hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel

 

Bekijken Bijbelteksten

Trefwoord 
Wijzigen
Jezus (Waar wordt Jezus Christus in het Oude Testament genoemd?)

Categorie

Toelichting

Jezus in het Oude Testament

Duikt de persoon die we in Jezus van Nazareth ontmoeten, plotseling uit het niets op in het Nieuwe Testament? Of komt Hij ook al voor in het Oude Testament? Heeft hij misschien ook iets met dat oude volk Israël van doen? Wie is eigenlijk die Persoon, die wij als Jezus kennen, zo’n 2000 jaar geleden en die, vanaf dat Hij een rondreizende rabbi werd, zulke ongehoorde uitspraken deed en zulke ongeziene daden stelde? Wie is die man die velen versteld deed staan van wat Hij leerde, die zo'n onontkoombaar en moeilijk aanvechtbaar gezag uitstraalde en wiens liefde tot mensen zo opvallend was? Wie is die mens, die zijn leerlingen in ontzetting deed vragen: “Wie is toch deze?”.

 

We zullen proberen om op die vraag een antwoord te vinden. Door sommigen wordt gezegd dat het Nieuwe Testament slechts de verklarende aantekeningen zijn bij het Oude. Wat inhoudt, dat in het Oude Testament in principe alles al gegeven is. Dat geloof ik ook, maar die verklarende aantekeningen zijn toch wel onmisbaar gebleken voor het juist verstaan van dat Oude Testament, zeker ook waar het ons onderwerp betreft. Johannes zegt in zijn Evangelie:

“Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in de schoot van de Vader is, Die heeft Hem ons verklaard.”   (Johannes 1:18 HSV-vertaling).

In de tijd van het Oude Testament was er een wijdverbreide opvatting, dat wie God gezien had, sterven moest. De schrijver van de Hebreeënbrief zegt:

Want onze God is een verterend vuur. (Hebreeën 12:29 HSV-vertaling),

en hij citeert dat uit het Oude Testament. De Israëlieten die God vanaf de Horeb uit de verte hoorden spreken, waren zo onder de indruk dat ze tegen Mozes zeiden: Ga jij maar met God spreken want als dit doorgaat, zullen we nog allemaal sterven. Als Mozes aan God vraagt:

“Toen zei Mozes: Toon mij toch Uw heerlijkheid! Toen zei de HEERE verder: U zou Mijn aangezicht niet kunnen zien, want geen mens kan Mij zien en in leven blijven.” (Exodus 33:18 en 20 HSV-vertaling).

Niemand heeft ooit God gezien. En Mozes dan? En Abraham? En die vele profeten?

 

Of heeft Hij oudere papieren?

In Johannes’ evangelie lezen we, dat het Woord (Christus) in den beginne bij God was. Johannes de Doper zegt over Jezus:

“Híj is het van Wie ik gezegd heb: Na mij komt een Man Die voor mij geworden is, want Hij was er eerder dan ik.”  (Johannes 1:30 HSV-vertaling).

Maar Johannes was rond een half jaar ouder dan Jezus. In een discussie met de Joodse leiders over zijn identiteit zegt Hij o.a.

“Abraham, uw vader, verheugde zich er sterk op dat hij Mijn dag zou zien, en hij heeft die gezien en heeft zich verblijd. De Joden dan zeiden tegen Hem: U bent nog geen vijftig jaar en hebt U Abraham gezien? Jezus zei tegen hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Vóór Abraham geboren was, ben Ik.”  (Johannes 8:56-58 HSV-vertaling).

"Ben Ik” zegt Jezus. Niet “was Ik”. Hij gebruikt de Naam van God om zijn eigen identiteit aan te duiden. Op de berg (der verheerlijking) spreekt Jezus met Mozes en Elia, en zij schijnen Hem te kennen! Hoe? Mozes sprak met God op de Horeb (een Engel zeggen Paulus en Stefanus), Elia sprak met God op de Horeb. De persoon die wij kennen als Jezus was dus kennelijk daar aanwezig. Het wordt tijd om in het diepe te duiken.

 

Vier 'levenslijnen' van Jezus in het Oude Testament

Er zijn in het Oude Testament vier lijnen aan te duiden die we 'levenslijnen' van Jezus Christus kunnen noemen.

-De eerste is die van 'de Engel des Heren' (of: de Engel Gods, [malakh adonaj] komt 56 maal voor in het Oude Testament).

-De tweede lijn is die van de 'Man', een gewone menselijke gestalte waarin de Heer zich openbaart.

-De derde lijn is die van de 'Naam', waarmee God zich openbaart (Ik ben).

-De vierde lijn zouden we de 'scheppingslijn' kunnen noemen.

