwe vertalingen die deze tekst, evenals de Roomse ‘Bijbels’, missen. De NBV bijvoorbeeld, zij het dat het nog wel in een voetnoot staat (in plaats van de bekende twijfelhaken in de NBG-’51). Waarom zou deze tekst in Roomse ‘Bijbels’ missen? Kijk eens goed naar de tekst in de Statenvertaling. Wie zou nu graag willen dat dit vers niet in de Bijbel zou komen? Hier hebben we te maken met een zaak waarin bepaalde personen iemand anders willen beschermen tegen een bepaalde openbaring van Gods Woord. Wie in deze wereld zegt er nu lange gebeden voor een “weduwe”, en verkrijgt daarbij haar bezit? U begrijpt dat de context, waarin dit vers door de Heilige Geest geschreven is, gaat over een religieuze leider die zich “Vader” laat noemen! Lees maar in Mattheüs 23:9. Ziet u het? Het feit dat dit vers geschrapt wordt, is niet per ongeluk, of het resultaat van wetenschappelijk onderzoek, en zelfs niet van een objectieve benadering. Het is een Roomse verwijdering, die ondersteund wordt door de Griekse filosofen in Alexandrië, Egypte (de wetenschappers die ten grondslag liggen aan onze nieuwe vertalingen). Het is verwijderd, of tussen twijfel-haken gezet, om dezelfde reden waarom Handelingen 8:37 verwijderd is! (In de NBG-’51 is deze tekst tussen twijfelhaken geplaatst, en in de Nieuwe Bijbelvertaling is deze tekst uit de Bijbeltekst verwijderd en in een voetnoot terecht gekomen). Deze verwijdering is een verdediging van het Rooms-katholieke geloofssysteem!

 

Markus 1: 2 en 3

 

AV. 1611:

As it is written in the prophets, Behold, I send my messenger before thy face, which shall prepare thy way before thee. The voice of one crying in the wilderness, Prepare ye the way of the Lord, make his paths straight.

St.Vert.:

Gelijk geschreven is in de profeten: Ziet, Ik zend Mijn engel voor Uw aangezicht, die Uw weg voor U heen bereiden zal. De stem des roependen in de woestijn: Bereidt de weg des Heeren, maakt Zijn paden recht.

NBG-’51:

Gelijk geschreven staat bij de profeet Jesaja: Zie, Ik zend mijn bode voor uw aangezicht uit, die uw weg bereiden zal; de stem van een, die roept in de woestijn: Bereidt de weg des Heren, maakt recht zijn paden,

GrootN.:

Het begon zoals het bij de profeet Jesaja staat beschreven: Hier is mijn gezant, zegt God; ik stuur hem voor u uit om voor u de weg te effenen. Hoor! Iemand roept in de woestijn: Baan een weg voor de Heere, zorg dat hij over rechte paden kan gaan.

NBV:

Het staat geschreven bij de profeet Jesaja: ‘Let op, ik zend mijn bode voor je uit, hij zal een weg voor je banen. Luid klinkt een stem in de woestijn: “Maak de weg van de Heer gereed, maak recht zijn paden!”’

Willibr.(RK):

Zoals er geschreven staat bij de profeet Jesaja: Zie ik zend mijn bode voor u uit, die voor u de weg zal banen; een stem van iemand die roept in de woestijn: Bereidt de weg van de heer, maakt zijn paden recht,

 

