hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel

 

Bekijken Bijbelteksten

Trefwoord 
Wijzigen
Sluier (Het wegnemen van de sluier is het werk van de Geest)

Categorie
OP ZOEK NAAR GOD

Toelichting

Het wegnemen van de sluier is het werk van de Geest

De bedekking kan alleen worden weggenomen door de werking van Gods Geest: “Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het  geschieden” (Zacharia 4:6). Het Evangelie van de genade van God kan heel helder en duidelijk gepredikt worden, maar zonder de levendmakende kracht van de Heilige Geest blijft de ware zin ervan verborgen en blijft de genade een onbegrepen zaak. Misschien neemt men de leer van de genade met het verstand wel aan, terwijl men met het hart toch niet begrijpt dat men de genade nodig heeft, en al gauw daarna toont dat men alleen door eigen wil en onafhankelijkheid beheerst wordt en in het vlees roemt, in plaats van in Christus Jezus.

 

Tegen de Joden die onder de indruk waren van Zijn wonderen, zei de Heer: “Werkt niet om het voedsel dat vergaat, maar om het voedsel dat blijft tot in (het) eeuwige leven, en dat de Zoon des mensen u geven zal; want Hem heeft de Vader, God, verzegeld”. Maar wat was hun antwoord? “Zij zeiden dan tot Hem: Wat moeten wij doen, opdat wij de werken van God mogen werken?” (Johannes 6:27-28). Als de bedekking nog op het hart rust, is men wel bereid om iets te doen, maar een gevend God wijst men af. Dan is men wel ijverig bezig om een eígen gerechtigheid op te richten, maar weigert men zich te onderwerpen aan Góds gerechtigheid (Romeinen 10:2-3). Want als men zich daaraan onderwerpt, moet men buigen voor Gods genade en erkennen dat God uit vrije genade datgene geeft wat men niet verdient en waarop men geen enkel recht heeft.

 

De sluier moet worden weggenomen

De bedekking moet van het hart worden weggenomen, wil men deze dingen kunnen inzien. En dan wordt ze niet alleen van het hart, maar ook van het gezicht van ‘Mozes’ verwijderd, zodat men het juiste zicht krijgt op dat wat de boeken van Mozes te zeggen hebben. Er is dus een innerlijk werk van de Geest nodig om de bedekking weg te nemen, een werk van berouw en bekering: “Maar wanneer zij tot (de) Heer zullen terugkeren, wordt de bedekking weggenomen” (2 Korinthiërs 3:16). Dat is de enige kracht die het boze hart van de natuurlijke mens, en ook van het natuurlijke Israël tot de Heer kan bekeren. Wonderen zijn hiertoe niet in staat. De geschiedenis van Israël ging vanaf het begin gepaard met wonderen, maar toch bleef het een verkeerd en verdorven geslacht.

 

Jezus zien en toch niet geloven

Toen de Heer Jezus hen in Zijn grote goedheid uitnodigde tot Hem te komen, moest Hij vaststellen: “Maar Ik heb u gezegd, dat, ook al hebt u Mij gezien, u niet gelooft” (Johannes 6:35-36). Hoewel Hij tot hen sprak, zoals nog nooit een mens gesproken had, werden de dienaars van de overpriesters en farizeeën, die dit van Hem getuigden, verontwaardigd onderbroken door hun godsdienstige leiders met de woorden: “Bent u soms ook misleid? Heeft iemand van de oversten in Hem geloofd, of van de farizeeën?” (Johannes 7:46-48). Hoewel zij ooggetuigen waren geweest van Zijn wonderen, weigerden zij in Hem te geloven: “En hoewel Hij zovele tekenen voor hen gedaan had, geloofden zij niet in Hem” (Johannes 12:37).

 

De uitstorting van de Heilige Geest

En toen de Heilige Geest was uitgestort om te getuigen van de hemelse heerlijkheid van Degene die zij gekruisigd hadden, zodat Hij ongeletterde en eenvoudige mensen in staat stelde met grote vrijmoedigheid over hun Heer te spreken, en zij zich daarover moesten verwonderen, klonken hun de woorden in de oren: “Hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, u weerstaat altijd de Heilige Geest; zoals uw vaderen, zo ook u” (Handelingen 7:51).

 

Israël is verblind

Wat kon God nog meer voor Israël doen? Het volk was niet te verontschuldigen en het werd met blindheid geslagen tot op deze dag. Maar hoewel God niets meer voor Israël kon doen, kon Hij wel uit vrije genade in hen werken, zodat er een terugkeer tot Hem zou plaatsvinden: “Maar wanneer zij tot (de) Heer zullen terugkeren, wordt de bedekking weggenomen” (2 Korinthiërs 3:16). Dit werk van berouw en bekering, waardoor het oog en het hart geopend wordt voor de heerlijkheid van de Heer, vindt nu plaats bij de enkeling uit het volk. Maar straks, als de Gemeente is opgenomen, zal het op grote schaal plaatsvinden en dan zal heel Israël zalig worden.

 

Dit werk in hen, een werk van innerlijke bekering en vernieuwing, was al aangekondigd door de profeet Ezechiël: “Ik doe het niet om uwentwil, gij huis Israëls, maar om Mijn heilige naam (...) dan zal Ik rein water op u sprengen en gij zult rein worden (...) Ik zal u een nieuw hart geven en zal een nieuwe geest geven in het binnenste van u (...) Ik zal Mijn Geest geven in het binnenste van u” (Ezechiël 36:22,25-27). Want het is de Geest, die levend maakt. Alleen  God  heeft leven in Zichzelf, en alleen Hij kan nieuw, geestelijk leven meedelen aan dode zondaars. Als Hij de blinde ogen en de dove oren opent, vindt er een ware terugkeer tot de Heer plaats en wordt de bedekking van het hart en ook van het aangezicht van Mozes weggenomen.

 

Bron : www.oudesporen.nl/Download/HB209.pdf


Bijbelteksten
2 Korinthiers  4  : 3  t/m 4

Maar in het geval dat ons Evangelie nog bedekt is, dan is het bedekt in hen die verloren gaan. Van hen, de ongelovigen, geldt dat de god van deze eeuw (= satan) hun gedachten heeft verblind, opdat de verlichting met het Evangelie van de heerlijkheid van Christus, Die het beeld van God is, hen niet zou bestralen.  (HSV-vertaling)


Onbekend/Anders

   Bijbeltekst toevoegen

 


  Terug


Versie december 2009