hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel

 

Bekijken Bijbelteksten

Trefwoord 
Wijzigen
Christen (Hoe moet een christen leven?)

Categorie
OP ZOEK NAAR GOD
Apologetiek (Verdediging van het christelijk geloof)

Toelichting

Hoe moeten we als christen leven?

Hoe moeten we als christen leven? Hoe moet ik als christen leven? Wat moet ik doen om een goed christen te zijn?

 

Kolossenzen 3:5-13

Als christen moeten we twee dingen doen: we moeten bepaalde dingen afleggen én we moeten bepaalde dingen aandoen. Eigenlijk gaat het om een positieverandering die ook uiterlijke gevolgen heeft.

 

Voorbeeld

Een arme man die opeens het grote lot wint is niet alleen verstandelijk van arm naar rijk gegaan, het is ook zichtbaar. Hij heeft zijn oude versleten kleren ingeruild voor een mooi deftig pak. Hij leeft niet langer in een krot, maar in een mooi huis. Hij gaat niet meer te voet, maar heeft een prachtige auto.

 

Zo is het ook als christen: we zijn overgeplaatst van het koninkrijk van zonde, dood en duisternis naar het koninkrijk van het licht, het koninkrijk van Jezus. En dit is ook uiterlijk zichtbaar.

 

Afleggen

In de eerste plaats leggen we onze oude kleren af. We legen onze oude zondige, verkeerde gewoonten af. Welke zijn deze oude gewoonten? Zondige seksuele bevrediging, vuilheid, persoonlijke zonde, slechte verlangens, egoïsme, hebzucht, … Maar ook: bitterheid, niet kunnen vergeven, woede, boosheid, roddel, vuile taal, liegen, …

 

Laten we deze twee eens van dichterbij bekijken. De eerste lijst heeft alles te maken met onszelf. We denken alleen maar aan onszelf en zijn alleen maar met onszelf en onze eigen verlangens bezig. De tweede lijst is ook gericht op jezelf zijn, maar beïnvloed ook de relatie met anderen en God.

 

Hoe moeten we leven als christen? We moeten het ‘op onszelf gericht zijn’ afleggen. De bijbel noemt dit sterven aan onszelf. Niet langer opkomen voor onze eigen zaak en onze eigen verlangens. Vergelijk het met het volgende voorbeeld: kijk niet langer door de spiegel die alleen maar op jezelf gericht is en de ander en God niet ziet staan.

 

Aandoen

We hoeven niet langer naar onszelf te kijken, wat moeten we dan wel doen? Doe dan aan: medeleven, goedheid, nederigheid, zachtmoedigheid, geduld, verdraagzaamheid en vergeving (vers 12). Het uiterlijke kenmerk van een christen is dat hij gericht is op God en zijn medemens en niet op zichzelf. Hij ziet het leven door een glas, niet door een spiegel. We moeten er ons echter van bewust zijn dat we als christen moeten groeien en dat de gerichtheid op God en op elkaar een proces is. Zie het als volgt: als christen kijken we niet langer in een spiegel, we kijken door een glas, alleen is dat glas nog troebel. In ons christenleven leren we steeds helderder te kijken. Dit proces noemt  men heiliging.  Hoe gebeurt dit?

 

Heiliging: hoe groeien als christen?

Laten we samen Kolossenzen 3:14-17 lezen. De vraag die we ons hier stellen is: ‘Hoe kunnen we groeien in heiligheid?’.

 

Door de liefde

Doet de liefde aan. Het woord dat hier gebruikt wordt is het woord agape, wat onvoorwaardelijke liefde, een liefde die volledig op de ander gericht is, betekent. Hoe kunnen we liefhebben? Doordat God ons eerst heeft liefgehad en vanuit Zijn onvoorwaardelijke liefde Jezus, Zijn Zoon, naar de aarde gezonden heeft om in onze plaats te lijden en te sterven. We kunnen groeien als christen wanneer we opzien naar Gods onvoorwaardelijke liefde en vanuit deze liefde bewogen zijn met de mensen rondom ons. Liefde is een werkwoord het betekent: op de ander gericht zijn!

