hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel

 

Bekijken Bijbelteksten

Trefwoord 
Wijzigen
Opstanding uit de dood (Is Jezus opgestaan uit de dood?)

Categorie
OP ZOEK NAAR GOD
Apologetiek (Verdediging van het christelijk geloof)

Toelichting

Jezus is  opgestaan uit de dood

Er zijn maar weinig historici die betwijfelen of Jezus wel echt bestaan heeft. En dat Hij gekruisigd is (wat in die tijd een normale manier van executie was) wordt ook nauwelijks in twijfel getrokken. Maar dat Hij is opgestaan uit de dood, zoals christenen geloven, dat wil er bij de meesten niet in. Toch is dit de hoeksteen van het christelijk geloof. Als er bewezen kan worden dat Jezus niet uit de dood is opgestaan, is dat het einde van het christelijk geloof. Dan kan de Bijbel met het oud papier mee.

 

Jezus werd gevangen genomen op beschuldiging van godslastering omdat Hij zichzelf min of meer gelijk aan God stelde. Na een schijnproces werd Hij ter dood veroordeelt en gekruisigd. Voor de volgelingen van Jezus (de discipelen) was deze hele toestand een onthutsende ervaring. Hun droom spatte min of meer uiteen toen hun Held aan het kruis geslagen werd alsof Hij een ordinaire misdadiger was. Zij geloofden dat Jezus gekomen was om nu al Zijn koninkrijk te vestigen en de Joden te bevrijden van de Romeinse overheersers. Met zijn dood leek alles afgelopen te zijn. Na de kruisiging gingen ze dan ook verslagen uiteen, totaal ontgoocheld en vol verdriet. Het boek Jezus kon gesloten worden, ze hadden kennelijk op het verkeerde paard gewed, maar de gebeurtenissen namen een verrassende wending!

 

Op de ochtend van Pasen gingen enkele vrouwen naar het graf om de begrafenis af te ronden. Ze gingen op weg maar eenmaal aangekomen liep het allemaal totaal anders. De steen was weggerold en het graf bleek leeg te zijn. Ze waren op weg gegaan om de begrafenis af te ronden, maar kregen ter plekke een nieuwe rol: Ze werden boodschappers van het goede nieuws dat Jezus uit de dood was opgestaan. Toch kunnen de andere volgelingen het niet geloven. Jezus uit de dood opgestaan, onmogelijk! Pas nadat Jezus persoonlijk aan hen verschenen is breekt ook bij hen deze geweldige waarheid in volle omvang door. En dan zijn ze ook niet meer te stuiten. Binnen enkele weken zetten ze heel Jeruzalem op de kop met hun mededeling dat Jezus leeft.


De situatie na de kruisiging van Jezus

Het lichaam van Jezus werd, naar Joods gebruik in linnen doeken gewikkeld. Hierna werd het lichaam in een massief rotsgraf bijgezet. Voor de ingang van dit graf werd met behulp van hefbomen een loodzware steen van rond de twee ton gerold. Ook werd er nog een Romeinse wacht bij het graf neergezet ter bewaking van het graf. Op het graf zat een merkzegel, dit zegel werd geplaatst ter voorkoming van grafschennis. De Romeinse wacht bewaakte het graf met gevaar voor eigen leven, in het geval van grafschennis kon het hun letterlijk de kop kosten. Toch bleek na drie dagen dat de steen was weggerold en dat het graf leeg was.

 

Was het graf wel leeg?

De volgelingen van Jezus beweerden dat het graf leeg was en dat Jezus uit de dood was opgestaan. Als het graf  in tegenstelling tot hun bewering niet leeg zou zijn, dan zou deze bewering nog geen uur stand kunnen houden. Wat was er simpeler voor de Joodse autoriteit om die beweringen te kop in te drukken, dan om te laten zien dat het graf niet leeg was. Maar dat konden ze niet, want het graf wás leeg.

