hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel

 

Bekijken Bijbelteksten

Trefwoord 
Wijzigen
Tienden geven: Is dat verplicht?

Categorie
Verschillen in bijbeluitleg

Toelichting

Tienden geven: moeten wij dat?

Het geven van 10% is geen eeuwige standaard voor gelovigen. Wat valt er te zeggen over tienden geven vóór de Wet van Mozes? Toen Abraham terugkeerde van een strijd kwam de nieuwe koning van Sodom, en Melchizedek de koning van Salem, met brood en wijn om een zegen over Abraham uit te spreken. Genesis 14:20 zegt: “En Abram gaf hem van alles het tiende deel”.

 

God beval noch Adam, noch enig iemand in het Oude Testament, de tienden te geven voordat Mozes de Wet gegeven werd. Genesis 14 gaat over de tijd van 2000 jaar ná Adam en Eva, en terwijl in de Schrift gezegd wordt dat Abraham een tiende gaf, was dit niet een tiende van het inkomen maar van de buit van een strijd (Hebreeën 7:4). Dat is niet hetzelfde als het geven van tienden. Genesis 14 leert niets over tienden geven voor de kerk. De buit die Abraham won van de vijand ging terug naar de eigenaars. Abraham gaf de overblijvende 90% van zijn bezit terug aan degenen die het oorspronkelijk bezaten. Abraham was nooit door God geïnstrueerd om een tiende te geven - dit is NIET een tiende geven maar een gave van 10% uit vrije wil. Hij deed dit maar één keer. Tienden geven werd niet eerder een wet dan in Mozes’ tijd. Het Hebreeuwse woord voor tiende is ma’aser, vertaald als “tiende”, maar tiende staat niet gelijk met het geven van tienden.

 

Drie soorten tienden in het Oude Testament

De tienden geven was iets dat ingesteld was onder de Wet van Mozes voor de Israëlieten. En iets

wat dikwijls over het hoofd gezien werd: de tienden geven betrof zelden geld. Er waren drie soorten tienden in het Oude Testament: de oogst, granen, het product van de aardbodem, de vrucht van de bomen; elk jaar de nieuwe wijn en olie; de eerstgeborenen van hun kudden, landerijen, huizen (Lev. 27:30-33), en het was niet uit te kiezen van alles wat men had want men moest het beste geven van alles.

 

Waar werd een tiende voor gebruikt?

Een tiende werd gebruikt om de Levieten te onderhouden (Numeri 18:21-32), die geen bezittingen mochten hebben zoals andere stammen van Israël. Het geven van tienden maakte deel uit van het oude verbond met Israël. Daarom richt Maleachi 3 zich in de context tot de natie Israël en meer specifiek de Levieten.

 

Tienden geven in het Nieuwe Testament

In het Nieuwe Testament wordt tienden, of het geven van tienden, acht keer gevonden (Mattheüs 23:23; Lukas 11:42; 18:12; Hebreeën 7:5-6, 8-9). Al deze passages refereren naar het  oudtestamentische gebruik. Geen enkele nieuwtestamentische brief bevat enige instructie over tienden geven, of enige berisping voor het nalaten ervan. Geen enkele apostel gaf de kerk ooit een instructie om tienden te geven. In feite zien we een aantal rijke mensen méér geven dan 10%, zoals Barnabas. De noodzaak van het geven van gaven wordt vermeld, maar enkel met de juiste attitude. God zegent zijn volk dat wil geven overeenkomstig juiste motieven.

 

Wij geloven dat elk christen zou moeten geven op de plek waar zij gevoed worden door het werk

dat plaatsvindt in hun eigen gemeenschap, de kerk die zij bijwonen. Andere gaven zijn er voor de

bedieningen en dat moet ook financieel worden ondersteund. Wij geloven niet dat het Nieuwe Testament enige wet oplegt van tienden geven (10%) maar wel het vrij geven aanmoedigt volgens ieders hart.

