Heiland

Het woord 'Heiland' duidt op iemand die heil (aan)brengt. Vaak wordt het weergegeven met 'zaligmaker'. Nauwverwant ermee zijn de begrippen 'redder', 'bevrijder', 'verlosser'. In het Oude Testament wordt God vaak de Heiland genoemd, o.a. in het boek Jesaja (Jesaja 43:3, 11; 45:15, 21; 49:26; 60:16; 63:8) In het Nieuwe Testament is dat ook het geval. Heel kenmerkend is dat in de brief aan Titus waar driemaal gesproken wordt over God als Heiland en driemaal over: Christus onze Heiland (zie hiervoor Titus 1:3, 4; 2:10, 13; 3:4, 6).

Vóór zijn geboorte wordt Hij aangekondigd als de behouder van zonden. De naam Jezus betekent: 'de Heer redt' (Mattheüs. 2:21). Bij zijn geboorte wordt Jezus als Heiland aangekondigd Lukas 2:11. Tijdens zijn leven werd Hij als Heiland van de wereld erkend (Johannes 4:42; vergelijk 1 Johannes 4:14). Na zijn sterven is Hij als Heiland verhoogd in de hemel (Handelingen 5:31). Over Hem werd in die zin gepredikt in de wereld (Handelingen 13:23). De uniekheid van het heil in Christus (geen andere naam) geeft Petrus aan  in Handelingen 4:11.

Bron :  http://www.jaapfijnvandraat.nl/index.php?page=artikel&id=135