 

Wat is er met het lichaam gebeurd?
Blijft dus de vraag over wat er met het lichaam gebeurd is, of mensen hebben het lichaam weggehaald, of God heeft Jezus opgewekt uit de dood. Maar welke mensen dan?  Zijn vijanden? Die waren maar al te blij dat hij in het graf lag. Zijn vrienden dan? Dat lijkt niet erg waarschijnlijk. Ze waren erg ontmoedigd en dachten dat met zijn dood alles voorbij was. Zouden die werkelijk in staat zijn geweest de hele antieke wereld op zijn kop te zetten en zelfs bereid zijn geweest zich in de arena’s voor de leeuwen te laten werpen als ze wisten dat hun boodschap een leugen was? Dat lijkt wel heel onwaarschijnlijk en dat is het ook. Nee, de enigste conclusie lijkt te zijn dat Jezus werkelijk uit de dood is opgestaan.

 

Hij is gezien

In een van de brieven in het Nieuwe Testament wordt een heel rijtje mensen genoemd aan wie Jezus is verschenen (1 Korinthiërs 15: 5-7).

 

Razendsnelle groei

Het christelijk geloof is kort na de dood van Jezus ontstaan en heeft zich daarna razendsnel verbreid. Binnen vijf weken waren er al tienduizend volgelingen. En twintig jaar daarna had dit geloof het keizerlijke paleis te Rome al bereikt. Hoe is de razendsnelle opkomst van het christendom middenin de vijandig gezinde Joodse wereld te verklaren zonder de opstanding van Jezus? We moeten hierbij bedenken dat Jezus slechts drie jaar rondgetrokken had, dat Hij een aantal mensen uit de lagere standen om zich heen verzamelt had, dat Hij zich problemen met de overheid op de hals haalde en dat Hij tenslotte werd gekruisigd, net als duizenden andere Joodse mannen die rond die tijd ter dood gebracht werden. En toch worden tienduizenden mensen enkele weken na die tijd volgeling van diezelfde Jezus. De beste verklaring voor deze massale bekering is de opstanding van Jezus uit de dood. Een andere reële mogelijkheid lijkt er niet te zijn.

 

Verandering in sociale structuren

De razendsnelle opkomst van het Christendom wordt extra indrukwekkend als je bedenkt dat de nieuwe Joodse volgelingen bereid waren alle Joodse instellingen en structuren op te geven.

In de tijd van Jezus waren de Joden voor een periode van meer dan 700 jaar vervolgd geweest achtereenvolgens door de Assyriërs, de Babyloniërs, de Perzen, de Grieken en tijdens het leven van Jezus door de Romeinen. Grote aantallen Joden waren verstrooid en leefden in deze landen als gevangenen.

 

Vandaag de dag zijn er nog steeds Joden terwijl er geen Hethieten, Perizieten, Babyloniërs, Assyriërs, Ammonieten enz meer bestaan. Waarom bestaan deze volken niet meer? Omdat deze volken door andere naties gevangen genomen werden, gemengde huwelijken sloten en hun identiteit als volk kwijtraakten. Dit in tegenstelling tot de Joden. De dingen die de Joden joods maakten waren ongelooflijk belangrijk voor hun en werden dan ook in stand gehouden, zelfs in ballingschap. De Joden gaven deze structuren door aan hun kinderen en vierden ze elke sabbat. Ze wisten dat als ze dit niet zouden doen er spoedig geen Joden meer zouden bestaan. Ze zouden in de cultuur van de overheersers worden opgenomen.

 

Een andere reden waarom deze sociale instellingen zo belangrijk voor hen waren is dat ze geloofden dat ze door God aan hen waren toevertrouwd. Ze geloofden dat ze door deze dingen prijs te geven het risico zouden lopen dat hun ziel na de dood naar de hel zou gaan. En dan verschijnt Jezus op het toneel, een onaanzienlijke rabbi uit Nazareth. Hij onderwijst slechts drie jaar en sterft roemloos aan een kruis. En toch zijn slechts enkele weken na zijn dood duizenden mensen bereid alle unieke Joodse structuren op te geven voor deze man en beweren ze dat Hij de initiatiefnemer is van een nieuw geloof. Hoe is dit te verklaren? De enige overtuigende verklaring is dat Jezus werkelijk uit de dood is opgestaan.