 

Door de vrede

We groeien doordat de vrede in onze harten heerst. Wat betekent dit eigenlijk? Vrede betekent een rein leven dat zijn groei en bloei vindt in de oprechte gemeenschap met God. Hoe kunnen we groeien als christen? Door onze relatie met God, door elke minuut van de dag met God te leven.

 

Door dankbaarheid

We groeien door dankbaarheid. Dankbaarheid wil zeggen dat we Gods liefde voor ons aanvaard hebben en leven vanuit een levende relatie met Hem. Dankbaarheid is het antwoord dat de mens schuldig is aan Gods onvoorwaardelijke liefde, zorg en vergeving. Hoe kunnen we onze dankbaarheid laten zien? Door te handelen naar Gods wil, door onze dankbaarheid openlijk te belijden. Daarom is het zo fijn om zondags bij elkaar te komen, het is een mogelijkheid om onze dankbaarheid naar God te uiten.

 

Door Gods Woord

Het Woord van God woont rijkelijk in u. Gods woord staat sterk verbonden met Zijn beloften. Hoe groeien we als christen? Door te leven vanuit Gods beloften. Wat is het bemoedigend om in Gods Woord Zijn beloften te zien . Welke beloften hebben we als christen?

-We zijn kinderen van God geworden.

-De relatie met God is volledig hersteld.

-De schuld van de wet is weggenomen, we hebben vergeving van zonde ontvangen.

-We hebben daardoor eeuwig leven ontvangen.

 

In Jezus’ Naam

We groeien als christen wanneer we ons bewust zijn van onze positie in Christus. Onze positie in Christus betekent dat we een zekere autoriteit hebben. Een cheque is pas geldig wanneer er een handtekening op staat. Een wet is pas geldig wanneer de koning er zijn handtekening onder gezet heeft. Het betekent wat dat Jezus voor ons gestorven is, onder ons leven zijn handtekening gezet heeft. Het betekent:

-dat we verlost zijn van zonde, dood en hel,

-dat we koningskinderen zijn en eens met God mogen heersen,

-het betekent dat we gezanten zijn van Gods liefde en God ons wil gebruiken om Zijn liefde uit te stralen,

-dat we erfgenaam zijn van Jezus en dat onze woning in de hemel is.

Laten we ons bewust zijn van de geweldige positie die we in Christus gekregen hebben.

 

Kolossenzen 3:2-3
“Bedenk de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn. Want gij zijt gestorven en uw leven is geborgen met Christus in God.”

 

Bron : http://jesusinsite.wordpress.com/bijbelstudies/studie-per-thema/radicaal-leven/hoe-groeien-als-christen-kolossenzen-3/


Bijbelteksten
Genesis  3  : 19
In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aardbodem wederkeert, omdat gij daaruit genomen zijt; want stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren. (NBG-vertaling)

De HERE heeft ons geschapen om te werken. Maar niet alleen om te werken: ook om van tijd tot tijd te rusten! Maar zo'n rustperiode bereidt je toch weer voor op je werk. Die opdracht gaf de HERE aan Adam en Eva in het paradijs: de aarde bebouwen ?n bewaren! En ondanks de zondeval bleef die opdracht. Sinds de val van Genesis 3 is het wel een werken "in het zweet uws aanschijns". Arbeid mag je, in gemeenschap met Christus, zien als een zegen en niet als een vloek. En door je arbeid kun je voorzien in je levensonderhoud en ook meedelen aan behoeftigen.
Leviticus  19  : 3
Ieder zal voor zijn moeder en zijn vader ontzag hebben en mijn sabbatten houden: Ik ben de HERE, uw God. (NBG-vertaling)


Leviticus  19  : 4
Laat je niet in met afgoden en maak geen godenbeelden. Ik ben de HEER, jullie God. (NBV-vertaling)


Leviticus  19  : 13
Beroof niemand en pers een ander niet af. Betaal een dagloner zijn loon nog op dezelfde dag uit. (NBV-vertaling)