Toelichting

Aan de hand van de zogenaamd ‘betrouwbare oudste’ handschriften Vaticanus en Sinaïticus hebben de ‘geleerden’ aangenomen dat deze teksten een citaat zijn van de profeet Jesaja. Zowel in de Latijnse Vulgaat van Jerome als in de Griekse tekst van Westcott en Hort is de tekst aangepast naar een verwijzing naar Jesaja. Hoewel de oude Reformatie-Bijbels verwijzen naar ‘de profeten’ (gebaseerd op de Textus Receptus en de Byzantijnse meerderheidstekst) hebben onze nieuwe vertalingen zich aangepast aan het werk van Origenes en zijn aanhangers uit Alexandrië. De nieuwe vertalingen verwijzen dan ook niet naar ‘de profeten’ maar naar ‘de profeet Jesaja’. Dat de Reformatie-Bijbels (Statenvertaling en King James 1611) het bij het rechte eind hebben, blijkt uit het feit dat de profeet Maleáchi spreekt over de bode die vooruit gezonden wordt (Mal. 3 : 1). Mark. 1 : 3 verwijst namelijk naar Jesaja 40 : 3 en vers 2 naar Maleáchi 3 : 1. Zoek deze verwijzingen eens op! Er wordt in dit gedeelte dus verwezen naar twee profeten (meervoud!). Waarom moest de verwijzing naar meerdere profeten wegvallen, met in dit geval het resultaat dat mensen niet zouden uitkomen bij Maleáchi 3 : 1? Maleáchi zegt namelijk: “Ziet, Ik zend Mijn engel, die voor Mijn aangezicht…” We zien hier duidelijk dat God spreekt over Zijn aangezicht, het aangezicht van de Heere God Jehovah van het Oude Testament, wat vervolgens inhoudt dat Jezus Christus Jehovah God is, gemanifesteerd in het vlees! Ziet u hoe men de verwijzingen naar de Godheid van Jezus Christus probeert weg te werken in de nieuwe vertalingen?

 

Markus 6:11

 

AV. 1611:

And whosoever shall not receive you, nor hear you, when ye depart thence, shake off the dust under your feet for a testimony against them. Verily I say unto you, It shall be more tolerable for Sodom and Gomorrha in the day of judgment, than for that city.

St.Vert.:

En zo wie u niet zullen ontvangen, noch u horen, vertrekkende van daar, schudt het stof af, dat onder aan uw voeten is, hun tot een getuigenis. Voorwaar zeg Ik u: Het zal Sódom en Gomórra verdragelijker zijn in de dag des oordeels dan die stad.

NBG-’51:

En indien een plaats u niet ontvangt en zij niet naar u luisteren, gaat daarvandaan en schudt het stof af, dat aan uw voeten is, hun tot een getuigenis.

GrootN.:

Kom je in een plaats waar ze je niet willen ontvangen en waar ze weigeren naar je te luisteren, ga dan weg en sla het stof van je voeten, als een waarschuwing aan hun adres.’

NBV:

Maar als jullie ergens niet welkom zijn en de mensen niet naar jullie willen luisteren, moet je daar weggaan en het stof van je voeten schudden, ten teken dat je niets meer met hen te maken wilt hebben.

Willibr.(RK):

En er is een plaats waar men u niet ontvangt en niet naar u luistert, gaat dan weg en schudt het stof van uw voeten als een getuigenis tegen hen.’

 

Markus 9:44

 

AV. 1611:

Where their worm dieth not, and the fire is not quenched.

St.Vert.:

Waar hun worm niet sterft, en het vuur niet uitgeblust wordt.

NBG-’51:

[waar hun worm niet sterft en het vuur niet wordt uitgeblust.]

Opmerking: twijfelhaken!

GrootN.:

[Daar blijven de wormen knagen en gaat het vuur nooit uit.]

NBV:

--

Opmerking: tekst geschrapt; echter in een voetnoot staat: ‘Andere handschriften hebben een extra vers: [44] waar de wormen blijven knagen en het vuur niet dooft.’

Willibr.(RK):

--

Opmerking: tekst geschrapt!

 

Toelichting

Vele nieuwe vertalingen zetten deze tekst tussen twijfelhaken, schrappen het gewoon, of plaatsen het in een voetnoot. De Grieks Alexandrijnse filosofen en wetenschappers vonden deze tekst zo verwerpelijk dat ze hem opnieuw verwijderd hebben uit Markus 9:46. Dit is door o.a. de heren Westcott en Hort (1881) en Tischendorf (1872) in hun ‘nieuwe’ Griekse tekst weggelaten, door gebruik te maken van de Alexandrijnse handschriften Vaticanus en Sinaïticus. Zowel de Byzantijnse meerderheidstekst als de Textus Receptus bevatten deze verzen gewoon. De lezers van de nieuwe vertalingen hoeven zich schijnbaar niet zo’n zorgen te maken over het onuitblusbare vuur en ook niet over hun worm die niet sterft, en dat dankzij mannen als Origenes, Westcott en Hort! De wetenschappers schijnen echter vergeten te zijn dat de bron, waar dit citaat uit komt, de profeet Jesaja is (Jesaja 66:24). De context van Jesaja 66:24 is die van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde! Jezus benadrukt hier dus wat het einde is van hen die Hem niet aangenomen hebben, en dat einde is serieus genoeg om daar eens goed over na te denken. Ook hier hebben de Reformatie-Bijbels het weer bij het rechte eind.