De metamorfose van de discipelen van Jezus

Heel opvallend in het hele verhaal rondom de opstanding is de totale metamorfose in de volgelingen van Jezus. Als u de volgelingen van Jezus van voor de dood van Jezus vergelijkt met die van na de verschijningen is er een wereld van verschil. De ene dag waren ze nog bang en verborgen ze zich. De volgende dag gingen ze confrontatie aan met een vijandig publiek door (hoe kan het ook anders) te verkondigen dat Jezus uit de dood was opgestaan. Niets kon hun meer stoppen: de gevangenis niet, lijfstraffen niet, zelfs de dood niet. Inderdaad hebben elf van de twaalf discipelen het met de dood moeten bekopen dat ze dit tegen de wil van de autoriteiten in bleven verkondigen:

 

Mattheüs:

het zwaard

Thomas:

speerstoot

Petrus:

gekruisigd

Andreas:

gekruisigd

Jacobus, de broeder van Jezus:

gestenigd

Johannes:

natuurlijke dood

Jacobus, de zoon van Zebedeüs:

het zwaard

Thaddeüs:

gedood door pijlen

Simon:

gekruisigd

Filippus:

gekruisigd

Jacobus, de zoon van Alfeüs:

gekruisigd

Bartholomeüs:

gekruisigd

 

Zouden ze werkelijk bereid zijn geweest te sterven voor een boodschap die een leugen was, terwijl ze ook nog wísten dat het een leugen was? Dat lijkt wel heel onwaarschijnlijk. Nee, er moet iets anders met deze mensen gebeurd zijn. En wat kan dat anders zijn dat ze Jezus in levende lijve hebben gezien na zijn opstanding uit de dood. Er is geen enkele andere verklaring voor deze gedragsverandering te bedenken.

Voorbeelden uit de Bijbel

Voorbeelden uit de Bijbel van mensen die sceptisch en zelfs vijdandig gezindt waren naar Jezus toe. Maar door de opstanding van Jezus uit de dood zijn ze tot bekering gekomen.

Jakobus

Jakobus was een broer van Jezus. In de evangelieën lezen we dat zijn broers niet veel van Jezus moesten hebben. Ze schaamden zich zelfs voor Hem. Later wordt deze man gestenigd omdat hij een volgeling van diezelfde Jezus geworden is. Hij was zelfs de leider van de kerk in Jeruzalem. Hoe is die enorme ommezwaai te verklaren?  Het enige bevredigende antwoord lijkt te zijn dat hij Jezus na zijn opstanding heeft ontmoet. (1 Korinthiërs 15:7  Hij is gezien door Jakobus”)

Judas

Judas (niet Judas Iskariot de verrader van Jezus) was een broer van Jezus en voor hem geldt hetzelfde als voor Jakobus. Voor zijn dood sceptisch en negatief, na de opstanding veranderd en volgeling van Jezus geworden. Hij heeft de brief van Judas geschreven. In de aanhef van deze brief noemt hij zich “Judas, een dienstknecht van Jezus Christus”.

Paulus

Een ander voorbeeld is Paulus, de schrijver van het grootste deel van het Nieuwe Testament, die in het begin de nieuw ontstane kerk zwaar vervolgde en christenen zelfs ombracht. Later werd hij een vurig volgeling van Jezus. Maar die ommekeer is zo speciaal dat daar een heel item aan gewijd wordt.


Paulus, een bewijs voor de opstanding

De radicale verandering van de genadeloze christenvervolger Paulus tot een vurig navolger van Christus is een enorm bewijs voor de waarheid van de boodschap van Jezus. Om de omvang van deze levensverandering te kunnen begrijpen is het belangrijk om goed met de feiten op de hoogte te zijn. Laten we daarom teruggaan naar de tijd vlak na de kruisiging en opstanding van Jezus Christus. Na de opstanding van Christus groeide de jonge kerk enorm snel, maar er kwam ook felle tegenstand van de Joden. Een van de grootste tegenstanders was Saulus (later Paulus) van Tarsus, wie was deze man en waarom was hij zo fel gekant tegen deze nieuwe 'sekte der Nazoreeën'?

 

Wie was Saulus?

Saulus was een vurig voorvechter van het Jodendom, een geestelijk leider. Hij werd geboren in Tarsus, een universiteitsstad bekend om haar Stoa wijsgeren en cultuur. Paulus kreeg een Joodse opvoeding, die beheerst werd door de strenge dogma's van de Farizeeërs. Omstreeks zijn veertiende levensjaar werd hij, ter voortzetting van zijn studie, naar Gamaliël gezonden, één van de grootste rabbi's van die tijd. Hij groeide uit tot de meest byzondere en veelbelovende leerling van Gamaliël. Het is niet onwaarschijnlijk dat hij aan het eind van zijn studie zelfs tot rabbijn gewijd is.

