hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel

 

Bekijken Bijbelteksten

Trefwoord 
Wijzigen
Kerk (Kerken zijn teveel naar binnen gericht)

Categorie
Kerk
Evangelisatie

Toelichting

Kerken zijn te veel naar binnen gericht

 

De gelijkenis van de reddingsbrigade

Er was eens een reddingsbrigade. De strandwachten waren goed getraind en gemotiveerd. Regelmatig moesten ze in actie komen om mensen uit de Noordzee te redden. Veel van deze mensen waren zo dankbaar dat ze de reddingsbrigade iets wilden geven. Sommigen kwamen met een grote taart of een prachtige bos bloemen. De meeste drenkelingen vroegen het rekening-nummer van de reddingsbrigade en gaven een dikke gift. Natuurlijk wilde de reddingsbrigade dit geld goed gebruiken. Daarom kochten ze betere boten, waarmee ze nog meer mensen konden redden. Vervolgens knapten ze hun strandhut op. Het wankele houten gebouwtje verdween en er verscheen een prachtig clubhuis. Het was er warm en gezellig en de medewerkers van de reddingsbrigade zaten er niet alleen als ze dienst hadden,  maar bijna altijd. Er hoefde natuurlijk niet altijd iemand gered te worden, maar ze waren wel met een heleboel lui aanwezig. Daarom begonnen ze allerlei activiteiten te organiseren. Ze gingen klaverjassen en kolonisten, ze bakten lekkere taarten in hun nieuwe keuken en organiseerden lezingen over alles wat met reddingswerk-zaamheden te maken heeft. Op een dag werd er alarm geslagen: er was een zeilboot omgeslagen en de opvarenden verdronken. Maar niemand van de reddingsbrigade kon erheen, ze hadden het allemaal veel te druk met de klaverjascompetitie.

 

Deze gelijkenis van de reddingsbrigade zegt iets over hoe de kerk vandaag de dag functioneert: zo druk met haar eigen bezigheden, dat ze haar oorspronkelijke doelstelling is vergeten.

 

Veel kerken richten zich vooral op “houden wat we hebben”. Ze hebben daar hun handen meer dan vol aan. De vergrijzing vraagt om veel extra pastorale zorg. Het is moeilijk genoeg leiding te krijgen voor het kinder- en jeugdwerk, om maar niet te spreken van voldoende ambtsdragers. Missionair gemeente zijn lijkt duidelijk een stap te ver. Je eigen gemeenteleden bereiken lukt al niet goed, laat staan mensen van buiten de kerk. Ik pleit ervoor over de kerkmuren heen te kijken en je niet alleen op kerkelijke, maar ook op buitenkerkelijken te richten. Daar zijn vier goede redenen voor:

 

1.Jezus vraagt het van ons

2.Buitenkerkelijken hebben het nodig.

3.Het is goed voor gemeenteleden en het gemeentelijk werk

4.Het is noodzakelijk voor de toekomst

 

1.Jezus vraagt het van ons

Jezus geeft ons de opdracht het evangelie te verkondigen, niet alleen in ons eigen klein subcultuurtje, maar ook in de wereld: hen opzoeken die verloren zijn,  omdat ze verdwaald zijn in het leven. Jezus las de drie gelijkenissen van het verlorene in Lucas 15 : het verloren schaap, de verloren munt en de verloren zoon. Tot driemaal toe een verhaal met dezelfde boodschap! En dat allemaal als antwoord op één vraag: “de Farizeeërs spraken er schande van dat Jezus mensen die de wet overtreden ontvangt en met hen eet.”

 

Jezus beperkt zich duidelijk niet tot het kringetje van religieuze mensen. Hem vind je niet te midden van de “brave kerkmensen”, maar bij hen die geen keurig leven leiden. En als Hij daarop aangesproken wordt, maakt Hij meer dan duidelijk waarom: God is op zoek naar hen die verloren zijn. Naar hen die “dwalen als schapen die geen herder hebben” (Mattheüs 9 : 36). Naar hen die hun Vaderhuis zijn kwijtgeraakt en “honger lijden”. En als God hen eenmaal gevonden heeft,  is het feest. Dan is er grote blijdschap: in de hemel bij de engelen en bij de mensen. Dat is de kern van Jezus’ werk, dáárom heeft Hij al zijn hemelse heerlijkheid verlaten en is Hij mens met de mensen geworden.