 

Markus 13:14

 

AV. 1611:

But when ye shall see the abomination of desolation, spoken of by Daniel the prophet, standing where it ought not, (let him that readeth understand,) then let them that be in Judaea flee to the mountains:

St.Vert.:

Wanneer gij dan zult zien de gruwel der verwoesting, waarvan door de profeet Daniël gesproken is, staande waar het niet behoort, (die het leest, die merke daarop!) alsdan, die in Judéa zijn, dat zij vluchten op de bergen.

NBG-’51:

Wanneer gij dan de gruwel der verwoesting ziet staan, waar hij niet behoort (die het leest, geve er acht op) laten dan die in Judea zijn, vluchten naar de bergen.

GrootN.:

Wanneer je ‘de verschrikking van de verwoesting’ ziet staan op de plaats waar het niet mag – lezer, probeer het te begrijpen – laten de bewoners van Judea dan de bergen invluchten.

NBV:

Wanneer jullie de “verwoestende gruwel” zien staan waar hij niet hoort (lezer, begrijp dit goed), dan moet iedereen in Judea de bergen in vluchten.

Willibr.(RK):

Wanneer gij nu de gruwel der verwoesting zult zien staan waar het niet mag – wie het leest, begrijpe het – laten dan de mensen in Judea naar de bergen vluchten.

 

Toelichting

Soms is Bijbelstudie makkelijker dan mensen denken. De Bijbel legt Zichzelf namelijk uit! Hier zien we hoe de Bijbel Zelf deze passage uitlegt door te verwijzen naar de profeet Daniël. Wat doen de Rooms-katholieke ‘bijbel’ en onze nieuwe vertalingen? Zij halen de verwijzing naar de profeet Daniël weg! Schrappen maar! Maken deze vertalers van de nieuwe vertalingen Bijbelstudie nu makkelijker, zoals zij beweren? Nee, juist moeilijker. Geestelijke verwarring is het gevolg. Zoals we zien wijst ook hier de Protestantse Reformatie-Bijbel de juiste weg!

 

Lukas 2:14

 

AV. 1611:

Glory to God in the highest, and on earth peace, good will toward men.

St.Vert.:

Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen.

NBG-’51:

Ere zij God in den hoge, en vrede op aarde bij mensen des welbehagens.

GrootN.:

‘Eer komt toe aan God in de hoge hemel en vrede op aarde aan de mensen die in Gods gunst staan!’

NBV:

‘Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft.’

Willibr.(RK):

‘Eer aan God in den hoge en op aarde vrede onder de mensen in wie Hij welbehagen heeft.’

 

