hoofdmenu | Zoek op Categorie | Zoek op Trefwoord | Nieuw | Zoeken | Bijbel

 

Bekijken Bijbelteksten

Trefwoord 
Wijzigen
Geesten van doden raadplegen

Categorie
Occultisme

Toelichting
Geesten van doden raadplegen
God veroordeelde het raadplegen van de 'geesten van de doden', omdat het onmogelijk is iemand 'uit de dood' tevoorschijn te laten komen of op te roepen om met mensen op aarde in contact te komen (Lucas 16:31). In werkelijkheid hebben we te maken met demonen, die zich nu eens niet voordoen als een 'engel des lichts' (2 Corinthiërs 11:14), maar als de persoon in kwestie die in een seance wordt 'opgeroepen'. De geestelijke wereld is net zo reëel als de zichtbare wereld om ons heen. Demonen zijn op de hoogte van onze dagelijkse wandel (met of zonder God). God vraagt zelfs aan satan of hij acht op Job heeft geslagen (Job 1:8). Op zijn zwerftocht over de aarde (Job1:7) is Job satan blijkbaar niet ontgaan. Hij blijkt geheel op de hoogte te zijn van Jobs handel en wandel. De kennis die demonen hebben over o.a. overleden personen, wordt door hen misbruikt om tijdens een seance zo te verschijnen dat het lijkt alsof de opgeroepen geest van de overledene inderdaad uit de dood is verschenen. Dit verklaart ook waarom de antwoorden op de gestelde vragen veelal correct zijn. Daarom leert de Bijbel ons dat satans gedachten ons niet onbekend dienen te zijn (2 Corinthiërs 2:11).

Bron : "De geheime wereld achter occultisme" van Wilkin van de Kamp, blz. 42

Bijbelteksten
Leviticus  19  : 31
Gij zult u niet wenden tot de geesten van doden of tot waarzeggende geesten, gij zult hen niet zoeken, om u met hen te verontreinigen: Ik ben de HERE, uw God. (NBG-vertaling)

Het raadplegen van de geesten van overledenen (in werkelijkheid boze geesten) wordt in de Bijbel scherp veroordeeld.

Bron : "De geheime wereld achter occultisme" van Wilkin van de Kamp, blz. 42 t/m 46, 124 en 125
Leviticus  20  : 6
En iemand, die zich tot de geesten van doden of tot waarzeggende geesten wendt, om die overspelig na te lopen tegen zo iemand zal Ik mijn aangezicht keren en hem uit het midden van zijn volk uitroeien. (NBG-vertaling)

Het raadplegen van de geesten van overledenen (in werkelijkheid boze geesten) wordt in de Bijbel scherp veroordeeld.

Bron : "De geheime wereld achter occultisme" van Wilkin van de Kamp, blz. 42 t/m 46, 124 en 125
Leviticus  20  : 27
Wanneer een man of een vrouw door zich de geest van een dode laat spreken of een waarzeggende geest bezit, zullen zij zeker ter dood gebracht worden; stenigen zal men hen, hun bloedschuld is op hen. (NBG-vertaling)

Het raadplegen van de geesten van overledenen (in werkelijkheid boze geesten) wordt in de Bijbel scherp veroordeeld.

Bron : "De geheime wereld achter occultisme" van Wilkin van de Kamp, blz. 42 t/m 46, 124 en 125
Deuteronomium  18  : 9  t/m 14
Wanneer gij gekomen zijt in het land dat de HERE, uw God, u geven zal, dan zult gij niet leren doen naar de gruwelen van die volken. Onder u zal er niemand worden aangetroffen, die zijn zoon of zijn dochter door het vuur doet gaan, die waarzeggerij pleegt, geen wichelaar, uitlegger van voortekenen, of tovenaar, geen bezweerder, niemand, die de geest van een dode of een waarzeggende geest ondervraagt of die de doden raadpleegt. Want ieder die deze dingen doet, is de HERE een gruwel, en ter wille van deze gruwelen drijft de HERE, uw God, hen voor u weg. Gij zult onberispelijk staan tegenover de HERE, uw God; want deze volken, die gij verdrijven zult, luisteren naar wichelaars en waarzeggers, maar u heeft de HERE, uw God, dit niet toegelaten.vertaling)

Het raadplegen van de geesten van overledenen (in werkelijkheid boze geesten) wordt in de Bijbel scherp veroordeeld.

