hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel

 

Bekijken Bijbelteksten

Trefwoord 
Wijzigen
Kleding

Categorie

Toelichting

De meest populaire god was Baäl, de god van de vruchtbaarheid. Hij werd soms afgebeeld in de vorm van een stier vanwege zijn sterke geslachtsdrift. Maar vaak hadden de Baälbeelden ook de vorm van een penis of iets wat daaraan deed denken: de gewijde paal (Deuteronomium 7 : 5 en 12 : 3). Het woord 'Baäl' werd ook wel gebruikt om de geslachtsdaad aan te duiden, vooral als rituele handeling om God te aanbidden. [1] Om de geslachtsdrift tijdens de godsdienstige rituelen aan te wakkeren droegen de mannen soms vrouwenkleding en de vrouwen mannenkleding. Vandaar het verbod: "Een vrouw zal geen mansklederen dragen en een man geen vrouwenkleed aantrekken" (Deuteronomium 22:5).

Bron : [1] citaat boek "Medicine in the Bible" van C.J. Brim, Froben Press, New York, 1936, blz. 140

Kledingvoorschrift
Er zijn christenen, die in deze tekst een voorschrift voor de mode zien, dat wil zeggen de vrouwenkleding mag niet gaan lijken op de kleding van de man en omgekeerd. Heel concreet gezegd: een vrouw mag geen broek dragen en een man geen rok. Als we dit vers zo opvatten, komen we wel met twee problemen te zitten. Ten eerste zullen we moeten bedenken dat in vroeger tijden het onderscheid tussen mannen- en vrouwenkleding veel en veel geringer was dan nu. Men droeg een overkleed met daaronder een onderkleed en die zagen eruit als een soort kimono. Wij zouden dat vanuit onze cultuur vrouwenkleding noemen. Denk maar aan de kleding van de mannen in het midden-oosten. Van een pantalon had men geen weet in de bijbelse tijden. De mode is later uit elkaar gegroeid waardoor er een groot onderscheid kwam. Op dit moment leven we in het westen in een tijd dat dit onderscheid weer kleiner wordt. Daar kunnen allerlei redenen voor aangevoerd worden, als bijvoorbeeld emancipatiedrang en dergelijke, die we niet zo op prijs stellen, maar het feit blijft dat tegen een vervlakking van het onderscheid principieel niet veel in te brengen valt. De bijbel schrijft de vrouw niet een rok en de man een broek voor. De Bijbel geeft geen modevoorschrift.

Letterlijke betekenis voor ons
We zitten met nog een tweede moeilijkheid. Als we dit vers namelijk wel als een soort modevoorschrift hanteren, hoe moeten we dan aan met de erop volgende verzen. In vers 11 lezen we namelijk het verbod om een kleed te dragen dat uit tweeërlei stof is samengesteld. Als we vers 5 als een voorschrift voor de soort kledij beschouwen dan zullen we vers 11 precies zo moeten opvatten. Dan zouden we alleen maar zuiver wollen of zuiver katoenen kleding mogen dragen. Er is echter praktisch geen pak of japon te krijgen die voor 100% zuiver uit één soort materiaal is samengesteld. En als we deze geboden in volstrekte zin, letterlijk nemen dan zouden we aan onze kleren vier gedraaide snoeren moeten dragen, want dat schrijft vers 12 voor. Nu voelen we allen dat de geboden van vers 9-12 niet in letterlijke zin voor ons gelden. Maar waarom het gebod van vers 5 dan wel letterlijk toegepast en dat dan in de zin van een modevoorschrift?

Moreel voorschrift
Het voorgaande neemt niet weg, dat God ook ons in de twintigste eeuw door deze geboden iets te zeggen heeft. Deuteronomium 22:5-12 behoort tot het woord van God en heel het woord van God bevat lering voor ons in deze tijd. De vraag is alleen welke lering dat is. In geval van vers 5 zou het om een moreel voorschrift kunnen gaan. God zou het dragen van kleding van de andere sexe dan verbieden met het oog op homofiele praktijken of in verband met zinnelijke prikkeling. Maar dan gaat het erom dat een vrouw daadwerkelijk de kleding van een man aandoet en omgekeerd een man de kleren van een vrouw aantrekt: om de eigen zinnen te prikkelen of om er contact door te krijgen met individuen van het eigen geslacht. Als dat de zin van het verbod zou zijn, dan geldt voor ons hetzelfde, want in het Nieuwe Testament wordt ons opgedragen af te wijken van alle onreinheid (Efeziërs 4:19 en 20, Kolossenzen 3:5).