 

Jezus vertelt deze verhalen niet alleen. Hij lééft ze. Hij is bewogen met mensen. Hij zoekt ze op en raakt ze aan. Hij geneest en bevrijdt ze. En Hij geeft zijn leerlingen de opdracht hetzelfde te doen.  Niet alleen vlak voor Hij de aarde definitief zal verlaten (Handelingen 1 : 8), maar al eerder stuurt Hij Zijn leerlingen met deze opdracht ‘op stage’ (Lucas 9 : 1 – 6). De leerlingen doen wat Jezus hen vraagt. In Handelingen en in de brieven lezen we hoe het goede nieuws van Jezus die bevrijdt, geneest en eeuwig leven geeft, de grenzen doorbreekt die door mensen zijn gemaakt: de geografische grenzen van Jeruzalem of Israël, de religieuze grenzen van het Joodse volk en de culturele grenzen van de fatsoenlijke middenklasse.

 

Als dit Jezus’ opdracht en de kern van Jezus’ bestaan is, wie zijn wij dan om dat naast ons neer te leggen? Als Jezus zich naar buiten richt, waarom richten wij ons dan naar binnen? Waarom stoppen ons hele budget, onze kostbare tijd en energie in het bezighouden van 10 schaapjes die in de stal zitten, terwijl er 90 buiten lopen en verdwaald zijn?

 

2.Buitenkerkelijken hebben het nodig

Buitenkerkelijken lijken in eerste instantie niet veel behoefte aan het evangelie te hebben. Maar is het niet iets van alle tijden en leeftijden dat mensen het evangelie afwijzen? (1 Kor. 22 : )

Het maakt echter nogal wat uit waaróm buitenkerkelijken het evangelie afwijzen: om het evangelie zelf of om de manier waarop het evangelie gepresenteerd wordt. Heel vaak is het dat laatste. Buitenkerkelijken hebben behoefte aan vriendschap en waardevolle relaties, maar ze zien de kerk alleen als een gebouw. En als ze dat gebouw al binnenkomen, zien ze mensen die nauwelijks contact met elkaar lijken te hebben.

 

Buitenkerkelijken hebben behoefte aan liefde, aan zingeving en richting in hun leven. Maar in de kerk gaat het niet over hun leven en de vragen die hen bezighouden. Buitenkerkelijken hebben behoefte aan waarden en normen die hen helpen in het maken van de talloze keuzes waar ze voor staan. Maar het lijkt alsof er in de kerk alleen strenge regels zijn die alles verbieden wat leuk is.

In een Deens onderzoek werd jongeren gevraagd wat zij belangrijk vonden. Ze moesten een lange lijst van begrippen in volgorde van prioriteit zetten. Bovenaan stonden : liefde, vrede en gerechtigheid. Onderaan stonden: kerk en bijbel. De ondervraagden legden blijkbaar geen relatie tussen deze woorden. Ik denk dat dit geldt voor alle buitenkerkelijken.

Uit zichzelf zullen buitenkerkelijken dus niet zo snel een kerk binnenstappen. Sommige buiten-kerkelijken hebben kerkelijke vrienden, maar het geloof komt zelden of nooit op een positieve manier ter sprake. Anderen kennen helemaal niemand die bij een kerk hoort. Wil je hen met het evangelie in contact brengen, dan moet je dus een heleboel drempels over. Je moet hen opzoeken waar ze zijn en het evangelie tot leven brengen in hun leefwereld. Als dat lukt, is het machtig mooi om te zien hoe jongeren erdoor veranderen.

 

3.Stimulans voor kerkelijke jongeren

Kerkelijke jongeren maken zelf veel minder dan de kerken het onderscheid tussen “kerkelijke” en “buitenkerkelijke” jongeren. Zij zien geen buitenkerkelijke jongeren, maar gewoon hun vrienden. Vrienden met wie ze op school zitten, leuke dingen doen, lol maken en verkering krijgen. Alleen dit ene kunnen ze met hen niet delen: wie God voor hen is, hoe ze daarin zoeken en vinden, wat hen daarin ten diepste bezighoudt. Het is in het belang van kerkelijke jongeren dat zij ook deze dingen met hun vrienden kunnen delen. Dat ze hun vrienden mee kunnen nemen naar een plek waar je jezelf kunt zijn, waar je met elkaar kunt delen wat je bezighoudt en waar jongeren op een positieve stimulerende manier met elkaar omgaan. Het is voor kerkelijke jongeren ook enorm stimulerend als hun buitenkerkelijke vrienden tot geloof komen. Voor henzelf is geloven vaak iets wat er gewoon bij hoort, niet zo bijzonder. Als ze in het leven van niet-kerkelijke vrienden zien hoe het evangelie tot leven komt, gaat het voor henzelf ook meer leven. Het stimuleert hen zelf ook op zoek te gaan naar de kracht die in het evangelie verborgen ligt.

