hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel

 

Bekijken Bijbelteksten

Trefwoord 
Wijzigen
Wedergeboorte en bekering (Wat is dat?)

Categorie
OP ZOEK NAAR GOD

Toelichting

Wat is wedergeboorte?
De woorden wedergeboorte en bekering zijn bekende woorden. Toch roepen ze ook altijd weer vragen op. Zijn wedergeboorte en bekering hetzelfde? Kan je van jezelf als gelovige zeggen dat je een wedergeboren christen bent? Is de wedergeboorte eenmalig? Moet je het moment van je wedergeboorte in je leven kunnen aanwijzen? Is bekering eenmalig?

Het woord wedergeboorte in de Bijbel
Het woord wedergeboorte of wedergeboren lees je in de Bijbel maar 4 keer. Namelijk in: Matt 19:28; Titus 3:5; 1 Petr 1:3,23. het is dus geen woord dat vaak door Christus of door de apostelen gebruikt is. We lezen deze woorden niet in het Oude Testament.  Toch is het niet zo dat er op andere plaatsen in de Bijbel niet over wedergeboorte gesproken wordt. De wedergeboorte is bijvoorbeeld ook ter sprake waar we lezen dat een mens opnieuw geboren moet worden. We lezen daarover in Johannes 3. De here Jezus spreekt er met Nikodemus. Het gaat ook om de wedergeboorte waar we lezen dat mensen uit God geboren zijn. Zie o.a; 1 Joh 2:29; 3:9; 5;1,4,18. Als we het over wedergeboorte en bekering hebben, laten we wat de here Jezus in Matt 19:28 zegt buiten beschouwing. We doen dat omdat het woord wedergeboorte daar niet wijst op de verandering van een mens. Het gaat daar de dag dat de Here Jezus terugkomt en de nieuwe hemel en aarde er zijn.

Wedergeboorte is van boven geboren worden
Het is goed om eerst aandacht aan Joh 3 te geven. Wanneer de Here Jezus met Nicodemus in gesprek is, zegt Hij o.a: “Waarachtig, ik verzeker u; niemand kan het koninkrijk van God binnengaan, tenzij hij geboren wordt uit water en geest. Wat geboren is uit een mens is menselijk, en wat geboren is uit de Geest is geestelijk. Wees niet verbaasd dat ik zei dat jullie allemaal opnieuw geboren moeten worden.” Vs 5-7. Het woord dat hier met ‘opnieuw’ vertaald is, is een ander woord dan in de teksten waar we letterlijk over de wedergeboorte lezen. Het woord dat met ‘opnieuw’ vertaald is, wijst ook aan waar die nieuwe geboorte vandaan moet komen. Dit woord wijst aan dat dit ‘opnieuw’ geboren worden van boven moet komen. Het moet van God uit de hemel komen. Iemand die is gaan geloven en met Christus is gaan leven, is een ander mens geworden. Het is de HERE die van boven in zijn of haar leven ingegrepen heeft. Zonder het ingrijpen van God uit de hemel, komt geen mens tot geloof en wordt geen mens een ander, een nieuw mens.  Deze geboorte die van boven komt is het begin, is de wortel van het nieuwe leven. Het begin van het leven met God dat niet meer vernietigd kan worden. Dat nieuwe leven kan niet verborgen blijven. Het laat iemand dan ook groeien in het leven met Christus.