Leviticus  19  : 15
Gij zult bij het rechtspreken geen onrecht doen; gij zult de arme niet begunstigen en de aanzienlijke niet voortrekken: op rechtvaardige wijze zult gij uw naaste berechten. (NBG-vertaling)

Rechters moeten bij hun uitspraken altijd rechtvaardig blijven en zich niet laten leiden door het feit of iemand rijk of arm is.
Leviticus  19  : 32
Sta op voor oude mensen en betoon hun respect. Toon ontzag voor je God. Ik ben de HEER. (NBV-vertaling)


Leviticus  25  : 35
Wanneer uw broeder verarmt en zich bij u niet meer staande kan houden, dan zult gij hem -vreemdeling en bijwoner- ondersteunen, opdat hij bij u in het leven blijve. (NBG-vertaling)

Wanneer iemand van jullie in armoedige omstandigheden raakt en zelf niet langer in zijn levensonderhoud kan voorzien, dan moet je hem de helpende hand bieden om verder te kunnen leven, als was hij een vreemdeling of een buitenlander die bij jullie woont. (Groot Nieuws Bijbel)
Leviticus  31  : 9
Wanneer je de graanoogst binnenhaalt, oogst dan niet tot aan de rand van de akker en raap wat blijft liggen niet bijeen. (NBV-vertaling)


Leviticus  31  : 10
En wanneer je bij de wijnoogst druiven plukt, loop dan niet alles nog eens na en raap niet bijeen wat op de grond is gevallen, maar laat het liggen voor de armen en de vreemdelingen. Ik ben de HEER, jullie God. (NBV-vertaling)
Leviticus  31  : 11
Steel niet, lieg niet en bedrieg je naaste niet. (NBV-vertaling)
Leviticus  31  : 12
Leg geen valse eed af als je bij mijn naam zweert, want daarmee ontwijd je de naam van je God. Ik ben de HEER. (NBV-vertaling)
Spreuken  6  : 6  t/m 11
Ga tot de mier, gij luiaard, zie haar wegen en word wijs: hoewel zij geen aanvoerder heeft, noch leidsman, noch heerser, bereidt zij in de zomer haar brood, verzamelt zij in de oogst haar spijs. Hoelang, luiaard, zult gij neerliggen, wanneer zult gij opstaan uit uw slaap? Nog even slapen, nog even sluimeren, nog even liggen met gevouwen handen – daar komt uw armoede over u als een snelle loper en uw gebrek als een gewapend man. (NBG-vertaling)

Mieren zijn kleine diertjes zonder kracht. Maar samen vormen ze een volk, ze horen bij elkaar en werken met elkaar. En wat zijn ze wijs: in de zomer verzamelen ze voedsel voor de winter. Zo houden ze rekening met de toekomst. Die door elkaar krioelende mierenmassa (het gaat kriskras, maar toch doelgericht!) kan de luiaard beschamen. Mieren zijn ons ten voorbeeld: ze werken hard, maar ze over werken zich niet. Ze arbeiden in de zomer, maar rusten in de winter.

Ga tot de mier, gij luiaard! Zie haar doen en laten en word wijs. Dat betekent: verander je gedrag en word een man met inzicht, toon karakter en denk aan je toekomst. Mieren hebben geen aanvoerder, leidsman of heerser. Toch heerst binnen die vele duizenden leden tellende kolonies mieren een wonderbaarlijke eendracht door de vrijwillige arbeid en door hun instinctieve vlijt. En de luiaard krijgt het advies om zijn stoel bij een mierenhoop neer te zetten (hij zal er zeker wel bij willen zitten!). En daar zie je ze rusteloos bezig met het verslepen van graankorrels; anderen slepen materiaal aan voor hun nest. De luiaard moet goed uit zijn ogen kijken. Het is bekend dat mieren van een bepaalde soort hele voorraden graankorrels onder de grond brengen en ze daar bewaren. Ongeveer 16 uur per dag zijn deze mieren bezig met hun arbeid. En het lijkt net of de graankorrels pootjes gekregen hebben!

