hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel

 

Bekijken Bijbelteksten

Trefwoord 
Wijzigen
Belasting

Categorie

Toelichting

Jezus betaalde belasting

In Mattheüs 22 vindt er een ontmoeting plaats tussen Jezus en een groep joodse schriftgeleerden. Zij proberen Hem klem te zetten door een vraag over het betalen van belasting te stellen: maar Jezus had hun boze opzet door en zei: ‘Waarom stelt u me op de proef, huichelaars? Laat me de belastingmunt zien.’ Ze reikten hem een denarie aan. Hij vroeg hun: ‘Van wie is dit een afbeelding en van wie is het opschrift?’ Ze antwoordden: ‘Van de keizer.’ Daarop zei hij tegen hen: ‘Geef dan wat van de keizer is aan de keizer, en geef aan God wat God toebehoort.’ Ze waren zeer verbaasd toen ze dit hoorden. Ze lieten hem staan en gingen weg. (Mattheüs 22:18-22)

In de val

De vraag “waar sta je eigenlijk voor?” wordt  in allerlei varianten aan Jezus gesteld door zijn tegenstanders.  Zij willen Jezus immers betrappen op een incorrect standpunt. In de kleine conversatie hierboven neemt de vraag “waar sta je voor?” een hele praktische gedaante aan: “hé Jezus, moeten we belasting betalen of niet?” Als Jezus zegt: “Je hoeft geen belasting te betalen” dan wordt hij voor de Romeinse overheid een oproerkraaier die mensen aanzet tot burgerlijke ongehoorzaamheid.Als hij zegt: “Je moet wel belasting betalen”  dan is hij voor de Farizeeën iemand die met de vijand heult en de keizer hoger acht dan God.Jezus laat zich niet vangen. Hij antwoordt: “Geef aan de keizer wat van de keizer is en geef aan God wat van God is”. Zijn ondervragers  druipen weer af om zich op te maken voor een volgende poging om Jezus ten val te brengen.

Kerk en staat

Veel theologen hebben deze bijbeltekst gebruikt voor een uitgebreide verhandeling over de relatie tussen kerk en staat. Maar het gaat Jezus hier mogelijk niet zozeer om de inhoud maar om de vorm van het gesprek. Je vraagt niet naar elkaars overtuiging met strikvragen of om de echo van je eigen gedachten te horen. Dat is nu zo en dat was toen zo. Een gedachtenspelletje om dit te illustreren: Stel dat de vraag “waar sta je voor?” nu aan jou gesteld zou worden. Wat zou dan je antwoord zijn? Zou je misschien aangeven dat er zoveel keuzes zijn dat je het soms ook niet meer weet? Zou je vertellen over jouw leven dat uniek is en nog niet af? Zou je voorzichtig vertellen over God? Stel… in het midden van jouw allerpersoonlijkste verhaal word je onderbroken. De vraagsteller stelt ineens de scheiding van kerk en staat aan de orde om zijn gelijk te halen op punten die voor hem belangrijk zijn… Dan zou je toch ook het gesprek afronden en beleefd groeten. Dat is dus precies wat Jezus deed.

Verborgen agenda

Jezus ziet de verborgen agenda van de farizeeën, die hun leerlingen naar Jezus sturen om hem met een strikvraag te pakken te krijgen. Een goed antwoord bestaat niet. Zijn ze benieuwd waar Jezus voor staat? Ik denk het niet. Ze willen die blasfemische persoon, die zegt de Zoon van God te zijn, op een legale manier oppakken om Zijn mond te snoeren.

Het probleem waar ze Jezus mee op willen zadelen, is de discussie tussen de herodianen en de farizeeën. De herodianen waren een joodse groepering, die trouw was aan de Romeinse keizer en aan Herodus zijn afgevaardigden. Zij vonden dat ook de joden belasting moesten betalen, terwijl de farizeeën vanuit de schrift overtuigd waren dat ze zichzelf slaaf van niemand mochten maken en dus ook niet van de keizer. Aan deze steen had het volk van God zich al eerder gestoten.