Wie uit God geboren is, leeft met Christus
Als je met aandacht de eerste brief van de apostel Johannes leest, valt het op dat hij geregeld de woorden ‘uit God geboren’ gebruikt. Als de HERE dat nieuwe leven in je laat beginnen, komt dat nieuwe leven ook uit in je leven. Het blijft niet verborgen. Het is niet zo dat je jouw leven lang in het donker van zonden leeft en toch uit God geboren bent. Heel belangrijk is hierbij wat we in 1 Joh 3:9,10 lezen: “Wie uit God geboren is zondigt niet, want Gods zaad is blijvend in hem. Hij kan zelfs niet zondigen, want hij is uit God geboren Hieraan is te zien wie kinderen van God en wie kinderen van de duivel zijn: wie niet rechtvaardig leeft, komt niet uit God voort. Hetzelfde geldt voor wie zijn broeder of zuster niet liefheeft.”  Als je dit leest, kan de gedachte opkomen dat je dus vanaf een bepaald moment in je leven op aarde zondeloos moet zijn om uit God geboren te zijn. Het lijkt voor jou misschien zo dat wedergeboorte en zondeloosheid hetzelfde zijn. Dat is zeker niet zo! Je ziet hier dat een vertaling nooit alles kan zeggen wat er in de oorspronkelijke tekst staat. De vorm van het werkwoord dat hier gebruikt wordt, laat zien dat de handeling die beschreven wordt doorgaat. Dat de mens die dat doet op dezelfde manier dat blijft doen. Wanneer Johannes hier zegt dat iemand die uit God geboren is niet zondigt, betekent dit dat hij de zonden niet blijft doen. Dat hij niet met plezier in de zonden blijft leven. Iemand die door de Geest van de Here overweldigd is, kent juist verdriet over eigen zonden. Dan vecht je juist tegen de zonden in je eigen leven. Dan wil je juist groeien in dat nieuwe leven, in het leven met de HERE. Dan wil je juist in dat leven met Christus al meer volwassen worden. Zie o.a: Ef 4:13-15.

Wedergeboorte en doop
Is iedereen in de gemeente wedergeboren? Heeft ieder kind in de kerk bij zijn of haar doop de wedergeboorte gekregen? Paulus wijst in zijn brief aan Titus wel een verband tussen doop en wedergeboorte. Om te zien in wat voor verband dit staat, is het nodig om even een paar verzen uit Titus 3 aan te halen: “Maar toen zijn de goedheid en mensenliefde van God, onze Reddder, openbaar geworden, en heeft Hij ons gered, niet vanwege onze rechtvaardige daden, maar uit barmhartigheid. Hij heeft ons gered door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwende kracht van de Heilige Geest, die Hij door Jezus Christus, onze redder, rijkelijk over ons heeft uitgegoten. Zo zijn wij door Zijn genade als rechtvaardigen aangenomen en krijgen we deel aan het eeuwige leven waarop we hopen.” vs 4-7. Jezus Christus, de Zoon van God is naar de wereld gekomen. Dat is niets anders dan de liefde, dan de goedheid van de HERE. De liefde van God in Christus komt naar ons toe in de doop. Dan komt Hij persoonlijk naar ons toe en dompelt ons onder in Zijn barmhartigheid. Dan wordt Gods genade en verlossing aan een mens heel persoonlijk beloofd. De doop is het bad van de wedergeboorte. Wie gedoopt is, heeft van de heilige Geest persoonlijk de belofte gekregen dat Hij de wedergeboorte in jou wil geven. Dat Hij jou tot een nieuw mens wil maken.  De doop is niet de wedergeboorte zelf. Het is Gods zekere belofte dat Hij jou de wedergeboorte wil geven. De doop is ook niet de verzegeling van de wedergeboorte zelf maar wel de garantie van Gods belofte dat Hij dit in jou wil werken.