 

Een ander wees in dat verband eens op Zacheüs van wie staat dat hij de helft van zijn goederen aan de armen gaf”. Hoewel 10% een goed startniveau is, is dat geen plicht onder het nieuwe verbond. Sommigen kunnen meer geven, anderen niet. Wanneer we naar alle verzen in de Bijbel kijken over dit onderwerp, dan vinden wij dat het geven van tienden besloten was in de Wet van Mozes, voor de natie Israël, en voor de stam van de Levieten. Niet voor de kerk.

 

“Laat ieder doen zoals hij in zijn hart voorgenomen heeft, niet met tegenzin of uit dwang; want God heeft een blijmoedige gever lief. En God is bij machte elke genadegave overvloedig te maken in u; zodat u, die in alles altijd al het nodige bezit, overvloedig kunt zijn tot elk goed werk” (2 Korinthiërs 9:7-8).

 

Paulus legt uit hoe geld zou moeten gegeven en ontvangen worden: overeenkomstig de voorspoed die God gegeven heeft, vrij en gewild, genereus, mild, dankbaar; niet als een verplichting zoals onder de Wet of om een bepaalde zegen te verwerven waardoor men er zelf beter mee wordt.

 

God heeft de blijmoedige gever lief (2 Korinthiërs 9:7).

Merk ook op dat er geen hoeveelheid wordt opgegeven. Het gaat om wat u hebt beslist in uw hart. Het Griekse woord voor “blijmoedig” is hilaros, wat overeenkomt met ons Nederlandse woord hilarisch, zodat we begrijpen dat ons geven op een uitbundige, vrolijke manier moet gebeuren. Ons wordt specifiek gezegd niet met tegenzin te geven. Het Griekse woord voor tegenzin is ‘lupe’. Het draagt de betekenis van droefheid, verdriet, geërgerd zijn. Als u zich verplicht voelt te geven en u voelt droefheid en ergernis in uw hart, geef dan niet. Als iemand u overtuigd of geforceerd heeft te geven door u schuldig te laten voelen, of wanneer hij u een grotere opbrengst heeft beloofd, dan bent u niet langer een blijmoedige gever. 2 Korinthiërs 9:6 spreekt niet van een noodzaak en dus is het geven geen wet of vereiste nakomen.

 

“U bent van Christus losgeraakt, u die door de wet gerechtvaardigd wilt worden; u bent uit de staat van de genade gevallen” (Galaten 5:4).

De Wet vraagt een percentage. Genade vraagt een geven vanuit het hart. Ieder zou het werk van zijn eigen kerk, of de bedieningen, moeten ondersteunen door middel van hun diensten, hun geld, hun gaven of talenten die zij hebben.

 

“Beveel hen om goed te doen, rijk te zijn in goede werken, vrijgevig te zijn en bereid om samen  te delen. Zo verzamelen zij voor zichzelf een schat: een goed fundament voor de toekomst, opdat zij het eeuwige leven verkrijgen” (1 Timotheüs 6:18-19).

 

2 Korinthiërs en 1 Korinthiërs 16:1-4 stellen dat een christen de noden van anderen moet evalueren en dat hij moet geven naar wat hij in staat is. In Handelingen verkochten zij hun bezittingen om te voorzien in de noden van de kerk door de wet van de liefde te beoefenen en het dragen van andermans lasten. Wij moeten niet schuldig gemaakt, noch gedwongen worden door beloften om te geven.

 

Evenmin zouden wij valse leraars mogen steunen, noch degenen die misbruik maken van het geld en het evangelie om redenen van hebzucht, want wat u zaait zult u ook oogsten. U wordt deelgenoot van hun valse praktijken.

 

Hier meer gedetailleerde artikels over Tienden:

Homepage: users.skynet.be/fa390968 of www.verhoevenmarc.be

Ga hier naar de Nieuwste Artikelen of www.verhoevenmarc.be/NieuwsteArtikelen.htm


Bijbelteksten
Onbekend/Anders

   Bijbeltekst toevoegen

 


  Terug


Versie december 2009