 

De Engel des Heren

Op die eerste twee lijnen gaan we wat dieper in, de andere komen terloops ter sprake: 'De Engel des Heren' of 'de Engel Gods'. Deze komt 56 maal in het Oude Testament voor. Engel = boodschapper. Er zijn verschillende engel-verschijningen in het OT, die soms met name worden genoemd (Gabriël, Michaël) maar deze wordt altijd genoemd 'de Engel des Heren' of 'de Engel Gods'. Hij is een bijzondere afgezant van God met een speciale volmacht, Hij spreekt direct namens God en noemt nooit zijn opdrachtgever. Hij spreekt in zijn eigen Naam en op eigen gezag. God kon vanwege Zijn heiligheid niet met zondige mensen  omgaan en niet bij hen kon komen, maar hij kon dit via deze bijzondere engel wel doen. Zo kon Hij bij hen komen, met hen spreken en naar hen luisteren.

 

Eerste verschijning van de Engel des Heren/Engel Gods

Zijn eerste optreden is – wonderlijk genoeg – ten opzichte van Hagar, en wel tweemaal als zij vlucht voor Sara, eerst als zwangere vrouw, later als moeder van Ismaël. Hij belooft haar grote dingen voor haar zoon! (Genesis 16:7-12 en 21:15-18)

 

Tweede verschijning van de Engel des Heren/Engel Gods

Daarna verhindert Hij Abraham om zijn zoon Isaak te offeren, en het is zonneklaar dat hier God-zelf spreekt, Hij belooft Abraham te zegenen en tot een groot volk te maken (Genesis 22:9-12).

 

Derde verschijning van de Engel des Heren/Engel Gods

Als Jacob door Laban onrechtvaardig behandeld wordt, verschijnt hem ook deze Engel en zegt: “Ik ben de God van Bethel...” (Genesis 31:11-13).

 

Vierde verschijning van de Engel des Heren/Engel Gods

Diezelfde Engel verschijnt Mozes in de braamstruik bij Horeb. Wij lezen:

"Daar verscheen de Engel van de HEER aan hem in een vuur dat uit een doornstruik opvlamde." (Exodus 3:2).

 

Vijfde verschijning van de Engel des Heren/Engel Gods

“Toen de HEERE zag dat hij ging kijken  [die braamstruik van dichtbij bekijken], , riep God  [Hebr. Elohim = God]   tot hem uit het midden van de doornstruik en zei: Mozes, Mozes! Hij zei: Zie, hier ben ik! Hij [= de Heere] zei verder: Ik ben de God van uw vader, de God van Abraham, de God van Izak en de God van Jakob. En Mozes bedekte zijn gezicht, want hij was bevreesd God aan te kijken.”  (Exodus 3:4,6).

Engel van de heer, Heer, God, allemaal aanduidingen van diezelfde Persoon die hier met Mozes

spreekt. Deze Engel is de God van Abraham, Isaak en Jakob. Hij openbaart zich aan Mozes met de naam: “IK BEN”.

 

Zesde verschijning van de Engel des Heren/Engel Gods

In Exodus 14:19 lezen we dat de Engel van God zijn plaats vooraan het leger van de Israëlieten verlaat en achter hen aansluit om scheiding te maken tussen hen en de Egyptenaren, als ze de zee doorgaan. Later zegt Paulus dat er een Rots met Israël meetrok door de woestijn en die Rots was de Christus! (1 Korintiërs 10:4). We komen er op terug.

 

Zevende verschijning van de Engel des Heren/Engel Gods

Daarna houdt de Engel van de Heer zich uitgebreid bezig met Bileam, de tovenaar die Israël moest vervloeken. Hij waarschuwt hem, alleen die woorden te spreken die Hij hem geeft te spreken, en hij vermaant hem voor de mishandeling van zijn ezel (Numeri 22:22-35).

 

Achtste verschijning van de Engel des Heren/Engel Gods

In Richteren 2:1-5 lezen we van het verwijt dat de Engel van de Heer Israël maakt omdat ze geen ernst gemaakt hebben met het land in bezit te nemen, daarom zullen de inwoners voor hen tot een last worden.

 

Negende verschijning van de Engel des Heren/Engel Gods

Dan vinden we de Engel bij Gideon die geroepen wordt om Israël te verlossen van de Midjanieten. Afwisselend wordt gesproken van: de Engel van de Heer, de Engel van God en de Heer. Steeds is het dezelfde Persoon. Gideon komt tot de conclusie dat hij God heeft gezien en dus zal moeten sterven (Richteren 6:11-24).

 

Tiende verschijning van de Engel des Heren/Engel Gods

Daarna verschijnt hij aan Simsons ouders en kondigt Simsons geboorte aan, en ook zij denken te moeten sterven. Zij waren overtuigd, God gezien te hebben! (Richteren 13:1-21)

 

Elfde verschijning van de Engel des Heren/Engel Gods

Als straf op Davids volkstelling stuurt God een verderfengel, zegt 1 Samuël 24, maar in 1 Kronieken 21 lezen we dat het de Engel van de Heer is die het strafgericht uitoefent.

