1 Samuel
5
De Filistijnen hadden de ark Gods buitgemaakt en haar van Eben-Hazer naar Asdod gebracht. Toen namen de Filistijnen de ark Gods, brachten haar in de tempel van Dagon en zetten haar neer naast Dagon. Toen de Asdodieten de volgende morgen vroeg opstonden, zie, Dagon was op zijn gezicht ter aarde gevallen voor de ark des HEREN; en zij namen Dagon en zetten hem weer op zijn plaats. Maar toen zij de volgende morgen vroeg opstonden, zie, Dagon was op zijn gezicht ter aarde gevallen voor de ark des HEREN, maar het hoofd van Dagon en zijn beide handen lagen afgehouwen op de drempel, slechts de romp was nog over. Daarom treden de priesters van Dagon en allen die de tempel van Dagon binnengaan, niet op de drempel van Dagon te Asdod, tot op de huidige dag. (NBG-vertaling)
Een prachtig verhaal, waar duidelijk wordt dat de God van Israël boven alle andere (af)goden is verheven. De Filistijnse afgod 'Dagon' wordt vernederd tot in het stof. Deze god werd afgebeeld met het lichaam van een vis en met het gezicht en de handen van een mens. Sporen van de verering van Dagon vinden wij ook bij de Phoeniciërs, maar hij was oorspronkelijk Assyrisch-Babylonisch. Als vis met een mensenhoofd staat op Assyrische monumenten. De vrouwelijke partner van Dagon was 'Derketo' of 'Atargatie' (ook wel 'Athtar' of 'Astarte' genoemd! In 1 Samul 31:10 wordt gesproken over de tempel van Astarte als er een tempel van Atargetis-Derketo wordt bedoeld.).
Nadat de Filistijnen de ark van God hadden buitgemaakt en deze naar de tempel van hun afgod Dagon in Asdod brachten en hem naast hun afgodsbeeld zetten, gebeurt er iets bijzonders. Toen de inwoners van de stad de volgende morgen de ark kwamen bekijken, was het beeld van Dagon met zijn gezicht op de grond voor de ark van God gevallen! Zij zetten het beeld weer overeind, maar de volgende morgen was de afgod opnieuw met zijn gezicht naar beneden gevallen. Deze keer waren zijn handen en het hoofd afgebroken en lagen ze op de drempel van de deur. Opnieuw werd duidelijk dat de God van Israël de enige en waarachtige God is.
Bron : "De geheime wereld achter occultisme" van Wilkin van de Kamp, blz. 21
|