Toelichting

Lukas 2:14 luidt in de Statenvertaling, het geïnspireerde Woord van God: “Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen.” De NBG-’51, één van de nieuwe vertalingen, maakt hier van: “… vrede op aarde bij mensen des welbehagens”, of zoals de nieuwe Engelse vertalingen vermelden: “…bij mensen van goede wil (welwillendheid, welbehagen)”, of zoals de Willibrordvertaling zegt: “… in mensen in wie God een behagen heeft.” Al deze ‘bijbel’vertalingen slaan de plank mis, want Gods geïnspireerde Woord Zelf weerlegt deze dubieuze vertalingen! Al zijn wij mensen nog zo vol van een goede wil, nog kunnen onze wegen eindigen in de dood, de hel (Spreuken 14:12). Verder weten we dat de Schrift ons leert, dat wij mensen van nature niets goeds bezitten (Psalmen 14:3, 53:4 en Romeinen 3:10b). Juist dat was de reden dat Jezus Christus op aarde moest komen om voor onze zonden te sterven èn op te staan uit de dood! Hier zien we dus de menselijke invloed in Lukas 2:14 in de nieuwe vertalingen. De mens accepteert immers niet dat er totaal niets goeds in hem zit. Dit blijkt uit de hele menselijke wetenschap van filosofie en psychologie. Het belangrijkste in het leven was volgens de (wereldse) filosofen Socrates (471 – 399 v. Chr.), Plato (422 – 347 v. Chr.) en Aristoteles (384 – 322 v. Chr.) het bezit van ‘een goede wil’, of ‘welbehagen’. De ene Griekse filosoof benadrukte het meer dan de ander. Een ‘goede wil’ lost niet 1/5 van de wereldproblemen op. De meeste moorden worden zogenaamd oprecht gepleegd, omdat men denkt dat het de meeste mensen ten goede zal komen. Het klinkt hard, maar het is waar: de weg naar de hel is gezaaid met goede bedoelingen. De slechtheid van de mens wordt in noodsituaties altijd weer duidelijk; denk hierbij aan etnische zuiveringen (oftewel: volkerenmoord), verkrachtingen en andere martelingen ten tijde van oorlog. Gods Woord heeft gelijk: de mens bezit niets goeds. Toen Origenes en zijn metgezellen en opvolgers met de manuscripten en met de vertalingen bezig gingen, brachten zij op deze manier een stuk heidense, Griekse filosofie in de Bijbel. Hier blijkt weer de betrouwbaarheid van de Statenvertaling, de betrouwbaarheid van het geïnspireerde Woord van God Zelf! Het is de Heere Die vrede op aarde kan geven, en zal geven (Die vrede komt in Duizendjarig Vrederijk! Iedereen die God liefheeft, heeft volgens de NBV vrede op aarde(!); maar wonen er nu in Irak, in Sudan, in Indonesië, in Kroatië, in Bosnië, of noem maar een andere brandhaard in de wereld op, geen kinderen van God dan? Daar komt bij dat God alle mensen liefhad, en Zijn Zoon gaf uit liefde voor die mensen; maar NIET overal op aarde is vrede! De vertaling van deze tekst in de NBV is on-Bijbels! De voetnoot bij deze tekst in de NBV is nog erger: ‘Andere handschriften lezen: en vrede op aarde; hij vindt vreugde in de mensen’. De Bijbel zegt dat er van de mensen NIET één goed is! De NBV deugt gewoon niet)! Het is de Heere Die vrede in het hart van de gelovige geeft. Het is de Heere die het goede in de wedergeboren mens legt, Hij immers verandert de mens door het tot geloof komen (de wedergeboorte) in een nieuwe schepping! De Heere schept in de wedergeboren mens, via de kruisdood en de opstanding van Zijn Zoon, vrede en daardoor een goede wil, een welwillendheid, een welbehagen. De Heere geeft genade! Maar Hij geeft geen vrede aan mensen van het welbehagen, want die mensen bestaan niet! Een ieder heeft Zijn Genade nodig. “Ere zij God in de hoogste hemelen!”

 

Lukas 2:22

 

AV. 1611:

And when the days of her purification according to the law of Moses were accomplished, they brought him to Jerusalem, to present him to the Lord;

St.Vert.:

En toen de dagen van haar reiniging vervuld waren, naar de wet van Mozes, brachten zij Hem te Jeruzalem, opdat zij Hem de Heere voorstelden;

NBG-’51:

En toen de dagen hunner reiniging naar de wet van Mozes vervuld waren, brachten zij Hem naar Jeruzalem om Hem de Here voor te stellen,

GrootN.:

Toen kwam voor Maria en het kind de tijd voor de reiniging zoals de wet van Mozes die voorschrijft. Jozef en Maria brachten het naar Jeruzalem om het aan de Heer op te dragen

NBV:

Toen de tijd was aangebroken dat ze zich overeenkomstig de wet van Mozes rein moesten laten verklaren, brachten ze hem naar Jeruzalem om hem aan de Heer aan te bieden,

Willibr.(RK):

Toen de tijd aanbrak, waarop zij volgens de Wet van Mozes gereinigd moesten worden, brachten zij het Kind naar Jeruzalem om het aan de Heer op te dragen,

 

Toelichting

Hier is niet zo zeer iets weggelaten of toegevoegd, maar Rome en de nieuwe vertalingen hebben een woord veranderd. De woorden ‘van haar’ zijn ‘van hun’ geworden! De NBV zegt: ‘ze zich (…) rein moesten laten verklaren’. Met andere woorden, volgens de nieuwe vertalingen had de Heere Jezus reiniging nodig. De Heere Jezus was Mens, maar tevens volkomen God! Jezus Christus was zonder zonden, en had geen reiniging nodig (2 Kor. 5 : 21; Hebr. 4 : 15; 1 Petr. 2 : 22; 1 Joh. 3 : 5)! Deze tekst is een aantasting van de Godheid van Jezus Christus!