Wat een wijsheid Gods zit er in één zo'n mierekopje! Juist in de zomer, als de oogst op het land staat, zijn ze in touw. Straks, na de oogst, is er immers niets meer te vinden. Dus moeten ze er nu bij zijn. Op tijd. Dan is er straks, in de winter, volop voedsel. En in die winter worden weer nieuwe mieren geboren, die dan ook te eten hebben. Zo zorgt de ene generatie voor de volgende. Wat een wijsheid! Er is geen baas onder de mieren; er wordt vrijwillig gewerkt en gestaakt wordt er niet. En dan vraagt Salomo: hoe lang, luiaard, zul jij neerliggen, wanneer sta je nu eindelijk eens op?

En dan antwoordt de luiaard: nog éven slapen en sluimeren, nog even blijven liggen, nog even met de armen over elkaar... Het „liggen met gevouwen handen" (Spreuken 6:10) heeft geen betrekking op het gebéd van de luiaard! Het betekent: nog even liggen met je armen over elkaar zie Spreuken 6:10, vertaling GNB). En dan vinden we Salomo's reactie in vers 11: de armoede overvalt je als een „snelle loper". Dat woord kan ook betekenen: rover of aanrander. Het gebrek overrompelt je, zoals een gewapend man je overrompelt! De wegen in het oude Oosten werden dikwijls door dergelijke lieden (rovers, aanranders, gewapende mannen, zwervers) onveilig gemaakt En zo wordt ook deze luiaard overrompeld. En komt "uw armoede" over u. Dat betekent: de armoede die je verdiend hebt! Omdat je in je arbeid de HERE niet wilt vrezen, ontvang je als straf: armoede.

Bron : "Maar één keer jong" van ds. M.J.C. Blok (gereformeerd vrijgemaakt predikant te Apeldoorn)
Spreuken  19  : 17
Wie zich over de arme ontfermt, leent de HERE; Hij zal hem zijn weldaad vergelden. ?(NBG-vertaling)

Wie arme mensen helpt, is een vreugde voor de Here; Hij zal hem daarvoor belonen.
Spreuken  25  : 21  t/m 22
Indien dengene, die u haat, hongert, geef hem brood te eten; en zo hij dorstig is, geef hem water te drinken; Want gij zult vurige kolen op zijn hoofd hopen, en de HEERE zal het u vergelden. (Statenvertaling)

Als je vijand honger heeft, geef hem dan te eten, als hij dorst heeft, geef hem dan te drinken. Dan stapel je gloeiende kolen op zijn hoofd, en de HEER zal je belonen.

Kanttekening bij de Statenvertaling
Vurige kolen : Dat is, gij zult hem daartoe drijven, dat hij de vijandschap, die hij jegens u heeft, haast van zich werpt; gelijk iemand, wien gloeiende kolen op het hoofd gelegd zouden worden, die terstond zou afschudden. Of, gij zult zijn hart vermurwen en gedwee maken, dat hij van zijn ongelijk overtuigd zal zijn; gelijk de smede het ijzer met gloeiende kolen vermurwen.
Prediker  5  : 1  t/m 2
Wees niet te snel met uw mond, en uw hart haaste niet een woord voort te brengen voor Gods aangezicht; want God is in den hemel, en gij zijt op de aarde; daarom laat uw woorden weinig zijn. Want [gelijk] de droom komt door veel bezigheid, alzo de stem des zots door de veelheid der woorden. (Statenvertaling)