 

Tijdens zijn verblijf in Jeruzalem moet Saulus praktisch vanaf het begin de opkomst van het christendom meegemaakt hebben. Briljant en godsdienstig als Saulus was, zal hij wel een grondige studie van het christendom hebben gemaakt en zich met koppigheid tegen de aanspraken ervan hebben verzet. Hij was vooral fel gekant tegen de christenen vanwege de rol van redder en verlosser die aan Jezus werd toebedeeld. Hierdoor werd nl de joodse wet van al haar waarde beroofd. Met zijn keiharde en overijverige logica, maar in volle oprechtheid en de zekerheid de zaak van God te dienen, stond Saulus vooraan in de opvatting dat de christenen streng vervolg moesten worden. Toen Stephanus gestenigd werd, (Handelingen 7:58, 8:1) werkte hij daaraan met volle instemming mee. In de vervolging die daarop uitbrak, liep Saulus over van ijver; Hij 'verwoestte de gemeente, en hij ging het ene huis na het andere binnen en sleurde mannen en vrouwen mede, en hij leverde hen over in de gevangenis. (Handelingen 8:3) Ook vroeg hij aan de hogepriester om aanbevelingsbrieven voor de synagogen in Damascus, een stad waar veel Joden woonden. Hij wilde daar mannen en vrouwen opsporen, die in Jezus geloofden, hen in de boeien slaan en naar Jeruzalem brengen. Maar nadat Hij op pad gegaan was gebeurde er iets totaal onverwachts:

 

De bekering van Saulus

Toen hij in de buurt van Damascus kwam, flitste er plotseling een licht vanuit de hemel, dat hem gevangen hield. Hij viel op de grond en hoorde een stem:  "Saul, Saul, waarom vervolgt u Mij?" "Wie bent U, Here?" vroeg Saulus.  "Ik ben Jezus"  zei de stem, "'die u zo fanatiek vervolgt. Sta op en ga de stad in. Daar zal u gezegd worden wat u moet doen." De mannen die met Saulus meereisden, waren met stomheid geslagen. Zij hadden de stem wel gehoord, maar niemand gezien. Saulus stond op en deed zijn ogen open, maar kon niets zien. De mannen die bij hem waren, namen hem bij de hand en brachtten hem Damascus binnen. Drie dagen lang kon hij niets zien. (Handelingen 9: 3-9)

 

Nu woonde er in Damascus een christen, Ananias en deze kreeg van God de opdracht om naar Saulus toe te gaan en hem de handen op te leggen. Ananias protesteerde dat hij naar een dergelijke christenvervolger toe moest, maar God legt hem uit wat Hij met Paulus voorheeft:  "U moet gaan Ananias, Ik heb besloten die man te gebruiken. Ik heb hem uitgekozen om Mij bekend te maken aan andere volken en hun koningen en ook aan het volk van Israël. Ik zal hem duidelijk maken hoeveel leed hij voor mij moet doorstaan.""  Ananias doet wat hem is opgedragen.  Hij gaat naar Saulus. Hij legt hem de handen op en zegt:  "Saul, broeder ik ben gestuurd door Jezus, die u onderweg hebt ontmoet. U zult weer kunnen zien en vol worden van de Heilige Geest."  Het was net of er een vlies van Saulus' ogen viel. Ineens kon hij weer zien. Daarna liet hij zich dopen en ging wat eten om op krachten te komen.

 

Na deze gebeurtenissen is Saulus totaal veranderd. Van een christenverdelger is hij plotsklaps verandert in een vurig navolger van Christus. Hij gaat in Damascus naar de synagoges en verkondigt daar dat Jezus de Christus is. De Joodse leiders begrijpen er helemaal niets van:  "Dit is toch de man, die in Jeruzalem de aanhangers van Jezus heeft uitgeroeit? Hij kwam toch hier om mensen van dat geloof gevangen te nemen en naar de hoofdpriesters te brengen?" ' Maar Saulus sprak met steeds meer overtuiging en bracht de Joden in verwarring door te bewijzen dat Jezus de Christus is. (Handelingen 9: 21,22). Niemand begrijpt iets van de totale ommekeer in het leven van Paulus. De onderdrukte christenen niet, de Joden niet, helemaal niemand. En het is ook menselijkerwijs niet te begrijpen. Het is een regelrecht ingrijpen van God geweest dat deze man deed inzien dat hij op de verkeerde weg zat.