Wedergeboorte is eenmalig

Het is duidelijk dat de wedergeboorte zoals we daarover in de Bijbel lezen op het begin van het nieuwe leven wijst. Het gaat erom dat mensen andere, nieuwe mensen worden. Dat betekent dat je vanuit het geloof, vanuit de liefde van God begint te leven. Dat juist Christus voor jou de belangrijkste persoon in je leven is. Het gaat er niet om dat je precies moet kunnen vertellen wanneer dat begin er in je leven was. Het gaat er wel om dat je in je leven ziet en ook wil zien dat je de HERE wil volgen als je God en Koning. Het gaat erom dat het de HERE is die de wedergeboorte in je leven gewerkt heeft. Hij zorgt voor de geboorte van een nieuw leven. Ook onze belijdenis wijst erop dat de wedergeboorte het eenmalige begin van een nieuw leven is. Heel duidelijk zie je dat in de Dordtse Leerregels III/IV, 16: “ De goddelijke genade van de wedergeboorte werkt dan ook niet in de mensen alsof zij stokken en blokken waren en zij vernietigt de wil met zijn eigenschappen niet en dwingt de mens niet tegen wil en dank. Maar zij maakt de wil geestelijk levend, geneest, herstelt hem en buigt hem liefdevol en tegelijk krachtig. Waar eerst de hardnekkige tegenstand van het vlees de mens helemaal beheerste, begint nu door de Geest een gewillige en oprechte gehoorzaamheid de overhand te krijgen. Daarin bestaat de geestelijke vernieuwing en ware vrijheid van onze wil.”  Wij verwerpen in de Dordtse Leerregels dan ook dat iemand meerdere keren een wedergeboorte ondergaat. We doen dat in hoofdstuk V, verwerping van de dwalingen 8: “De synode veroordeelt de dwaling van hen die leren : “Wanneer de mens zijn eerste wedergeboorte verloren heeft, is het niet ongerijmd, dat hij opnieuw, ja verscheidene keren wedergeboren wordt.” Daartegenover belijden wij dan: “Zij loochenen door deze leer dat het zaad van God, waardoor wij wedergeboren worden, onvergankelijk is. Dit gaat in tegen het getuigenis van de apostel petrus, die zegt dat wij elkaar moeten liefhebben als wedergeboren, en niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad. (1 Petr 1:23)”

De wedergeboorte zorgt voor groei
Het is heel belangrijk om steeds weer te zien dat de wedergeboorte helemaal het werk van God is. Zonder dat werk kun je niet aan Christus verbonden zijn. De HERE geeft de wedergeboorte in hen die Hij in Zijn liefde uitverkoren heeft. De heilige Geest doet dat door de verkondiging van het evangelie. Hij gebruikt daarbij dus het Woord. Hij doet het zo. Zoals we belijden: “Dit is de wedergeboorte, de vernieuwing, nieuwe schepping, opwekking uit de dood en levendmaking, die God zonder ons in ons tot stand brengt en waarover in de Schrift zo indrukwekkend gesproken wordt.”  Wanneer de HERE in Zijn onpeilbare liefde dit in je leven geeft, kan dat niet zonder gevolgen blijven. Dan wil je geen baby in het geloof blijven. Wedergeboorte en onverschilligheid, wedergeboorte en slapheid in het leven met Christus horen niet bij elkaar. Dat is wat de Geest ons in de Bijbel duidelijk leert.  Daarom hebben gereformeerden het woord wedergeboorte soms ook gebruikt om het hele leven in geloof daarmee aan te duiden. Dan wordt de groei in geloof ook wedergeboorte genoemd. Dat wat uit de wortel als leven voortkomt wordt dan ook met die naam genoemd. Een voorbeeld daarvan vinden we in artikel 24 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis: “Wij geloven dat dit ware geloof, in de mens verwekt door het horen van het Woord van God en door de werking van de Heilige Geest; hem opnieuw geboren doet worden en hem tot een nieuwe mens maakt. Dit ware geloof doet hem leven in een nieuw leven en bevrijdt hem uit de slavernij van de zonde.

Wedergeboorte en verwondering
De HERE benadrukt in de Bijbel met de woorden wedergeboorte, wedergeboren, opnieuw geboren worden, uit God geboren, dat Hij een mens tot een ander mens maakt. Dat de heilige Geest dat doet. Dat de Geest het nieuwe begin in Zijn uitverkoren kinderen werkt. Dat geeft de zekerheid dat dit ook in hun levens te zien zal zijn. Hij laat in de wedergeboorte Zijn onweerstaanbare goedheid en liefde zien. Wat een wonder dat je gelooft, Gods werk in je. Hij heeft je overwonnen ten goede. Wie dat ziet breekt uit in de lof op God. Dat ik geloof heb ik aan de HERE te danken! Wat de HERE in ons doet gaat ons bevattingsvermogen te boven. Er is meer dan wij kunnen bedenken voor nodig om ons in liefde aan Christus te verbinden. De enige die dat kan en wil geven is de HERE. Van dat geweldige werk van God belijden wij: “Het is een volstrekt bovennatuurlijk, zeer krachtige en tegelijk zeer liefdevolle, wonderbare, verborgen en onuitsprekelijke werking.” DL V,12. Het is heerlijk om in Gods grote daden je rust te vinden en Hem daarvoor te prijzen!