Wees niet te haastig met je woorden en doe God niet overijld met heel je hart geloften. Want God is in de hemel en jij bent op aarde, dus moet je spaarzaam met je woorden zijn. Drukte leidt tot dromerij en veel praten tot gebazel.
Prediker  5  : 3  t/m 6
Wanneer gij een gelofte aan God zult beloofd hebben, stel niet uit dezelve te betalen; want Hij heeft geen lust aan zotten; wat gij zult beloofd hebben, betaal het. Het is beter, dat gij niet belooft, dan dat gij belooft en niet betaalt. Laat uw mond niet toe, dat hij uw vlees zou doen zondigen; en zeg niet voor het aangezicht des engels, dat het een dwaling was; waarom zou God grotelijks toornen, om uwer stemme wille, en verderven het werk uwer handen? Want gelijk in de veelheid der dromen ijdelheden zijn, alzo [in] veel woorden; maar vrees gij God! (Statenvertaling)

Wanneer je God toch een gelofte doet, los die dan ook spoedig in. God is niet gesteld op dwazen. Los dus je geloften in. Je kunt beter geen gelofte doen dan een gedane gelofte niet inlossen. Sta je mond geen loze, zondige geloften toe en zeg niet naderhand tegen de priester dat ze een vergissing waren. Wil je soms dat God zich kwaad maakt over dergelijk gepraat en moet hij wat je hebt bereikt te gronde richten? Dromerij en lege woorden zijn er al genoeg. Dus heb ontzag voor God.
Mattheus  5  : 7
Zalig zijn de barmhartigen; want hun zal barmhartigheid geschieden. (Statenvertaling)

Gelukkig zijn de mensen met een liefdevol en helpend hart, want zij zullen zelf liefde ontmoeten en hulp ontvangen.
Mattheus  6  : 24
Niemand kan twee heren dienen, want hij zal de ene haten en de andere liefhebben, zich aan de ene hechten en de andere minachten; gij kunt niet God dienen en Mammon. (NBG-vertaling)

Geld mogen wij niet aanbidden. Mammon is de god van het geld. Velen zijn er die geld aanbidden zonder dat ze het zo grif toegeven. Mammon is een populaire god in onze maatschappij. Rijkdom mogen wij niet aanbidden.
Mattheus  7  : 3  t/m 5
Waarom kijk je naar de splinter in het oog van je broeder of zuster, terwijl je de balk in je eigen oog niet opmerkt? Hoe kun je tegen hen zeggen: “Laat mij de splinter uit je oog verwijderen,” zolang je nog een balk in je eigen oog hebt? Huichelaar, verwijder eerst de balk uit je eigen oog, pas dan zul je scherp genoeg zien om de splinter uit het oog van je broeder of zuster te verwijderen. (NBV-vertaling)
Handelingen  20  : 35
"In alles heb ik u getoond dat u de zwakken zo, door hard te werken, moet steunen, indachtig de woorden van de Heer Jezus, die immers gezegd heeft: Geven maakt gelukkiger dan ontvangen." (NBV-vertaling)
Romeinen  13  : 1
Ieder mens moet zich onderwerpen aan de overheden, die boven hem staan. Want er is geen overheid dan door God en die er zijn, zijn door God gesteld. (NBG-vertaling)

Wij mogen uitsluitend God aanbidden. Hoewel wij aan gezagsdragers de gepaste eerbied tonen, mogen wij geen politieke systemen verheerlijken, of ze nu wereldse of godsdienstige instellingen zijn, want het is net door zulke organisaties dat de satan iedereen overhaalt om hem te aanbidden, uitgenomen wie in het boek des levens staat.
1 Korinthiers  6  : 1  t/m 8
Hoe durft u onderlinge rechtsgeschillen voor ongelovigen te brengen in plaats van voor de gelovigen! Weet u dan niet dat Gods heiligen over de wereld zullen oordelen? En als u over de wereld zult oordelen, zou u dan niet in staat zijn om te oordelen over de meest onbeduidende rechtsgeschillen? Weet u niet dat wij over engelen zullen oordelen? Dan kunnen we dat toch zeker ook over alledaagse zaken? Wilt u werkelijk uw alledaagse geschillen aanhangig maken bij mensen die bij de gemeente geen aanzien genieten? U moest u schamen. Is er dan niet één wijs mens onder u die tussen broeders en zusters uitspraak kan doen? Is het werkelijk nodig dat de een de ander voor het gerecht sleept, en nog wel voor dat van ongelovigen? Het is al treurig genoeg dat er rechtsgeschillen bij u voorkomen. Waarom lijdt u niet liever onrecht? Waarom laat u zich niet liever benadelen? In plaats daarvan begaat u zelf onrecht en benadeelt u anderen, en dan nog wel broeders en zusters. (NBV-vertaling)
Galaten  5  : 16  t/m 18
Ik zeg u dus: "Laat u leiden door de Geest, dan bent u niet gericht op uw eigen begeerten. Wat wij uit onszelf najagen is in strijd met de Geest, en wat de Geest verlangt is in strijd met onszelf. Het een gaat in tegen het ander, dus u kunt niet doen wat u maar wilt. Maar wanneer u door de Geest geleid wordt, bent u niet onderworpen aan de wet." (NBV-vertaling)
Efeziers  4  : 28
Laat wie steelt niet meer stelen, maar eerlijk de kost verdienen door zelf hard te werken om iets weg te kunnen geven aan wie het nodig heeft. (NBV-vertaling)