 

Voor veel mensen was de totale ommekeer in het leven van de 'Farizeeër der Farizeeërs' het meest overtuigende bewijs zowel van de waarheid en de macht van de godsdienst waartoe hij was bekeerd, als van de blijvende waarde en de betekenis van de persoon van Christus.

 

Twee professoren te Oxford, Gilbert West en Lord Lyttleton waren vast van plan het fundament van het christelijk geloof te ondergraven. West zou het bedrog van de opstanding aantonen en Lyttleton zou bewijzen dat Saulus van Tarsus nooit tot het christendom was bekeerd. Beide mannen kwamen tot precies de tegenovergestelde conclusie en werden vurige volgelingen van Jezus. Lord Lyttleton schrijft:  "Goed beschouwd was alleen de bekering en het apostelschap van Paulus voldoende bewijs dat het christendom een Goddelijke openbaring was." Hij komt tot de conclusie: "Als Paulus werkelijk vijfentwintig jaar voor Christus heeft willen lijden en Hem heeft gediend, dan was zijn bekering echt, want dat alles begon na de plotselinge verandering en als zijn bekering echt was, dan stond Jezus inderdaad op uit de dood, want Paulus schreef alles wat hij was en deed toe aan het feit dat hij de opgestane Christus had gezien."

Bron: “Brieven van een scepticus” van G. Boyd


Bijbelteksten
Psalmen  49  : 16
Maar God zal mijn ziel verlossen uit de greep van het graf, want Hij zal mij opnemen. (HSV-vertaling)
Lukas  16  : 29  t/m 31  (C)

Abraham zei tegen hem (= de rijke man): "Zij hebben Mozes en de profeten. Laten zij naar hen luisteren. Hij echter zei: Nee, vader Abraham, maar als iemand van de doden naar hen toe zou gaan, zouden zij zich bekeren. Maar Abraham zei tegen hem: Als zij niet naar Mozes en de profeten luisteren, zullen zij zich ook niet laten overtuigen, als iemand uit de doden zou opstaan.  (HSV-vertaling)

Dit verhaal gaat over de rijke man en de arme lazarus. De rijke man ging dood en kwam toen in de hel terecht. Lazarus was in de hemel. Vanuit de hel smeekte hij of Abraham Lazarus naar zijn broers wilde toesturen om hen te waarschuwen, dat Jezus Christus echt leeft en alles wat in de bijbel staat waar is. Maar Abraham zei toen tegen de rijke man, dat zij naar Mozes en de profeten moeten luisteren. Als zijn broers niet naar Mozes en de profeten willen luisteren, dan zullen zij zich ook niet laten overtuigen als iemand uit de doden zou opstaan.

Bron : "Wortels van ons geloof" van Chuck en Karen Cohen

 


Lukas  16  : 29  t/m 31  (C)

Abraham zei tegen hem (= de rijke man): "Zij hebben Mozes en de profeten. Laten zij naar hen luisteren. Hij echter zei: Nee, vader Abraham, maar als iemand van de doden naar hen toe zou gaan, zouden zij zich bekeren. Maar Abraham zei tegen hem: Als zij niet naar Mozes en de profeten luisteren, zullen zij zich ook niet laten overtuigen, als iemand uit de doden zou opstaan.  (HSV-vertaling)

Dit verhaal gaat over de rijke man en de arme lazarus. De rijke man ging dood en kwam toen in de hel terecht. Lazarus was in de hemel. Vanuit de hel smeekte hij of Abraham Lazarus naar zijn broers wilde toesturen om hen te waarschuwen, dat Jezus Christus echt leeft en alles wat in de bijbel staat waar is. Maar Abraham zei toen tegen de rijke man, dat zij naar Mozes en de profeten moeten luisteren. Als zijn broers niet naar Mozes en de profeten willen luisteren, dan zullen zij zich ook niet laten overtuigen als iemand uit de doden zou opstaan.