Bekering in de Bijbel
We hebben hierboven gezien dat het woord wedergeboorte niet zo vaak in de Bijbel voorkomt. Dat is heel anders met het woord bekering en de woorden die daarmee samenhangen. Je vraagt je af waarom dat zo is. Het is belangrijk om er bij stil te staan dat de manier waarop de HERE met Zijn volk omgaat de manier van het verbond is. De HERE komt met Zijn belofte en roept mensen dan in eigen verantwoordelijkheid op om Zijn belofte aan te nemen. Om als Zijn gehoorzame kinderen te leven. Dat is de manier waarop Hij door verkondigers van het evangelie mensen aanspreekt. Hij roept ze naar Zich toe.  Een goed voorbeeld daarvan is Paulus. Als hij op weg is naar Damascus. Dan krijgt Paulus van de Here Jezus zelf vanuit de hemel deze opdracht: “Maar kom nu overeind, sta op, want ik ben aan je verschenen om je aan te stellen als mijn dienaar, opdat je bekend zult maken dat je mij hebt gezien en zult getuigen van alles wat Ik je nog zal laten zien. Ik zal je daarbij beschermen tegen je eigen volk en tegen de heidenen naar wie Ik je uitzend om hun ogen te openen, zodat ze zich van de duisternis naar het licht keren, en van de macht van Satan naar God. Door het geloof in mij zullen ze vergeving krijgen voor hun zonden, en samen met allen die mij toebehoren zullen ze deel krijgen aan Mijn Koninkrijk.” Hand 26:16-18. De Here Jezus geeft Paulus niet in de eerste plaats de opdracht om de wedergeboorte te verkondigen. Hij moet de mensen Jezus Christus verkondigen en hen oproepen om zich tot hem te bekeren. Het evangelie, de belofte van God met de oproep om je te bekeren is het eerste. We zien dit steeds weer in de manier waarop de apostelen en hun helpers aan het werk gaan. Dat is ook wat de Here Jezus hun opgedragen heeft. Zie Matt 28:19; Mark 16:15. Het is ook wat we in de Dordtse leerregels belijden: “De belofte van het evangelie is nu, dat ieder die in de gekruisigde Christus gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Aan alle volken en mensen tot wie God naar Zijn welbehagen Zijn evangelie zendt, moet zonder onderscheid deze belofte openlijk verkondigd worden met bevel zich te bekeren en te geloven.” Waarom lezen we meer over bekering dan over wedergeboorte in de Bijbel? Omdat de HERE ons als mensen steeds weer op onze verantwoordelijkheid aanspreekt. Omdat dat de manier is waarop Hij werkt en het de manier is waarop Hij mensen tot Christus trekt.  Wie zich tot Christus bekeerd heeft, leert dan zien dat hij dat niet aan zichzelf te danken heeft. Dat hij zich tot Christus kon bekeren omdat de heilige Geest de wedergeboorte in hem gewerkt heeft. Gods eigen werk is de diepste grond ervoor dat een mens gelooft en zich bekeert. De HERE doet dat door ons steeds weer tot bekering op te roepen. De uitverkiezing en de wedergeboorte horen bij de verborgen dingen. De bekering en het verbond horen bij de dingen die de HERE ons bekendgemaakt heeft om te doen. Zie Deut 29:29. Dit is de reden waarom de bekering en de oproep daartoe zo vaak in de Bijbel genoemd worden.