Schaakmat

Waarom zet Jezus beide partijen klem? Eigenlijk zegt Hij toch: betaal belasting, en kiest hiermee partij voor de herodianen? Wat er niet bij staat, is dat de Farizeeën, die beweerden dat ze niet onder een slavenjuk leefden omdat ze geen belasting wilden betalen, toch onder dit juk leefden. Ze gebruikten namelijk al het geld van de keizer.

Om uit dit verhaal argumenten te halen voor scheiding van kerk en staat, lijkt me inderdaad wat vergezocht. Wat wel verbazingwekkend is, is dat de leerlingen van de farizeeën en de herodianen afhaken. Ze kiezen er niet voor om Jezus te volgen, maar lopen weg. Ik heb wel eens het gevoel, dat christenen een discussie over geloofszaken heel graag willen winnen. De vraag is of dit de juiste insteek is. Jezus wint in dit Bijbelgedeelte, maar de hoorders lopen weg.

Bron : http://www.staatgeschreven.nl/2011/05/20/jezus-betaalde-belasting/


Bijbelteksten
Nehemia  5  : 1  t/m 13
De bevolking, en vooral de vrouwen, beklaagde zich luid over een aantal van hun Joodse volksgenoten. Sommigen zeiden: "We hebben veel zonen en dochters, en daarom willen we graan! We moeten eten, anders gaan we dood!" Anderen zeiden: "We hebben onze akkers, wijngaarden en huizen in onderpand gegeven om graan te kunnen kopen nu er honger heerst." Weer anderen zeiden: "We hebben onze akkers en wijngaarden moeten belenen om de belasting aan de koning te kunnen betalen. En nu onze akkers en wijngaarden in het bezit van anderen zijn, moeten we onze zonen en dochters als slaaf verkopen. Sommige van onze dochters zijn al slavin. Wij staan machteloos! Maar we zijn toch van hetzelfde vlees en bloed als onze volksgenoten, onze kinderen zijn toch niet minder dan die van hen!" Ik werd woedend toen ik hun klachten en de aangedragen feiten hoorde. Ik ging bij mezelf te rade en besloot de vooraanstaande burgers en de bestuurders ter verantwoording te roepen. Ik verweet hun dat zij rente van hun volksgenoten verlangden. In een grote vergadering die ik met het oog op hun gedrag bijeen had geroepen, zei ik tegen hen: "Voor zover het ons mogelijk was hebben wij de Joodse volksgenoten die zich aan vreemden hadden moeten verkopen, teruggekocht. En nu moeten we zelfs volksgenoten vrijkopen die door u worden verkocht!" Ze zwegen, ze wisten niet wat ze moesten zeggen. Ik vervolgde: "Wat u doet, is niet goed. Heb toch, bij alles wat u doet, ontzag voor onze God, anders haalt u zich de hoon van de vijandelijke volken op de hals! Ook ik, mijn broers en mijn mannen hebben geld en graan uitgeleend. Laten we nu deze schuld kwijtschelden! Geef hun daarom vandaag nog hun akkers terug, hun wijngaarden, olijfbomen en huizen, en scheld de rente kwijt van het geld en het graan, de wijn en de olie die u aan hen hebt geleend." Toen zeiden ze: "We zullen alles teruggeven en niets vorderen. We zullen doen wat u zegt," en in aanwezigheid van de priesters die ik had laten komen, liet ik hen zweren dat ze woord zouden houden. Vervolgens schudde ik de plooi van mijn mantel uit en zei: "Zo zal God iedereen uitschudden die zich niet aan deze afspraak houdt. Uitgeschud en berooid zal hij zijn, zonder huis of have." Alle aanwezigen riepen "Amen," en ze loofden de HEER. Iedereen kwam zijn belofte na.(NBV-vertaling)

Nehemia zag zich genoodzaakt om zijn bestuurders een eed te laten zweren om hen zich te laten gedragen. Ze hadden zich aan grootgrondbezit schuldig gemaakt. De arme Israëlieten moesten zelfs hun kinderen als slaaf verkopen om rond te kunnen komen.

Bron : spel "De Nationale Bijbelquiz"

   Bijbeltekst toevoegen

 


  Terug


Versie december 2009