Bron : "De geheime wereld achter occultisme" van Wilkin van de Kamp, blz. 42 t/m 46, 124 en 125
1 Samuel  28  : 7  t/m 19
Toen zeide Saul tot zijn knechten: Zoekt mij een vrouw, die een waarzeggenden geest heeft, dat ik tot haar ga, en door haar onderzoeke. Zijn knechten nu zeiden tot hem: Toen zeide Saul tot zijn dienaren: Zoekt mij een vrouw die geesten van doden kan bezweren; dan wil ik naar haar toe gaan en haar raadplegen. Zijn dienaren antwoordden hem: Zie, er is een vrouw die geesten van doden kan bezweren, in Endor. Toen vermomde Saul zich, hij trok andere klederen aan en ging met twee mannen op weg. Toen zij in de nacht bij die vrouw gekomen waren, zeide hij: Wil mij waarzeggen met behulp van de geest van een dode, en laat mij opkomen die ik u noemen zal. Maar de vrouw antwoordde hem: Zie, gij weet, wat Saul gedaan heeft, dat hij de dodenbezweerders en waarzeggers in het land heeft uitgeroeid. Waarom spant gij mij dan een valstrik, om mij te doden? Toen zwoer Saul haar bij de HERE: Zo waar de HERE leeft, om deze zaak zal geen schuld over u komen. Daarop vroeg de vrouw: Wie moet ik u laten opkomen? En hij antwoordde: Laat mij Samul opkomen. 12 Toen de vrouw Samul zag, slaakte zij een luide kreet. En de vrouw zeide tot Saul: Waarom hebt gij mij bedrogen? Gij zijt Saul zelf! Maar de koning sprak tot haar: Vrees niet; maar wat ziet gij? De vrouw antwoordde Saul: Ik zie een bovennatuurlijk wezen uit de aarde opkomen. Daarop vroeg hij haar: Hoe is zijn gestalte? Zij antwoordde: Een oud man komt op, gehuld in een mantel. Toen begreep Saul, dat het Samul was, en hij knielde met het aangezicht ter aarde en boog zich neer. Daarna sprak Samul tot Saul: Waarom hebt gij mij verontrust en mij laten opkomen? Saul zeide: Ik verkeer in grote nood: de Filistijnen strijden tegen mij, en God is van mij geweken. Hij antwoordt mij niet meer, noch door de dienst van profeten noch door dromen. Daarom heb ik u geroepen, opdat gij mij bekend zoudt maken, wat ik doen moet. Toen sprak Samul: Waarom raadpleegt gij mij; de HERE is immers van u geweken en uw vijand geworden. De HERE heeft gedaan, zoals Hij door mijn dienst gesproken had: de HERE heeft het koningschap uit uw hand gescheurd en aan uw naaste, aan David, gegeven. Omdat gij naar de HERE niet geluisterd hebt en zijn brandende toorn over Amalek niet hebt doen komen, daarom heeft de HERE u op deze dag dit aangedaan. De HERE zal ook Isral met u in de macht der Filistijnen geven, en morgen zult gij met uw zonen bij mij zijn. Ook het leger van Isral zal de HERE in de macht der Filistijnen geven. (NBG-vertaling

Zoek een vrouw die geesten kan bezweren, beval Saul zijn dienaren. Bij haar wil ik antwoord zien te krijgen. In Endor is nog een vrouw die geesten kan bezweren, antwoordden zijn dienaren. Saul maakte zich onherkenbaar door andere kleren aan te trekken. Vergezeld van twee mannen ging hij op weg en in de nacht kwamen ze bij de vrouw aan. Ondervraag voor mij de geest van een dode, zei hij. Ik zal u wel zeggen wie u moet oproepen. Maar u weet toch wat Saul heeft gedaan, antwoordde de vrouw. Hij heeft iedereen die de geesten van doden raadpleegde, het land uitgezet. Waarom wilt u mij in de val lokken? Soms om me te doden? Maar Saul zwoer bij de Heer: Bij de levende Heer, u zult hiervoor niet worden gestraft! Wie moet ik dan voor u oproepen? vroeg de vrouw. Samul, antwoordde Saul. Toen de vrouw Samul zag, begon ze luid te gillen. Waarom hebt u mij bedrogen? zei ze tegen Saul. U bent Saul zelf. Wees niet bang, antwoordde de koning haar. Zeg liever wat u ziet. Ik zie een geest uit de aarde opkomen. Hoe ziet hij eruit? Het is een oude man, gehuld in een mantel. Saul begreep dat het Samul was. Hij knielde en boog zich eerbiedig neer. Waarom verstoort u mijn rust en laat u mij oproepen? vroeg Samul aan Saul. Ik zie in het geheel geen uitweg meer, antwoordde Saul. De Filistijnen voeren oorlog tegen mij en God heeft zich van mij afgekeerd. Hij geeft geen antwoord meer, noch door een profeet, noch in een droom. Daarom heb ik u te hulp geroepen. U kunt mij vertellen wat ik moet doen. Waarom komt u met uw vragen bij mij, zei Samul, als de Heer zich van u heeft afgekeerd en uw vijand is geworden? De Heer heeft voor David gedaan wat hij door mij had aangekondigd. Hij heeft het koningschap van u losgescheurd en het aan iemand anders gegeven, aan David. De Heer doet u dit alles aan, omdat u niet naar hem geluisterd hebt; u hebt het vonnis dat hij in zijn woede over Amalek had uitgesproken, niet voltrokken. Hij zal zowel u als het Isralitische leger in de macht van de Filistijnen geven. Morgen zult u met uw zonen bij mij in het dodenrijk zijn. (Groot Nieuws Bijbel)