Bekering ons eigen werk?
Een misverstand of dwaling over de verhouding tussen bekering en wedergeboorte kan makkelijk ontstaan. Dat gebeurt bijvoorbeeld als we bekering en wedergeboorte van elkaar losmaken. Als we dan zeggen: De Heilige Geest werkt de wedergeboorte in een mens en als dat gebeurd is moet die persoon op eigen kracht verder gaan met de bekering. Je gaat dan verkeerd omdat je ook de bekering niet in eigen kracht als mens voor elkaar kunt krijgen. Het is niet zo dat de HERE eerst iets doet en jij daarna zelf in eigen kracht moet en kunt geloven. Zonder Gods werk, zonder God die in je blijft werken komt er geen geloof en bekering in je. We belijden dat in de Dordtse leerregels III/IV, 12 zo: “En wanneer de wil vernieuwd is, wordt hij niet alleen door God geleid en bewogen, maar door God in beweging gebracht, werkt hij ook zelf. Daarom wordt terecht gezegd dat de mens zelf gelooft en zich bekeert door de genade, die hij ontvangen heeft.”
Dordtse leerregels III/IV,14: “Het geloof is een gave van god. Dat wil niet zeggen dat God het de mens aanbiedt, die met dit aanbod vervolgens doen kan wat hij wil, maar dat hij het metterdaad de mens schenkt, ingeeft en instort. Evenmin is het zo, dat God alleen maar de kracht om te geloven zou geven en daarna de toestemming of het daadwerkelijk geloven verwacht van de vrije wil van de mens. Want Hij die zowel het willen als het werken in ons werkt, ja alles in allen tot stand brengt, Hij is het immers die zowel de wil om te geloven als het geloof zelf in de mens bewerkt.” Ook de bekering kunnen en mogen we nooit van Christus losmaken. Ik kan met niet in eigen kracht bekeren, ik kan niet in eigen kracht heilig leven, ik kan zelfs niet in eigen kracht op het goede pad blijven. Ik heb Christus en het werk van de heilige Geest elke dag nodig. Wat de HERE in Zijn verbond van ons eist wil Hij ons in en door Christus ook geven! We moeten bij de bekering ook altijd weer voor ogen houden wat we lezen in 1 Kor 1:30,31: “Door hem bent u een met Christus Jezus, die dankzij God onze wijsheid is geworden. Door Christus worden wij rechtvaardig en heilig en door hem worden wij verlost, opdat het zal zijn zoals geschreven staat: Wil iemand zich op iets beroemen, laat hij zich op de Heer beroemen.” De HERE roept iedereen tot bekering en Hij geeft het aan iedereen die met zijn hart tot hem komt.

Bekering: omkeren of een kleine correctie?
Het is heel belangrijk om erop te letten of bekering een radicale omkeer is of alleen maar een kleine correctie. Gaat het om je omkeren of een kleine verbetering die nodig is? Zowel de woorden die in het hebreeuws als in het Grieks voor bekering gebruikt worden. Wijzen op een omkeer of een verandering in je leven. Een omkeer of verandering in de gezindheid en de gedachten en daden van je leven. Betekent dit nu dat het woord bekering alleen gebruikt kan worden als iemand diep in de zonden leeft en dan tot Christus komt? Soms denken mensen dit. Het kan ook anders. Dan hoor je mensen in de kerk zeggen dat het bij de dagelijkse bekering alleen maar over kleine verbeteringen in je leven gaat. Een verbetering van misschien 5 of 10 procent.  Het is goed om met Zondag 33 het woord bekering ook te gebruiken voor de dagelijkse heiliging van je leven. Want het gaat er elke dag om dat we in eerbied voor God en Zijn wil leven. Elke dag roept de HERE ons op om ons te bekeren. Om ons van onze zonden af te keren en weer thuis te willen zijn bij hem en Zijn wil. Ook met onze verlangens. Als ik een bepaalde zonde in mijn leven zie. Als ik me op gevoelens betrap waarvan ik weet dat is niet zoals de HERE het wil. Dan is het niet zo dat ik 5 of 10 procent moet verbeteren. Nee, dan moet ik er alles aan doen, juist ook vanuit het gebed om daarmee te breken.  Elke zonde, elke laksheid in het leven met de HERE is zonde. Daardoor verdien ik echt de eeuwige dood. Elke dag weer heb ik die zonden te belijden en daarbij weg te gaan. Ik moet echt elke dag met mijn zonden breken. Als ik dat niet doe. Als ik dat niet wil, kan ik niet pleiten op die 90 procent waarbij ik dat volgens mijzelf wel zou doen. Elke zonde die ik doe daarmee doe ik de HERE verdriet, daarmee vertoorn ik Hem.  Wij belijden dat heel duidelijk in vraag en antwoord 89 van de Heidelbergse Catechismus: “Wat is het afsterven van de oude mens? Oprechte droefheid, dat wij God door onze zonden vertoornd hebben. En ook dat wij deze zonden hoe langer hoe meer haten en ontvluchten.” Als we hier het woordje ons gebruiken, gaat het over de leden van de gemeente. Gaat het ook  over jou en mij als gelovigen. Bekering is ook voor wie bij Christus hoort elke dag weer echte omkeer in je leven.