Bron : "Wortels van ons geloof" van Chuck en Karen Cohen

 


Handelingen  1  : 4  t/m 12
En toen Hij met hen samen was, beval Hij hun dat zij niet uit Jeruzalem weg zouden gaan, maar de belofte van de Vader zouden verwachten, die u, zei Hij, van Mij gehoord hebt; want Johannes doopte wel met water, maar u zult met de Heilige Geest gedoopt worden, niet lang na deze dagen. Zij dan die samengekomen waren, vroegen Hem: "Heere, zult U in deze tijd voor Israël het Koninkrijk weer herstellen?" En Hij zei tegen hen: "Het komt u niet toe de tijden of gelegenheden te weten die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft, maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde." En nadat Hij dit gezegd had, werd Hij opgenomen terwijl zij het zagen, en een wolk onttrok Hem aan hun ogen. En toen zij, terwijl Hij van hen wegging, hun ogen naar de hemel gericht hielden, zie, twee mannen stonden bij hen in witte kleding, die ook zeiden: Galilese mannen, waarom staat u omhoog te kijken naar de hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze terugkomen als u Hem naar de hemel hebt zien gaan." Toen keerden zij terug naar Jeruzalem, van de berg die de Olijfberg genoemd wordt, die vlak bij Jeruzalem is en daar een sabbatsreis vandaan ligt. (HSV-vertaling)

De engelen zeiden toen Jezus naar de hemel was gevaren: "Galileeërs, wat staan jullie naar de hemel te kijken? Jezus, die uit jullie midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze terugkomen als jullie hem naar de hemel hebben zien gaan." (NBV-vertaling). In de vertaling van het NBV is een belangrijk Grieks woordje verloren gegaan. Letterlijk staat er in de tekst: "Deze Jezus". Het is hetzelfde woordje als verderop ook gebruikt wordt: "dezelfde"! Het leest wat krom maar ik vind het veelzeggend. De engelen zeiden: "Dezelfde Jezus komt op dezelfde manier terug."

Dezelfde Jezus. Dus de Jezus zoals de discipelen Hem hadden leren kennen. De Jezus van voor en na de opstanding. Jezus met zijn overwinnende liefde. Jezus, door de opstanding nu met een verheerlijkt lichaam. Maar wel herkenbaar met littekens van de kruisiging. Met doorboorde handen die een paar minuten daarvoor hen op de Olijfberg nog zegenden. Deze Jezus komt ooit terug. Op dezelfde manier. Dus op de wolken. Zoals zij dat zoëven hadden mogen zien. Op een dag zal dat gaan plaatsvinden. Meer hebben de engelen toen niet gezegd. Op dat moment vonden de hemelse boodschappers deze boodschap voldoende: Hij komt terug, dezelfde Jezus, op dezelfde manier!

Bron : http://www.eo.nl/blogs/arievanderveer/
1 Korinthiers  15  : 1  t/m 10
Broeders en zusters, ik (= Paulus) herinner u aan het evangelie dat ik u verkondigd heb, dat u ook hebt aangenomen, dat uw fundament is en uw redding, als u tenminste vasthoudt aan de boodschap die ik u verkondigd heb. Anders bent u tevergeefs tot geloof gekomen. Het belangrijkste dat ik u heb doorgegeven, heb ik op mijn beurt ook weer ontvangen: dat Christus voor onze zonden is gestorven, zoals in de Schriften staat, dat hij is begraven en op de derde dag is opgewekt, zoals in de Schriften staat, en dat hij is verschenen aan Kefas en vervolgens aan de twaalf leerlingen. Daarna is hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders en zusters tegelijk, van wie er enkelen gestorven zijn, maar de meesten nu nog leven. Vervolgens is hij aan Jakobus verschenen en daarna aan alle apostelen. Pas op het laatst is hij ook aan mij verschenen, aan het misbaksel dat ik was. Want ik ben de minste van de apostelen, ik ben de naam apostel niet waard omdat ik Gods gemeente heb vervolgd. Alleen dankzij zijn genade ben ik wat ik ben. En zijn genade is bij mij niet zonder uitwerking gebleven. Integendeel, ik heb harder gezwoegd dan alle andere apostelen, niet op eigen kracht maar dankzij Gods genade. (NBV-vertaling)

Hij is gezien door Petrus en daarna door de twaalf apostelen samen. Later is Hij gezien door maar liefst 500 broeders tegelijk. Hoewel enkelen al gestorven zijn, leven de meesten nog. Interessant detail in dit bijbelvers is dat hij door 500 man tegelijk gezien is, en ... de meesten zijn nog steeds in leven. Dus, lijkt de schrijver (Paulus) te zeggen, als u mij niet gelooft, het bewijs loopt overal rond. Ga het maar vragen aan degenen die het gezien hebben. Ook dit lijkt toch wel een ijzersterk bewijs te zijn voor het feit dat Jezus werkelijk uit de dood is opgestaan.