Symbolische betekenis
Het is gezien de verzen 9-12 echter zeer de vraag of we met een moreel voorschrift te maken hebben. Het ligt veel meer voor de hand, dat God hier voor Israël geboden geeft, waar zij letterlijk mee te maken hadden, maar waar een symbolische zin in zit. Dan hebben wij niet met de letterlijke, maar wel met de symbolische zin te maken. We hebben een gegronde reden voor deze opvatting. In Deuteronomium 25:4 staat namelijk het voorschrift dat een Israëliet een dorsende os niet mocht muilbanden. Uit 1 Korinthiërs 9:9-11 laat Paulus uitkomen, dat dit gebod, dat letterlijk voor de Israëliet gold, voor ons een geestelijke betekenis heeft. De os mocht eten van het werk dat hij deed, zo mag een arbeider van de Heer leven van het evangelie dat hij brengt. Welnu, verschillende voorschriften van Deuteronomium 22 hebben met kleding te maken. Symbolisch gezien, wijst kleding op gedrag, op levensopenbaring. We zien dat in Kolossenzen 3:8 en 12 waar we de uitdrukkingen 'leg dan af' en 'doet dan aan' aantreffen. Dat zijn uitdrukkingen die met afleggen en aandoen van kleding te maken hebben. Heel duidelijk vinden we dat in Romeinen 13:14 waar staat: "Maar doet aan de Heere Jezus Christus". Dat houdt in, dat we in ons gedrag de Here Jezus moeten laten zien, door Hem na te volgen. Dat een Israëliet niet een kleed van tweeërlei stof mocht dragen, betekent voor ons dat we niet enerzijds het kleed van de wereld en anderzijds het christelijke kleed moeten vertonen. Niet half met de wereld meedoen en half christen zijn.

Dat een man geen vrouwenkleed moet aandoen en de vrouw geen mannenkleed, houdt voor ons in, dat een man zich werkelijk als man moet gedragen en ook hoofd van het gezin moet wezen en niet een pantoffelheld. Omgekeerd moet de vrouw zich niet als man opstellen en menen dat ze over de man heersen moet. We zeggen dat met een uitdrukking heel treffend, want van een vrouw die zich zo gedraagt zeggen we: "Ze heeft de broek aan". Het voorschrift van Deuteronomium 22:5 kan dus een morele betekenis hebben, dan houdt het in dat we geen kleding van de andere sexe mogen gebruiken voor onzedelijke handelingen. Gezien het karakter van de andere voorschriften ligt het meer voor de hand dat het om een voorschrift gaat waar een zinnebeeldige les in ligt, namelijk dat een man zich niet als een vrouw en een vrouw zich niet als een man moet gedragen.

Het Nieuwe Testament geeft ons geen aanwijzingen over de soort van kleding van vrouwen en mannen. Over rok of broek wordt niet gesproken. Er staat echter wel dat de vrouw zich moet tooien in "eerbaar gewaad, met schaamte en matigheid" of "met waardige klederdracht, zedig en ingetogen" (1 Timothëus 2:9 en 10, vergelijk 1 Petrus 3:3). Dat komt hier op neer, dat men zich moet wachten voor opzichtige kleding enerzijds, en zinnenprikkelende anderzijds.