 

Lukas 2:33

 

AV. 1611:

And Joseph and his mother marvelled at those things which were spoken of him.

St.Vert.:

En Jozef en Zijn moeder verwonderden zich over hetgeen van Hem gezegd werd.

NBG-’51:

En zijn vader en zijn moeder stonden verwonderd over hetgeen van Hem gezegd werd.

GrootN.:

Zijn vader en moeder waren verbaasd over wat er over hun kind gezegd werd.

NBV:

Zijn vader en moeder waren verbaasd over wat er over hem werd gezegd.

Opmerking: in een voetnoot staat: “Andere handschriften lezen: Jozef en zijn moeder…”

Willibr.(RK):

Zijn vader en moeder stonden verbaasd over wat van Hem gezegd werd.

 

Toelichting

Het geïnspireerde Woord van God zegt duidelijk ‘Jozef en Zijn moeder’. Maar de nieuwe vertalingen willen u laten denken dat een arts (dr. Lukas) geloofde dat Jozef de echte vader van de Heere Jezus was! Hetzelfde gebeurt in Lukas 2:43. De Bijbel leert ons dat de Heere God Zelf de Vader is van de Heere Jezus. Maria is namelijk zwanger geworden doordat de Heilige Geest over haar gekomen is, en de kracht van de Allerhoogste haar overschaduwd heeft (Luk. 1 : 29 – 35)! “Maar…,” zeggen dan vele Bijbelonderwijzers en Christenen, “in Lukas 2:48 staat toch duidelijk dat Maria uitspreekt: ‘Uw vader en ik…’?” Dat klopt, daar staat inderdaad het woord ‘vader’, waar het over Jozef gaat. Ziet u dan geen enkel verschil tussen de teksten? In Lukas 2:48 laat de Heere God een mens aan het woord: Maria! Lukas 2:33 geeft echter een beschrijving die niet door een bepaald mens uitgesproken wordt. Daar spreekt de Heilige Geest door Lukas tot ons. God Zelf is in Lukas 2:33 aan het woord en daarom staat er in de Statenvertaling en de King James 1611, de Reformatie-tekst, dan ook ‘Jozef en Zijn moeder’.

 

Lukas 4:4

 

AV. 1611:

And Jesus answered him, saying, It is written, That man shall not live by bread alone, but by every word of God.

St.Vert.:

En Jezus antwoordde hem, zeggende: Er is geschreven, dat de mens bij brood alleen niet zal leven, maar bij alle woord Gods.

NBG-’51:

En Jezus antwoordde hem: Er staat geschreven: Niet alleen van brood zal de mens leven.

GrootN.:

Maar Jezus antwoordde: ‘Er staat geschreven: Een mens leeft niet van brood alleen.’

NBV:

Maar Jezus antwoordde: ‘Er staat geschreven: “De mens leeft niet van brood alleen”.’

Opmerking: in een voetnoot staat: “Andere handschriften lezen: ‘De mens leeft niet van brood alleen, maar van elk woord dat komt van God’”

Willibr.(RK):

Jezus gaf hem ten antwoord: ‘Er staat geschreven: De mens leeft niet van brood alleen.’

 

Toelichting

De Heere Jezus citeert hier Deuteronomium 8:3. Wanneer u dat opzoekt, dan zult u zien dat het gedeelte ‘maar bij alle woord Gods’ er wel degelijk bij hoort. De nieuwe vertalingen en Rome laten het echter gewoon weg. In de NBV staat het alsnog in een voetnoot, het geeft echter aan dat de NBV deze woorden niet tot de meest betrouwbare tekst rekent. Opnieuw heeft de Reformatie-tekst het bij het rechte eind, en daar zijn we achter gekomen door Schrift met Schrift te vergelijken.