Bron : “Brieven van een scepticus” van G. Boyd
1 Korinthiers  15  : 12  t/m 22
Indien nu Christus gepredikt wordt, dat Hij uit de doden opgewekt is, hoe zeggen sommigen onder u, dat er geen opstanding der doden is?  En indien er geen opstanding der doden is, zo is Christus ook niet opgewekt. En indien Christus niet opgewekt is, zo is dan onze prediking ijdel, en ijdel is ook uw geloof.  En zo worden wij ook bevonden valse getuigen Gods; want wij hebben van God getuigd, dat Hij Christus opgewekt heeft, Dien Hij niet heeft opgewekt, zo namelijk de doden niet opgewekt worden.  Want indien de doden niet opgewekt worden, zo is ook Christus niet opgewekt. En indien Christus niet opgewekt is, zo is uw geloof tevergeefs, zo zijt gij nog in uw zonden.  Zo zijn dan ook verloren, die in Christus ontslapen zijn.  Indien wij alleenlijk in dit leven op Christus zijn hopende, zo zijn wij de ellendigste van alle mensen.  Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, [en] is de Eersteling geworden dergenen, die ontslapen zijn.  Want dewijl de dood door een mens is, zo is ook de opstanding der doden door een Mens.  Want gelijk zij allen in Adam sterven, alzo zullen zij ook in Christus allen levend gemaakt worden. (NBG-vertaling)

Als u nu het heerlijke nieuws hebt gehoord dat Christus weer levend is geworden, hoe kunnen sommigen van u dan zeggen dat er geen enkele dode ooit weer levend wordt? Als zij gelijk hebben, is Christus ook niet uit de dood teruggekomen. En als Hij niet uit de dood teruggekomen is, kunnen wij wel ophouden Hem bekend te maken; dan is het zinloos in Hem te geloven. Erger nog, dan zijn wij bedriegers, omdat wij tegen God in hebben verklaard dat Hij Christus weer levend heeft gemaakt. Als er geen doden weer levend worden, kan dat niet waar zijn. Als er geen doden levend worden, is Christus ook niet weer levend gemaakt. En als Christus niet weer levend is geworden, dan heeft uw geloof geen betekenis en zijn uw zonden niet vergeven. Ja, dan zijn de gestorven gelovigen reddeloos verloren. Als wij alleen voor dit leven onze hoop op Christus hebben gevestigd, zijn wij meer te beklagen dan wie ook. Maar zo is het gelukkig niet! Christus is weer levend gemaakt, als eerste van de velen die gestorven zijn. Want zoals de dood door een mens is gekomen, is ook het nieuwe leven dank zij een Mens gekomen. Zoals alle mensen, als nakomelingen van Adam sterven, zo zullen ook alle volgelingen van Christus levend worden gemaakt. (Het Boek)


1 Thessalonicensen  4  : 13  t/m 18
Broeders en zusters, wij willen u niet in het ongewisse laten over de doden, zodat u niet hoeft te treuren, zoals zij die geen hoop hebben. Want als wij geloven dat Jezus is gestorven en is opgestaan, moeten wij ook geloven dat God door Jezus de doden naar zich toe zal leiden, samen met Jezus zelf. Wij zeggen u met een woord van de Heer: wij, die in leven blijven tot de komst van de Heer, zullen de doden in geen geval voorgaan. Wanneer het signaal gegeven wordt, de aartsengel zijn stem verheft en de bazuin van God weerklinkt, zal de Heer zelf uit de hemel neerdalen. Dan zullen eerst de doden die Christus toebehoren opstaan, en daarna zullen wij, die nog in leven zijn, samen met hen op de wolken worden weggevoerd en gaan we in de lucht de Heer tegemoet. Dan zullen we altijd bij hem zijn. Troost elkaar met deze woorden. (NBV-vertaling)


   Bijbeltekst toevoegen

Website('s) of documenten
 Did Christ Rise from the Dead? (Video)

 


  Terug


Versie december 2009