Bron : Jaap Fijnvandraat, evangelist (Vergadering van gelovigen)

Voor het verbod van broeken dragen door vrouwen beroept men zich op Deuteronomium. 22: 5. In datzelfde hoofdstuk staat echter ook, dat men geen kleed van tweeërlei stof mag dragen (vs.11) en dat men gedraaide snoeren aan zijn kleding moet hebben (vs.12). Daar houdt men zich echter niet aan omdat we niet staan onder de ceremoniële wetten van Israël. De vraag is nu of Deuteronomium 22: 5 een ceremonieel of een zedelijk/moreel voorschrift is. In ieder geval moeten we bedenken dat het in Deuteronomium 22: 5 niet gaat om een mode-voorschrift. De mode was vroeger in het oosten zo, dat mannen en vrouwen veelal rokken droegen met een soort kimono's erover heen. Later gingen de mannen broeken dragen en kwam er een groot onderscheid tussen mannen- en vrouwenkleding. Op dit moment zien we het omgekeerde, dat de vrouwenmode zich meer naar de mannenmode toebuigt. We kunnen dat betreuren of niet, maar je kunt daartegen niet Deuteronomium 22: 5 in het geweer brengen.

De bedoeling van dit voorschrift net als dat van geen kleed van tweeërlei stof dragen en dat van de akker niet met twee soorten zaad bezaaien zou kunnen zijn, dat God daarmee een les wil geven aan zijn volk dat hij geen vermenging wil van wat niet bij elkaar hoort. Dan heeft het dus een enigszins ceremonieel karakter en hebben wij er in letterlijke zin niet mee te maken. Dat er voor ons een geestelijke les in zit is een andere kwestie, net zoals dat het geval is met het niet muilkorven van een dorsende os ( vgl. Deuteronomium 25: 4 met 1 Korinthiërs 9: 9,10). In dat voorschrift ziet Paulus immers een aanwijzing voor ons dat een prediker van het evangelie mag leven.

Er is echter ook een andere verklaring mogelijk, namelijk dat we met een moreel voorschrift te doen hebben. En wel dit, dat een vrouw zich niet als man en een man zich niet als vrouw verkleden mocht om daarmee onzedelijke praktijken te bedrijven. Als dat het doel is, is het nu net zo verkeerd als toen. Dat doel zit er bij vrouwen die een broek dragen echter niet achter.

Wel moeten we de trend om broeken te dragen -wat zijn oorsprong betreft- zien als een drang naar emancipatie, maar als de broek voor de vrouw een algemeen geaccepteerd verschijnsel is en dat is ze nu wel, dan vervalt dat aspect en speelt het geen rol meer. Net zomin als de spijkerbroek nog het kenmerk van provo-zijn is.

Bron : Jaap Fijnvandraat, evangelist (Vergadering van Gelovigen)


Bijbelteksten
Leviticus  13  : 4  t/m 7
Maar zo de blaar in het vel zijn vleses wit is, en haar aanzien niet dieper is dan het vel, en het haar niet [in] wit veranderd is, zo zal de priester hem, die de plaag heeft, zeven dagen opsluiten. Daarna zal de priester op den zevenden dag hem bezien; indien, ziet, de plaag, naar dat hij zien kan, is staande gebleven, [en] de plaag in het vel niet uitgespreid is, zo zal de priester hem zeven andere dagen opsluiten. En de priester zal hem andermaal op den zevenden dag bezien; indien, ziet, de plaag ingetrokken, en de plaag in het vel niet uitgespreid is, zo zal de priester hem rein verklaren; het was een verzwering; en hij zal zijn klederen wassen, zo is hij rein. Maar zo de verzwering in het vel ganselijk uitgespreid is, nadat hij aan den priester tot zijn reiniging zal vertoond zijn, zo zal hij andermaal aan den priester vertoond worden. (Statenvertaling)

Als een Jood onrein was geworden door een besmettelijke ziekte, moest hij een periode van reiniging en afzondering in acht nemen. Dat was gebaseerd op de regel in deze bijbelverzen, waar staat dat de priester een besmette patiënt 14 dagen moest opsluiten en daarna al of niet rein verklaren.
Deuteronomium  22  : 5  11 en 12
Een vrouw zal geen mansklederen dragen en een man geen vrouwenkleed aantrekken, want ieder die deze dingen doet, is de HERE, uw God, een gruwel. (NBG-vertaling)

Gij zult u niet kleden met een kleed van tweeërlei stof, wol en linnen tezamen. Gij zult u gedraaide snoeren maken aan de vier hoeken van het kleed, waarmee gij u bedekt. (NBG-vertaling)