 

Twaalfde verschijning van de Engel des Heren/Engel Gods

In de profetieën van Zacharia treedt ook de Engel van de Heer op; zijn identiteit is daar niet te scheiden van de “Heer van de hemelse machten”.

 

Voor nog meer bijbelteksten waarin gesproken wordt over de Engel des Heren: klik dan op onderstaande link:

www.verhoevenmarc.be/_EngelDesHeren.doc

 

Een gewone menselijke gestalte waarin de Heer zich openbaart

Enkele malen is er in het OT sprake van een 'Man' die duidelijk een openbaring van God is.

 

Eerste verschijning

De eerste keer is dat als er drie mannen bij Abraham langskomen (Genesis 18). Al snel wordt duidelijk dat het geen gewone mannen zijn. Trouwens, het hoofdstuk begint met te zeggen: “De HEER verscheen opnieuw aan Abraham, bij de eiken van Mamre. Op het heetst van de dag zat Abraham in de ingang van zijn tent”. De ene Man belooft Abraham en Sara dat hun zoon binnen een jaar geboren zal worden. Abraham herkent in Hem de Here. Hij bepleit de zaak van Sodom en Gomorra bij Hem en is niet bang om te sterven. Over de twee andere mannen wordt in het volgende hoofdstuk gesproken als “de twee engelen” als ze Sodom binnengaan.

 

Als er over de Engel des Heren gesproken wordt dan wordt daarmee God zelf bedoeld (vergelijk Richteren 13: 20-23). Er is reden om dan te denken aan God de Zoon, die in de gestalte van een engel verschijnt. God in volle zin verschijnt niet aan de mens. Van Hem geldt: Niemand kan God zien en leven. God kan echter wel in de gestalte van een engel 'verschijnen'. Van de drie mannen die bij Abraham kwamen was één de Engel des Heren, de andere twee waren gewone engelen en zij gingen naar Lot toe, terwijl de Heer d,w,z, de Engel des Heren bij Abraham bleef.

(Bron : http://www.jaapfijnvandraat.nl/index.php?page=artikel&id=455)

 

Tweede verschijning

Jozua ontmoet een Man die hem met een getrokken zwaard tegemoet komt. Hij vraagt Hem: “Hoor je bij ons of bij de vijand?” Jozua denkt in deze categorieën. De Man identificeert zichzelf als 'de aanvoerder van het leger van de Heer' (wie denkt dan niet direct aan Jezus, die de Heer der engelen is?). Jozua moet zijn schoenen uitdoen omdat hij nu op heilige grond staat. Vanaf dat moment wordt over de Man gesproken als 'de Heer'. Hij geeft Jozua opdracht, hoe hij Jericho moet veroveren. (Jozua 5:13-6:5).

 

Derde verschijning

Daniël ontvangt zijn uitgebreide overzicht over de geschiedenis van zijn volk (Daniël 10-12) uit de mond van een Man, waarover hij zegt:

“...ik...zag een Man, gekleed in linnen, met om Zijn lendenen een gordel gemaakt van goud uit Ufaz. Zijn lichaam was als turkoois, Zijn gezicht leek een bliksem en Zijn ogen waren als fakkels van vuur. Zijn armen en voeten glansden als gepolijst koper en Zijn stemgeluid leek door een mensenmenigte te worden voortgebracht”.

Deze verschijning lijkt sprekend op die van Jezus aan Johannes op Patmos. We kunnen zeggen dat het dezelfde Persoon is die hier aan Daniël verschijnt.

 

In de Joodse traditie zijn er een aantal dingen die al voor of van het begin van de schepping aanwezig waren, nl. het Lam, dat in Isaaks plaats werd geofferd op de berg Moria, en later via het dagelijks lamoffer en het jaarlijks Paaslam in gedachtenis bleef. Het tweede is de Rots, die als eerste oprees uit de oerwateren van de schepping, en die met Israël meetrok door de woestijn, de Rots die water gaf, en die later de hoeksteen van de tempelberg werd (zo zegt een legende het). Maar ook Paulus spreekt van een Rots die met Israël meetrok door de woestijn, een geestelijke Rots wel te verstaan, en die Rots was de Christus! Hij die verscheen als de timmerman uit Nazareth, verklaard werd Gods Zoon te zijn, Hij reisde met Israël mee als de brenger van water, van manna, als beschermer in wolk en vuur. “Ik ben het manna, Ik ben het water”, zegt Jezus. Is dat niet opmerkelijk?

