hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel

 

Bekijken Bijbelteksten

Trefwoord 
Wijzigen
Ongelovigen

Categorie

Toelichting

Bijbelteksten
Mattheus  13  : 47  t/m 50
Het Koninkrijk der hemelen is ook gelijk aan een net, uitgeworpen in de zee, dat allerlei soorten vissen bijeenbrengt. Als het vol geworden is, trekken de vissers het op de oever. Ze gaan zitten en verzamelen de goede vissen in vaten, maar de slechte gooien zij weg. Zo zal het bij de voleinding van de wereld zijn: de engelen zullen uitgaan en de slechten uit het midden van de rechtvaardigen afzonderen, en zij zullen hen in de vurige oven werpen; daar zal gejammer zijn en tandengeknars. (HSV-vertaling)

Denk niet dat ieder die zegt bij Gods Koninkrijk te behoren, ook werkelijk aan Zijn maatstaf beantwoord. Denk aan het net met de vissen. Als het aan wal getrokken is, worden de vissen geselecteerd. De ondeugdelijke vissen worden weggeworpen. Onbruikbaar zijn ze, niet geschikt. Zo zal het zijn op de dag van de voleinding der wereld. Wie die visers zijn die scheiding maken tussen goede en slechte vissen? Dat zijn de engelen, die zullen het doen!

Bron : "Gaandweg Hem tegemoet" (Bijbels dagboek) van A.F. Troost, 23 juli
1 Korinthiers  6  : 1  t/m 8
Hoe durft u onderlinge rechtsgeschillen voor ongelovigen te brengen in plaats van voor de gelovigen! Weet u dan niet dat Gods heiligen over de wereld zullen oordelen? En als u over de wereld zult oordelen, zou u dan niet in staat zijn om te oordelen over de meest onbeduidende rechtsgeschillen? Weet u niet dat wij over engelen zullen oordelen? Dan kunnen we dat toch zeker ook over alledaagse zaken? Wilt u werkelijk uw alledaagse geschillen aanhangig maken bij mensen die bij de gemeente geen aanzien genieten? U moest u schamen. Is er dan niet één wijs mens onder u die tussen broeders en zusters uitspraak kan doen? Is het werkelijk nodig dat de een de ander voor het gerecht sleept, en nog wel voor dat van ongelovigen? Het is al treurig genoeg dat er rechtsgeschillen bij u voorkomen. Waarom lijdt u niet liever onrecht? Waarom laat u zich niet liever benadelen? In plaats daarvan begaat u zelf onrecht en benadeelt u anderen, en dan nog wel broeders en zusters. (NBV-vertaling)
1 Korinthiers  7  : 13  t/m 14
En een vrouw, die een ongelovigen man heeft, en hij tevreden is bij haar te wonen, dat zij hem niet verlate. Want de ongelovige man is geheiligd door de vrouw, en de ongelovige vrouw is geheiligd door den man; want anders waren uw kinderen onrein, maar nu zijn zij heilig. (Statenvertaling)

Dit geldt ook voor een zuster: wanneer ze een ongelovige man heeft die bij haar wil blijven, mag ze niet van hem scheiden. Want de ongelovige man behoort dankzij zijn vrouw God toe en de ongelovige vrouw dankzij haar man eveneens. Zou dat niet zo zijn, dan zouden uw kinderen onrein zijn. Maar nu zijn ze geheiligd. (NBV-vertaling)
2 Korinthiers  4  : 1  t/m 10
Daarom, nu wij deze bediening hebben, die ons door barmhartigheid is toevertrouwd, verliezen wij de moed niet, maar hebben wij verworpen alle schandelijke praktijken, die het licht niet kunnen zien, daar wij niet met sluwheid omgaan of het woord Gods vervalsen, maar de waarheid aan het licht brengen en zo bij elk menselijk geweten onze eigen aanbeveling zijn voor het oog van God. Indien dan nog ons evangelie bedekt is, is het bedekt bij hen, die verloren gaan, ongelovigen, wier overleggingen de god dezer eeuw met blindheid heeft geslagen, zodat zij het schijnsel niet ontwaren van het evangelie der heerlijkheid van Christus, die het beeld Gods is. Want wij prediken niet onszelf, maar Christus Jezus als Here, en onszelf als uw dienaren om Jezus wil. Want de God, die gesproken heeft: Licht schijne uit het duister, heeft het doen schijnen in onze harten, om ons te verlichten met de kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Christus. Maar wij hebben deze schat in aarden vaten, zodat de kracht, die alles te boven gaat, van God is en niet van ons: in alles zijn wij in de druk, doch niet in het nauw; om raad verlegen, doch niet radeloos; vervolgd, doch niet verlaten; ter aarde geworpen, doch niet verloren; te allen tijde het sterven van Jezus in het lichaam omdragende, opdat ook het leven van Jezus zich in ons lichaam openbare. (NBG-vertaling)

Openllijke verkondiging van de waarheid
Daarom geven wij de moed niet op, nu wij door Gods ontferming met deze dienst zijn belast. Wij laten ons niet in met laffe heimelijkheid, wij gaan niet met sluwheid te werk en wij vervalsen Gods woord niet. Door de waarheid openlijk te verkondigen bevelen wij ons aan bij het geweten van alle mensen, ten overstaan van God. En als er nog een sluier ligt over het evangelie dat wij verkondigen, dan toch alleen voor hen die verloren gaan, voor de ongelovigen; hun denken is door de god van deze wereld zo verblind, dat zij de glans niet ontwaren van het evangelie van de heerlijkheid van Christus, die het beeld van God is. Wij verkondigen immers niet onszelf, maar wij verkondigen Jezus Christus als de Heer en onszelf als uw dienaren omwille van Jezus. Dezelfde God die gezegd heeft: "Uit de duisternis zal licht schijnen", heeft zijn licht laten schijnen in ons hart om de kennis te laten stralen van zijn heerlijkheid, die ligt over het gelaat van Jezus Christus.