Ook een belangrijke reden waarom het belangrijk is dat er buitenkerkelijke jongeren bij de groep komen, is wanneer de kerkelijke jeugdgroep klein is. Het is voor jongeren erg belangrijk deel uit te maken van een groep. Als ze in de kerk maar een klein groepje zijn, voelen ze zich alleen staan en haken af. Wanneer de kerk zich niet alleen op eigen jongeren richt, maar ook op anderen, is de groep groter en dus aantrekkelijker. Iedereen kan meedoen, omdat het gaat over die dingen die iedereen interesseren in een sfeer waarin iedereen welkom is. Zijn er te weinig jongeren in de kerk om zo’n club met de eigen jeugd te draaien, dan kan werven onder buitenkerkelijke jeugd de start van zo’n club toch mogelijk maken.

 

4. Een kerk die niet werft, sterft

Helaas zijn er steeds meer kerken in Nederland waar je kunt uitrekenen over hoeveel jaar de laatste persoon het licht uit kan doen. De leeftijdsopbouw van actieve leden laat zien dat een groot deel van hen de komende decennia zal overlijden. De geboortegolf die nodig is om hun lege plaatsen op te vullen, blijft uit, omdat er weinig jongvolwassenen zijn. Ik verbaas me er enorm over dat kerken absoluut niet onder de indruk zijn van dit doemscenario. Kunnen  ze niet rekenen? Denken ze alleen aan vandaag en niet aan overmorgen? Kan het hun niet schelen dat hun gemeente als een nachtkaars uit zal gaan? Of voelen ze zich zo machteloos dat ze de vragen niet eens hardop durven te stellen?

 

In meer orthodoxe kerken lijkt het nog goed te gaan. Er is een behoorlijke groep jongeren en regelmatig worden er kinderen gedoopt. Deze kerken lijken vaak te denken dat de secularisatie aan hen voorbij zal gaan. Ik denk dat dit struisvogelpolitiek is. De kloof tussen de cultuur in en die buiten de kerk is zo groot, dat de kerken waar hen nu nog goed gaat in de toekomst waarschijnlijk ook zullen vergrijzen.

 

In evangelische gemeenten lijkt het alsof er nog groei is. Veel van die groei komt echter niet doordat buitenkerkelijken tot geloof komen, maar doordat mensen uit andere kerken overstappen. Ook in deze gemeenten loopt men ertegenaan dat jongeren verdwijnen. De tweede of derde generatie neemt het geloof niet vanzelfsprekend van haar ouders over. Er is duidelijk meer nodig om hen vast te houden.

 

De toekomst van het Lichaam van Christus

De toekomst van de kerk is overigens breder dan de toekomst van je eigen gemeente. De meeste jongeren gaan immers in een andere stad studeren en vervolgens weer ergens anders werken. Slechts een minderheid blijft wonen in de plaats waar hij geboren is of keert daar na zijn studie terug. Wanneer je geen hechte band met de kerk hebt, zul je in een nieuwe stad niet snel een kerk opzoeken. Verhuizen blijkt in de praktijk een goede aanleiding te zijn om los te raken van de kerk. Investeren in goed jeugdwerk is dus belangrijk om te zorgen dat jongeren in hun nieuwe plaats ook naar een kerk zullen gaan. Wanneer ze zelf actief worden, pluk je daar in je eigen gemeente niet de vruchten van. Je investeert misschien dus niet in de toekomst van je eigen gemeente, maar wel in de toekomst van de kerk.

 

Wie zich naar buiten richt, wordt van binnen sterk

Het belangrijkste argument is wellicht dat missionaire gerichtheid niet alleen goed is voor de toekomst van de kerk, maar ook in het heden een heel goed effect heeft. Het principe “wie zich naar  buiten richt, wordt van binnen sterk” geldt ook voor de kerk. Wanneer je als kerk missionair wilt zijn, moet je je heel duidelijk bezinnen op wie je zelf bent:

-       Wat geloven we eigen precies?

-       Waarom willen we dat uitdragen?

-       Wat hebben wij voor aantrekkelijks dat het mensen van buiten aanspreekt?

 

Je gaat je bezinnen op je “roots” en op datgene wat wezenlijk is voor je bestaan. In de kerkgeschiedenis gaat een opleving in de kerk vaak samen met een missionaire beweging. Waar mensen enthousiast worden over God, willen ze dan niet alleen voor zichzelf houden, maar er ook anderen bij betrekken. En waar niet-christenen tot geloof komen, worden christenen ook weer enthousiast en groeit de kerk in aantal én in geloof.

 

Bron : "Revisie" van


Bijbelteksten
Onbekend/Anders

   Bijbeltekst toevoegen

Website('s) of documenten
 Leuk lied over verschillende kerken

 


  Terug


Versie december 2009