 

Lukas 4:8

 

AV. 1611:

And Jesus answered and said unto him, Get thee behind me, Satan: for it is written, Thou shalt worship the Lord thy God, and him only shalt thou serve.

St.Vert.:

En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Ga weg van Mij, satan, want er is geschreven: Gij zult de Heere, uw God, aanbidden, en Hem alleen dienen.

NBG-’51:

En Jezus antwoordde en zeide tot hem: Er staat geschreven: Gij zult de Here uw God, aanbidden en Hem alleen dienen.

GrootN.:

Jezus antwoordde hem: ‘Er staat geschreven: Aanbid de Heer, uw God, en vereer hem alleen.’

NBV:

Maar Jezus antwoordde: ‘Er staat geschreven: “Aanbid de Heer, uw God, vereer alleen hem”.’

Willibr.(RK):

Toen antwoordde Jezus hem: ‘Er staat geschreven: De Heer uw God zult gij aanbidden en Hem alleen dienen.’

 

Lukas 9:55 en 56

 

AV. 1611:

But he turned, and rebuked them, and said, Ye know not what manner of spirit ye are of. For the Son of man is not come to destroy men's lives, but to save them. And they went to another village.

St.Vert.:

Maar Zich omkerende, bestrafte Hij hen, en zeide: Gij weet niet van hoedanige geest gij zijt. Want de Zoon des mensen is niet gekomen om de zielen der mensen te verderven, maar om te behouden. En zij gingen naar een ander vlek.

NBG-’51:

Doch Hij keerde Zich om en bestrafte hen. En zij gingen naar een ander dorp.

GrootN.:

Maar hij keerde zich om en bestrafte hen. En ze vervolgden hun weg naar een ander dorp.

NBV:

Maar hij draaide zich naar hen om en wees hen streng terecht. Ze gingen verder naar een ander dorp.

Willibr.(RK):

Maar Hij keerde zich om en wees hen op strenge toon terecht. Daarop vertrokken zijn naar een ander dorp.

 

Lukas 23:42

 

AV. 1611:

And he said unto Jesus, Lord, remember me when thou comest into thy kingdom.

St.Vert.:

En hij zeide tot Jezus: Heere, gedenk mij, als Gij in Uw Koninkrijk zult gekomen zijn.

NBG-’51:

En hij zeide: Jezus, gedenk mijner, wanneer Gij in uw Koninkrijk komt.

GrootN.:

En tegen Jezus zei hij: ‘Jezus, denk aan mij, wanneer u komt in uw koninkrijk.’

NBV:

En hij zei: ‘Jezus, denk aan mij wanneer u in uw koninkrijk komt.’

Willibr.(RK):

Daarop zei hij: ‘Jezus, denk aan mij, wanneer Gij in uw Koninkrijk gekomen zijt.’

 

Toelichting

Dit is een tekst, waarin we op duidelijke wijze zien dat de Godheid van de Heere Jezus aangevallen wordt. Er gaat een leer rond, die stelt dat Jezus Christus aan het kruis slechts mens was en geen God. Terwijl de Bijbel leert dat Hij Gods Zoon was, Eén van de Drie-eenheid, Die Zijn Goddelijke bloed voor ons zondige mensen vergoten heeft! Het bloed van het smetteloos Lam voor ons vergoten! God gaf Zijn (aardse) lichaam (de Heere Jezus) voor ons ten offer; Zijn ziel (de Vader) en Zijn Geest (de Heilige Geest) stierven niet! Waarom kon de Heere Jezus tegen deze man, deze kwaaddoener, in vers 43 zeggen dat hij met Hem in het Paradijs zou zijn? Omdat deze man zijn zonden had ingezien en tot geloof was gekomen: hij beleed dat Jezus Christus de Heere is! Laten wij die Bijbelse leer vasthouden, laten wij daartoe ook de oude vertaling gebruiken.

 

Bron : http://www.bijbelengeloof.com/index.php?option=com_content&view=article&id=63:tekstvergelijkingen-vergelijk-en-zie&catid=55:tekstvergelijkingen&Itemid=76


Bijbelteksten
Onbekend/Anders

   Bijbeltekst toevoegen

 


  Terug


Versie december 2009