Vol goede moed bij tegenslag
Maar wij dragen deze schat in aarden potten, en zo blijkt dat die overgrote kracht van God komt en niet van ons. Van alle kanten worden wij belaagd maar we zitten niet in het nauw; we zijn radeloos maar niet ten einde raad; we worden opgejaagd maar niet in de steek gelaten; neergeveld maar niet gedood. Altijd dragen wij het sterven van Jezus in ons lichaam mee, opdat ook het leven van Jezus zich in ons lichaam openbaart. (Willibrord-vertaling)

Er is bij een ongelovige altijd een spirituele dimensie in zijn weerstand tegen het evangelie en verstandelijke beschouwingen zijn nooit in en van zichzelf voldoende om een ongelovige hart te bekeren. Gebed en geestelijke oorlogvoering zijn daarbij altijd nodig.
2 Korinthiers  6  : 14
Vormt geen ongelijk span met ongelovigen, want wat heeft gerechtigheid gemeen met wetteloosheid (SV:ongerechtigheid), of welke gemeenschap heeft het licht met de duisternis? (NBG-vertaling)

Loop niet in een en hetzelfde span met ongelovigen. Wat is de verwantschap tussen gerechtigheid en wetteloosheid? Wat heeft licht met duisternis te maken? (NBV-vertaling)
1 Timotheus  5  : 3  t/m 8
Ondersteun weduwen die alleen staan. (NBV) Maar indien een weduwe kinderen of kleinkinderen heeft, laten zij dan eerst aan eigen familie godsvrucht tonen en aan het vorig geslacht vergelden wat zij hun te danken hebben, want dit is welgevallig aan God. (NBG) Een weduwe die helemaal alleen staat, houdt haar hoop op God gevestigd en blijft smeken en bidden, dag en nacht. Maar een weduwe die losbandig leeft, is levend dood. Houd hun dit voor, zodat ze een onberispelijk leven kunnen leiden. Wie niet voor de eigen familie zorgt, zelfs niet voor huisgenoten, heeft het geloof verloochend en is slechter dan een ongelovige. (NBV-vertaling)

Zorg voor de weduwen, als zij tenminste niemand anders hebben die voor hen zorgt. Als een weduwe echter kinderen of kleinkinderen heeft, moeten die voor haar zorgen. Zij moeten allereerst aan hun eigen familieleden tonen wat het betekent om met God te leven. Dit zal zichtbaar worden in hun zorg voor ouders en grootouders. Dat is Gods wil en een vreugde voor Hem. Een echte weduwe, die in deze wereld niemand meer heeft, vertrouwt op God en zal dag en nacht zijn hulp zoeken en tot Hem bidden. Maar een weduwe die er maar op los leeft, is levend dood. Dit moet je de christenen voorschrijven Timothes, zodat er niets op hun levenswijze aan te merken zal zijn. Wie niet voor zijn eigen familieleden wil zorgen, als die hulp nodig hebben, in het bijzonder als ze tot zijn eigen gezin horen, mag zich geen christen noemen. Zo iemand is slechter dan een ongelovige.
1 Petrus  4  : 1  t/m 3
Dewijl dan Christus voor ons in het vlees geleden heeft, zo wapent gij u ook met dezelfde gedachte, namelijk dat wie in het vlees geleden heeft, die heeft opgehouden van de zonde; Om nu niet meer naar de begeerlijkheden der mensen, maar naar den wil van God, den tijd, die overig is in het vlees, te leven. Want het is ons genoeg, dat wij den voorgaande tijd des levens der heidenen wil volbracht hebben, en gewandeld hebben in ontuchtigheden, begeerlijkheden, wijnzuiperijen, brasserijen, drinkerijen en gruwelijke afgoderijen; (Statenvertaling)

Nu dan, omdat Christus tijdens zijn leven op aarde heeft geleden, moet u zich net als hij wapenen met de gedachte dat wie in zijn aardse leven geleden heeft, met de zonde heeft afgerekend. Zo iemand laat zich gedurende de rest van zijn leven niet meer leiden door menselijke verlangens maar door Gods wil. U hebt al genoeg tijd verspild aan allerlei zaken waarin de ongelovigen plezier hebben: losbandigheid, wellust, dronkenschap, bras- en slemppartijen en verwerpelijke afgodendienst. (NBV-vertaling)

Ik wil mij concentreren op Gods plan voor mijn leven, daar wil ik mee bezig zijn en mij niet laten afleiden door wereldse verleidingen of onbelangrijke dingen. Als ik selectief wil zijn, zal ik blijken effectief te zijn. Ik wil stoppen met aanmodderen en met proberen alles gedaan te krijgen. Ik beperk mijn activiteiten en geef prioriteit aan datgene waarvoor ik geroepen ben. De tijd die mij rest wil ik leven volgens Gods plan. Ik heb lang genoeg tijd verspild door de regisseur van mijn eigen leven te zijn.

Bron : "God speelt geen enkele rol in mijn leven. Hij is de regisseur" van Wilkin van der Kamp, blz. 25

   Bijbeltekst toevoegen

 


  Terug


Versie december 2009