Bekering: een levenslange opdracht
Als je op deze wereld met Christus leeft, zul je op aarde de volmaaktheid niet bereiken. Je wordt voor je sterven geen volmaakt mens. Dat zie je in je eigen leven en ook in het leven van je medegelovigen in de kerk. Als je echt met Christus leeft maakt dat je niet slordig en onverschillig. Je hebt daarover steeds weer verdriet en zoekt steeds weer vergeving. Het maakt het kind van God ook niet moedeloos want hij weet dat er vergeving is. Dat er door Christus ook de kracht van de Geest is om weer opnieuw volgens Gods wil te willen leven. Om daarin te groeien.  Bekering is een opdracht waaraan een christen zijn leven lang werkt. Je doet dat dan in diepe afhankelijkheid van de HERE. Je wil dat ook graag doen, ook als het je zwaar valt. Omdat je Gods liefde in Christus bloed ziet schitteren. Je wilt daarom met lust en liefde je God en redder dienen. Dan wordt bekering ook iets dat je hele leven raakt. Dan staan ook je dagelijkse werk, je studie, je slaapkamer, het gebruik van tv en computer daar niet buiten. Dan is je vraag steeds weer: Here, wat wilt u dat ik doen zal? Dan leer je door en van de Heilige Geest om elke dag in praktijk te willen brengen wat paulus in Fil 3:12-14 schrijft: “Niet dat ik al zover ben en mijn doel al heb bereikt. Maar ik houd vol in de hoop eens dat te kunnen grijpen waarvoor Christus Jezus mij gegrepen heeft. Broeders en zusters, ik beeld me niet in dat ik het al heb bereikt, maar een ding is zeker: ik vergeet wat achter mij ligt en richt mij op wat voor mij ligt. Ik ga recht op mijn doel af: de hemelse prijs waartoe God mij door Christus Jezus roept.”

Ds. Rob Visser (
predikant van de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt te Dronten-Noord)

 

Bron : http://www.evangeliebelijder.mysites.nl/mypages/evangeliebelijder/451833.html

Bijbelteksten
2 Korinthiers  3  : 12  t/m 18

Omdat wij dan een dergelijke hoop bezitten, gaan wij met veel vrijmoedigheid te werk, en doen wij niet zoals Mozes, die een bedekking op zijn gezicht legde, opdat de Israëlieten hun ogen niet gericht zouden houden op het einddoel van wat tenietgedaan wordt. Maar hun gedachten werden verhard, want tot op heden blijft diezelfde bedekking bij het lezen van het Oude Testament, zonder te worden weggenomen. Die bedekking wordt tenietgedaan in Christus. Ja, tot op heden ligt er, wanneer Mozes gelezen wordt, een bedekking op hun hart. Maar wanneer het zich tot de Heere bekeert, wordt de bedekking weggenomen. De Heere nu is de Geest; en waar de Geest van de Heere is, daar is vrijheid. Wij allen nu, die met onbedekt gezicht de heerlijkheid van de Heere als in een spiegel aanschouwen, worden van gedaante veranderd naar hetzelfde beeld, van heerlijkheid tot heerlijkheid, zoals dit door de Geest van de Heere bewerkt wordt. (HSV-vertaling)