 

Messiaanse Profetie: Vervulling door Jezus Christus
De Messiaanse profetie werd door de Messias, Jezus Christus, vervuld. Hoewel veel Joden Jezus niet accepteerden als hun Messias, deden velen dit wel en zij vormden de Joodse sekte die later bekend werd als de christenen. Het Christendom, dat deels op dramatische wijze is gebaseerd op de vervulling van historische profetie, verspreidde zich snel door het Romeinse Rijk van de 1e eeuw.
“En Hij zei tegen hen(= elf discipelen): Dit zijn de woorden die Ik tot u sprak toen Ik nog bij u was, dat alles vervuld moest worden wat over Mij geschreven staat in de Wet van Mozes en in de Profeten en in de Psalmen.”  Lucas 24:44 (HSV-vertaling)

De verzen in het Oude Testament zijn de profetie; de verzen in het Nieuwe Testament verkondigen de vervulling. Kijk er zelf maar eens naar!

  • Geboren uit een maagd (Jesaja 7:14; Matteüs 1:21-23)
  • Een afstammeling van Abraham (Genesis 12:1-3; 22:18; Matteüs 1:1; Galaten 3:16)
  • Van de stam van Juda (Genesis 49:10; Lucas 3:23, 33; Hebreeën 7:14)
  • Van het huis van David (2 Samuël 7:12-16; Matteüs 1:1)
  • Geboren in Bethlehem (Micha 5:2, Matteüs 2:1; Lucas 2:4-7)
  • Naar Egypte meegenomen (Hosea 11:1; Matteüs 2:14-15)
  • Het doden van de baby's door Herodus (Jeremia 31:15; Matteüs 2:16-18)
  • Gezalfd door de Heilige Geest (Jesaja 11:2; Matteüs 3:16-17)
  • Aangekondigd door de boodschapper van de Heer (Johannes de Doper) (Jesaja 40:3-5; Maleachi 3:1; Matteüs 3:1-3)
  • Zou wonderen verrichten (Jesaja 35:5-6; Matteüs 9:35)
  • Zou goed nieuws prediken (Jesaja 61:1; Lucas 4:14-21)
  • Zou in Galilea prediken (Jesaja 9:1; Matteüs 4:12-16)
  • Zou de Tempel zuiveren (Maleachi 3:1; Matteüs 21:12-13)
  • Zou Zichzelf 173,880 dagen na de verordening om Jeruzalem te herbouwen als koning presenteren (Daniël 9:25; Matteüs 21:4-11)
  • Zou Jeruzalem als koning op een ezel binnengaan (Zacharia 9:9; Matteüs 21:4-9)
  • Zou door de Joden worden afgewezen (Psalm 118:22; I Petrus 2:7)
  • Stierf een vernederende dood (Psalm 22; Jesaja 53) met hierbij:
    1. afwijzing (Jesaja 53:3; Johannes 1:10-11; 7:5,48)
    2. verraden door een vriend (Psalm 41:9; Lucas 22:3-4; Johannes 13:18)
    3. verkocht voor 30 zilverstukken (Zacharia 11:12; Matteüs 26:14-15)
    4. zweeg tegen Zijn aanklagers (Jesaja 53:7; Matteüs 27:12-14)
    5. werd bespot (Psalm 22: 7-8; Matteüs 27:31)
    6. geslagen (Jesaja 52:14; Matteüs 27:26)
    7. bespuugd (Jesaja 50:6; Matteüs 27:30)
    8. Zijn handen en voeten werden doorboord (Psalm 22:16; Matteüs 27:31)
    9. werd met dieven gekruisigd (Jesaja 53:12; Matteüs 27:38)
    10. bad voor Zijn vervolgers (Jesaja 53:12; Lucas 23:34)
    11. Zijn zij werd doorboord (Zacharia 12:10; Johannes 19:34)
    12. kreeg gal en azijn te drinken (Psalm 69:21, Matteüs 27:34, Lucas 23:36)
    13. geen gebroken botten (Psalm 34:20; Johannes 19:32-36)
    14. begraven in de graftombe van een rijk mens (Jesaja 53:9; Matteüs 27:57-60)
    15. er werd om Zijn kleren geloot (Psalm 22:18; Johannes 19:23-24)
  • Zou uit de dood opstaan!! (Psalm 16:10; Marcus 16:6; Handelingen 2:31)
  • Steeg op naar de Hemel (Psalm 68:18; Handelingen 1:9)
  • Zou aan de rechterhand van God zitten (Psalm 110:1; Hebreeën 1:3)

Bron : http://www.allabouttruth.org/dutch/messiaanse-profetie-2.htm


Bijbelteksten
Onbekend/Anders

   Bijbeltekst toevoegen

Website('s) of documenten
 Messiaanse profetieën (video)
 Wie is Jezus? (Video)

 


  Terug


Versie december 2009