Ook in het Nieuwe Testament wordt de arbeid beslist niet ondergewaardeerd.
Filippensen  2  : 4
Heb niet alleen uw eigen belangen voor ogen, maar ook die van de ander. (NBV-vertaling)

Denk niet alleen aan uw eigen zaken, maar heb ook belangstelling voor wat een ander doet.
1 Timotheus  5  : 3  t/m 8
Ondersteun weduwen die alleen staan. (NBV) Maar indien een weduwe kinderen of kleinkinderen heeft, laten zij dan eerst aan eigen familie godsvrucht tonen en aan het vorig geslacht vergelden wat zij hun te danken hebben, want dit is welgevallig aan God. (NBG) Een weduwe die helemaal alleen staat, houdt haar hoop op God gevestigd en blijft smeken en bidden, dag en nacht. Maar een weduwe die losbandig leeft, is levend dood. Houd hun dit voor, zodat ze een onberispelijk leven kunnen leiden. Wie niet voor de eigen familie zorgt, zelfs niet voor huisgenoten, heeft het geloof verloochend en is slechter dan een ongelovige. (NBV-vertaling)

Zorg voor de weduwen, als zij tenminste niemand anders hebben die voor hen zorgt. Als een weduwe echter kinderen of kleinkinderen heeft, moeten die voor haar zorgen. Zij moeten allereerst aan hun eigen familieleden tonen wat het betekent om met God te leven. Dit zal zichtbaar worden in hun zorg voor ouders en grootouders. Dat is Gods wil en een vreugde voor Hem. Een echte weduwe, die in deze wereld niemand meer heeft, vertrouwt op God en zal dag en nacht zijn hulp zoeken en tot Hem bidden. Maar een weduwe die er maar op los leeft, is levend dood. Dit moet je de christenen voorschrijven Timothes, zodat er niets op hun levenswijze aan te merken zal zijn. Wie niet voor zijn eigen familieleden wil zorgen, als die hulp nodig hebben, in het bijzonder als ze tot zijn eigen gezin horen, mag zich geen christen noemen. Zo iemand is slechter dan een ongelovige.
Jakobus  3  : 14  t/m 16
Maar als u zich laat beheersen door bittere jaloezie of egoïsme, kunt u beter niet zo hoog van de toren blazen; u zou de waarheid geweld aandoen. Dat soort wijsheid komt niet van boven; ze is aards, ongeestelijk, demonisch. Waar jaloezie en egoïsme heersen, vieren wanorde en allerlei kwaad hoogtij.(NBV-vertaling)
1 Petrus  5  : 3
Stel u niet heerszuchtig op tegenover de kudde die aan u is toevertrouwd, maar geef het goede voorbeeld. (NBV-vertaling)

Probeer niet de baas te spelen over mensen die u zijn toevertrouwd, maar wees een voorbeeld voor hen.
Onbekend/Anders

   Bijbeltekst toevoegen

 


  Terug


Versie december 2009