Het meest opmerkelijke en duidelijke geval van het raadplegen van 'geesten van doden' in de Bijbel is het bezoek van Saul aan de vrouw met een 'waarzeggende geest' in Endor. De vrouw wordt een 'baalah owb' genoemd ('bezitster van een gestorven geest'). Het Hebreeuwse woord 'baalah' betekent: 'tovenaarster' of 'necromancier (dodenbezweerster)' . 'Baalah' is verwant aan de afgod 'Bal' , wat 'heer' betekent. Het Hebreeuwe woordt 'owb' is naast ' geest van een dode' ook te vertalen als 'waterzak'. Dit zou kunnen verwijzen naar de holle kreten van spoken (geesten van doden). In werkelijkheid is de 'owb' niet de geest van een gestorvene die door het medium heen spreekt, maar een boze geest die de bezweerder in zijn bezit neemt om door hem (of haar) heen te spreken.

Saul vraagt het spiritische medium om 'de geest van Samul' op te roepen. De inmiddels overleden Samul had Saul gezalfd tot koning en is zijn raadsman geweest, daarom wil hij hem nu laten oproepen om hem om raad te vragen.

Bron : "De geheime wereld achter occultisme" van Wilkin van de Kamp, blz. 42 t/m 46, 124 en 125
1 Kronieken  10  : 13  t/m 14
Zo stierf Saul, omdat hij de HERE ontrouw geweest was, omdat hij het woord des HEREN niet in acht had genomen, ja, zelfs de geest van een dode ondervraagd en geraadpleegd had, en niet de HERE had geraadpleegd. Daarom doodde Hij hem en deed het koningschap overgaan op David, de zoon van Isa. (NBG-vertaling)

Het raadplegen van de geesten van overledenen (in werkelijkheid boze geesten) wordt in de Bijbel scherp veroordeeld.

Bron : "De geheime wereld achter occultisme" van Wilkin van de Kamp, blz. 42 t/m 46, 124 en 125
Jesaja  8  : 19
En wanneer men tot u zegt: Vraagt de geesten van doden en de waarzeggende geesten, die daar piepen en mompelen zal een volk niet zijn God vragen? Zal men voor de levenden de doden (vragen)? Tot de wet en tot de getuigenis! Voor wie niet spreekt naar dit woord, is er geen dageraad. (NBG-vertaling)

Het raadplegen van de geesten van overledenen (in werkelijkheid boze geesten) wordt in de Bijbel scherp veroordeeld.

Bron : "De geheime wereld achter occultisme" van Wilkin van de Kamp, blz. 42 t/m 46, 124 en 125
Lukas  16  : 31
Doch hij zeide tot hem: Indien zij naar Mozes en de profeten niet luisteren, zullen zij ook, indien iemand uit de doden opstaat, zich niet laten gezeggen. (NBG-vertaling)

God veroordeelde het raadplegen van de 'geesten van de doden', omdat het onmogelijk is iemand 'uit de dood' tevoorschijn te laten komen of op te roepen om met mensen op aarde in contact te komen.

   Bijbeltekst toevoegen

Website('s) of documenten
 Derek Ogilvie ontmaskerd

 


  Terug


Versie december 2009