Er zijn christenen, die in deze tekst een voorschrift voor de mode zien, dat wil zeggen de vrouwenkleding mag niet gaan lijken op de kleding van de man en omgekeerd. Heel concreet gezegd: een vrouw mag geen broek dragen en een man geen rok. Als we dit vers zo opvatten, komen we wel met twee problemen te zitten. Ten eerste zullen we moeten bedenken dat in vroeger tijden het onderscheid tussen mannen- en vrouwenkleding veel en veel geringer was dan nu. Men droeg een overkleed met daaronder een onderkleed en die zagen eruit als een soort kimono. Wij zouden dat vanuit onze cultuur vrouwenkleding noemen. Denk maar aan de kleding van de mannen in het midden-oosten. Van een pantalon had men geen weet in de bijbelse tijden. De mode is later uit elkaar gegroeid waardoor er een groot onderscheid kwam. Op dit moment leven we in het westen in een tijd dat dit onderscheid weer kleiner wordt. Daar kunnen allerlei redenen voor aangevoerd worden, als bijvoorbeeld emancipatiedrang en dergelijke, die we niet zo op prijs stellen, maar het feit blijft dat tegen een vervlakking van het onderscheid principieel niet veel in te brengen valt. De bijbel schrijft de vrouw niet een rok en de man een broek voor. De Bijbel geeft geen modevoorschrift.

Letterlijke betekenis voor ons
We zitten met nog een tweede moeilijkheid. Als we dit vers namelijk wel als een soort modevoorschrift hanteren, hoe moeten we dan aan met de erop volgende verzen. In vers 11 lezen we namelijk het verbod om een kleed te dragen dat uit tweeërlei stof is samengesteld. Als we vers 5 als een voorschrift voor de soort kledij beschouwen dan zullen we vers 11 precies zo moeten opvatten. Dan zouden we alleen maar zuiver wollen of zuiver katoenen kleding mogen dragen. Er is echter praktisch geen pak of japon te krijgen die voor 100% zuiver uit één soort materiaal is samengesteld. En als we deze geboden in volstrekte zin, letterlijk nemen dan zouden we aan onze kleren vier gedraaide snoeren moeten dragen, want dat schrijft vers 12 voor. Nu voelen we allen dat de geboden van vers 9-12 niet in letterlijke zin voor ons gelden. Maar waarom het gebod van vers 5 dan wel letterlijk toegepast en dat dan in de zin van een modevoorschrift?

Bron : Jaap Fijnvandraat, evangelist (Vergadering van gelovigen)
Mattheus  6  : 25  t/m 26
Daarom zeg Ik u: Weest niet bezorgd over uw leven, wat gij zult eten [of drinken], of over uw lichaam, waarmede gij het zult kleden. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding? Ziet naar de vogelen des hemels: zij zaaien niet en maaien niet en brengen niet bijeen in schuren, en toch voedt uw hemelse Vader die; gaat gij ze niet verre te boven? (NBG-vertaling)

De Here Jezus heeft zelf zijn bezorgde kinderen verwezen naar de vogels van de hemel.We moeten niet bezorgd zijn over ons leven, wat we zullen eten of drinken, of over ons lichaam, waarmee wij het zullen kleden. God zorgt ook voor de vogels. Zal Hij dan ook niet voor ons zorgen?
1 Timotheus  2  : 9
Evenzo, dat de vrouwen zich sieren met waardige klederdracht, zedig en ingetogen, niet met haarvlechten en goud of paarlen en kostbare kleding, (NBG-vertaling)

Ook wil ik dat de vrouwen zich waardig, sober en ingetogen kleden. Ze moeten niet opvallen door een opzichtige haardracht, dure kleding, goud of parels. (NBV-vertaling)

De Bijbel draagt ons op om ons bescheiden te kleden. Mensen die zich bescheiden kleden, kleden zich op een zodanige manier dat zij hiermee geen aandacht op zichzelf vestigen.

   Bijbeltekst toevoegen

 


  Terug


Versie december 2009