Dit is onze hoop, en daarom handelen we in alle openheid en zijn we niet als Mozes, die zijn gezicht met een sluier bedekte, zodat de Israëlieten niet konden zien dat de glans verdween.  Hun denken verstarde, en dezelfde sluier ligt tot op de dag van vandaag over het oude verbond wanneer het voorgelezen wordt. Hij wordt alleen in Christus weggenomen. Tot op de dag van vandaag ligt er een sluier over hun hart, telkens als de wet van Mozes wordt voorgelezen. Maar telkens als iemand zich tot de Heer wendt, wordt de sluier weggenomen. Welnu, met de Heer wordt de Geest bedoeld, en waar de Geest van de Heer is, daar is vrijheid. Wij allen die met onbedekt gezicht de luister van de Heer aanschouwen, zullen meer en meer door de Geest van de Heer naar de luister van dat beeld worden veranderd. (NBV-vertaling)

In dit gedeelte spreekt Paulus vooral over de blindheid van de Joden wat betreft hun afwijzing van Jezus als de Messias. Maar hij benoemt ook een principe dat alle mensen aangaat, Jood en heiden. Hij spreekt over de blindheid voor de bijbelse waarheid. Kijk maar naar vers 14: “Maar hun gedachten werden verhard. Want tot heden toe blijft dezelfde bedekking over de voorlezing van het oude verbond zonder weggenomen te worden, omdat zij slechts in Christus verdwijnt.”

Je moet goed begrijpen, dat de mensen aan wie Paulus schreef, heel oprecht waren. Ze bestudeerden trouw de boeken van Mozes, de wet en de profeten, de Psalmen van David. Ze vereerden Gods woord, onderwezen eruit en citeerden het vrijelijk. Maar ze waren nog steeds verblind. Wij denken vaak dat er een geestelijk gordijn hangt voor de ogen van Joden, Moslims en anderen, wat hen verblind voor de waarheid over Jezus. Maar er hangt ook een gordijn voor de ogen van vele gelovigen. Ze lezen Gods duidelijke waarschuwingen in de bijbel, ze horen het woord, dat gepreekt wordt met kracht en toch raakt het ze niet. In feite gaan ze gewoon door met precies die dingen die God in Zijn woord afwijst.

Paulus zegt dat, voor onze blindheid weggenomen kan worden, we ons moeten bekeren tot de Heere. "maar telkens wanneer iemand zich tot de Here bekeerd heeft, wordt de bedekking weggenomen." (vers 16) Het Griekse woord bekeren betekent hier: van koers veranderen. Paulus zegt hier, met andere woorden: "Je moet toegeven dat de richting die je nu opgaat je niets anders brengt dan leegte, verwoesting en wanhoop."

Bron : http://www.worldchallenge.org/nl/node/3857 (Billy Graham)


1 Petrus
Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus: in zijn grote barmhartigheid heeft hij ons opnieuw geboren doen worden door de opstanding van Jezus Christus uit de dood, waardoor wij leven in hoop. (NBV-vertaling)
Onbekend/Anders

   Bijbeltekst toevoegen

Website('s) of documenten
 "Leven na de genadeklap" van Arie de Rover (Youtube 9.56 minuten)
 Hoe kan ik weten dat ik wedergeboren ben? (Youtube-filmpje 3.18 minuten)
 Hoe kan ik zeker zijn van mijn geloof? (Youtube 7.55 minuten Paul Washer)
 Lied "Staak de strijd" van Matthijn Buwalda (Youtube 5 minuten)

 


  Terug


Versie december 2009